Wijziging Verordening op de raadscommissiesCapelle aan den IJssel 2014

 

De raad van de gemeente Capelle aan den IJssel;

gelezen het voorstel van de voorzitter en griffier;

b e s l u i t :

in te stemmen met onderstaande aanpassingen in de Verordening op de raadscommissies

Capelle aan den IJssel 2014:

 

 

1.

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

a. voorzitter: voorzitter van een raadscommissie of diens vervanger;

b. commissiegriffier: griffier van een raadscommissie of diens vervanger;

c. griffier: griffier van de raad of diens plaatsvervanger;

d. fractie: hetgeen nader is omschreven in artikel 7 van het Reglement van Orde voor de

vergaderingen en andere werkzaamheden van de raad;

(oud) e. Agendacommissie: commissie als bedoeld in artikel 9 van deze verordening.

(nieuw) e. Agendacommissie: commissie als bedoeld in artikel 8 van deze verordening.

f. commissielid: lid van een raadscommissie of diens vervanger.

(nieuw) g. Commissie: een bijeenkomst aangeduid als een raadscommissievergadering.

2.

(oud) Artikel 3 Taken vervalt

(nieuw) Artikel 3 Doel en vormen van de commissies

1. Een commissie heeft als doel de raad in de gelegenheid te stellen zich via het

verstrekken/verzamelen van informatie een opinie te laten vormen (opiniërend) en/of het

uitbrengen van een advies.

2. Een commissie kent verschillende werkvormen:

a. een opiniërende raadscommissie;

b. een adviserende raadscommissie;

c. een thema-avond;

d. een "Benen-op-tafeloverleg";

e. een hoorzitting;

f. een werkbezoek.

3. Uitgezonderd de commissie onder lid 2d, zijn alle commissies openbaar, tenzij anders

wordt besloten.

 

 

 

3.

Artikel 4 Samenstelling

(oud) 2. Iedere fractie is gerechtigd niet-raadsleden voor te dragen om als burgerraadslid deel te

nemen aan raadscommissies. Fracties die maximaal twee leden tellen, mogen maximaal twee

burgerraadsleden voordragen, fracties die meer dan twee leden tellen, maximaal één burgerraadslid.

De fracties vanwaar uit een lid door de raad is aangewezen als (plaatsvervangend)

commissievoorzitter, hebben de mogelijkheid een extra burgerraadslid voor te dragen.

(nieuw) 2. Iedere fractie is gerechtigd niet-raadsleden voor te dragen om als burgerraadslid deel te

nemen aan raadscommissies. Fracties die maximaal twee leden tellen, mogen maximaal

tweeburgerraadsleden voordragen, fracties die drie of vier leden tellen, maximaal één

burgerraadslid. Fracties groter dan vier leden komen niet in aanmerking voor het voordragen

van burgerraadsleden. De fracties vanwaar uit een lid door de raad is aangewezen als

(plaatsvervangend) commissievoorzitter, hebben de mogelijkheid een extra burgerraadslid voor te

dragen, daarbij is de grootte van de fractie niet van belang.

(oud) 3. De raad benoemt de burgerraadsleden. Om als burgerraadslid benoemd te kunnen worden,

moet het niet-raadslid verkiesbaar zijn geweest tijdens de meest recent gehouden

gemeenteraadsverkiezingen.

(nieuw) 3. De raad benoemt de burgerraadsleden. Om als burgerraadslid benoemd te kunnen

worden, moet het niet-raadslid verkiesbaar zijn geweest tijdens de meest recent gehouden

gemeenteraadsverkiezingen. Het niet-raadslid kan slechts tot burgerraadslid worden benoemd

voor de partij waar het op de kandidatenlijst staat.

(oud) 5. De voorzitter van de raad roept een toegelaten burgerraadslid op om voorafgaand aan de

raadscommissievergadering, waarin het lid voor het eerst zitting heeft, de in artikel 14 van de

Gemeentewet voorgeschreven eed of belofte af te leggen.

(nieuw) 5. De voorzitter van de raad roept een toegelaten burgerraadslid op om voorafgaand aan de

raadscommissievergadering, waarin het lid voor het eerst zitting heeft, de in artikel 14 van de

Gemeentewet voorgeschreven eed of belofte af te leggen. Met dien verstande dat in de eed of

belofte, als beschreven in artikel 14, de zinsnede: "om tot lid van de raad benoemd te worden"

wordt vervangen door "om tot burgerraadslid benoemd te worden".

 

 

4.

Artikel 5 Zittingsduur en vacatures

(oud) 3. Een commissielid en een commissievoorzitter kunnen te allen tijde ontslag nemen. Zij doen

daarvan schriftelijk mededeling aan de raad. Het ontslag gaat een maand na de schriftelijke

mededeling in of zoveel eerder als een opvolger is benoemd.

(nieuw) 3. Commissievoorzitters kunnen te allen tijde ontslag nemen. Zij doen daarvan via

e-mail mededeling aan de raad. Het ontslag gaat een maand na de mededeling in of zoveel

eerder als een opvolger is benoemd.

(oud) 5. De zittingsperiode van een commissielid en de (plaatsvervangende) voorzitters eindigt in

ieder geval met het einde van de zittingsperiode van de raad.

(nieuw) 5. De zittingsperiode van de (plaatsvervangende) voorzitters eindigt in ieder geval met

het einde van de zittingsperiode van de raad.

(nieuw) 8. Het lidmaatschap van een burgerraadslid eindigt:

a. als het burgerraadslid ontslag neemt als burgerraadslid;

b. als de fractie die hem heeft voorgedragen aan de voorzitter van de raad mededeling doet

dat de aanwijzing als burgerraadslid wordt ingetrokken; op voorstel van de voorzitter

verleent daarop de raad het burgerraadslid ontslag;

c. door overlijden;

d. als de raad het burgerraadslid ontslag verleent;

e. als het burgerraadslid niet meer voldoet aan de vereisten als bedoeld in de artikelen 10,

11, 12, 13, 15 en 28 van de Gemeentewet, of een met het lidmaatschap onverenigbare

betrekking vervult;

f. als het burgerraadslid een benoeming tot lid van de raad aanneemt.

 

 

 

5.

Artikel 7 Vergaderfrequentie

(oud) 3. Een raadscommissie vergadert voorts indien de agendacommissie het nodig oordeelt of

indien ten minste twee fracties schriftelijk met opgaaf van redenen daarom verzoeken.

(nieuw) 3. Een raadscommissie vergadert voorts indien:

a. de agendacommissie het nodig oordeelt;

b. indien ten minste twee fracties via e-mail met opgaaf van redenen daarom verzoeken;

c. en op verzoek van het college na instemming van de agendacommissie.

 

 

6.

Artikel 8 Agendacommissie

(oud) 3. De agendacommissie stelt, op voorstel van de griffier, gezamenlijk de voorlopige agenda’s

op van de raadscommissies, verbindt daaraan een indicatief tijdschema en verdeelt voorzitterschap

onderling. Uitgegaan wordt van een vast voorzitterschap per commissie, tenzij omstandigheden om

vervanging vragen.

(nieuw) 3 wordt 3.1.

(nieuw) 3.2. De agendacommissie kan – zo nodig – extra commissievergaderingen uitschrijven

of een commissievergadering annuleren; daarbij dient de termijn als bedoelt in artikel 9, lid 3

van deze verordening minimaal in acht te worden genomen (uiterlijk 48 uur vóór aanvang van

de vergadering.

(nieuw) 3.3. Bij de opstelling van de agenda bepaalt de agendacommissie op welke wijze een

onderwerp wordt behandeld.

(nieuw) 3.4. De agendacommissie bepaalt de inhoud en de invulling van de thema-avonden, de

"Benen-op-tafeloverleggen", de hoorzittingen en de werkbezoeken.

(nieuw) 3.5. De agendacommissie toetst of de stukken voldoen aan de informatiebehoefte van

de raad. De griffier adviseert de agendacommissie.

(nieuw) 3.6. De agendacommissie beheert het planningsoverzicht ten behoeve van de

commissies-raad.

(oud) 4. Het college van burgemeester en wethouders en een (burger)raadslid dat een onderwerp

voor een raadscommissie willen agenderen voor een voorlopige agenda, doet daarvoor een verzoek

aan de agendacommissie. De verzoeken van een (burger)raadslid dienen uiterlijk één dag

voorafgaande aan de vergadering van de agendacommissie bij deze commissie te zijn ingediend.

(nieuw) 4 wordt 4.1.

(nieuw) 4.2. Het college van burgemeester en wethouders kan de agendacommissie verzoeken

een extra commissievergadering te beleggen. Indien de agendacommissie het verzoek

honoreert, dient voor het verzenden van de voorlopige agenda en de daarbij behorende

stukken de termijn als bedoeld in artikel 9, lid 3 van deze verordening minimaal in acht te

worden genomen (uiterlijk 48 uur voor aanvang van de vergadering).

(nieuw) 6. De agendacommissie kan anderen uitnodigen deel te nemen aan zijn

vergaderingen.

 

 

7.

Artikel 9 Oproep en voorlopige agenda

(oud) 1. De commissievoorzitter zendt ten minste tien dagen voor een vergadering een schriftelijke

oproep aan de (burger)raadsleden onder vermelding van de dag, het tijdstip en de plaats van de

vergadering. Deze schriftelijke oproep kan onverminderd ook op elektronische wijze aan eenieder ter

beschikking worden gesteld.

(nieuw) 1. De commissievoorzitter zendt ten minste tien dagen voor een vergadering een

digitale oproep aan de (burger)raadsleden onder vermelding van de dag, het tijdstip en de

plaats van de vergadering.

(oud) 2. De voorlopige agenda en de daarbij behorende stukken, met uitzondering van de in

artikel 86, eerste en tweede lid, van de Gemeentewet bedoelde stukken, worden tegelijkertijd met de

schriftelijke oproep aan de (burger)raadsleden verzonden. De agenda en stukken kunnen

onverminderd ook op elektronische wijze aan een ieder ter beschikking worden gesteld.

(nieuw) 2. De voorlopige agenda en de daarbij behorende stukken, met uitzondering van de in

artikel 86, eerste en tweede lid, van de Gemeentewet bedoelde stukken, worden tegelijkertijd met de

digitale oproep aan de (burger)raadsleden verzonden.

 

 

 

8.

Artikel 10 Aanvullende agenda en vaststellen agenda

(oud) 1. In spoedeisende gevallen kan de commissievoorzitter na het verzenden van de schriftelijke

oproep tot uiterlijk 48 uur voor de aanvang van een vergadering een aanvullende agenda opstellen.

(nieuw) 1. In spoedeisende gevallen kan de commissievoorzitter na het verzenden van de digitale

oproep tot uiterlijk 48 uur voor de aanvang van een vergadering een aanvullende agenda opstellen.

 

 

9.

Artikel 11 Ter inzage leggen van stukken

(oud) 1. Stukken die ter toelichting van de onderwerpen of voorstellen op de agenda dienen, worden

gelijktijdig met het verzenden van de schriftelijke oproep voor eenieder op het gemeentehuis ter

inzage gelegd. Als na het verzenden van de schriftelijke oproep stukken ter inzage worden gelegd,

wordt hiervan mededeling gedaan aan de leden van de raad en zo mogelijk in een openbare

kennisgeving.

(nieuw) 1. Stukken die ter toelichting van de onderwerpen of voorstellen op de agenda dienen,

worden gelijktijdig met het verzenden van de digitale oproep voor eenieder op het gemeentehuis ter

inzage gelegd. Als na het verzenden van de schriftelijke oproep stukken ter inzage worden gelegd,

wordt hiervan mededeling gedaan aan de leden van de raad en zo mogelijk in een openbare

kennisgeving.

(oud) 2. Onverminderd het bepaalde in het eerste lid kunnen stukken ook op elektronische wijze aan

eenieder ter beschikking worden gesteld.

(nieuw) 2. Indien voor stukken op grond van artikel 86, eerste en tweede lid, van de

Gemeentewet geheimhouding is opgelegd, blijven deze stukken in afwijking van het eerste lid,

in een elektronisch beveiligde omgeving beschikbaar.

(oud) 3 vervalt. Indien voor stukken op grond van artikel 86, eerste en tweede lid, van de

Gemeentewet geheimhouding is opgelegd, blijven deze stukken in afwijking van het eerste lid, onder

berusting van de griffier en verleent de griffier een lid inzage.

 

 

10.

Artikel 12 Openbare kennisgeving

(oud) 1. De vergadering wordt tegelijkertijd met de schriftelijke oproep door aankondiging op de

voorafkondigingen in de gemeente gebruikelijke wijze en door plaatsing op de gemeentelijke website

openbaar gemaakt.

(nieuw) 1. De vergadering wordt tegelijkertijd met de digitale oproep door aankondiging op de

voorafkondigingen in de gemeente gebruikelijke wijze en door plaatsing op de gemeentelijke website

openbaar gemaakt.

 

 

11.

Artikel 14 Opening vergadering en quorum

(oud) 2. Wanneer een kwartier na het vastgestelde tijdstip niet het vereiste aantal fracties is

vertegenwoordigd in de commissievergadering, bepaalt de voorzitter onder verwijzing naar dit artikel,

na voorlezing van de afwezige fracties, dag en uur van de volgende vergadering, opeen tijdstip dat

ten minste vierentwintig uur na het bezorgen van de schriftelijke oproep is gelegen.

(nieuw) 2. Wanneer een kwartier na het vastgestelde tijdstip niet het vereiste aantal fracties is

vertegenwoordigd in de commissievergadering, bepaalt de voorzitter onder verwijzing naar dit artikel,

na voorlezing van de afwezige fracties, dag en uur van de volgende vergadering, op een tijdstip dat

ten minste vierentwintig uur na het bezorgen van de digitale oproep is gelegen.

 

 

12.

Artikel 15 Verslag

De artikelen 2 t/m 6 zijn ongewijzigd; met dien verstande dat in lid 3 "schriftelijk" zal worden

vervangen door "via e-mail".

(oud) 1. Een conceptverslag van de voorgaande vergadering wordt aan de (burger)raadsleden

toegezonden, zo mogelijk, gelijktijdig met de schriftelijke oproep. Het conceptverslag wordt op

hetzelfde moment aan de overige personen die het woord gevoerd hebben, toegezonden.

(nieuw) 1. Een conceptverslag van de voorgaande vergadering wordt aan de (burger)raadsleden

toegezonden, zo mogelijk, gelijktijdig met de digitale oproep. Het conceptverslag wordt op hetzelfde

moment aan de overige personen die het woord gevoerd hebben, toegezonden.

De overige personen die het woord hebben gevoerd, kunnen op hun verzoek geanonimiseerd

worden vermeld in het verslag.

 

 

 

13.

Artikel 19 Spreekrecht burgers

De oorspronkelijke leden 3 t/m 6 worden (inhoudelijk ongewijzigd) vernummerd: 4 t/m 7.

(oud) 1. Burgers hebben spreekrecht. Zij kunnen voor maximaal vijf minuten per persoon het woord

voeren in de commissievergadering over op de agenda vermelde onderwerpen.

(nieuw) 1. Burgers hebben spreekrecht. Zij kunnen voor maximaal vijf minuten per persoon

het woord voeren in de commissievergadering over al dan niet op de agenda vermelde

onderwerpen. De totaal beschikbare spreektijd bedraagt maximaal 30 minuten.

(oud) 2. – vervalt. Degene die van het spreekrecht gebruik wil maken, meldt dit tenminste vijf

minuten voor de aanvang van de vergadering aan de commissiegriffier. Hij vermeldt daarbij zijn

naam, adres en telefoonnummer en het onderwerp, waarover hij het woord wil voeren.

(nieuw) 2a. Degene die van het spreekrecht gebruik wil maken, meldt uiterlijk om 12.00 uur op

de dag waarop de vergadering plaatsvindt bij de commissiegriffier. Hij vermeldt daarbij zijn

naam, adres en telefoonnummer en het onderwerp, waarover hij het woord wil voeren.

(nieuw) 2b. De commissiegriffier bevestigt de aanmelding, deelt aan degene die gebruik wil

maken van het spreekrecht mee welke spelregels er aan het inspreken verbonden zijn.

Daarbij wordt de inspreker toestemming gevraagd voor het maken en uitzenden van geluid- en

beeldopnamen van diens inspraak. De inspreker wordt erop gewezen dat ook anoniem kan

worden ingesproken of dat de in te spreken tekst kan worden voorgelezen door de

commissiesecretaris.

Tot slot wordt de inspreker verzocht de uit te spreken tekst vooraf bij de griffie aan te leveren,

zodat die kan worden verspreid onder de leden van de raad.

(nieuw) 2c. De raad wordt vooraf aan de commissievergadering geïnformeerd over wie er komt

inspreken en over welk onderwerp. Indien beschikbaar wordt ook de uit te spreken tekst aan

de leden van de raad beschikbaar gesteld.

(nieuw) 3. Het woord kan niet worden gevoerd over:

a. een besluit van het gemeentebestuur waartegen bezwaar en beroep openstaat of heeft

opengestaan;

b. benoemingen, keuzen, voordrachten of aanbevelingen van personen;

c. een gedraging waarover een klacht ex artikel 9:1 van de Algemene wet bestuursrecht kan

of kon worden ingediend.

 

 

14.

Artikel 20 Handhaving orde; schorsing

(oud) 5. Over het voorstel wordt niet beraadslaagd.

(nieuw) 5. Over het voorstel om het verdere verblijf te ontzeggen aan een deelnemend

(burger)raadslid dat door zijn gedragingen de geregeld gang van zaken belemmert, wordt niet

beraadslaagd.

 

 

15.

Artikel 22 Algemeen

(nieuw) 2. Aan het begin van een besloten vergadering wordt expliciet besloten tot het (al dan

niet) opleggen van geheimhouding.

 

 

16.

Artikel 23 Verslag

(oud) 1. Conceptverslagen van besloten vergaderingen worden niet verspreid, maar zijn uitsluitend

voor de commissieleden ter inzage bij de (commissie)griffier.

(nieuw) 1. De conceptverslagen van besloten vergaderingen worden elektronisch beschikbaar

gesteld in een map met het kenmerk ‘besloten’.

De conceptverslagen worden toegezonden aan de deelnemers die geen commissielid zijn om

vermelding van feitelijke onjuistheden in het verslag te voorkomen. Opmerkingen van de

deelnemers worden als addendum aan de commissie voorgelegd.

(oud) 2. Deze verslagen worden zo spoedig mogelijk in een besloten vergadering ter vaststelling

aangeboden. Tijdens deze vergadering neemt de raadscommissie een besluit over het al dan niet

openbaar maken van het verslag.

(nieuw) 2. Deze verslagen worden zo spoedig mogelijk in een besloten vergadering ter vaststelling

aangeboden. Tijdens deze vergadering neemt de raadscommissie een besluit over het al dan niet

openbaar maken van het verslag. Wanneer wordt besloten een verslag (of delen daarvan) niet

openbaar te maken, wordt daarvoor expliciet geheimhouding opgelegd.

 

 

17.

De officiële benaming en de citeertitel van de verordening te wijzigen in Verordening op de

raadscommissies Capelle aan den IJssel 2018.

 

Vastgesteld in de openbare vergadering van 4 juni 2018,

de griffier, de burgemeester,

 

Naar boven