Rechtspositieregeling voor de buitengewoon ambtenaar van de burgerlijke stand van de gemeente Beemster

Burgemeester en wethouders van de gemeente Beemster,

 

gelet op het Reglement houdende bepalingen ten aanzien van de ambtenaren van de burgerlijke stand, de buitengewone ambtenaren van de burgerlijke stand en de openstelling van het bureau van de burgerlijke stand, kortweg ‘ het Reglement op de burgerlijke stand’ genoemd, zoals vastgesteld door burgemeester en wethouders, en in werking getreden op 5 juli 2005,

 

gelet op bereikte overeenstemming met de buitengewoon ambtenaren van de burgerlijke stand in de vergadering op 19 april 2018

 

BESLUITEN:

 

vast te stellen de navolgende regeling:

 

Rechtspositieregeling voor de buitengewoon ambtenaar burgerlijke stand van de gemeente Beemster

 

Artikel 1 Begripsomschrijving

Voor de toepassing van deze regeling wordt verstaan onder:

  • a.

    buitengewoon ambtenaar: de bezoldigd buitengewoon ambtenaar van de burgerlijke stand, zoals bedoeld in het Reglement op de burgerlijke stand.

  • b.

    CAR/UWO: de Collectieve arbeidsvoorwaardenregeling en Uitwerkingsovereenkomst van de gemeente Beemster

 

Artikel 2 Aanstelling

  • 1.

    Aanstelling geschiedt in tijdelijke dienst voor bepaalde tijd.

  • 2.

    Een aanstelling voor bepaalde tijd eindigt van rechtswege.

 

Artikel 2a Garantiebepaling aanstelling

  • 1.

    De buitengewoon ambtenaar kan tevens worden aangesteld in vaste dienst voor onbepaalde tijd.

  • 2.

    Het bepaalde in artikel 2a is aanvullend op het bepaalde in artikel 2, voor buitengewoon ambtenaren in dienst vóór 1 juni 2018.

 

Artikel 3 Salaris

  • 1.

    De buitengewoon ambtenaar ontvangt een salaris per voltrokken huwelijk of geregistreerd partnerschap gelijk aan viermaal het uurloon behorende bij de hoogste periodiek van schaal 8, bijlage IIa van de CAR/UWO.

  • 2.

    Indien het huwelijk of geregistreerd partnerschap wordt voltrokken op een zaterdag, zondag of in de CAR/UWO opgenomen feestdag bedraagt het salaris zevenmaal het uurloon bedoeld in het eerste lid.

  • 3.

    Het salaris bedoeld in het eerste, het tweede en het vierde lid, wordt opgehoogd met het percentage, genoemd in artikel 3:28 lid 2 sub b CAR/UWO (voorheen de eindejaarsuitkering) en met 8% (voorheen de vakantietoelage).

  • 4.

    Voor het bijwonen van een door de gemeente georganiseerde vergadering van buitengewoon ambtenaren ontvangt de buitengewoon ambtenaar een salaris gelijk aan 2 maal het uurloon behorende bij de hoogste periodiek van schaal 8, bijlage IIa van de CAR/UWO.

 

Artikel 3a Garantiebepaling salaris

  • 1.

    De buitengewoon ambtenaar ontvangt een salaris per voltrokken huwelijk of geregistreerd partnerschap gelijk aan zesmaal het uurloon behorende bij de hoogste periodiek van schaal 8, bijlage IIa van de CAR/UWO.

  • 2.

    Voor een voltrokken huwelijk of geregistreerd partnerschap in het weekend of tijdens een algemeen erkende feestdag geldt een opslag van 75% op het uurloon als bedoeld in het eerste lid.

  • 3.

    Het salaris bedoeld in het eerste respectievelijk het tweede lid, wordt opgehoogd met 8% (voorheen de vakantietoelage).

  • 4.

    Het bedrag bedoeld in het derde lid, wordt opgehoogd met het percentage, genoemd in artikel 3:28 lid 2 sub b CAR/UWO (voorheen de eindejaarsuitkering).

  • 5.

    Het bepaalde in artikel 3a treedt in plaats van het bepaalde in artikel 3, voor ambtenaren in dienst vóór 1 juni 2018.

 

Artikel 4 Vakantie

  • 1.

    De buitengewoon ambtenaar heeft recht op 0,35 uur vakantie per voltrokken huwelijk, zoals bedoeld in artikel 3 lid 1.

  • 2.

    Voor huwelijken op een zaterdag, zondag of feestdag zoals bedoeld in artikel 3 lid 2 of voor het bijwonen van vergaderingen zoals bedoeld in artikel 3 lid 4, wordt het recht op vakantie naar rato berekend.

  • 3.

    De vakantie wordt in overeenstemming met het college opgenomen.

 

Artikel 4a Garantiebepaling vakantie

  • 1.

    De buitengewoon ambtenaar heeft recht op 0,52 uur vakantie per voltrokken huwelijk, zoals bedoeld in artikel 3a lid 1.

  • 2.

    Voor huwelijken op een zaterdag, zondag of feestdag zoals bedoeld in artikel 3a lid 2 wordt het recht op vakantie naar rato berekend.

  • 3.

    De vakantie wordt in overeenstemming met het college opgenomen.

  • 4.

    Het bepaalde in artikel 4a treedt in plaats van het bepaalde in artikel 4, voor ambtenaren in dienst vóór 1 juni 2018.

 

Artikel 5 Aanspraken bij ziekte

  • 1.

    Bij ziekte van de buitengewoon ambtenaar zijn de artikelen 7:1 tot en met 7:3 (definities, begeleiding en recht op salaris bij ziekte), 7:9 tot en met 7:14 (verplichtingen en sancties) en 7:19 tot en met 7:21 (samenloop doorbetaling salaris en uitkering) van de CAR/UWO van overeenkomstige toepassing.

  • 2.

    Voor toepassing van dit artikel wordt onder salaris verstaan: het gemiddelde van het totaal aan vergoedingen bedoeld in artikel 3, over de 12 maanden onmiddellijk voorafgaande aan de eerste dag van ongeschiktheid van de buitengewoon ambtenaar. Voor zover het dienstverband van de ambtenaar op deze datum nog geen 12 maanden heeft geduurd, wordt gerekend met het bedrag dat hem gemiddeld per maand is toegekend over de periode waarin hij in dienst is.

  • 3.

    Voor de toepassing van dit artikel wordt onder de eerste dag van ongeschiktheid van de buitengewoon ambtenaar verstaan: de dag waarop de ambtenaar is aangewezen om een huwelijk of geregistreerd partnerschap te voltrekken, waarvoor hij wegens ziekte is verhinderd.

  • 4.

    Het college kan nadere regels stellen.

 

Artikel 6 Ontslag en schorsing

  • 1.

    Ontslag kan worden verleend overeenkomstig de artikelen 8:1 (op verzoek), 8:2 en 8:2a (na ouderdomspensioen), 8:3 (wegens reorganisatie), 8.4 en 8:5 en 8:5a (wegens volledige respectievelijk gedeeltelijke arbeidsongeschiktheid), 8:6 (wegens onbekwaamheid of ongeschiktheid), 8:7 en 8:8 (overige ontslaggronden), 8:12 en 8:12:1 (van rechtswege en tussentijdse ontslag uit tijdelijke aanstelling) en 8:13 (als disciplinaire straf) van de CAR/UWO.

  • 2.

    Schorsing van de buitengewoon ambtenaar vindt plaats overeenkomstig artikel 8:15:1 en 8:15:3 van de CAR/UWO.

 

Artikel 7 Overige rechten en verplichtingen

De artikelen 3: 21, (vergoeding reis- en verblijfskosten) 15:1, 15:1b tot en met 15:1g (verplichtingen rond integriteit), 15:1:12 (vergoeding van schade), 15:1:15 (beoordeling van de ambtenaar),15:1:16 (uniform of dienstkleding), 15:1:19 (verbod betreden arbeidsterrein), 15:1:20 (infectieziekten), 15:1:23 tot en met 15:1:25 (vergoeden van schade) en 15:2 (Klokkenluidersregeling) van de CAR/UWO zijn van overeenkomstige toepassing.

 

Artikel 8 Plichtsverzuim

De buitengewoon ambtenaar die de hem opgelegde verplichtingen niet nakomt of zich overigens schuldig maakt aan plichtsverzuim, kan disciplinair worden gestraft, overeenkomstig hoofdstuk 16 van de CAR/UWO.

 

Artikel 9  

Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 juni 2018.

 

Artikel 10  

Deze regeling kan worden aangehaald als de Rechtspositieregeling BABS Beemster 2018.

 

 

Aldus vastgesteld in de vergadering van 29 mei 2018

Burgmeester en wethouders van Beemster,

de gemeentesecretaris

H.C.P. van Duivenvoorde

de burgemeester

A.J.M. van Beek

Toelichting op de rechtspositieregeling voor de buitengewoon ambtenaar van de burgerlijke stand van de gemeente Beemster

 

Artikel 1 Begripsomschrijving

De wet-Mulder heeft met ingang van 1 januari 1995 de buitengewoon ambtenaar van de burgerlijke stand (babs) geïntroduceerd. De buitengewoon ambtenaar burgerlijke stand (babs) wordt aangesteld door het college van burgemeester en wethouders (artikel 1:16 Burgerlijk Wetboek).

 

Gemeenten hebben een Reglement burgerlijke stand. Daarin kan geregeld zijn welke benoemingsmogelijkheden er zijn. Gemeenteambtenaren, en ook burgemeester, wethouders en leden van de raad, kunnen tot (buitengewoon) ambtenaar van de burgerlijke stand benoemd worden. Tot buitengewoon ambtenaar van de burgerlijke stand (babs) kunnen bovendien anderen, niet werkzaam bij de gemeente, benoemd worden.

 

De gemeenteambtenaar, de burgemeester, de wethouders en de raadsleden worden beschouwd als onbezoldigd buitengewoon ambtenaar van de burgerlijke stand. De vergoeding voor de werkzaamheden is in het algemeen alleen op de medewerkers van buiten de gemeentelijke organisatie van toepassing.

 

De babs is een ambtenaar in de zin van de Ambtenarenwet. Omdat de CAR/UWO niet op hem van toepassing is dient een afzonderlijke rechtspositieregeling te gelden (art. 125 Ambtenarenwet). Doorgaans is de functie van babs een nevenfunctie, die in omvang sterk kan variëren.

 

Artikel en 2 en 2a Aanstelling

De babs wordt als regel voor twee jaar benoemd. Het gevolg van een korte aanstellingsduur is onder meer dat de verplichtingen van de gemeente jegens de ambtenaar in het kader van ziekte (doorbetaling salaris, reïntegratie) eerder ophouden te bestaan, namelijk bij einde van het dienstverband (behoudens ontslag). Bovendien geldt voor de duur van het nog resterende dienstverband dat van de werkgever (geen onredelijke) inspanningen gevergd worden door het UWV. Op de toepasselijkheid van de arbeidsongeschiktheidswetgeving op de babs wordt verder ingegaan bij de toelichting op artikel 5.

 

De aanstelling kan opnieuw tijdelijk verleend worden. De ketenbepaling geldt niet omdat noch de CAR/UWO (artikel 1:2, sub c CAR/UWO), noch het Burgerlijk Wetboek (7:615 BW) van toepassing is.

 

Bij het benoemen van een personeelslid of raadslid (dan wel andere politieke ambtsdrager) tot babs is het raadzaam de benoeming te beperken tot de periode waarin het (politieke) ambt wordt vervuld.

 

Artikel en 3 en 3a Salaris

Artikel 125 van de Ambtenarenwet stelt dat voor ambtenaren nadere regels voor de bezoldiging moeten worden getroffen. Artikelen 3 en 3a van deze regeling voorzien hierin.

Per huwelijk of geregistreerd partnerschap wordt een salaris uitbetaald, dat wordt verhoogd met percentages die tot 1 januari 2017 onder een andere naam in de CAR/UWO geregeld waren: de vakantietoelage, zoals tot 1 januari 2017 geregeld in artikel 6:3, en de eindejaarsuitkering, zoals tot 1 januari 2017 geregeld in artikel 3:18a.

 

In het tweede lid van artikel 3 en 3a is geregeld dat bij een voltrekking op zaterdag, zondag of in de CAR/UWO voorkomende feestdag de vergoeding 75% hoger ligt.

 

In het vierde lid van artikel 3 is geregeld dat de babs een salaris ontvangt voor een vergadering van buitengewoon ambtenaren die de gemeente bijeenroept. Dit geldt niet voor babsen met een indiensttredingsdatum vóór 1 juni 2018.

 

Artikelen 4 en 4a Vakantie

In 2006 heeft het Europese Hof van Justitie bepaald dat een werkgever de wettelijke vakantiedagen van een medewerker niet mag afkopen. LOGA-partijen hebben er daarom voor gekozen om de afkoop van vakantie met ingang van 2018 niet meer op te nemen in de Voorbeeld Rechtspositieregeling voor de buitengewoon ambtenaar van de burgerlijke stand. De vakantie moet in overeenstemming met de werkgever opgenomen worden, hetgeen in de praktijk betekent dat de buitengewoon ambtenaar gedurende die vakantieperiode niet ingeroosterd kan worden voor het voltrekken van een huwelijk. Met de babsen is besproken dat zij hun vakantie in principe aansluitend aan het huwelijk opnemen.

 

Het aantal vakantieuren is gebaseerd op het vakantierecht van 158 uren per 1836 gewerkte uren van een ‘gewone’ gemeenteambtenaar.

 

Artikel 5 Aanspraken bij ziekte

De regeling verklaart de CAR/UWO op het punt van doorbetaling van salaris en toegekende salaristoelagen bij ziekte van toepassing op de babs. Deze regel geldt ongeacht de leeftijd van de babs en geldt ook voor de babs ouder dan de AOW-gerechtigde leeftijd.

In lid 3 is bepaald welke dag als eerste ziektedag geldt, aangezien de babs niet per definitie direct bij aanvang van het ziekteverzuim salaris en salaristoelagen doorbetaald dient te krijgen, maar pas vanaf het tijdstip dat hij een huwelijk zou sluiten als hij niet ziek was geweest. In de praktijk zal het overigens niet altijd duidelijk zijn of en wanneer de eerste ziektedag valt en daarmee op welk moment de doorbetaling ingaat, bijvoorbeeld omdat een rooster ontbreekt en de babsen zelf voor vervanging zorgdragen. Men zou in dat geval een vaste termijn van 14 dagen of een maand na ziekmelding kunnen afspreken als zijnde de (fictieve) eerste ziektedag, afhankelijk van de regelmaat waarmee de babs werkzaamheden verricht. Nadere regels zullen op de lokale situatie toegesneden moeten worden. Ook het tijdstip van uitbetaling tijdens ziekte dient lokaal nader bepaald te worden (bijvoorbeeld per maand, per jaar, na herstel).

De babs is verplicht zo spoedig mogelijk zijn verhindering tot werken door te geven; in artikel 7 van deze regeling is artikel 15:1d van de CAR/UWO op de babs van toepassing verklaard. Ook het artikel 7:9 lid 4 (verzuimprotocol) van de CAR/UWO is van toepassing verklaard op de babs.

Naast het recht op doorbetaling van salaris en salaristoelagen, staat de verplichting van werkgever en de babs (jonger dan de AOW-gerechtigde leeftijd) zich in te spannen tot re-integratie in het arbeidsproces. Voor de babs die de AOW-gerechtigde leeftijd heeft bereikt geldt de re-integratieverplichting niet. In de praktijk wordt deze verplichting niet altijd als wenselijk beschouwd. De babs is op grond van het Burgerlijk Wetboek immers uitsluitend benoemd tot het verrichten van de formaliteiten rondom en sluiting van het huwelijk/geregistreerd partnerschap. Bovendien heeft de babs in de regel een hoofdfunctie van waaruit re-integratieverplichtingen bestaan. In de praktijk zal bezien moeten worden hoe arbodienstverleners en het UWV omgaan met de verplichting tot reïntegratie van de gemeente ten aanzien van een zieke babs.

 

Artikel 6 Ontslag en schorsing

De babs wordt geschorst en ontslagen door het college van burgemeester en wethouders (artikel 1:16 BW). Artikel 125 van de Ambtenarenwet stelt dat voor schorsing, ontslag en uitkering nadere regels worden getroffen. Er wordt een limitatieve opsomming gegeven van de ontslaggronden voor de babs, onder verwijzing naar de CAR/UWO.

 

Opgemerkt wordt dat ontslag na ouderdomspensioen niet verplicht is. Artikel 8:2 lid 2 en artikel 8:2a CAR/UWO bieden de mogelijkheid om een gepensioneerde in dienst te houden dan wel te nemen. Het dienstverband met een gepensioneerde is op grond van artikel 8:2a eenvoudig te beëindigen.

 

Artikel 7 Overige rechten en verplichtingen

De rechten en plichten van hoofdstuk 15 van de CAR/UWO worden hier voor een groot gedeelte ook op de babs van toepassing verklaard. Voor de inhoud van de artikelen wordt verwezen naar de CAR/UWO.

Enkele opmerkingen hierover:

De eed of belofte is niet van toepassing verklaard op de babs omdat eedaflegging reeds op grond van het Burgerlijk Wetboek verplicht is.

De personeelsbeoordeling is van toepassing omdat in de ontslaggrond ‘onbekwaamheid/ongeschiktheid anders dan’ aan de orde kan zijn. Een beoordeling kan bij toepassing van die ontslaggrond van belang zijn, evenals bij een weigering om opnieuw een aanstelling te verlenen.

De vergoeding van kosten bij dienstreizen is van toepassing verklaard. Deze vergoeding geniet de voorkeur boven een vaste onkostenvergoeding die aan belastingheffing is onderworpen.

De reguliere bepalingen over schadevergoeding door en aan de ambtenaar zijn van toepassing verklaard. In het algemeen kan gezegd worden dat de gemeente aansprakelijk is voor fouten van ondergeschikten en een zorgplicht heeft ten aanzien van de ondergeschikten zelf. Gemeenten kunnen bij aansprakelijkheid voor schade terugvallen op de aansprakelijkheidsverzekering die personenschade, zaakschade en vermogensschade dekt. Onder deze verzekering valt een ruime groep van ondergeschikten van de gemeente, waaronder de babs. Ook valt hieronder de babs die slechts voor één enkele gelegenheid werkzaamheden verricht.

 

Geen toelichting opgenomen bij de artikelen 8, 9 en 10.

 

Naar boven