Gemeenteblad van Zeewolde
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Zeewolde | Gemeenteblad 2018, 1407 | Overige besluiten van algemene strekking |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Zeewolde | Gemeenteblad 2018, 1407 | Overige besluiten van algemene strekking |
Besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Zeewolde houdende regels omtrent jeugdhulp Nadere regels Jeugdhulp Zeewolde 2018
Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Zeewolde:
gelet op het op 18 augustus 2014 door de Gemeenteraad van Zeewolde vastgestelde lokale Beleidsplan Jeugdhulp ’Op naar 2015’ inclusief de bijbehorende ‘Verordening Jeugdhulp 2015’;
overwegende dat het college op grond van de verordening verplicht is nadere regels te stellen;
vast te stellen de navolgende Nadere regels Jeugdhulp Zeewolde 2018, inclusief Bijlage I, Bijlage II en Bijlage III
Hoofdstuk 2 Algemene voorzieningen
Een algemene voorziening is rechtstreeks toegankelijk zonder toegangsbeoordeling of op basis van een beperkte toegangsbeoordeling.
Hoofdstuk 3 Individuele voorzieningen
De ondersteuning die geboden wordt vanuit het flexibel aanbod kan bestaan uit:
ondersteuning van, hulp aan of zorg voor jeugdigen en hun ouders gericht op het verminderen, stabiliseren, behandelen en opheffen, of omgaan met de gevolgen van psychische problemen en stoornissen, psychosociale problemen, gedragsproblemen of een verstandelijke beperking van de jeugdige, opvoedingsproblemen van de ouders of adoptie gerelateerde problemen;
Artikel 3.2 Bekendmaking aanbod individuele voorzieningen
Het college stelt beschikbare individuele voorzieningen vast en publiceert deze op een digitaal platform.
Indien naar aanleiding van een andersoortig signaal van het bestaan van een hulpvraag is gebleken en door Jeugdhulp Zeewolde ter uitwerking hiervan een ondersteuningsplan is opgesteld, zonder dat er sprake is van een aanvraag als bedoeld in het vorige lid, wordt het desbetreffende plan eveneens als aanvraag beschouwd. In een dergelijk geval is de aanvraag slechts ontvankelijk als het plan is ondertekend door alle gezagsdragers en door de jeugdige, in het geval deze twaalf jaar is of ouder dan twaalf jaar.
In uitzondering op het bepaalde in het voorgaande lid kan, in geval van het onverantwoord lang uitblijven van ondertekening door alle aldaar bedoelde personen, ondertekening door één gezagsdrager voldoende worden geacht voor behandeling van de aanvraag. Wanneer van een dergelijke situatie sprake is, is ter gemotiveerde beoordeling aan de medewerker van Jeugdhulp Zeewolde. In dat geval dient de medewerker onverwijld zorg te dragen voor ondertekening door de persoon of personen van wie de handtekening ontbreekt of ontbreken.
Artikel 3.4 Toegangsbeoordeling door Jeugdhulp Zeewolde
De casemanager jeugd onderzoekt in het kader van de in het eerste lid bedoelde toegangsbeoordeling de aan de aanvraag ten grondslag liggende situatie, waarbij zowel mondelinge als schriftelijke informatie-inwinning noodzakelijk kan zijn. In dit verband beoordeelt de casemanager jeugd onder meer hoe de afhandeling van de aanvraag verder vorm dient te worden gegeven, al dan niet met inschakeling van aan Jeugdhulp Zeewolde verbonden meer specialistisch georiënteerde medewerkers en al dan niet door afhandeling in multidisciplinair verband.
Artikel 3.6 Ondersteuningsplan
In het kader van het onderzoek als bedoeld in artikel 3.4 wordt een ondersteuningsplan opgesteld door de casemanager jeugd. Het ondersteuningsplan dient ertoe het gezin te ondersteunen in zijn ontwikkelingsproces. Het is een dynamisch plan dat wordt aangepast op basis van ervaringen en bereikte (of niet/deels bereikte) resultaten.
De casemanager jeugd heeft naast diens in artikel 3.4 beschreven rol in de toegangsbeoordeling tevens de verantwoordelijkheid voor het op de hoogte houden van relevante bij het gezin betrokken partijen over wat zij vanuit hun betrokkenheid behoren te weten. Het gaat hierbij onder andere over de huisarts, het onderwijs en de betrokken hulpverleners.
Artikel 3.8 Aanvraag persoonsgebonden budget
Indien een aanvraag voor een PGB wordt gedaan, omvat deze, naast het bepaalde in artikel 8.1.1 van de wet en artikel 3.10 van deze nadere regels, in elk geval:
Artikel 3.9 Criteria individuele voorzieningen
De beoordeling van gebruikelijke hulp wordt gebaseerd op de Beleidsregels AWBZ en hoofdstuk 4 van de CIZ Indicatiewijzer, een en ander voor zover het een voorziening betreft die nu onder de Jeugdwet valt en voor zover van toepassing op de jeugdige. Daarbij geldt dat er – in aanvulling op de door het CIZ gepubliceerde tekst in versie 7.1 van de Indicatiewijzer van juli 2014 – van uitgegaan wordt dat, naast de activiteiten die specifiek zijn benoemd in bijlage II bij deze nadere regels de gebruikelijke zorg in aanvulling daarop en ter uitwerking van het beginsel van eigen kracht dat is neergelegd in artikel 2.3 lid 1 van de wet tevens geacht wordt gemiddeld één uur per dag te omvatten.
Artikel 3.10 Aanvullende criteria persoonsgebonden budget
Het college kent in aanvulling op artikel 3.9 een persoonsgebonden budget toe als:
de jeugdige of zijn ouders op eigen kracht voldoende in staat zijn tot een redelijke waardering van de belangen ter zake en op eigen kracht dan wel met hulp uit hun sociale netwerk dan wel van een curator, bewindvoerder, mentor, gemachtigde, gecertificeerde instelling of aanbieder van gesloten jeugdhulp, in staat zijn de aan een persoonsgebonden budget verbonden taken op verantwoorde wijze uit te voeren;
Hoofdstuk 4 Kwaliteitscriteria
Artikel 4.1 Jeugdhulpaanbieders
De aanbieder houdt zich aan de norm van verantwoorde hulp, waaronder de verplichting om geregistreerde professionals in de zetten. Medewerkers zijn zodanig ervaren en/of gekwalificeerd dat zij jeugdigen en/of hun (pleeg)ouders kunnen begeleiden en ondersteunen, ook bij specifieke en complexe problematiek.
Jeugdhulpaanbieders en gecertificeerde instellingen moeten een regeling treffen voor de behandeling van klachten die betrekking hebben op gedragingen van hun medewerkers bij de uitoefening van hun taken. Wanneer er sprake is van een ketenaanpak, dan wel wanneer er onduidelijkheid bestaat over de vraag wie de klacht in behandeling moet nemen, is het college verantwoordelijk voor de klachtafhandeling.
Het college wil integrale dienstverlening bieden aan inwoners in het kader van de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 (Wmo 2015), de Jeugdwet en de Participatiewet. Daarvoor is het kunnen verwerken en delen van gegevens binnen, en indien noodzakelijk over, domeinen een randvoorwaarde. Het college is daarbij op grond van de Wet bescherming persoonsgegevens (Wbp, tot 25 mei 2018) en vanaf 25 mei 2018 op grond van de Algemene verordening gegevensbescherming (Avg) verantwoordelijk voor de zorgvuldigheid van de gegevensverwerking die door of namens het college plaatsvindt. Het college stelt eisen aan de beveiliging en de borging van de privacy.
Teneinde de samenwerking tussen hulpverleners en de regievoering door het college zo goed mogelijk te kunnen doen verlopen is verwerking van persoonsgegevens over de jeugdige of de ouder nodig. In overeenstemming met het bepaalde in de Wbp en de Avg heeft de jeugdige of de ouder inzicht in welke persoonsgegevens worden verwerkt, welke personen hierbij betrokken zijn en bij wie hij terecht kan om zijn (privacy)rechten uit te oefenen. Belangrijk bij de gegevensuitwisseling door professionals in het jeugddomein zijn de principes van proportionaliteit, subsidiariteit en doelmatigheid. In de uitvoering van het voorgaande komt bijzondere betekenis toe aan de Meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling.
Artikel 8.1 Onvoorziene gevallen
In gevallen waarin deze nadere regels niet voorzien, beslist het college.
Het college kan in bijzondere gevallen bepalingen van deze nadere regels buiten toepassing laten, indien deze tot onbillijkheden van overwegende aard kunnen leiden.
Artikel 8.4 Intrekking vorige nadere regels
De Nadere regels Jeugdhulp Zeewolde worden ingetrokken op 1 januari 2018.
Bijlage l: nadere toelichting op persoonsgebonden budget
Bemiddelingskosten voor het verkrijgen van een persoonsgebonden budget komen niet voor vergoeding uit het PGB in aanmerking.
De doorlopende administratiekosten die de budgethouder bij derden heeft belegd, komen niet voor vergoeding uit het PGB in aanmerking. De PGB-administratie doet een budgethouder zelf of een vertegenwoordiger doet dit zonder hiervoor geld uit het PGB te ontvangen. Met de invoering van het trekkingsrecht worden de administratieve lasten beperkt.
Als gevolg van de invoering van het trekkingsrecht kan met een zorgverlener geen automatische incasso meer worden afgesproken. De mogelijke meerkosten die facturering met zich meebrengt, kunnen niet afzonderlijk worden voldaan vanuit het PGB.
Een budgethouder komt in principe alleen in aanmerking voor een PGB als hij zelf (of een vertegenwoordiger) op verantwoorde wijze regie kan voeren. Coördinatie kan dan ook niet betaald worden vanuit het PGB, deze activiteit voert de budgethouder immers zelf uit of is belegd bij een vertegenwoordiger.
Crisishulp/ crisisopvang/ spoedeisende zorg
Wanneer in geval van crisis direct hulp moet worden ingezet, is er geen tijd om een plan op te stellen, de hoogte van het PGB te bepalen en een (arbeids)overeenkomst te sluiten met een hulpverlener/organisatie. Bovendien moet deze hulp voldoen aan kwaliteitseisen. Voor crisishulp is het om deze redenen niet mogelijk een PGB te ontvangen.
Zware vormen van ondersteuning
Bij zwaardere ondersteuningsvormen, zoals gespecialiseerde (dag)behandeling en ambulante specialistische jeugdhulp zal goed gekeken worden of de jeugdige of de ouder regiemogelijkheden heeft en of de beoogde ondersteuning aansluit op de benodigde kwaliteit en de te behalen resultaten. Bij twijfel zal geen PGB voor deze zorgvormen worden toegekend.
Reiskosten van een zorgverlener
Reiskosten van een zorgverlener worden in principe niet vergoed. Deze kosten dienen door de zorgverlener te worden meegenomen in het uurtarief.
Feestdagenuitkeringen aan de zorgverlener
Feestdagenuitkeringen aan een zorgverlener kunnen niet afzonderlijk worden voldaan uit het PGB. Deze kosten dienen door de zorgverlener te worden meegenomen in het uurtarief.
Progressiviteit van het ziektebeeld / kinderen in de groei
Op grond van de progressiviteit van het ziektebeeld kunnen de aangevraagde hulpmiddelen en woningaanpassingen zo snel weer door een aangepaste voorziening vervangen dienen te worden dat deze verstrekkingen zich daardoor niet lenen voor een persoonsgebonden budget. Dit kan ook gelden voor voorzieningen voor kinderen in de groei. Per situatie wordt beoordeeld of deze uitsluiting van het PGB van toepassing is.
Besteding PGB-budget op basis van beschikte zorgbudget
Op het moment dat een PGB-budget is opgebouwd op basis van verschillende in PGB-vorm toegekende zorgvormen (bijvoorbeeld: individuele begeleiding door het sociale netwerk enerzijds en begeleiding groep anderzijds), dan is het niet toegestaan om deelbudget in te zetten in het kader van een andere zorgvorm met een bijbehorend ander deelbudget. Dit heeft te maken met de andere (sub)doelen die met de verschillende deelbudgetten worden nagestreefd. Daar waar de PGB-houder of diens ouder(s) van mening is/zijn dat het verschuiven van de schotten wenselijk is, kan hierover in contact worden getreden met het college. De eerdere toekenning kan dan bij gebleken noodzaak dienovereenkomstig worden aangepast. Zonder instemming van het college is het zelfstandig ontschotten echter niet toegestaan om eerdergenoemde reden.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/gmb-2018-1407.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.