Doing the right thing, even when no one is watching - gedragscode voor de burgemeester gemeente Venlo

 

Gedragscode voor de burgemeester

gemeente Venlo

Inleiding

Voor het adequaat functioneren van de overheid zijn gezaghebbende volksvertegenwoordigers en bestuurders noodzakelijk. Personen die het vertrouwen genieten van de burgers omdat ze deskundig, gedreven en integer zijn. Zij moeten het belang van de gemeente dienen en zijn er voor alle burgers. In de sfeer van goede omgangsvormen gaat het erom dat de burgemeester herkent en voorkomt dat hij in een situatie terechtkomt waarin hij de schijn tegen heeft. Het correcte optreden van de burgemeester draagt ertoe bij dat de burgemeester zich kan manifesteren als een betrouwbaar en gezaghebbend orgaan.

Als gevolg van allerlei maatschappelijke ontwikkelingen kan de integriteit van volksvertegenwoordigers en bestuurders onder druk komen te staan. Het is daarom van belang om gedragscodes vast te stellen die houvast geven. Deze gedragscode wil dan ook duidelijkheid geven over wat de wet vraagt van de burgemeester en beoogt in eerste instantie te beschermen tegen onnodige misstappen. De Gemeentewet schrijft voor dat de raad gedragscodes vaststelt voor de raadsleden, voor de wethouders en voor de burgemeester. Voor Venlo zijn de gedragscodes zoveel mogelijk vanuit hetzelfde perspectief benaderd.

De gedragscode heeft een aantal algemene functies. De gedragscode:

  • Stelt de norm;

  • Definieert specifieke handelingen als schendingen en;

  • Maakt optreden tegen schendingen makkelijker.

De gedragscode beschermt daarnaast specifiek de zuiverheid van de politieke en bestuurlijke besluitvorming. Het gaat dan om het voorkomen van corruptie en belangenverstrengeling. Die vervalsen immers de besluitvorming en resulteren per definitie in machtsmisbruik. Politieke ambtsdragers worden zelfs opgeroepen actief de schijn van belangenverstrengeling en corruptie tegen te gaan.

Integriteit is een thema dat betekenis krijgt in het handelen. Een integriteitsbeleid dat alleen op papier bestaat is slechts een dode letter. Daarom moet het handelen van politieke ambtsdragers regelmatig onderwerp van gesprek zijn, juist ook onderling, en ook daarbij geeft de gedragscode ondersteuning. De code en de voorgestelde registraties zijn instrumenten. Integriteit is uiteindelijk niet in regels te vangen. In de woorden van de schrijver C.S. Lewis gaat het om 'doing the right thing, even when no one is watching'. Integer handelen kan alleen in een cultuur en organisatie waar ook de andere waarden van goed bestuur worden nagestreefd.

De Nederlandse Code voor Goed Openbaar Bestuur benoemt een aantal kernwaarden van goed openbaar bestuur. Integriteit wordt hierin in één adem genoemd met openheid. 'Openheid en integriteit': "het bestuur is open en integer en maakt duidelijk wat het daaronder verstaat." De wetgeving (en de gedragscode in aanvulling hierop) bevat diverse voorschriften inzake openheid met het oog op de integriteit. Die voorschriften hebben betrekking op openbaarmaking van nevenfuncties en/of neveninkomsten, van geschenken, buitenlandse reizen, excursies en evenementen. De registraties in de codes zijn bedoeld om de transparantie te bevorderen die belangenverstrengeling en onverantwoord en/of onjuist gebruik van publieke middelen door politieke ambtsdragers moeten tegengaan. De politieke ambtsdrager is primair zelf verantwoordelijk voor zijn integriteit en hij zal zich daar in alle openheid over moeten verantwoorden.

Artikel 1 Zuiverheid besluitvorming

De burgemeester bewaakt de zuiverheid van de besluitvorming in de gemeenteraad, in het college van burgemeester en wethouders en van hemzelf.

Artikel 2 Voorkomen van belangenverstrengeling

De burgemeester mag zijn invloed en stem niet gebruiken om een persoonlijk belang veilig te stellen of het belang van een ander(e organisatie) bij wie hij een persoonlijke betrokkenheid heeft.

Artikel 2.1

De burgemeester moet actief en uit zichzelf belangenverstrengeling, en zelfs de schijn daarvan, tegengaan.

Artikel 2.2

De burgemeester onthoudt zich alleen van deelname aan de beraadslaging en stemming in het college van burgemeester en wethouders als er sprake is van een beslissing waarbij belangenverstrengeling dreigt; het gaat dan om kwesties waar het zelf een persoonlijk belang bij heeft of om kwesties waarbij het gaat om een belang van een individu of organisaties waarbij hij een substantiële betrokkenheid heeft.

Artikel 2.3

De burgemeester onthoudt zich bij beslissingen waarbij belangenverstrengeling dreigt, niet alleen van stemming (zie artikel 2.2) maar ook van de beïnvloeding van de besluitvorming in de andere fases van het besluitvormingsproces.

Artikel 2.4

De burgemeester mag bepaalde in de Gemeentewet opgesomde functies niet uitoefenen (zie bijlage 1).

Artikel 2.5.

De burgemeester mag bepaalde in de Gemeentewet genoemde overeenkomsten en handelingen niet aangaan (zie bijlage 2).

Artikel 2.6

De burgemeester maakt openbaar welke betaalde en onbetaalde functies hij vervult naast het raadslidmaatschap.

Artikel 2.7

De gemeentesecretaris draagt zorg voor een geactualiseerde openbare lijst met functies van de burgemeester. Op deze lijst wordt tevens vermeld of de werkzaamheden al dan niet bezoldigd zijn.

Artikel 2.8

De burgemeester doet er bij de gemeentesecretaris opgaaf van dat hij substantiële financiële belangen heeft – bijvoorbeeld aandelen, opties en derivaten- in ondernemingen waarmee de gemeente zaken doet of waarin de gemeente belangen heeft. Dezen financiële belangen zijn openbaar en worden ter inzage gelegd. Ook een tussentijds ontstaan substantieel financieel belang dient opgegeven te worden.

Artikel 2.9

De gemeentesecretaris draagt zorg voor een geactualiseerde openbare lijst met gemelde financiële belangen van de burgemeester.

Artikel 2.10

Oud-burgemeesters worden gedurende een jaar na het eind van de zittingstermijn uitgesloten van het buiten dienstbetrekking tegen beloning verrichten van werkzaamheden bij de gemeente Venlo, met uitzondering van het raadslidmaatschap.

Artikel 3 Regels rondom (de schijn van) corruptie

De burgemeester mag zijn invloed en stem niet laten kopen of beïnvloeden door geld, goederen of diensten die hem zijn gegeven of hem in het vooruitzicht zijn gesteld.

Artikel 3.1

De burgemeester moet actief en uit zichzelf de schijn van corruptie tegengaan.

Aannemen van geschenken

Artikel 3.2

De burgemeester neemt geen geschenken aan die hem uit hoofde of vanwege zijn functie worden aangeboden tenzij:

  • a.

    het weigeren, teruggeven of terugsturen de gever ernstig zou kwetsen of bijzonder in verlegenheid zou brengen;

  • b.

    het weigeren, teruggeven of terugsturen om praktische redenen onwerkbaar is;

  • c.

    het gaat om een incidentele, kleine attentie (zoals een bloemetje of fles wijn) waarbij de schijn van corruptie minimaal is.

Artikel 3.3

Als geschenken om een van de in artikel 3.2. genoemde redenen niet zijn geweigerd, teruggegeven of teruggestuurd of om andere redenen toch in het bezit zijn van de burgemeester, wordt dit gemeld aan de gemeentesecretaris tenzij het gaat om het genoemde onder 3.2c. De geschenken worden dan alsnog teruggestuurd dan wel worden eigendom van de gemeente. De gemeentesecretaris zorgt voor de registratie van giften en hun gemeentelijke bestemming.

Aannemen van faciliteiten en diensten

Artikel 3.4

De burgemeester accepteert geen faciliteiten en diensten van anderen die hem uit hoofde van of vanwege zijn functie worden aangeboden, tenzij:

  • a.

    het weigeren ervan het werk onmogelijk of onwerkbaar zou maken en

  • b.

    tegelijkertijd de schijn van corruptie minimaal is.

Artikel 3.5

De burgemeester gebruikt faciliteiten of diensten van andere die uit hoofde of vanwege de bestuursfunctie worden aangeboden, niet voor privédoeleinden.

Aannemen van Lunches, diners en recepties

Artikel 3.6

De burgemeester accepteert uitnodigingen voor werkbezoeken, netwerkbijeenkomsten, voorstellingen, lunches, diners en recepties die door anderen worden betaald of georganiseerd alleen als

  • a.

    dat behoort tot de uitoefening van het burgemeesterschap en

  • b.

    de aanwezigheid beschouwd kan worden als functioneel (protocollaire taken, formele vertegenwoordiging van de gemeente, uitnodiging met beschreven doel omtrent de wenselijkheid van de aanwezigheid) en

  • c.

    tegelijkertijd de schijn van corruptie minimaal is.

Accepteren van reizen, verblijven en werkbezoeken.

Artikel 3.7

De burgemeester accepteert uitnodigingen voor werkbezoeken waarbij reis- en verblijfkosten door anderen worden betaald alleen bij hoge uitzondering. Een dergelijke invitatie dient altijd te worden besproken in het college. De invitatie mag alleen worden geaccepteerd als het bezoek aantoonbaar van groot belang is voor de gemeente en de schijn van corruptie minimaal is. Van een dergelijk werkbezoek wordt altijd verslag gedaan aan het college. Bij buitenlandse werkbezoeken wordt schriftelijk verslag gedaan aan de raad.

Artikel 4 Gebruik gemeentelijke voorzieningen en financiële middelen

De burgemeester gaat op prudente wijze om met gemeentelijke faciliteiten en financiële middelen die hem ter beschikking staan en gebruikt deze alleen waarvoor ze bedoeld zijn. De burgemeester houdt zich aan de voor hem geldende rijksregeling.

Artikel 4.1

De burgemeester houdt zich aan het beleid dat is vastgelegd voor het gebruik van voorzieningen van algemene aard, zoals werkkamer, computerapparatuur met toebehoren, laptop, tablet, mobiele telefoon, dienstauto e.d.

Artikel 4.2

De burgemeester houdt zich aan de regelgeving en het beleid dat is vastgesteld met betrekking tot onkostenvergoedingen en declaraties.

Artikel 5 Informatie

De burgemeester maakt van de in de uitoefening van zijn functie verkregen informatie enkel gebruik voor functionele doeleinden niet zijnde te eigen bate of ten bate van anderen. Met niet- openbare informatie gaat de burgemeester zoals de wet verlangt uiterst zorgvuldig om. De burgemeester kan geheimhouding opleggen overeenkomstig de wet.

Artikel 5.1

De burgemeester betracht maximale openheid ten aanzien van zijn eigen beslissingen en zijn beweegredenen daarvoor. Hij handelt in overeenstemming met de Gemeentewet en met de Wet openbaarheid van bestuur.

Artikel 5.2

Als de burgemeester de beschikking krijgt over gegevens waarvan hij het geheime of vertrouwelijke karakter kent of redelijkerwijs moet vermoeden, is hij verplicht tot geheimhouding van die gegevens, behalve als de wet hem tot mededeling verplicht.

Artikel 5.3

De burgemeester maakt niet ten eigen bate of ten bate van een ander gebruik van in de uitoefening van het ambt verkregen informatie.

Artikel 5.4

De burgemeester gaat prudent om met mondelingen en schriftelijke informatie die hij ontvangt. Hij maakt die niet openbaar c.q. geeft die niet door aan anderen zonder instemming van de afzender. Bij twijfel over de bedoeling van de afzender informeert hij hier eerst naar.

Artikel 6 Omgangsvormen

De burgemeester gaat respectvol om met de raadsleden, de wethouders, ambtenaren en burgers.

Artikel 6.1

De burgemeester bejegent wethouders, raadsleden, de gemeentesecretaris, de griffie(r), ambtenaren en burgers op correcte wijze in woord, gebaar en geschrift, inclusief digitale berichten.

Artikel 6.2

De burgemeester houdt zich tijdens college-, commissie- en raadsvergaderingen aan het desbetreffende reglement van orde.

Artikel 6

De burgemeester onthoudt zich in woord, gebaar en geschrift, inclusief elektronische berichten, van persoonlijke aanvallen op individuele raadsleden, burgemeesters en wethouders in of rondom collegevergaderingen, raadsvergaderingen en bijeenkomsten van de raad en in het openbaar.

Artikel 7 Nakoming gedragscode

De raad stelt een geragscode vast voor elk van de bestuursorganen: de raad, de wethouders en de burgemeester.

Artikel 7.1

De raad ziet er op toe dat de gedragscodes worden nageleefd.

Artikel 7.2

De burgemeester ziet er op toe dat hij de gedragscode van de burgemeester naleeft. De gemeentesecretaris ondersteunt het college hierbij.

Artikel 7.3

Het college van burgemeester en wethouders besteedt minimaal twee keer per jaar in een themabijeenkomst aandacht aan integriteit.

Artikel 7.4

In het geval er een concreet vermoeden is dat een raadslid, een wethouder of de burgemeester een regel van de gedragscode heeft overtreden, kan de (loco) burgemeester opdracht geven een onderzoek hiernaar te verrichten. Het proces afgesproken in de het ‘protocol van Venlo voor mogelijke integriteitsschendingen door burgemeesters, raadslid of wethouder van de gemeente Venlo’ treedt dan in werking.

Artikel 1 Zuiverheid besluitvorming

Een groot deel van de artikelen in een gedragscode blijkt bij nader inzien de bedoeling te hebben de zuiverheid van de besluitvorming op een zichtbare wijze zeker te stellen. Dat hoeft geen verbazing te wekken aangezien het nemen van besluiten over de inzet van overheidsmacht en gemeenschapsgeld de kerntaak van de politiek is. De zuiverheid van de besluitvorming moet daarbij gezien worden al minimale voorwaarde voor de zorgvuldigheid van de besluitvorming, waar het uiteindelijk om te doen is.

Artikel 2 Voorkomen van belangenverstrengeling

De wetgever heeft de burgemeester op vier manieren bescherming geboden tegen de verleiding van belangenverstrengeling en tegen de schijn ervan.

(1) De wetgever geeft ten eerste aan dat het college van burgemeester en wethouders als bestuursorgaan zijn taak zonder vooringenomenheid moet vervullen. De wetgever geeft het college van B&W de verantwoordelijkheid ervoor te waken dat persoonlijke belangen van de burgemeester de besluitvorming niet beïnvloeden. Met persoonlijk belang wordt gedoeld op ieder belang dat niet behoort tot de belangen die de burgemeester uit hoofde van zijn taak behoort te vervullen. Deze waakzaamheid geldt ook als het gaat om de schijn van belangenverstrengeling. Let wel: het gaat hier om persoonlijke belangen; het gaat niet alleen om – zoals vaak gedacht – ‘persoonlijk gewin’ of ‘persoonlijk voordeel’ of ‘persoonlijke financiële inkomsten’. De burgemeester moet dus beoordelen of er sprake is van een persoonlijk belang waardoor belangenverstrengeling ontstaat die de besluitvorming onterecht kan beïnvloeden. De wetgever doet een beroep op de verantwoordelijkheid van het college als geheel om ervoor te waken dat persoonlijke belangen van zijn leden de besluitvorming niet beïnvloeden. Deze verplichting geldt gedurende het gehele proces van besluitvorming en niet alleen tijdens de stemming. Politieke ambtsdragers struikelen soms in gevallen waarin er ‘slechts’ sprake is van de schijn van belangenverstrengeling. Het is dan ook in het belang van politieke ambtsdragers zelf dat dit voorschrift zo expliciet in de gedragscode is opgenomen.

(2) De wetgever verbiedt de burgemeester vervolgens expliciet te stemmen als er sprake is van een aangelegenheid waarbij hij een persoonlijk belang heeft. De wetgever probeert daarmee uit te sluiten dat de burgemeester meestemt als sprake is van belangenverstrengeling.

(3) In een aantal gevallen vindt de wetgever dat die bescherming door het verbod te stemmen niet ver genoeg gaat. In die gevallen verbiedt de wetgever de burgemeester expliciet bepaalde welomschreven functies te bekleden, rollen te vervullen en (rechts)handelingen uit te voeren. In de artikelen 1.4 en 1.5 van deze gedragscode wordt naar die verboden verwezen. In de bijlage van deze gedragscode treft u een opsomming aan regelgeving die samenhangt met de integriteit van de burgemeester, waaronder een overzicht van verboden combinaties van functies en verboden overeenkomsten en handelingen. Het wordt dringend aangeraden deze bijlagen nauwkeurig te bestuderen.

De wetgever eist van de burgemeester dat hij al zijn functies en de inkomsten uit die functies openbaar maakt. Op die manier wordt het voor andere bestuurders, raadsleden, fractievoorzitters, partijbestuurders, de griffier en de gemeentesecretaris mogelijk de burgemeester te waarschuwen voor kwesties waarin belangenverstrengeling dreigt. Ook de pers en de burger kunnen zo hun controlerende taak uitoefenen. Daarom is in deze gedragscode ook verordonneerd dat de burgemeester tevens al zijn substantiële financiële belangen bekendmaakt bij ondernemingen die zaken doen met de gemeente.

Artikel 3 Regels rondom (de Schijn van Corruptie)

Dit artikel geeft een definitie van corruptie voor burgemeesters. Ging het bij belangenverstrengeling nog om het onterecht laten meewegen van een persoonlijk belang bij de besluitvorming, bij corruptie gaat het om omkoping van een politieke ambtsdrager. Belangenverstrengeling is niet in het wetboek van strafrecht opgenomen, corruptie is dat wel. In de onderliggende artikelen zijn regels opgenomen om de politieke ambtsdrager te helpen om de (schijn van) corruptie te voorkomen.

Aannemen van geschenken

Geschenken zijn een sluiproute naar corruptie. Ze kunnen worden gebruikt om de besluitvorming te beïnvloeden. Ze kunnen corrumperen of de aanloop daartoe vormen. Ze kunnen daarnaast ook de schijn opwekken. Onderstaande regels zijn geformuleerd als ‘nee, tenzij’: de burgemeester neemt dus geen geschenken aan, tenzij er goede redenen zijn om hiervan af te wijken. De afwijkingen dienen vervolgens bekend gemaakt te worden bij de gemeentesecretaris, die bepaalt welke vervolgstappen nodig zijn.

 

Accepteren van faciliteiten en diensten

Het accepteren van faciliteiten of diensten van anderen kan een afhankelijkheid of dankbaarheid creëren die de zuiverheid van het besluitvormingsproces kan aantasten. Ook met het aannemen van faciliteiten en diensten kan de burgemeester gecorrumpeerd raken. Het kan daarnaast ook de schijn van corruptie opwekken.

 

Accepteren van uitnodigingen voor werkbezoeken, lunches, diners, recepties en voorstellingen

Werkbezoeken zijn bedoeld om de burgemeester in de gelegenheid te stellen zich inhoudelijk te informeren en noodzakelijke contacten te leggen en onderhouden binnen en buiten de gemeente. De verplichting om actief het ontstaan van de schijn van corruptie tegen te gaan, betekent dat lunchen, dineren of evenementen bijwonen op kosten van anderen waar mogelijk moet worden vermeden, tenzij de redenen van artikel 2.6 van de gedragscode van toepassing zijn. De schijn van corruptie is doorgaans kleiner als de uitnodigende partij een andere overheid is.

Artikel 4 Gebruik gemeentelijke voorzieningen en financiële middelen

De burgemeester kan bij zijn bestuurswerk gebruikmaken van een aantal faciliteiten en financiële middelen van de gemeente. Werkkamer, laptop, tablet en dergelijke worden primair voor zijn bestuurswerk ter beschikking gesteld. Het gebruik hiervan voor privé- of partijdoeleinden is niet toegestaan.

Artikel 5 Informatie

Het handelen van de overheid, wetten, verordeningen en beleid hebben grote invloed op het leven van burgers. Daaruit volgt dat de burger er recht op heeft over het overheidshandelen goed geïnformeerd te worden. De burger heeft er ook recht op de onderliggende redeneringen en afwegingen te kennen en te weten wie welke positie heeft ingenomen. Dit alles bij elkaar opgeteld schept een verplichting voor het ambtenarenapparaat, het college en de raad om de burger nauwkeurig en op tijd op de hoogte te brengen van wat er wordt besproken, besloten en uitgevoerd.

Dit neemt niet weg dat het ook voorkomt dat informatie rond overheidshandelen niet bekend en verspreid mag worden. Het gaat dan altijd om gevallen waarin het openbaar maken zou leiden tot het schenden van rechten van burgers, tot het onterecht toebrengen van schade aan burgers en/of tot het onterecht toebrengen van schade aan collectieve belangen. Het college dient zeer prudent om te gaan met het geheim verklaren van stukken. En de raad moet hierop toezien. Het formele etiket ‘geheim’ heeft een expliciete betekenis – ook in strafrechtelijke zin – en dient niet te worden vervangen door ‘vertrouwelijk’.

Een ander aandachtspunt betreft de wijze waarop politieke ambtsdragers omgaan met niet geheim verklaarde informatie waarover zij wel, maar burgers niet beschikken omdat deze informatie (nog) niet publiek is. Het gaat dan bijvoorbeeld over informatie die in een besloten vergadering is besproken. Politieke ambtsdragers zorgen ervoor dat zij dergelijke informatie niet gebruiken in hun eigen voordeel of in het voordeel van personen of organisaties met wie zij verbonden zijn.

Een laatste opmerking betreft het informatierecht van de raad. Het college en de burgemeester verstrekt de raad alle inlichtingen die hij nodig heeft voor de uitoefening van zijn taak. Daarnaast geeft het college en de burgemeester de raad mondeling of schriftelijk alle door een of meer leden gevraagde inlichtingen, tenzij het verstrekken ervan in strijd is met het openbaar belang. Als grens aan het verstrekken van inlichtingen aan de raad geldt dat het moet gaan om informatie die noodzakelijk is voor het uitoefenen van zijn taak. Er kan discussie ontstaan over de vraag wanneer het punt bereikt is dat ‘de noodzakelijke informatie’ verstrekt is. Daar moeten politieke ambtsdragers samen uitkomen. Ook rond het vragen van informatie speelt het risico op belangenverstrengeling of corruptie.

Artikel 6 Omgangsvormen

Elk raadslid, elke bestuurder en elke ambtenaar is een medemens en medeburger. Op basis daarvan verdient ieder raadslid, iedere bestuurder en iedere ambtenaar respect. Een respectvolle omgang met elkaar maakt het daarnaast beter mogelijk met elkaar tot een werkelijke beraadslaging te komen. Dat is wezenlijk voor een zorgvuldige besluitvorming. Bovendien is de manier waarop het college en de raad met elkaar omgaan van invloed op de geloofwaardigheid van de politiek.

Artikel 7 Nakoming gedragscode

De gedragscode vormt een beoordelingskader en leidraad bij twijfel, vragen en discussies. Het niet naleven van de gedragscode heeft geen rechtsgevolgen. Sprake is van zelfbinding. De regels worden in gezamenlijk debat vastgesteld door de politieke ambtsdragers zelf. In dit licht moeten de regels in de code worden gelezen. Dat maakt de naleving ervan te verantwoorden. Het niet naleven van de gedragscode kan dus wel onderdeel worden van politiek debat en politieke gevolgen hebben.

Oefening 1:

De burgemeester is voorzitter van de vereniging van huiseigenaren van het appartement waar hij woont. Mag de burgemeester zijn burgemeesterschap combineren met dit voorzitterschap?

Antwoord:

Artikel 36B van de Gemeentewet verbiedt de combinatie van deze functies niet. Artikel 1.4 van de gedragscode wordt dus niet overtreden door het combineren van deze functies. De nevenfunctie moet wel worden gemeld (zie artikel 1.6) en de gemeentesecretaris moet zorg dragen voor bekendmaking ervan (zie artikel 1.7).

 

Let op: de burgemeester moet al zijn nevenfuncties melden.

 

Variant 1:

De wethouder Bouwen & Wonen bereidt samen met zijn staf een bestemmingswijziging voor die een gebied betreft waar ook het appartement de burgemeester ligt.

Mag de burgemeester bij die besprekingen betrokken zijn?

Antwoord: Ja. In de voorgestelde bestemmingswijziging worden beslissingen gepresenteerd die het gehele gebied betreffen en niet specifiek zijn woning. Er treedt dus a priori geen verstrengeling van belangen op als de burgemeester meedoet aan de bespreking in de staf.

b. Mag de burgemeester deelnemen aan de besluitvorming in het college?

Antwoord: Ja, dat mag. Er vindt a priori geen verstrengeling van belangen plaats, dus hij kan deelnemen aan de besluitvorming in het college.

 

Variant 2:

De raad doet voorstellen om precies in het gedeelte waar het appartement van de burgemeester ligt, huizen te slopen. Het appartement van de burgemeester zal in dat geval ook worden gesloopt. Mag de burgemeester meestemmen over dit voorstel?

Antwoord:

Nee, dat mag hij op grond van art 1.3 van de gedragscode niet. De aanpassingen betreffen zijn huis, waarmee hij een direct belang heeft bij het behandelen van deze bestemmingswijziging. Als hij het dossier blijft behandelen, is hij in overtreding met artikel 1.3 van de code.

 

Let op: Als het een politiek gevoelig dossier betreft, kan het zijn dat de burgemeester beslist dat hij al in een eerder stadium niet betrokken wil zijn bij het dossier, teneinde de schijn van belangenverstrengeling te voorkomen.

bovenstaand voorbeeld.

 

Oefening 2:

Een raadslid is tevens zzp-er. Hij verzorgt als trainer onder meer trainingen ‘De klant is koning’. De afdeling Burgerzaken van de gemeente Venlo vraagt hem deze training te verzorgen voor medewerkers Burgerzaken. Mag hij de opdracht aannemen?

Antwoord:

Nee, hij mag deze opdracht niet aannemen. De Gemeentewet verbiedt raadsleden in artikel 15 bepaalde overeenkomsten aan te gaan en bepaalde handelingen te verrichten. In bovenstaande situatie is artikel 15 lid 1 onder d onderdeel 1e van de Gemeentewet van toepassing. Dat betekent dat het aannemen van de klus een overtreding van de gemeentewet en daarmee van artikel 1.5 van de gedragscode zou zijn.

 

Variant 1:

En als hij nu niet zelf voor de groep staat, maar iemand inhuurt die dan namens zijn eenmansbedrijf doet?

Antwoord:

Ook dan mag hij de klus niet aannemen, op grond van artikel 15 lid 1 d onderdeel 1e van de Gemeentewet. Het feit dat zijn bedrijf de overeenkomst rechtstreeks aangaat, maakt dat dit artikel van toepassing is. Het aannemen van de klus is een overtreding van de gemeentewet en daarmee van artikel 1.4 van de gedragscode.

 

Variant 2:

En als hij de opdracht nu vrijwillig doet, dus zonder daarvoor een betaling te krijgen?

Antwoord:

Ook dan geldt dat hij de opdracht niet mag aannemen. Het gaat in dit artikel om het aangaan van een overeenkomst. Of daar wel of niet voor betaald wordt doet niet ter zake. Dat het raadslid niet wordt betaald is voor derden (waaronder ‘de burger op straat’) niet zichtbaar en kan om die reden toch de schijn van belangenverstrengeling opleveren. Het aannemen van de opdracht is een overtreding van de gemeentewet en daarmee van artikel 1.5 van de gedragscode.

Variant 3:

Een trainingsbureau heeft de opdracht van de gemeente gekregen om de training ‘De klant is koning’ te verzorgen voor de medewerkers van Burgerzaken. Dit bureau vraagt het raadslid/ tevens zzp-er de training te verzorgen. Mag dit raadslid de klus aannemen?

Antwoord:

Nee. De overeenkomst met de gemeente wordt weliswaar niet rechtstreeks aangegaan, maar via het trainingsbureau. ‘Middelijk’ verricht het raadslid dus wel (betaald) werk voor de gemeente. Het aannemen van de klus is een overtreding van de gemeentewet van artikel 1.5 van de gedragscode.

 

Oefening 3:

Een raadslid is naast zijn raadslidmaatschap leerlingbegeleider en weet om die reden veel over jeugdzorg. Mag hij woordvoerder in de raad zijn op dit onderwerp?

Antwoord:

Ja, dat mag. Het is van belang dat raadsleden kennis hebben over wat zich afspeelt in het maatschappelijk middenveld. Mede daarom wordt een combinatie van functies slechts zelden uitgesloten bij wet. Het raadslid mag alleen niet het standpunt van de fractie (en de raad) dusdanig beïnvloeden dat het onterecht positief uitpakt voor zijn eigen werkgever.

 

Let op: In de praktijk komen veel verschillende situaties voor waarin een raadslid in zijn andere functie betrokken kan zijn bij het verrichten van werk in opdracht voor de gemeente. Het is verstandig iedere situatie goed te analyseren en bij twijfel hierover advies in te winnen bij bijvoorbeeld de griffier.

 

Ad. hfst. 3: (de schijn van) corruptie

 

Oefening 4:

In het kader van het kunst- en cultuurbeleid subsidieert de gemeente Venlo een jaarlijks muziekfestival dat een breed publiek trekt. Het college vraagt aan de organisatie 30 vrijkaarten voor college- en raadsleden. Zij kunnen dan als ambassadeur van de gemeente aanwezig zijn. Mag dit?

Antwoord:

Nee, dit zou het college niet moeten doen. In feite wordt er een geschenk gevraagd. Voor de organisatie is het moeilijk om nee te zeggen. Een dergelijk verzoek kan worden beschouwd als een oneigenlijke subsidie-eis. Verder is het doel van de subsidie niet het zichtbaar maken van de gemeente. Dit laatste zou in relatie tot dit evenement ook bereikt kunnen worden door de burgemeester of een wethouder bij de opening een rol te laten vervullen. Een andere mogelijkheid is dat de gemeente voor raads- en collegeleden – los van de subsidieverstrekking – een aantal kaartjes aanschaft.

 

Variant 1:

De organisatie van het muziekfestival biedt de gemeente 30 vrijkaartjes aan voor college- en raadsleden plus partners. Men geeft daarbij aan dat men graag achtergrondinformatie wil geven over de organisatie van het evenement. Daarnaast zal er een rondleiding zijn inclusief uitleg over de veiligheidsaspecten, beperking van de geluidsoverlast en de samenwerking met de hulpdiensten. Na afloop van dit informatieve deel mogen de genodigden onder het genot van een hapje en drankje het evenement bijwonen. Mogen de collegeleden ieder een kaartje aannemen?

Antwoord:

Ja, dat mag. De uitnodiging heeft een duidelijk functioneel karakter. Om zich goed te informeren over het evenement kan het noodzakelijk zijn om een en ander in de praktijk te zien. Dat de genodigden een kleine versnapering aangeboden krijgen valt binnen de grenzen van het redelijke. Voor partners geldt dit alles niet. Als zij het evenement willen bijwonen, moeten zij een eigen kaartje kopen.

 

 

Oefening 5:

Na heel wat jaren van voorbereiding en tegenslagen, onder meer vanwege de strenge geluidsnormen rond Schiphol, is het gelukt om projectontwikkelaar ABC in Venlo een nieuwe wijk met tweehonderd woningen te laten realiseren, waaronder huisvesting voor jongeren en mindervaliden. Als de oplevering aanstaande is, ontvangt het college van B&W een uitnodiging van de projectontwikkelaar om dit heuglijke feit te vieren met een diner, met partners, in een chique hotel. Mogen de collegeleden deze uitnodiging accepteren?

Antwoord:

Nee, dit zou een overtreding zijn van artikel 2.6 van de code. Het betreft hier een besloten diner dat geen functioneel karakter heeft en waarbij de schijn van corruptie zeer wel aanwezig is, gezien het belang van de projectontwikkelaar om in de toekomst eventuele nieuwe opdrachten van de gemeente in de wacht te slepen.

 

Variant 1:

De nieuwe wijk wordt na toespraken van de wethouder Bouwen en Wonen en de directeur van het projectontwikkelingsbureau op ludieke wijze geopend. Alle nieuwe bewoners zijn uitgenodigd om dit feestelijke moment bij te wonen en aansluitend te genieten van een hapje en een drankje in een door de projectontwikkelaar speciaal daarvoor neergezette tent. Die heeft ook het college B&W en de gemeenteraad een uitnodiging gestuurd. Mogen de collegeleden deze uitnodiging accepteren?

Antwoord:

Ja, dat mag. De wethouder Bouwen en Wonen bekleedt een expliciete rol bij de opening. Ook andere collegeleden mogen de uitnodiging accepteren, aangezien met de oplevering van de woningen een bredere doelstelling wordt gediend: met hun aanwezigheid onderstrepen de collegeleden tegenover de nieuwe bewoners en andere belangstellenden dat de gemeente zich heeft ingespannen om de nieuwe wijk mogelijk te maken.

 

Oefening 6:

De burgemeester heeft een lezing gegeven op een bewonersbijeenkomst. Na afloop krijgt hij een bos bloemen. Mag hij die aannemen?

Antwoord:

Ja, de bos bloemen kan gezien worden als een geschenk dat uit hartelijkheid wordt gegeven en waarvan het niet accepteren de gever op dat moment ernstig in verlegenheid zou brengen. Het is bovendien niet het type geschenk dat de schijn van corruptie opwekt.

 

Let op: Oefening 3 komt regelmatig voor. Politieke ambtsdragers staan veel op podia en krijgen vaak als dank bloemen, fotoboeken, boekenbonnen, flessen wijn, pennen, T-shirts en petjes met opdrukken, presse papiers, koffiemokken en andere typen geschenken uit de categorie 'bagatel- giften'. In veel van dergelijke situaties is het weigeren (hoewel het devies) praktisch onmogelijk zonder de gever in verlegenheid te brengen.

 

Oefening 7:

Het college krijgt van een bedrijf met veel korting een videoconferencing-systeem aangeboden. Met dit systeem kunnen collegeleden vanaf een andere locatie toch deelnemen aan een beraadslaging. Zo laat het bedrijf zien goede besluitvorming zeer van belang te vinden en te willen ondersteunen. Mag deze faciliteit worden aangenomen?

Antwoord:

Nee, het aannemen van het systeem, is een overtreding van artikel 2.4 van de gedragscode. Artikel 2.4 aanhef en onder a is niet van toepassing; er is budget om het college te faciliteren. Mocht het noodzakelijk zijn een dergelijk systeem aan te schaffen dan kan dat vanuit gemeentelijke middelen worden betaald.

 

Oefening 8:

Het college van B&W nodigt zijn relaties uit voor het bijwonen van een optreden van bekende artiesten tijdens het Polderfestival. Daartoe zal het college zijn gasten ontvangen in een apart vak van de gemeente vlakbij het podium. Is dit een overtreding van artikel 2.1 van de gedragscode?

Antwoord:

Nee, dit is geen overtreding van de gedragscode. Het is voor de burgers van Venlo noodzakelijk dat het college van B&W zijn netwerk onderhoudt. Het college zal in het kader hiervan op gezette tijden zelf initiatieven ontplooien. Het organiseren van bijeenkomsten ter representatie van de stad is geen handeling die de (schijn van) corruptie oproept, in tegenstelling tot het accepteren van een uitnodiging. Wel dient zeker gesteld te worden dat de kosten (moreel) te verantwoorden zijn en dat tijdens het netwerken zelf geen valse verwachtingen worden gewekt of onrechtmatige beloften worden gedaan.

Ad. Hfst. 4.: Gebruik gemeentelijke voorzieningen en financiële middelen

 

Oefening 9:

De burgemeester heeft een nevenfunctie als lid van een universitaire adviesraad voor technologieontwikkeling. De vergaderingen van deze adviesraad vinden plaats ver buiten de gemeente. Mag de burgemeester een dienstauto gebruiken om naar de vergadering van zijn nevenactiviteit te gaan? Antwoord:

Nee, een dienstauto staat de burgemeester ter beschikking voor zijn werkzaamheden als burgemeester. Het inzetten van de auto met chauffeur voor zijn nevenwerkzaamheden is in strijd met artikel 3.1. van de code. Ook eventueel gemaakte taxikosten ten behoeve van zijn nevenactiviteit mag de burgemeester niet declareren. Hij kan dus het beste gebruik maken van zijn eigen auto of het openbaar vervoer om naar de vergadering van adviesraad voor technologieontwikkeling te gaan. De redenatie dat hij gevraagd is voor de adviesraad omdat hij burgemeester is (wat een relatie oplevert met zijn functie) en dat hij daarom gebruik kan maken van de dienstauto, is niet houdbaar. Het lidmaatschap van de adviesraad is gekoppeld aan de persoon niet aan de functie van burgemeester van de gemeente Venlo. Als deze persoon burgemeester -af is, vervalt niet automatisch zijn lidmaatschap van de adviesraad. Het betreft hier dus een echte nevenfunctie, waar de gemeentemiddelen niet voor ingezet kunnen worden. Overigens betekent dit ook dat de burgemeester een eventuele financiële vergoeding mag accepteren en houden.

 

 

Ad. hfst. 5: Informatie

Oefening 10:

De raad heeft het voornemen om de bestemming van een gebied te wijzigen zodat het mogelijk wordt om in dat gebied huizen te bouwen. Verschillende commerciële partijen en andere belanghebbenden hebben hier een stevige lobby voor gevoerd en zijn verheugd dat de raad het serieus in overweging neemt. Het college heeft besloten het dossier geheim te verklaren en de raad heeft dit bekrachtigd. Er wordt in de pers echter regelmatig over het dossier geschreven. Vaak zit men er maar weinig naast, wat er op duidt dat er wellicht door een of meerdere raadsleden gepraat wordt met journalisten. De burgemeester is van mening dat het geheim behandelen van deze kwestie niet langer opportuun is. 'Alles ligt toch al op straat'. Mag hij ingaan op het verzoek van een journalist om met hem over het dossier te spreken?

Antwoord:

Nee, het spreken met anderen over deze kwestie is een overtreding van artikel 272 van het Wetboek van Strafrecht (lekken van geheime informatie) en van artikel 4.2 van de gedragscode. Alleen het bestuursorgaan dat de geheimhouding heeft opgelegd (in dit geval het college), of het orgaan dat de geheimhouding heeft bekrachtigd (de raad) kan het geheime karakter van de stukken opheffen. Zolang dat niet is gebeurd, ook al is de meeste informatie in de krant verschenen, is het spreken over de kwestie een schending van de geheimhoudingsplicht, wat zelfs strafbaar kan zijn.

Oefening 11:

De burgemeester stuurt het volgende twitterbericht: ‘@toneelgroepdeblauwemaandag Ik zit hier in een besloten vergadering over toekenning subsidies. Het is spannend. #bezuinigenaltijd- moeilijk…’ Mag de burgemeester dit doen?

Antwoord:

Niet doen. In een besloten vergadering worden zaken vertrouwelijk besproken. Een twitterbericht als dit is dus een overtreding van artikel 4.2 van de gedragscode.

 

 

Oefening 12:

Het is nog niet bekend gemaakt wanneer de inschrijving voor de nieuwe huizen in een net ontwikkeld gebied van start zal gaan. De burgemeester schat in dat met een beetje goede wil van politiek en ambtenarij de inschrijving waarschijnlijk midden in de zomer zal plaatsvinden. Zijn zus wil graag wonen in dat gebied. Mag hij zijn zus waarschuwen niet in die periode op zomervakantie te gaan, zodat zij als eerste kan inschrijven?

Antwoord:

Nee, het waarschuwen van zijn zus is een overtreding van artikel 4.3 van de gedragscode. De inschatting over de inschrijving kan alleen worden gemaakt door een persoon met veel voorkennis. De burgemeester beschikt over informatie die andere burgers niet hebben. Deze informatievoorsprong aanwenden ten bate van zijn zus is een overtreding van artikel 4.3 van de gedragscode en mogelijk een verstrengeling van belangen.

 

Ad. hfst. 7: Nakoming gedragscode

 

Oefening 13:

De burgemeester houdt een blog bij op internet. Hij is bekend in de stad en zijn blog wordt veel gelezen. De burgemeester geeft zijn ongezouten mening over allerlei onderwerpen, ook over onderwerpen die in de raad besproken worden. In zijn laatste blog suggereert hij dat een raadslid van een oppositiepartij mogelijk via de raad geld regelt voor een stichting waar hij zelf bij betrokken is. Is dit in overeenstemming met het uitgangspunt van zorgvuldige handhaving de gedragscode?

Antwoord:

Nee, dit is niet de manier waarop je een vermoeden van een schending van de gedragscode meldt. Deze manier van communiceren is in tegenspraak met artikel 5.1 en 5.3 van de gedragscode. Daarnaast geldt volgens artikel 6.6 van de gedragscode dat als de burgemeester vermoedt dat een raadslid zich mogelijk schuldig maakt aan overtreding van de gedragscode, hij overgaat tot het instellen van een vooronderzoek.

In het algemeen geldt: partijbelang speelt geen rol bij het toezien op de naleving van de gedragscode. Gebeurt dat toch, dan is de kans bijzonder groot dat er onrecht geschiedt. Politieke ambtsdragers van alle partijen moeten dus de discipline opbrengen om bij vermoedens van integriteitkwesties boven de partijen te gaan staan.

Verder moeten alle betrokkenen bij een vermoeden van een schending van de gedragscode de grootst mogelijke terughoudendheid betrachten en de kwestie niet in een te vroeg stadium in de publiciteit brengen. Dit om te voorkomen dat er door media-aandacht al een veroordeling plaatsvindt van een politieke ambtsdrager nog voor er onderzoek naar het vermoeden van de schending heeft plaatsgevonden; een wellicht onschuldige politieke ambtsdrager heeft dan ten onrechte schade opgelopen en daarnaast kan de geloofwaardigheid van de politiek hiermee onterecht worden aangetast. Tot slot geldt dat als het rechtvaardig is om te sanctioneren, de maatregel passend moet zijn en in verhouding met de schending.

 

Bijlage 1 Toelichting per artikel

Artikel 1 zuiverheid besluitvorming

Een groot deel van de artikelen in een gedragscode blijkt bij nader inzien de bedoeling te hebben de zuiverheid van de besluitvorming op een zichtbare wijze zeker te stellen. Dat hoeft geen verbazing te wekken aangezien het nemen van besluiten over de inzet van overheidsmacht en gemeenschapsgeld de kerntaak van de politiek is. De zuiverheid van de besluitvorming moet daarbij gezien worden al minimale voorwaarde voor de zorgvuldigheid van de besluitvorming, waar het uiteindelijk om te doen is.

Artikel 2 Voorkomen van belangenverstrengeling

De wetgever heeft de burgemeester op vier manieren bescherming geboden tegen de verleiding van belangenverstrengeling en tegen de schijn ervan.

(1) De wetgever geeft ten eerste aan dat het college van burgemeester en wethouders als bestuursorgaan zijn taak zonder vooringenomenheid moet vervullen. De wetgever geeft het college van B&W de verantwoordelijkheid ervoor te waken dat persoonlijke belangen van de burgemeester de besluitvorming niet beïnvloeden. Met persoonlijk belang wordt gedoeld op ieder belang dat niet behoort tot de belangen die de burgemeester uit hoofde van zijn taak behoort te vervullen. Deze waakzaamheid geldt ook als het gaat om de schijn van belangenverstrengeling. Let wel: het gaat hier om persoonlijke belangen; het gaat niet alleen om – zoals vaak gedacht – ‘persoonlijk gewin’ of ‘persoonlijk voordeel’ of ‘persoonlijke financiële inkomsten’. De burgemeester moet dus beoordelen of er sprake is van een persoonlijk belang waardoor belangenverstrengeling ontstaat die de besluitvorming onterecht kan beïnvloeden. De wetgever doet een beroep op de verantwoordelijkheid van het college als geheel om ervoor te waken dat persoonlijke belangen van zijn leden de besluitvorming niet beïnvloeden. Deze verplichting geldt gedurende het gehele proces van besluitvorming en niet alleen tijdens de stemming. Politieke ambtsdragers struikelen soms in gevallen waarin er ‘slechts’ sprake is van de schijn van belangenverstrengeling. Het is dan ook in het belang van politieke ambtsdragers zelf dat dit voorschrift zo expliciet in de gedragscode is opgenomen.

(2) De wetgever verbiedt de burgemeester vervolgens expliciet te stemmen als er sprake is van een aangelegenheid waarbij hij een persoonlijk belang heeft. De wetgever probeert daarmee uit te sluiten dat de burgemeester meestemt als sprake is van belangenverstrengeling.

(3) In een aantal gevallen vindt de wetgever dat die bescherming door het verbod te stemmen niet ver genoeg gaat. In die gevallen verbiedt de wetgever de burgemeester expliciet bepaalde welomschreven functies te bekleden, rollen te vervullen en (rechts)handelingen uit te voeren. In de artikelen 1.4 en 1.5 van deze gedragscode wordt naar die verboden verwezen. In de bijlage van deze gedragscode treft u een opsomming aan regelgeving die samenhangt met de integriteit van de burgemeester, waaronder een overzicht van verboden combinaties van functies en verboden overeenkomsten en handelingen. Het wordt dringend aangeraden deze bijlagen nauwkeurig te bestuderen.

De wetgever eist van de burgemeester dat hij al zijn functies en de inkomsten uit die functies openbaar maakt. Op die manier wordt het voor andere bestuurders, raadsleden, fractievoorzitters, partijbestuurders, de griffier en de gemeentesecretaris mogelijk de burgemeester te waarschuwen voor kwesties waarin belangenverstrengeling dreigt. Ook de pers en de burger kunnen zo hun controlerende taak uitoefenen. Daarom is in deze gedragscode ook verordonneerd dat de burgemeester tevens al zijn substantiële financiële belangen bekendmaakt bij ondernemingen die zaken doen met de gemeente.

Artikel 3 Regels rondom (de Schijn van Corruptie)

Dit artikel geeft een definitie van corruptie voor burgemeesters. Ging het bij belangenverstrengeling nog om het onterecht laten meewegen van een persoonlijk belang bij de besluitvorming, bij corruptie gaat het om omkoping van een politieke ambtsdrager. Belangenverstrengeling is niet in het wetboek van strafrecht opgenomen, corruptie is dat wel. In de onderliggende artikelen zijn regels opgenomen om de politieke ambtsdrager te helpen om de (schijn van) corruptie te voorkomen.

Aannemen van geschenken

Geschenken zijn een sluiproute naar corruptie. Ze kunnen worden gebruikt om de besluitvorming te beïnvloeden. Ze kunnen corrumperen of de aanloop daartoe vormen. Ze kunnen daarnaast ook de schijn opwekken. Onderstaande regels zijn geformuleerd als ‘nee, tenzij’: de burgemeester neemt dus geen geschenken aan, tenzij er goede redenen zijn om hiervan af te wijken. De afwijkingen dienen vervolgens bekend gemaakt te worden bij de gemeentesecretaris, die bepaalt welke vervolgstappen nodig zijn.

Accepteren van faciliteiten en diensten

Het accepteren van faciliteiten of diensten van anderen kan een afhankelijkheid of dankbaarheid creëren die de zuiverheid van het besluitvormingsproces kan aantasten. Ook met het aannemen van faciliteiten en diensten kan de burgemeester gecorrumpeerd raken. Het kan daarnaast ook de schijn van corruptie opwekken.

Accepteren van uitnodigingen voor werkbezoeken, lunches, diners, recepties en voorstellingen

Werkbezoeken zijn bedoeld om de burgemeester in de gelegenheid te stellen zich inhoudelijk te informeren en noodzakelijke contacten te leggen en onderhouden binnen en buiten de gemeente. De verplichting om actief het ontstaan van de schijn van corruptie tegen te gaan, betekent dat lunchen, dineren of evenementen bijwonen op kosten van anderen waar mogelijk moet worden vermeden, tenzij de redenen van artikel 2.6 van de gedragscode van toepassing zijn. De schijn van corruptie is doorgaans kleiner als de uitnodigende partij een andere overheid is.

Artikel 4 Gebruik gemeentelijke voorzieningen en financiële middelen

De burgemeester kan bij zijn bestuurswerk gebruikmaken van een aantal faciliteiten en financiële middelen van de gemeente. Werkkamer, laptop, tablet en dergelijke worden primair voor zijn bestuurswerk ter beschikking gesteld. Het gebruik hiervan voor privé- of partijdoeleinden is niet toegestaan.

Artikel 5 Informatie

Het handelen van de overheid, wetten, verordeningen en beleid hebben grote invloed op het leven van burgers. Daaruit volgt dat de burger er recht op heeft over het overheidshandelen goed geïnformeerd te worden. De burger heeft er ook recht op de onderliggende redeneringen en afwegingen te kennen en te weten wie welke positie heeft ingenomen. Dit alles bij elkaar opgeteld schept een verplichting voor het ambtenarenapparaat, het college en de raad om de burger nauwkeurig en op tijd op de hoogte te brengen van wat er wordt besproken, besloten en uitgevoerd.

Dit neemt niet weg dat het ook voorkomt dat informatie rond overheidshandelen niet bekend en verspreid mag worden. Het gaat dan altijd om gevallen waarin het openbaar maken zou leiden tot het schenden van rechten van burgers, tot het onterecht toebrengen van schade aan burgers en/of tot het onterecht toebrengen van schade aan collectieve belangen. Het college dient zeer prudent om te gaan met het geheim verklaren van stukken. En de raad moet hierop toezien. Het formele etiket ‘geheim’ heeft een expliciete betekenis – ook in strafrechtelijke zin – en dient niet te worden vervangen door ‘vertrouwelijk’.

Een ander aandachtspunt betreft de wijze waarop politieke ambtsdragers omgaan met niet geheim verklaarde informatie waarover zij wel, maar burgers niet beschikken omdat deze informatie (nog) niet publiek is. Het gaat dan bijvoorbeeld over informatie die in een besloten vergadering is besproken. Politieke ambtsdragers zorgen ervoor dat zij dergelijke informatie niet gebruiken in hun eigen voordeel of in het voordeel van personen of organisaties met wie zij verbonden zijn.

Een laatste opmerking betreft het informatierecht van de raad. Het college en de burgemeester verstrekt de raad alle inlichtingen die hij nodig heeft voor de uitoefening van zijn taak. Daarnaast geeft het college en de burgemeester de raad mondeling of schriftelijk alle door een of meer leden gevraagde inlichtingen, tenzij het verstrekken ervan in strijd is met het openbaar belang. Als grens aan het verstrekken van inlichtingen aan de raad geldt dat het moet gaan om informatie die noodzakelijk is voor het uitoefenen van zijn taak. Er kan discussie ontstaan over de vraag wanneer het punt bereikt is dat ‘de noodzakelijke informatie’ verstrekt is. Daar moeten politieke ambtsdragers samen uitkomen. Ook rond het vragen van informatie speelt het risico op belangenverstrengeling of corruptie.

Artikel 6 Omgangsvormen

Elk raadslid, elke bestuurder en elke ambtenaar is een medemens en medeburger. Op basis daarvan verdient ieder raadslid, iedere bestuurder en iedere ambtenaar respect. Een respectvolle omgang met elkaar maakt het daarnaast beter mogelijk met elkaar tot een werkelijke beraadslaging te komen. Dat is wezenlijk voor een zorgvuldige besluitvorming. Bovendien is de manier waarop het college en de raad met elkaar omgaan van invloed op de geloofwaardigheid van de politiek.

Artikel 7 Nakoming gedragscode

De gedragscode vormt een beoordelingskader en leidraad bij twijfel, vragen en discussies. Het niet naleven van de gedragscode heeft geen rechtsgevolgen. Sprake is van zelfbinding. De regels worden in gezamenlijk debat vastgesteld door de politieke ambtsdragers zelf. In dit licht moeten de regels in de code worden gelezen. Dat maakt de naleving ervan te verantwoorden. Het niet naleven van de gedragscode kan dus wel onderdeel worden van politiek debat en politieke gevolgen hebben.

Bijlage 2

Specifiek uitgesloten combinaties van functies

Burgemeester (Gemeentewet, artikel 68)

1 De burgemeester is niet tevens:

a. minister;

b. staatssecretaris;

c. lid van de Raad van State;

d. lid van de Algemene Rekenkamer;

e. Nationale ombudsman;

f. substituut-ombudsman als bedoeld in artikel 9, eerste lid, van de Wet Nationale

ombudsman;

g. commissaris van de Koning;

h. gedeputeerde;

i. secretaris van de provincie;

j. griffier van de provincie;

k. lid van de rekenkamer van de provincie waarin de gemeente waar hij burgemeester is, is

gelegen;

l. lid van een raad;

m. wethouder;

n. lid van de rekenkamer;

o. ombudsman of lid van de ombudscommissie als bedoeld in artikel 81p, eerste lid;

p. lid van een deelraad;

q. lid van het dagelijks bestuur van een deelgemeente;

r. ambtenaar, door of vanwege het gemeentebestuur aangesteld of daaraan ondergeschikt;

s. ambtenaar, door of vanwege het Rijk of de provincie aangesteld, tot wiens taak behoort

het verrichten van werkzaamheden in het kader van het toezicht op de gemeente;

t. functionaris die krachtens de wet of een algemene maatregel van bestuur het

gemeentebestuur van advies dient.

2 In afwijking van het eerste lid, aanhef en onder r, kan een burgemeester tevens ambtenaar van de burgerlijke stand zijn.

Bijlage 3  

Specifiek verboden overeenkomsten/handelingen

Burgemeester (Gemeentewet, artikel 69)

1 Artikel 15, eerste en tweede lid, is van overeenkomstige toepassing op de burgemeester met dien verstande dat de ontheffing, bedoeld in het tweede lid van dat artikel, wordt verleend door de commissaris van de Koning.

2 De raad stelt voor de burgemeester een gedragscode vast.

Ergo: artikel 15, eerste en tweede lid, vertaald naar de situatie van de burgemeester:

1 ‘De burgemeester’ mag niet:

a. als advocaat of adviseur in geschillen werkzaam zijn ten behoeve van de gemeente of het gemeentebestuur dan wel ten behoeve van de wederpartij van de gemeente of het gemeentebestuur;

b. als gemachtigde in geschillen werkzaam zijn ten behoeve van de wederpartij van de gemeente of het gemeentebestuur;

c. als vertegenwoordiger of adviseur werkzaam zijn ten behoeve van derden tot het met de gemeente aangaan van:

1e. overeenkomsten als bedoeld in onderdeel

2e. overeenkomsten tot het leveren van onroerende zaken aan de gemeente;

d. rechtstreeks of middellijk een overeenkomst aangaan betreffende:

1e. het aannemen van werk ten behoeve van de gemeente;

2e. het buiten dienstbetrekking tegen beloning verrichten van werkzaamheden ten

behoeve van de gemeente;

3e. het leveren van roerende zaken anders dan om niet aan de gemeente;

4e. het verhuren van roerende zaken aan de gemeente;

5e. het verwerven van betwiste vorderingen ten laste van de gemeente;

6e. het van de gemeente onderhands verwerven van onroerende zaken of beperkte

rechten waaraan deze zijn onderworpen;

7e. het onderhands huren of pachten van de gemeente.

2 Van het eerste lid, aanhef en onder d, kan ‘de commissaris van de Koning’ ontheffing verlenen.

Bijlage 4

Enkele specifieke formele sancties

Gemeentewet, artikel 61B

1. De burgemeester kan te allen tijde bij koninklijk besluit op voordracht van Onze Minister worden ontslagen.

2. Indien sprake is van een verstoorde verhouding tussen de burgemeester en de raad, kan de raad, door tussenkomst van de commissaris van de Koning, een aanbeveling tot ontslag zenden aan Onze Minister.

3. Voordat de raad verklaart dat van een verstoorde verhouding tussen de burgemeester en de raad sprake is, overlegt hij met de commissaris over de aanleiding tot die verklaring.

4. Een aanbeveling vormt geen onderwerp van beraadslagingen en wordt niet vastgesteld dan nadat de raad tenminste twee weken en ten hoogste drie maanden tevoren heeft verklaard, dat tussen de burgemeester en de raad sprake is van een verstoorde verhouding.

5. De oproeping tot de vergadering waarin over de aanbeveling wordt beraadslaagd of besloten, wordt tenminste achtenveertig uur voor de aanvang of zoveel eerder als de raad heeft bepaald, bij de leden van de raad bezorgd. Zij vermeldt het voorstel tot de aanbeveling.

6. De commissaris brengt advies uit aan Onze Minister over de aanbeveling.

7. Onze Minister wijkt in zijn voordracht slechts af van de aanbeveling op gronden ontleend aan het advies van de commissaris dan wel op andere zwaarwegende gronden.

Gemeentewet, artikel 62

1. De burgemeester kan bij koninklijk besluit worden geschorst.

2. Onze Minister kan, in afwachting van een besluit omtrent schorsing, bepalen dat de burgemeester zijn functie niet uitoefent.

3. Een besluit als bedoeld in het tweede lid vervalt, indien niet binnen een maand een besluit omtrent de schorsing is genomen.

Bijlage 5  

Verwijzingen naar de Wet per artikel in de gedragscode

Over zuiverheid van besluitvorming

Inleiding

• Algemene wet bestuursrecht artikel 2:4

Over belangenverstrengeling

• Algemene wet bestuursrecht artikel 2:4

• Gemeentewet artikel 58

• Gemeentewet artikel 68

• Gemeentewet artikel 69

• Gemeentewet artikel 67

• Basisnorm 14, Modelaanpak basisnormen integriteit openbaar bestuur en politie

Over corruptie

• Gemeentewet artikel 65

Over gebruik van gemeentelijke faciliteiten en middelen

• Gemeentewet artikel 44

• Rechtspositiebesluit burgemeesters, 1 februari 2016

Over informatie

• Gemeentewet artikel 169

• Gemeentewet artikel 180

• Wet openbaarheid van bestuur artikel 10

• Algemene wet bestuursrecht artikel 2:5

• Gemeentewet artikel 23, 25, 55, 86

• Wetboek van Strafrecht artikel 272

Over de vaststelling van de gedragscode

• Raad: Gemeentewet artikel 15, lid 3

• Wethouders: Gemeentewet artikel 41c, lid 2

• Burgemeester: Gemeentewet artikel 69, lid 2

Over naleving van de code

• Algemene wet bestuursrecht artikel 2:4

Over Sanctioneren

• Gemeentewet artikel 46, zie bijlage 4

• Gemeentewet artikel 47, zie bijlage 4

• Gemeentewet artikel 49, zie bijlage 4

• Kieswet artikel X1

• Kieswet artikel X8

• Gemeentewet artikel 61b

• Schending van de gedragscode kan een strafbaar feit opleveren (bijvoorbeeld het schenden van de geheimhoudingsplicht Wetboek van Strafrecht artikel 272). Als de schending een misdrijf is, geldt een aangifteplicht (Wetboek van Strafrecht artikel 162).

Bijlage 6

Regels omtrent gebruik van gemeentelijke voorzieningen, vergoedingen en declaraties.

Gedragslijn inzake onkostenvergoedingen en declaraties burgemeester en wethouders (april 2015).

Procedure onkostenvergoedingen en declaraties burgemeester en wethouders (april 2015)

Rechtspositiebesluit burgemeesters, 1 februari 2016

Handreiking Geheimhouding Venlo (29 maart 2017)

Bijlage 7

Praktijkvoorbeelden:

Ad hfst 2: Voorkomen van belangenverstrengeling

Oefening 1:

De burgemeester is voorzitter van de vereniging van huiseigenaren van het appartement waar hij woont. Mag de burgemeester zijn burgemeesterschap combineren met dit voorzitterschap?

Antwoord:

Artikel 36B van de Gemeentewet verbiedt de combinatie van deze functies niet. Artikel 1.4 van de gedragscode wordt dus niet overtreden door het combineren van deze functies. De nevenfunctie moet wel worden gemeld (zie artikel 1.6) en de gemeentesecretaris moet zorg dragen voor bekendmaking ervan (zie artikel 1.7).

Let op: de burgemeester moet al zijn nevenfuncties melden.

Variant 1:

De wethouder Bouwen & Wonen bereidt samen met zijn staf een bestemmingswijziging voor die een gebied betreft waar ook het appartement de burgemeester ligt.

Mag de burgemeester bij die besprekingen betrokken zijn?

Antwoord: Ja. In de voorgestelde bestemmingswijziging worden beslissingen gepresenteerd die het gehele gebied betreffen en niet specifiek zijn woning. Er treedt dus a priori geen verstrengeling van belangen op als de burgemeester meedoet aan de bespreking in de staf.

b. Mag de burgemeester deelnemen aan de besluitvorming in het college?

Antwoord: Ja, dat mag. Er vindt a priori geen verstrengeling van belangen plaats, dus hij kan deelnemen aan de besluitvorming in het college.

Variant 2:

De raad doet voorstellen om precies in het gedeelte waar het appartement van de burgemeester ligt, huizen te slopen. Het appartement van de burgemeester zal in dat geval ook worden gesloopt. Mag de burgemeester meestemmen over dit voorstel?

Antwoord:

Nee, dat mag hij op grond van art 1.3 van de gedragscode niet. De aanpassingen betreffen zijn huis, waarmee hij een direct belang heeft bij het behandelen van deze bestemmingswijziging. Als hij het dossier blijft behandelen, is hij in overtreding met artikel 1.3 van de code.

Let op: Als het een politiek gevoelig dossier betreft, kan het zijn dat de burgemeester beslist dat hij al in een eerder stadium niet betrokken wil zijn bij het dossier, teneinde de schijn van belangenverstrengeling te voorkomen.

bovenstaand voorbeeld.

Oefening 2:

Een raadslid is tevens zzp-er. Hij verzorgt als trainer onder meer trainingen ‘De klant is koning’. De afdeling Burgerzaken van de gemeente Venlo vraagt hem deze training te verzorgen voor medewerkers Burgerzaken. Mag hij de opdracht aannemen?

Antwoord:

Nee, hij mag deze opdracht niet aannemen. De Gemeentewet verbiedt raadsleden in artikel 15 bepaalde overeenkomsten aan te gaan en bepaalde handelingen te verrichten. In bovenstaande situatie is artikel 15 lid 1 onder d onderdeel 1e van de Gemeentewet van toepassing. Dat betekent dat het aannemen van de klus een overtreding van de gemeentewet en daarmee van artikel 1.5 van de gedragscode zou zijn.

Variant 1:

En als hij nu niet zelf voor de groep staat, maar iemand inhuurt die dan namens zijn eenmansbedrijf doet?

Antwoord:

Ook dan mag hij de klus niet aannemen, op grond van artikel 15 lid 1 d onderdeel 1e van de Gemeentewet. Het feit dat zijn bedrijf de overeenkomst rechtstreeks aangaat, maakt dat dit artikel van toepassing is. Het aannemen van de klus is een overtreding van de gemeentewet en daarmee van artikel 1.4 van de gedragscode.

Variant 2:

En als hij de opdracht nu vrijwillig doet, dus zonder daarvoor een betaling te krijgen?

Antwoord:

Ook dan geldt dat hij de opdracht niet mag aannemen. Het gaat in dit artikel om het aangaan van een overeenkomst. Of daar wel of niet voor betaald wordt doet niet ter zake. Dat het raadslid niet wordt betaald is voor derden (waaronder ‘de burger op straat’) niet zichtbaar en kan om die reden toch de schijn van belangenverstrengeling opleveren. Het aannemen van de opdracht is een overtreding van de gemeentewet en daarmee van artikel 1.5 van de gedragscode.

Variant 3:

Een trainingsbureau heeft de opdracht van de gemeente gekregen om de training ‘De klant is koning’ te verzorgen voor de medewerkers van Burgerzaken. Dit bureau vraagt het raadslid/ tevens zzp-er de training te verzorgen. Mag dit raadslid de klus aannemen?

Antwoord:

Nee. De overeenkomst met de gemeente wordt weliswaar niet rechtstreeks aangegaan, maar via het trainingsbureau. ‘Middelijk’ verricht het raadslid dus wel (betaald) werk voor de gemeente. Het aannemen van de klus is een overtreding van de gemeentewet van artikel 1.5 van de gedragscode.

Oefening 3:

Een raadslid is naast zijn raadslidmaatschap leerlingbegeleider en weet om die reden veel over jeugdzorg. Mag hij woordvoerder in de raad zijn op dit onderwerp?

Antwoord:

Ja, dat mag. Het is van belang dat raadsleden kennis hebben over wat zich afspeelt in het maatschappelijk middenveld. Mede daarom wordt een combinatie van functies slechts zelden uitgesloten bij wet. Het raadslid mag alleen niet het standpunt van de fractie (en de raad) dusdanig beïnvloeden dat het onterecht positief uitpakt voor zijn eigen werkgever.

Let op: In de praktijk komen veel verschillende situaties voor waarin een raadslid in zijn andere functie betrokken kan zijn bij het verrichten van werk in opdracht voor de gemeente. Het is verstandig iedere situatie goed te analyseren en bij twijfel hierover advies in te winnen bij bijvoorbeeld de griffier.

Ad. hfst. 3: (de schijn van) corruptie

Oefening 4:

In het kader van het kunst- en cultuurbeleid subsidieert de gemeente Venlo een jaarlijks muziekfestival dat een breed publiek trekt. Het college vraagt aan de organisatie 30 vrijkaarten voor college- en raadsleden. Zij kunnen dan als ambassadeur van de gemeente aanwezig zijn. Mag dit?

Antwoord:

Nee, dit zou het college niet moeten doen. In feite wordt er een geschenk gevraagd. Voor de organisatie is het moeilijk om nee te zeggen. Een dergelijk verzoek kan worden beschouwd als een oneigenlijke subsidie-eis. Verder is het doel van de subsidie niet het zichtbaar maken van de gemeente. Dit laatste zou in relatie tot dit evenement ook bereikt kunnen worden door de burgemeester of een wethouder bij de opening een rol te laten vervullen. Een andere mogelijkheid is dat de gemeente voor raads- en collegeleden – los van de subsidieverstrekking – een aantal kaartjes aanschaft.

Variant 1:

De organisatie van het muziekfestival biedt de gemeente 30 vrijkaartjes aan voor college- en raadsleden plus partners. Men geeft daarbij aan dat men graag achtergrondinformatie wil geven over de organisatie van het evenement. Daarnaast zal er een rondleiding zijn inclusief uitleg over de veiligheidsaspecten, beperking van de geluidsoverlast en de samenwerking met de hulpdiensten. Na afloop van dit informatieve deel mogen de genodigden onder het genot van een hapje en drankje het evenement bijwonen. Mogen de collegeleden ieder een kaartje aannemen?

Antwoord:

Ja, dat mag. De uitnodiging heeft een duidelijk functioneel karakter. Om zich goed te informeren over het evenement kan het noodzakelijk zijn om een en ander in de praktijk te zien. Dat de genodigden een kleine versnapering aangeboden krijgen valt binnen de grenzen van het redelijke. Voor partners geldt dit alles niet. Als zij het evenement willen bijwonen, moeten zij een eigen kaartje kopen.

Oefening 5:

Na heel wat jaren van voorbereiding en tegenslagen, onder meer vanwege de strenge geluidsnormen rond Schiphol, is het gelukt om projectontwikkelaar ABC in Venlo een nieuwe wijk met tweehonderd woningen te laten realiseren, waaronder huisvesting voor jongeren en mindervaliden. Als de oplevering aanstaande is, ontvangt het college van B&W een uitnodiging van de projectontwikkelaar om dit heuglijke feit te vieren met een diner, met partners, in een chique hotel. Mogen de collegeleden deze uitnodiging accepteren?

Antwoord:

Nee, dit zou een overtreding zijn van artikel 2.6 van de code. Het betreft hier een besloten diner dat geen functioneel karakter heeft en waarbij de schijn van corruptie zeer wel aanwezig is, gezien het belang van de projectontwikkelaar om in de toekomst eventuele nieuwe opdrachten van de gemeente in de wacht te slepen.

Variant 1:

De nieuwe wijk wordt na toespraken van de wethouder Bouwen en Wonen en de directeur van het projectontwikkelingsbureau op ludieke wijze geopend. Alle nieuwe bewoners zijn uitgenodigd om dit feestelijke moment bij te wonen en aansluitend te genieten van een hapje en een drankje in een door de projectontwikkelaar speciaal daarvoor neergezette tent. Die heeft ook het college B&W en de gemeenteraad een uitnodiging gestuurd. Mogen de collegeleden deze uitnodiging accepteren?

Antwoord:

Ja, dat mag. De wethouder Bouwen en Wonen bekleedt een expliciete rol bij de opening. Ook andere collegeleden mogen de uitnodiging accepteren, aangezien met de oplevering van de woningen een bredere doelstelling wordt gediend: met hun aanwezigheid onderstrepen de collegeleden tegenover de nieuwe bewoners en andere belangstellenden dat de gemeente zich heeft ingespannen om de nieuwe wijk mogelijk te maken.

Oefening 6:

De burgemeester heeft een lezing gegeven op een bewonersbijeenkomst. Na afloop krijgt hij een bos bloemen. Mag hij die aannemen?

Antwoord:

Ja, de bos bloemen kan gezien worden als een geschenk dat uit hartelijkheid wordt gegeven en waarvan het niet accepteren de gever op dat moment ernstig in verlegenheid zou brengen. Het is bovendien niet het type geschenk dat de schijn van corruptie opwekt.

Let op: Oefening 3 komt regelmatig voor. Politieke ambtsdragers staan veel op podia en krijgen vaak als dank bloemen, fotoboeken, boekenbonnen, flessen wijn, pennen, T-shirts en petjes met opdrukken, presse papiers, koffiemokken en andere typen geschenken uit de categorie 'bagatel- giften'. In veel van dergelijke situaties is het weigeren (hoewel het devies) praktisch onmogelijk zonder de gever in verlegenheid te brengen.

Oefening 7:

Het college krijgt van een bedrijf met veel korting een videoconferencing-systeem aangeboden. Met dit systeem kunnen collegeleden vanaf een andere locatie toch deelnemen aan een beraadslaging. Zo laat het bedrijf zien goede besluitvorming zeer van belang te vinden en te willen ondersteunen. Mag deze faciliteit worden aangenomen?

Antwoord:

Nee, het aannemen van het systeem, is een overtreding van artikel 2.4 van de gedragscode. Artikel 2.4 aanhef en onder a is niet van toepassing; er is budget om het college te faciliteren. Mocht het noodzakelijk zijn een dergelijk systeem aan te schaffen dan kan dat vanuit gemeentelijke middelen worden betaald.

Oefening 8:

Het college van B&W nodigt zijn relaties uit voor het bijwonen van een optreden van bekende artiesten tijdens het Polderfestival. Daartoe zal het college zijn gasten ontvangen in een apart vak van de gemeente vlakbij het podium. Is dit een overtreding van artikel 2.1 van de gedragscode?

Antwoord:

Nee, dit is geen overtreding van de gedragscode. Het is voor de burgers van Venlo noodzakelijk dat het college van B&W zijn netwerk onderhoudt. Het college zal in het kader hiervan op gezette tijden zelf initiatieven ontplooien. Het organiseren van bijeenkomsten ter representatie van de stad is geen handeling die de (schijn van) corruptie oproept, in tegenstelling tot het accepteren van een uitnodiging. Wel dient zeker gesteld te worden dat de kosten (moreel) te verantwoorden zijn en dat tijdens het netwerken zelf geen valse verwachtingen worden gewekt of onrechtmatige beloften worden gedaan.

Ad. Hfst. 4.: Gebruik gemeentelijke voorzieningen en financiële middelen

Oefening 9:

De burgemeester heeft een nevenfunctie als lid van een universitaire adviesraad voor technologieontwikkeling. De vergaderingen van deze adviesraad vinden plaats ver buiten de gemeente. Mag de burgemeester een dienstauto gebruiken om naar de vergadering van zijn nevenactiviteit te gaan? Antwoord:

Nee, een dienstauto staat de burgemeester ter beschikking voor zijn werkzaamheden als burgemeester. Het inzetten van de auto met chauffeur voor zijn nevenwerkzaamheden is in strijd met artikel 3.1. van de code. Ook eventueel gemaakte taxikosten ten behoeve van zijn nevenactiviteit mag de burgemeester niet declareren. Hij kan dus het beste gebruik maken van zijn eigen auto of het openbaar vervoer om naar de vergadering van adviesraad voor technologieontwikkeling te gaan. De redenatie dat hij gevraagd is voor de adviesraad omdat hij burgemeester is (wat een relatie oplevert met zijn functie) en dat hij daarom gebruik kan maken van de dienstauto, is niet houdbaar. Het lidmaatschap van de adviesraad is gekoppeld aan de persoon niet aan de functie van burgemeester van de gemeente Venlo. Als deze persoon burgemeester -af is, vervalt niet automatisch zijn lidmaatschap van de adviesraad. Het betreft hier dus een echte nevenfunctie, waar de gemeentemiddelen niet voor ingezet kunnen worden. Overigens betekent dit ook dat de burgemeester een eventuele financiële vergoeding mag accepteren en houden.

Ad. hfst. 5: Informatie

Oefening 10:

De raad heeft het voornemen om de bestemming van een gebied te wijzigen zodat het mogelijk wordt om in dat gebied huizen te bouwen. Verschillende commerciële partijen en andere belanghebbenden hebben hier een stevige lobby voor gevoerd en zijn verheugd dat de raad het serieus in overweging neemt. Het college heeft besloten het dossier geheim te verklaren en de raad heeft dit bekrachtigd. Er wordt in de pers echter regelmatig over het dossier geschreven. Vaak zit men er maar weinig naast, wat er op duidt dat er wellicht door een of meerdere raadsleden gepraat wordt met journalisten. De burgemeester is van mening dat het geheim behandelen van deze kwestie niet langer opportuun is. 'Alles ligt toch al op straat'. Mag hij ingaan op het verzoek van een journalist om met hem over het dossier te spreken?

Antwoord:

Nee, het spreken met anderen over deze kwestie is een overtreding van artikel 272 van het Wetboek van Strafrecht (lekken van geheime informatie) en van artikel 4.2 van de gedragscode. Alleen het bestuursorgaan dat de geheimhouding heeft opgelegd (in dit geval het college), of het orgaan dat de geheimhouding heeft bekrachtigd (de raad) kan het geheime karakter van de stukken opheffen. Zolang dat niet is gebeurd, ook al is de meeste informatie in de krant verschenen, is het spreken over de kwestie een schending van de geheimhoudingsplicht, wat zelfs strafbaar kan zijn.

Oefening 11:

De burgemeester stuurt het volgende twitterbericht: ‘@toneelgroepdeblauwemaandag Ik zit hier in een besloten vergadering over toekenning subsidies. Het is spannend. #bezuinigenaltijd- moeilijk…’ Mag de burgemeester dit doen?

Antwoord:

Niet doen. In een besloten vergadering worden zaken vertrouwelijk besproken. Een twitterbericht als dit is dus een overtreding van artikel 4.2 van de gedragscode.

Oefening 12:

Het is nog niet bekend gemaakt wanneer de inschrijving voor de nieuwe huizen in een net ontwikkeld gebied van start zal gaan. De burgemeester schat in dat met een beetje goede wil van politiek en ambtenarij de inschrijving waarschijnlijk midden in de zomer zal plaatsvinden. Zijn zus wil graag wonen in dat gebied. Mag hij zijn zus waarschuwen niet in die periode op zomervakantie te gaan, zodat zij als eerste kan inschrijven?

Antwoord:

Nee, het waarschuwen van zijn zus is een overtreding van artikel 4.3 van de gedragscode. De inschatting over de inschrijving kan alleen worden gemaakt door een persoon met veel voorkennis. De burgemeester beschikt over informatie die andere burgers niet hebben. Deze informatievoorsprong aanwenden ten bate van zijn zus is een overtreding van artikel 4.3 van de gedragscode en mogelijk een verstrengeling van belangen.

Ad. hfst. 7: Nakoming gedragscode

Oefening 13:

De burgemeester houdt een blog bij op internet. Hij is bekend in de stad en zijn blog wordt veel gelezen. De burgemeester geeft zijn ongezouten mening over allerlei onderwerpen, ook over onderwerpen die in de raad besproken worden. In zijn laatste blog suggereert hij dat een raadslid van een oppositiepartij mogelijk via de raad geld regelt voor een stichting waar hij zelf bij betrokken is. Is dit in overeenstemming met het uitgangspunt van zorgvuldige handhaving de gedragscode?

Antwoord:

Nee, dit is niet de manier waarop je een vermoeden van een schending van de gedragscode meldt. Deze manier van communiceren is in tegenspraak met artikel 5.1 en 5.3 van de gedragscode. Daarnaast geldt volgens artikel 6.6 van de gedragscode dat als de burgemeester vermoedt dat een raadslid zich mogelijk schuldig maakt aan overtreding van de gedragscode, hij overgaat tot het instellen van een vooronderzoek.

In het algemeen geldt: partijbelang speelt geen rol bij het toezien op de naleving van de gedragscode. Gebeurt dat toch, dan is de kans bijzonder groot dat er onrecht geschiedt. Politieke ambtsdragers van alle partijen moeten dus de discipline opbrengen om bij vermoedens van integriteitkwesties boven de partijen te gaan staan.

Verder moeten alle betrokkenen bij een vermoeden van een schending van de gedragscode de grootst mogelijke terughoudendheid betrachten en de kwestie niet in een te vroeg stadium in de publiciteit brengen. Dit om te voorkomen dat er door media-aandacht al een veroordeling plaatsvindt van een politieke ambtsdrager nog voor er onderzoek naar het vermoeden van de schending heeft plaatsgevonden; een wellicht onschuldige politieke ambtsdrager heeft dan ten onrechte schade opgelopen en daarnaast kan de geloofwaardigheid van de politiek hiermee onterecht worden aangetast. Tot slot geldt dat als het rechtvaardig is om te sanctioneren, de maatregel passend moet zijn en in verhouding met de schending.

 

Naar boven