Besluit tot wijziging van de nadere regels maatschappelijke ondersteuning en jeugdhulp gemeente Assen

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Assen,

 

gelezen het voorstel van 3 mei 2018

 

gelet op artikel 3.8, lid 4 van het Uitvoeringsbesluit Wmo 2015 en artikel 11 van de Verordening maatschappelijke ondersteuning en Jeugdhulp gemeente Assen,

 

besluit vast te stellen de volgende wijziging van de nadere regels maatschappelijke ondersteuning en jeugdhulp gemeente Assen:

Artikel I  

De nadere regels maatschappelijke ondersteuning en jeugdhulp gemeente Assen worden als volgt gewijzigd:

Artikel 1.1. Begripsbepalingen komt, door toevoeging van de begrippen ‘begeleiding maatschappelijke opvang’ en ‘bemoeizorg’, als volgt te luiden:

Artikel 1.1 Begripsbepalingen

a. adviesinstantie: door het college gecontracteerde adviesinstantie;

b. besluit : Uitvoeringsbesluit Wmo 2015 zoals laatstelijk gepubliceerd in het Staatsblad;

c. begeleiding: hiermee wordt gedoeld op activiteiten die de zelfredzaamheid van cliënt of jeugdige bevorderen, behouden of compenseren;

d. begeleiding maatschappelijke opvang: begeleiding van jongeren en volwassenen met ernstige problemen op meerdere terreinen van wonen en leven, waarbij de factoren dakloosheid, geweld en/of maatschappelijke uitval feitelijk zijn of een dreigend, daadwerkelijk perspectief vormen. De begeleiding aan deze doelgroep voorkomt dakloosheid en bevordert de doorstroom uit de maatschappelijke opvang.

e. behandeling: het gericht werken aan herstel of het voorkomen van verergering van een aandoening, of het aanleren van vaardigheden of gedrag;

f. bemoeizorg: wanneer begeleiding niet of niet volledig geaccepteerd wordt door de inwoner en deze noodzakelijk is om verder afglijden te voorkomen en waar mogelijk de kwaliteit van leven te verbeteren. Een traject bemoeizorg is erop gericht om zorgmijders naar passende ondersteuning toe te leiden.

g. centrumgemeente: de gemeente Assen die als centrumgemeente de regierol heeft voor Beschermd wonen en maatschappelijke opvang en namens de gemeenten Aa en Hunze, Tynaarlo, Noordenveld, Midden-Drenthe, Meppel, Hoogeveen, De Wolden, Westerveld het mandaat heeft op grond hiervan besluiten te nemen;

h. deskundige(n) / deskundigheid: (externe) deskundigen die beschikken over deskundigheid zoals bedoeld in art. 2.1 besluit Jeugdwet;

i. familiegroepsplan: zoals bedoeld in art. 1.1 van de wet;

j. formele hulp: hulp die geboden wordt door een professional die voor deze hulp wordt betaald en een erkende kwalificatie heeft;

k. hulpvraag: behoefte aan maatschappelijke ondersteuning als bedoeld in artikel 2.3.2, eerste lid van de Wmo of aan jeugdhulp als bedoeld in artikel 2.3, eerste lid van de Jeugdwet;

l. hulpvrager: cliënt als bedoeld in de Wmo en jeugdige of zijn ouders als bedoeld in de Jeugdwet;

m. informele hulp: hulp op vrijwillige basis verleend door personen uit het sociale netwerk van de hulpvrager, die niet verleend wordt in het kader van een hulpverlenend beroep;

n. mantelzorger: persoon die mantelzorg verleent als bedoeld in de artikel 1.1.1, onder van de Wmo;

o. melding: melding van een hulpvraag als bedoeld in dit artikel onder i aan het college;

p. MDO: multi disciplinair overleg;

q. onderzoek: onderzoek als bedoeld in artikel 2.3.2 van de Wmo;

r. persoonlijk plan: persoonlijk plan als bedoeld in artikel 2.3.2. van de Wmo;

s. professional: een SKJ geregistreerde die voor of namens het college handelt;

t. sociaal netwerk: personen uit de huiselijke kring of andere personen met wie de hulpvrager een sociale relatie onderhoudt;

u. verordening: Verordening maatschappelijke ondersteuning en jeugdhulp van de gemeente Assen als laatstelijk vastgesteld door de gemeenteraad;

v. ZRM: de zelfredzaamheidsmatrix is het instrument waarmee behandelaars, beleidsmakers en onderzoekers in de (openbare) gezondheidszorg, maatschappelijke dienstverlening en gerelateerde werkvelden, de mate van zelfredzaamheid en participatie van hun cliënten eenvoudig en volledig kunnen beoordelen.

 

Aan hoofdstuk 5 Bijdrage in de kosten bij maatwerkvoorzieningen op grond van de Wmo, wordt na artikel 5.3 het volgende artikel toegevoegd:

 

Artikel 5.4 Tijdelijke vrijstelling eigen bijdrage

1. Het college legt geen eigen bijdrage op indien sprake is van een omstandigheid als beschreven in artikel 3.8, lid 4 onder c, f en g van het besluit.

2. Het college beoordeelt de betalingscapaciteit aan de hand van een door een schuldhulpverlener opgestelde draagkrachtberekening.

3. Het vorige lid geldt niet indien de minister gebruik heeft gemaakt van zijn bevoegdheid op grond van artikel 3.8, lid 6 van het besluit om bij ministeriële regeling regels te stellen over de wijze waarop de betalingscapaciteit door het college wordt beoordeeld.

4. Van een omstandigheid als bedoeld in artikel 3.8, lid 4 onder g van het besluit is in ieder geval sprake als:

a. cliënt begeleiding krijgt in het kader van maatschappelijke opvang, of

b. sprake is van bemoeizorg en door het bieden van begeleiding overlast voor de omgeving zoveel mogelijk wordt voorkomen.

5. Om voor de vrijstelling in aanmerking te komen, dient de cliënt of diens wettelijk vertegenwoordiger bij de aanvraag voor MO-begeleiding of een Wmo-maatwerkvoorziening hiertoe een gemotiveerd verzoek in.

6. De vrijstelling wordt verleend voor de duur van de periode waarvoor de ondersteuning genoemd in lid 3 van dit artikel is toegekend.

7. De vrijstelling geldt niet voor de eigen bijdrage voor beschermd wonen.

Artikel II

Dit besluit treedt in werking op de eerste dag na die van bekendmaking.

 

Aldus vastgesteld in de vergadering van burgemeester en wethouders van 15 mei 2018

De burgemeester,

De secretaris,

Naar boven