afvalstoffenverordening 2018

De raad van de gemeente Best;

gezien het voorstel van Burgemeester en wethouders;

gelet op de artikelen 10.23, 10.24, tweede lid, 10.25 en 10.26 van de Wet milieubeheer;

besluit:

Vast te stellen de volgende verordening: “Afvalstoffenverordening 2018 van de Gemeente Best”

 

1. Algemeen

Artikel 1 begrippen

In deze verordening en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:

 

  • a.

    Wet: Wet milieubeheer

  • b.

    Perceel: plaats waar geregeld huishoudelijke afvalstoffen kunnen ontstaan.

  • c.

    Inzamelen: de activiteiten

  • d.

    Ter inzameling aanbieden: de wijze van overdragen van afvalstoffen aan een inzamelende persoon of instantie. Geplaatste inzamelmiddelen of -voorzieningen of op een daartoe aangewezen plaats.

  • e.

    Inzamelmiddel: een voor inzameling van afvalstoffen bestemd hulp –bewaarmiddel, bijvoorbeeld een huisvuilzak, PMD zak of minicontainer, afvalemmer, KCA –box of big bag, ten behoeve van één huishouden.

  • f.

    Inzamelvoorziening: een voor inzameling van afvalstoffen bestemd(e) bewaarmiddel of plaats, bijvoorbeeld een (ondergrondse) verzamelcontainer of brengdepot, ten behoeve van meerdere huishoudens.

  • g.

    Inzameldienst: de krachtens artikel 3, eerste lid, aangewezen inzameldienst, belast met de inzameling van huishoudelijke afvalstoffen.

  • h.

    Aangewezen andere inzamelaar: de krachtens artikel 4, eerste lid, aangewezen andere inzamelaar dan de inzameldienst, belast met het afzonderlijk inzamelen van categorieën huishoudelijke afvalstoffen.

  • i.

    Milieustraat: de krachtens artikel 5 aangewezen plaats.

  • j.

    Bedrijfsafval: alle afvalstoffen die niet onder de categorie huishoudelijk afval of gevaarlijk afval vallen.

  • k.

    Huishoudelijk afval: afval dat ontstaat uit gezinnen (huishoudens)

 

Artikel 2. Doelstelling

De toepassing van deze verordening is gericht op de bescherming van het milieu, met inbegrip van een doelmatig beheer van afvalstoffen.

 

§ 2. Huishoudelijke afvalstoffen

 

Artikel 3. Aanwijzing van de inzameldienst

  • 1.

    Burgemeester en wethouders wijzen de inzameldienst aan, die belast is met het inzamelen van huishoudelijke afvalstoffen.

  • 2.

    Aan de aanwijzing kunnen voorschriften worden verbonden en beperkingen worden gesteld. Paragraaf 4.1.3.3 van de Algemene wet bestuursrecht (positieve fictieve beschikking bij niet tijdig beslissen) is niet van toepassing.

  • 3.

    Burgemeester en wethouders kunnen nadere regels opstellen over de voorbereiding van de aanwijzing en over het inzamelen van huishoudelijke afvalstoffen. 

     

Artikel 4. Regulering van andere inzamelaars

  • 1.

    Het is anderen dan de inzameldienst verboden huishoudelijke afvalstoffen in te zamelen, tenzij de inzamelaar:

  • a.

    daartoe is aangewezen door burgemeester en wethouders;

  • b.

    bij nadere regels van burgemeester en wethouders van het verbod is vrijgesteld; of

  • c.

    verplicht is tot inname, bedoeld in artikel 9.5.2, derde lid, aanhef en onderdeel, of vierde lid, van de Wet milieubeheer.

  • 2.

    Op de aanwijzing van een inzamelaar, bedoeld in het eerste lid, onder a, is artikel 3, tweede lid, van overeenkomstige toepassing.

 

Artikel 5. Aanwijzing van inzamelplaats (milieustraat)

Burgemeester en wethouders dragen zorg voor ten minste één daartoe ter beschikking gestelde plaats (binnen de gemeente of binnen gemeenten waarmee wordt samengewerkt), waar in voldoende mate gelegenheid wordt geboden om huishoudelijke afvalstoffen, met inbegrip van grof huishoudelijk afval, achter te laten.

 

Artikel 6. Algemene verboden

Het is verboden huishoudelijke afvalstoffen:

  • a.

    ter inzameling aan te bieden aan een ander dan de inzameldienst of aangewezen andere inzamelaar;

  • b.

    over te dragen aan een ander dan een aangewezen andere inzamelaar; of

  • c.

    achter te laten op een andere plaats dan de milieustraat. 

     

Artikel 7. Afvalscheiding

  • 1.

    Burgemeester en wethouders stellen regels over de bestanddelen van huishoudelijke afvalstoffen die afzonderlijk door de inzameldienst worden ingezameld, over de frequentie van de inzameling van elk van deze bestanddelen en over de locaties van deze inzameling bij of nabij elk perceel.

  • 2.

    In ieder geval de volgende bestanddelen huishoudelijke afvalstoffen worden afzonderlijk ingezameld:

  • -

    Groente, fruit en tuinafval (gft)

  • -

    Tuinafval (t)

  • -

    Etensresten (e)

  • -

    Luier- & incontinentiemateriaal

  • -

    Textiel

  • -

    PMD (plastic, metalen en drankenkartons van verpakkingen)

  • -

    Klein chemisch afval

  • -

    Elektrische of elektronische apparatuur

  • -

    Papier en karton

  • -

    Glas

  • -

    Grof tuin afval

  • -

    Grof huishoudelijk afval

  • -

    Asbest en asbesthoudend afval

  • -

    Bouw en sloopafval

  • -

    Fijn huishoudelijk afval

  • -

    Verduurzaamd hout

  • -

    Vloerbekleding

  • -

    Piepschuim (EPS)

  • -

    Bruikbare huisraad

  • -

    Metalen

  

Artikel 8. Gescheiden aanbieding

  • 1.

    Het is verboden de bestanddelen van huishoudelijke afvalstoffen, bedoeld in artikel 7, anders dan afzonderlijk:

    a. ter inzameling aan te bieden;

    b. achter te laten op de milieustraat.

  • 2.

    Burgemeester en wethouders kunnen nadere regels stellen. Deze regels kunnen voor categorieën van gevallen en personen een vrijstelling inhouden van het verbod, bedoeld in het eerste lid. 

Artikel 9. Tijdstip van aanbieding

Het is verboden huishoudelijke afvalstoffen ter inzameling aan te bieden anders dan op de door de burgemeester en wethouders daartoe bepaalde dag en tijden. Deze kunnen voor verschillende bestanddelen verschillend worden vastgesteld.

 

Artikel 10. Wijze en plaats van aanbieding

  • 1.

    Het is verboden huishoudelijke afvalstoffen ter inzameling aan te bieden anders dan in overeenstemming met de door burgemeester en wethouders te stellen regels over het gebruik van:

  • a.

    inzamelmiddelen voor het aanbieden ter inzameling bij een perceel;

  • b.

    inzamelvoorzieningen voor het aanbieden ter inzameling nabij een perceel.

  • 2.

    Het is verboden om een inzamelmiddel na afloop van tijden, bedoeld in artikel 9, buiten een perceel te laten staan.

  • 3.

    Burgemeester en wethouders kunnen nadere regels stellen voor categorieën van percelen. Deze regels kunnen een vrijstelling van het verbod inhouden.

 

§ 3. Bedrijfsafvalstoffen

 

Artikel 11. Inzameling bedrijfsafvalstoffen door inzameldienst

Burgemeester en wethouders kunnen bestanddelen van bedrijfsafvalstoffen aanwijzen die worden ingezameld door de inzameldienst.

 

Artikel 12. Aanbieden ter inzameling van bedrijfsafvalstoffen

  • 1.

    Het is verboden bedrijfsafvalstoffen aan te bieden aan de inzameldienst.

  • 2.

    Het verbod geldt niet voor de krachtens artikel 11 aangewezen bestanddelen van bedrijfsafvalstoffen, voor zover degene die gebruik maakt van de inzameling door de inzameldienst voldoet aan de daarmee ontstane belastingplicht op grond van de Verordening reinigingsheffingen zoals deze jaarlijks wordt vastgesteld door de gemeenteraad van Best.

  • 3.

    Burgemeester en wethouders kunnen regels stellen omtrent de dagen, tijden, wijzen en plaatsen waarop de krachtens artikel 11 aangewezen bedrijfsafvalstoffen aan de inzameldienst ter inzameling kunnen worden aangeboden.

  • 4.

    Het is verboden de krachtens artikel 11 aangewezen bedrijfsafvalstoffen ter inzameling aan te bieden in strijd met deze regels.

  • 5.

    Burgemeester en wethouders kunnen nadere regels stellen voor het aanbieden of overdragen van (overige) bedrijfsafvalstoffen. Deze regels kunnen mede worden vastgesteld voor anderen dan de inzameldienst.

 

§ 4. Zwerfafval en overige

 

Artikel 13. Dumpingsverbod

  • 1.

    Het is verboden zonder ontheffing van burgemeester en wethouders, buiten een inrichting, hinder of nadelige beïnvloeding van het milieu te veroorzaken, door een afvalstof, een stof of een voorwerp op of in de bodem te brengen, te storten, te houden, achter te laten of anderszins daar te plaatsen.

  • 2.

    Het eerste lid is niet van toepassing op:

  • a.

    het aanbieden, overdragen of achterlaten van huishoudelijke afvalstoffen of bedrijfsafvalstoffen in overeenstemming met deze verordening;

  • b.

    het composteren van huishoudelijke groente- fruit- of tuinafval op het perceel waar dit is ontstaan;

  • c.

    het laden, lossen of vervoeren van afvalstoffen, met inbegrip van daarbij niet te vermijden plaatsing van afvalstoffen, stoffen of voorwerpen op de weg, bedoeld in artikel 1 van de wegenverkeerswet 1994;

  • d.

    handelingen die zijn verboden bij of krachtens de Wet bodembescherming, de Waterwet of het besluit bodemkwaliteit.

  • 3.

    Indien overtreder van dit artikel onbekend is, wordt de persoon tot wie de aangetroffen afvalstof, stof of voorwerp kan worden herleid, geacht te hebben gehandeld in strijd met dit artikel.

 

Artikel 14. Zwerfafval in de openbare ruimte

  • 1.

    Het is verboden huishoudelijke afvalstoffen van beperkte omvang en gewicht die zijn ontstaan buiten het perceel, achter te laten in de openbare ruimte, anders dan in daartoe bestemde afvalbakken of andere middelen ter inzameling van deze afvalstoffen.

  • 2.

    Reclamedrukwerk, ander promotiemateriaal en de verpakking daarvan, die in weerwil van het eerste lid in de openbare ruimte wordt weggeworpen of achtergelaten, wordt terstond opgeruimd door degene die het in de betreffende omgeving onder het publiek verspreidde.

  • 3.

    Het is verboden ter inzameling gereedstaande afvalstoffen of inzamelmiddelen te doorzoeken of te verspreiden, te stoten, te schoppen, omver te werpen of door deze anderszins te behandelen.

 

Artikel 15. Zwerfafval rondom inrichtingen

  • 1.

    Degene die een inrichting drijft waar eet- of drinkwaren worden verkocht die ter plaatse kunnen worden genuttigd draagt zorg voor de aanwezigheid in of nabij de inrichting, van een steeds voor gebruik door het publiek beschikbare en tijdig geleegde afvalbak of soortgelijk middel voor het houden van afval.

  • 2.

    Degene die de inrichting drijft verwijdert zo vaak als nodig etenswaren, verpakkingen, afval of andere materialen die kennelijk uit de inrichting afkomstig zijn of voor de inrichting zijn bestemd binnen een straal van ten minste 25 meter van de inrichting.

  • 3.

    Degene die een inrichting drijft en waar middels een drive-in voorziening eet- of drinkwaren worden opgehaald en het aannemelijk is dat in de omgeving van de inrichting worden genuttigd, verwijdert zo vaak als nodig etenswaren, verpakkingen, afval of andere materialen die kennelijk uit de inrichting afkomstig zijn of voor de inrichting zijn bestemd binnen een straal van ten minste 200 meter van de inrichting. Deze norm is ook van toepassing bij grootschalige evenementen.

  • 4.

    De vorige leden gelden niet voor situaties waarin wordt voorzien door het Activiteitenbesluit milieubeheer.

 

Artikel 16. Afval en verontreiniging op de weg

  • 1.

    Het is verboden een weg, bedoeld in artikel 1 van de wegenverkeerswet 1994, te verontreinigen of het milieu nadelig te beïnvloeden door afvalstoffen, stoffen of voorwerpen te laden, te lossen of te vervoeren of andere werkzaamheden te verrichten.

  • 2.

    Degene die in strijd met het eerste lid de weg verontreinigt of het milieu nadelig beïnvloedt of diens opdrachtgever zorgt terstond na de beëindiging van de werkzaamheden van die dag voor het reinigen van de weg, of zoveel eerder als nodig is om de veiligheid van het verkeer of de bescherming van het wegdek te verzekeren.

 

Artikel 17. Geen opslag van afval in de open lucht

Het is verboden afvalstoffen op een voor het publiek waarneembare plaats in de open lucht en buiten een inrichting als bedoeld in artikel 1.1 van de Wet milieubeheer op te slaan of opgeslagen te hebben, anders dan door het in overeenstemming met paragraaf 2 van deze verordening aanbieden of overdragen van de huishoudelijke afvalstoffen.

 

Artikel 18. Ontdoen van autowrakken

Het is verboden zich te ontdoen van een autowrak dat afkomstig is van een perceel, anders dan door of afgifte aan een inrichting als bedoeld in artikel 6 van het Besluit beheer autowrakken.

   

§ 5. Handhaving en toezicht

 

Artikel 19. Strafbare feiten

Overtreding van artikel 4, artikel 6 of van artikel 8 tot en met artikel 10 en artikel 12 tot en met artikel 18, is een strafbaar feit als bedoeld in artikel 1a, onderdeel 3 van de Wet op economische delicten.

 

Artikel 20. Toezichthouders

Met het toezicht op de naleving van het bepaalde bij of krachtens deze verordening zijn belast de krachtens artikel 5.10, derde lid, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht door burgemeester en wethouders aangewezen ambtenaren.

 

§ 6. Slotbepalingen

 

Artikel 21. Intrekking oude verordening

  • 1.

    Deze verordening treedt in werking met ingang van 1 januari 2018.

  • 2.

    Op dat tijdstip wordt de afvalstoffenverordening 2010 Gemeente Best ingetrokken.

 

Artikel 22. Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als: Afvalstoffenverordening 2018 Gemeente Best

 

Aldus besloten door de raad van Best

in zijn vergadering van 4 december 2017

 

Maaike Mesdag-Blom

Hans Ubachs

Griffier (a.i.)

voorzitter

 

Naar boven