Gemeenteblad van Heerde
| Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
|---|---|---|---|
| Heerde | Gemeenteblad 2018, 139803 | Overige besluiten van algemene strekking |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
| Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
|---|---|---|---|
| Heerde | Gemeenteblad 2018, 139803 | Overige besluiten van algemene strekking |
Wijzigingen salarisbedragen W,M,L en IKB Cao gemeenten 2017-2019 gemeente Heerde
Wijzigingen salarisbedragen W,M,L en IKB Cao gemeenten 2017-2019
Met deze brief informeren wij u over de wijzigingen van de gemeentelijke salarisbedragen en het IKB per 1 augustus 2017 en 1 januari 2018. Deze wijzigingen zijn het gevolg van de cao Gemeenten die op 5 oktober 2017 van kracht is geworden. De looptijd van de cao gemeenten is van 1 mei 2017 tot 1 januari 2019. Daarin is een generieke salarisverhoging overeengekomen van 1,0% per 1 augustus 2017 en 1,5% per 1 januari 2018. In de cao gemeenten zijn tevens afspraken gemaakt over een verhoging van het IKB. Het IKB stijgt per 1 december 2017 met 0,5%-punt en per 1 juli 2018 met 0,25%-punt. Het gaat in beide gevallen om het pensioengevende gedeelte van het IKB dat wordt genoemd in artikel 3:28 lid 2 sub b CAR-UWO. Ten slotte zijn afspraken gemaakt over toepassing van de WML. Per 1 augustus 2017 is afgesproken dat als het schaalbedrag onder het voor de medewerker geldende minimumloon ligt, de medewerker recht heeft op minimaal een salaris overeenkomstig de WML voor medewerkers van 22 jaar en ouder. Vanaf 1 juli 2019 geldt dat als het schaalbedrag onder het voor de medewerker geldende minimumloon ligt, de medewerker recht heeft op minimaal een salaris overeenkomstig de WML voor medewerkers van 21 jaar en ouder.
Met deze brief informeren wij u over de wijzigingen van de gemeentelijke salarisbedragen per 1 augustus 2017 en 1 januari 2018. Deze wijzigingen zijn het gevolg van de cao Gemeenten 2017-2019. Daarin is een generieke salarisverhoging overeengekomen van 1,0% per 1 augustus 2017 en 1,5% per 1 januari 2018. De uitwerking van de cao Gemeenten 1 mei 2017 – 1 januari 2019 staat naast deze ledenbrief in de brief Wijzigingen CAR-UWO per 1 januari 2018 die de aanpassingen in de CAR-UWO bevat. Een overzicht van de uitwerking van de andere afspraken in het akkoord wordt later gepubliceerd.
De looptijd van de Cao Gemeenten 2017-2019 is van 1 mei 2017 tot 1 januari 2019.
Salarismutatie per 1 augustus 2017
De salarisverhoging voor de cao gemeenten leidt er toe dat de in bijlagen 5, 7, 9, 11 en 13 opgenomen salaris- en vergoedingstabellen per 1 augustus 2017 met terugwerkende kracht voor het gemeentepersoneel gelden.
Salarismutatie per 1 januari 2018
De salarisverhoging voor de cao gemeenten leidt er toe dat de in bijlagen 6, 8, 10, 12 en 14 opgenomen salaris- en vergoedingstabellen per 1 januari 2018 voor het gemeentepersoneel gelden.
De salaristabel zoals deze geldt vanaf augustus 2017 wordt bij de reguliere salarisbetaling van de maand augustus 2017 toegepast. Omdat het cao-akkoord op zijn vroegst op 5 oktober 2017 wordt bekrachtigd door vakbonden en de VNG, zal de nabetaling van de salarisverhoging per 1 augustus 2017 plaatsvinden met de reguliere salarisbetaling van de maand november 2017. De nieuwe salaristabel zoals deze geldt vanaf januari 2018 wordt bij de reguliere salarisbetaling van januari 2018 toegepast.
De salaristabel, nieuwe structuur van de CAR-UWO, bijlage IIa kent voor salarisschaal 1 en 2 enkele periodieken onder de WML. Echter, volgens een verwijzing in de CAR-UWO onder de salaristabel bijlage IIa geldt dat als het schaalbedrag onder het voor de medewerker geldende minimumloon ligt, de medewerker recht heeft op het voor hem geldende minimumloon overeenkomstig de bepalingen in de WML. Deze verwijzing staat opgenomen met een * onder de salaristabel, nieuwe structuur, in bijlage IIa van de CAR-UWO.
Aan deze verwijzing onder de salaristabel bijlage IIa wordt per 1 augustus 2017 de afspraak uit de cao-Gemeenten 2017-2019 toegevoegd. De afspraak houdt in dat als het schaalbedrag onder het voor de medewerker geldende minimumloon ligt, de medewerker recht heeft op minimaal een salaris overeenkomstig de WML voor medewerkers van 22 jaar en ouder. Vanaf 1 juli 2019 geldt dat als het schaalbedrag onder het voor de medewerker geldende minimumloon ligt, de medewerker recht heeft op minimaal een salaris overeenkomstig de WML voor medewerkers van 21 jaar en ouder.
Het IKB wordt maandelijks berekend op basis van het salaris (en salaristoelagen voor het gedeelte op grond van artikel 3:28 lid 2 onder a CAR-UWO). De generieke salarisverhogingen van 1,0% per 1 augustus 2017 en 1,5% per 1 januari 2018 leiden ertoe dat de berekeningsgrondslag voor het IKB stijgt. Over de maanden augustus 2017 tot en met oktober 2017 vindt daarom een volledige herberekening van de reservering en besteding van het IKB plaats.
Tevens wordt de opbouw van het IKB verhoogd. Dit betekent dat een medewerker een hoger percentage IKB opbouwt over het geldende salaris. Per 1 december 2017 stijgt de opbouw van het IKB met 0,5%-punt. Per 1 juli 2018 stijgt de opbouw van het IKB nog eens met 0,25%-punt. Het gaat in beide gevallen om het pensioengevend gedeelte van het IKB dat wordt genoemd in artikel 3:28 lid 2 sub b CAR-UWO.
Onderwijzend personeel in de kunsteducatie
Voor onderwijzend personeel in de kunsteducatie geldt een afwijkend salarisgebouw. Voor hen geldt de cao-verhoging ook. Daarom zijn in bijlagen 9 en 10 salaristabellen toegevoegd met de salarissen voor het onderwijzend personeel in de kunsteducatie per 1 augustus 2017 en 1 januari 2018.
De vrijwillige brandweer heeft gezien het bepaalde in artikel 19:24 CAR-UWO recht op de algemene / structurele salarismutaties zoals die in het LOGA worden afgesproken. Daarom worden alle vergoedingen per 1 augustus 2017 met 1,0% verhoogd en per 1 januari 2018 met 1,5% verhoogd.
De structurele salarisstijgingen van 1,0% per 1 augustus 2017 en 1,5% per 1 januari 2018 werken door naar de reeds ingegane uitkeringen in verband met ontslag en werkloosheid op grond van hoofdstuk 9a, 9b en 10 van de CAR-UWO volgens de in de desbetreffende hoofdstukken beschreven indexatiesystematiek. Hieronder wordt apart ingegaan op de indexeringssystematiek van bovenwettelijke werkloosheids- en de bijzondere uitkering op grond van hoofdstuk 10a en 10d CAR-UWO.
Indexering bovenwettelijke werkloosheidsuitkeringen op grond van hoofdstuk 10a CAR-UWO
Bovenwettelijke werkloosheidsuitkeringen op grond van hoofdstuk 10a CAR-UWO worden per 1 januari en 1 juli van een jaar geïndexeerd. Voor deze indexeringsdata is aangesloten bij de data van indexering van de uitkeringen op grond van de Werkloosheidswet. Deze vindt plaats op 1 januari en 1 juli van elk jaar. De indexering is gebaseerd op de loonstijging in de zes maanden voorafgaand aan de indexering. De eerstvolgende indexering is per 1 januari 2018 en het percentage bedraagt dan 1,0%. De indexering daarna is per 1 juli 2018 en bedraagt dan 1,5%.
Indexering bovenwettelijke werkloosheids- en bijzondere uitkering op grond van hoofdstuk 10d CAR-UWO
Uitkeringen op grond van hoofdstuk 10d CAR-UWO worden geïndexeerd met de generieke salarisverhoging in de gemeentelijke sector (zie artikel 10d:2, onderdeel b CAR). Dit betekent dat de bovenwettelijke uitkeringen van de oud-medewerkers op grond van hoofdstuk 10d CAR per 1 augustus 2017 met 1,0% worden verhoogd en vervolgens per 1 januari 2018 met 1,5% worden verhoogd.
De hoogte van de tegemoetkoming in de kosten van de zorgverzekering is afhankelijk de salarisschaal. Op grond van artikel 3:26 CAR-UWO krijgen medewerkers tot en met schaal 6 een tegemoetkoming van €296,- per jaar. Medewerkers in hogere schalen krijgen een lagere tegemoetkoming van € 168,- per jaar. De tegemoetkoming wordt per kalenderjaar in de maand december uitbetaald. De peildatum van de salarisschaal is de maand december van elk jaar.
De salarisontwikkelingen van politieke ambtsdragers in de gemeenten volgen de afspraken die worden gemaakt voor de medewerkers in de cao Rijk. De cao Gemeenten 2017-2019 is dus niet van invloed op de salarissen en onkostentoelagen van de gemeentelijke politieke ambtsdragers.
Buitengewone ambtenaren burgerlijke stand (BABS)
De afspraken in de cao Gemeenten 2017-2019 hebben geen directe invloed op de buitengewone ambtenaren van de burgerlijke stand. De buitengewone ambtenaren van de burgerlijke stand vallen in beginsel niet onder de reikwijdte van de CAR-UWO. Echter, indien de gemeente de voorbeeldrechtspositieregeling voor de BABS integraal heeft overgenomen dan werken de structurele salarismutaties op grond van artikel 3 van deze voorbeeldregeling wel door in de aan hen uitbetaalde vergoedingen.
De pensioengrondslag wordt jaarlijks per 1 januari vastgesteld volgens de “peildatumsystematiek” (artikel 3.1 en artikel 3.2 Pensioenreglement ABP). Dit betekent dat de structurele loonsverhoging van 1,0% per 1 augustus 2017 en de structurele loonverhoging van 1,5% per 1 januari 2018 pensioengevend worden per 1 januari 2018 en op deze datum tot het pensioengevend inkomen gerekend worden. Sinds 2017 gelden voor nabetalingen nieuwe regels in het ABP-reglement. De salarisverhoging is niet pensioengevend in het daaropvolgende jaar als deze zonder terugwerkende kracht is of met terugwerkende kracht die minder ver reikt dan tot en met de peildatum op 1 januari van een kalenderjaar.
In de cao-Gemeenten 2017-2019 is een terugwerkende kracht afgesproken tot 1 augustus 2017. Deze datum is minder ver terug dan 1 januari 2017. De nabetaling van de salarisverhoging per 1 augustus 2017 die meegaat met de reguliere salarisronde van november 2017 is anders dan in voorgaande jaren, niet pensioengevend.
De algemene salarismaatregelen van de cao Gemeenten van 1,0% per 1 augustus 2017 en 1,5% per 1 januari 2018 gelden ook voor uitzend- en payrollkrachten. De wet en hun eigen cao schrijven voor dat zij recht hebben op de loonsverhogingen die bij de inlener (lees: de gemeente) gelden. Het IKB valt in beginsel niet onder de ‘inlenersbeloning’, dus op de verhoging van het IKB hebben uitzend- en payrollkrachten niet automatisch recht. Dit recht kunnen ze wel hebben als dit met hun uitzend-/payrollwerkgever is afgesproken (bijvoorbeeld doordat de CAR-UWO volledig van toepassing is verklaard).
Zelfstandigen (zonder personeel) die niet rechtstreeks in dienst zijn bij een gemeente, kunnen geen rechten ontlenen aan de verhoging van het salaris en het IKB. Wel kan het zo zijn dat met hen specifieke afspraken zijn gemaakt, bijvoorbeeld door voor de beloning aan te sluiten bij salarisontwikkelingen in de CAR-UWO.
De gewijzigde CAR-artikelen over de verschillende maatregelen treden op verschillende data in werking:
a) De salarismutatie van 1,0% treedt in werking met ingang van 1 augustus 2017.
b) De IKB-verhoging van 0,5%-punt treedt in werking met ingang van 1 december 2017.
c) De salarismutatie van 1,5% treedt in werking met ingang van 1 januari 2018.
d) De IKB-verhoging van 0,25%-punt treedt in werking met ingang van 1 juli 2018.
In de bijlagen vindt u achtereenvolgens de volgende CAR-teksten en salaristabellen:
Bijlage 1 CAR-tekst met toelichting per 1 augustus 2017
Bijlage 2 CAR-tekst met toelichting per 1 december 2017
Bijlage 3 CAR-tekst met toelichting per 1 januari 2018
Bijlage 4 CAR-tekst met toelichting per 1 juli 2018
Bijlage 5 Salaristabel gemeenteambtenaren per 1 augustus 2017, nieuwe structuur
Bijlage 6 Salaristabel gemeenteambtenaren per 1 januari 2018, nieuwe structuur
Bijlage 7 Inpassingtabel betreffende de gemeentelijke garantiesalarissen per 1 augustus 2017
Bijlage 8 Inpassingtabel betreffende de gemeentelijke garantiesalarissen per 1 januari 2018
Bijlage 9 Salarisschalen kunsteducatie per 1 augustus 2017
Bijlage 10 Salarisschalen kunsteducatie per 1 januari 2018
Bijlage 11 Vergoedingentabel vrijwilligers bij de gemeentelijke brandweer per 1 augustus 2017
Bijlage 12 Vergoedingentabel vrijwilligers bij de gemeentelijke brandweer per 1 januari 2018
Bijlage 13 Gebruteerde vergoedingentabel vrijwilligers bij de gemeentelijke brandweer per 1 augustus 2017
Bijlage 14 Gebruteerde vergoedingentabel vrijwilligers bij de gemeentelijke brandweer per 1 januari 2018
Op grond van de statuten van de VNG en het reglement van het CvA zijn gemeenten gehouden om uitvoering te geven aan de in het LOGA overeengekomen CAR-bepalingen en de nadien overeengekomen wijzigingen daarvan. Voor gemeenten die bij de UWO zijn aangesloten, geldt dat eveneens voor de zogenoemde UWO-bepalingen. De CAR en de UWO zijn geen CAO in de zin van de Wet op de collectieve arbeidsovereenkomst, waardoor overeengekomen wijzigingen niet rechtstreeks doorwerken in de aanstelling van individuele ambtenaren.
Op grond van artikel 125 Ambtenarenwet en artikel 160 Gemeentewet is het college verplicht, respectievelijk bevoegd, voor gemeenteambtenaren een lokale arbeidsvoorwaarden- en rechtspositieregeling vast te stellen in de vorm van een algemeen verbindend voorschrift.
Op grond van artikel 107e Gemeentewet heeft de raad deze bevoegdheid voor de griffie.
De gemeentelijke rechtspositieregeling is een algemeen verbindend voorschrift. Artikel 139 Gemeentewet bepaalt dat besluiten, die algemeen verbindende voorschriften inhouden, pas verbinden wanneer zij op de juiste manier zijn bekendgemaakt.
Sinds 1 januari 2014 dient dit te geschieden door vermelding in een elektronisch en algemeen toegankelijk gemeenteblad, overeenkomstig de ‘Regeling elektronische bekendmaking en beschikbaarstelling regelgeving decentrale overheden’.
Deze ledenbrief staat ook op www.vng.nl onder brieven.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/gmb-2018-139803.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.