Gemeenteblad van Edam-Volendam
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Edam-Volendam | Gemeenteblad 2018, 132420 | Verordeningen |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Edam-Volendam | Gemeenteblad 2018, 132420 | Verordeningen |
Verordening van de gemeenteraad van Edam-Volendam houdende regels voor de bescherming van het gemeentelijk erfgoed (Erfgoedverordening gemeente Edam-Volendam)
Deze verordening verstaat onder:
beeldbepalend bouwwerk : een bouwwerk met een gemiddelde cultuurhistorische en/of architectonische waarde, dat wil zeggen een cultuurhistorische waardestelling met een score van 8 tot en met 13 punten, en waarvan het exterieur van het gebouw/bouwwerk, zoals omschreven in het bij het bestemmingsplan als bijlage toegevoegde cultuurhistorisch rapport, als gemeentelijk monument bescherming geniet in gevolge de dubbelbestemming ‘Waarde–Edams-Volendams erfgoed’;
bouwwerk zonder status : een bouwwerk met een lage cultuurhistorische en/of architectonische waarde, dat wil zeggen een cultuurhistorische waardestelling met een score van 0 tot en met 7 punten, en waarvan het exterieur van het gebouw/bouwwerk, zoals omschreven in het bij het bestemmingsplan als bijlage toegevoegde cultuurhistorisch rapport, geen specifieke bescherming geniet;
cultuurhistorisch attentiegebied : een gebied gekenmerkt door een ruimtelijke, cultuurhistorische en/of architectonische waarde, zoals omschreven in het bij het bestemmingsplan als bijlage toegevoegde cultuurhistorisch rapport, en dat bescherming geniet in gevolge de dubbelbestemming “Waarde–Edams-Volendams erfgoed”;
cultuurhistorische waardestelling : een toegekende samenhangende waardestelling op het gebied van algemene historische waarden en/of de ensemblewaarden en/of de architectuurhistorische waarden en/of de bouwhistorische waarden en/of de waarden vanuit de gebruikshistorie, toegekend aan een zaak en/of object en/of gebied, vastgelegd in een cultuurhistorisch rapport, met als mogelijke uitkomsten na beoordeling:
cultuurhistorisch rapport : onderzoek waarin de algemene historische waarden en/of de ensemblewaarden en/of de architectonische waarden en/of de bouwhistorische waarden en/of de waarden vanuit de gebruikhistorie zijn geïnventariseerd en vastgelegd en door middel waarvan op basis van het puntensysteem op de onderdelen 7 tot met 20 van het cultuurhistorisch rapport een score haalbaar is van 0 tot en met 20 punten;
karakteristiek waardevol bouwwerk : een bouwwerk met een hoge cultuur- historische en/of architectonische waarde, dat wil zeggen een cultuurhistorische waardestelling met een score van 14 tot en met 20 punten, en waarvan het exterieur van het gebouw/bouwwerk, zoals omschreven in het bij het bestemmingsplan als bijlage toegevoegde cultuurhistorisch rapport, als gemeentelijk monument bescherming geniet in gevolge de dubbelbestemming ‘Waarde-Edams-Volendams erfgoed’;
waardevol cultuurhistorisch element : object of bouwwerk, niet zijnde gebouw, met cultuurhistorische waarde, zoals omschreven in het bij het bestemmingsplan als bijlage toegevoegde cultuurhistorisch rapport, en dat als gemeentelijk monument bescherming geniet in gevolge de dubbelbestemming “Waarde-Edams-Volendams erfgoed”;
welstands- en monumentencommissie : de op basis van artikel 15 Monumentenwet 1988 ingestelde commissie met als taak het college op verzoek of uit eigen beweging te adviseren over de toepassing van de Erfgoedwet (Monumentenwet 1988), de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, deze verordening en het monumentenbeleid (inclusief het Planologisch Erfgoedregime en de mede hierop gebaseerde bestemmingsplannen).
HOOFDSTUK 2. GEMEENTELIJKE MONUMENTEN
Artikel 2. Gemeentelijk monument
Als gemeentelijk monument wordt aangemerkt:
Artikel 4. Algemene uitgangspunten ten behoeve van onderhoud, herstel of wijzigen aan gemeentelijke monumenten
Ten behoeve van onderhoud- en herstelwerkzaamheden (restauratie) aan karakteristieke en beeldbepalende bouwwerken alsmede aan cultuurhistorische elementen zijn de volgende uitgangspunten van toepassing:
Behoud gaat vóór vernieuwen . Historische bouwmaterialen, structuren en constructies geven een pand belangrijke monumentale en historische waarde. Door de aanwezigheid hiervan is de geschiedenis en ontwikkeling van het monument duidelijk afleesbaar. Vervangen of wijzigen van de bestaande constructies, structuren, materialen en details gaan ten koste van de authenticiteit. Deze waarde dient gerespecteerd te worden.
Herstel van authentiek materiaal . Indien het bestaande materiaal in slechte staat is, wordt in eerste instantie onderzocht of technisch herstel mogelijk is. Bij noodzakelijke vervanging van authentiek materiaal wordt tot op detailniveau uitgegaan van gelijksoortig materiaalgebruik conform bestaande toestand. Indien dit niet mogelijk blijkt dient aansluiting gezocht te worden bij de historische materialen en substanties, zelfs tot op het detailniveau van de samenstelling van de mortel voor het voegwerk.
Respect voor authenticiteit . Bij restauratie moet men de historische gelaagdheid en de afleesbaarheid van het verleden in vormgeving, constructie en materiaalgebruik respecteren. Het transformatieproces, door verandering van het gebruik of functie, dat een gebouw door de tijd heen ondergaat, heeft een grote historische waarde. Een monument ontleent veelal zijn waarde aan de bouwgeschiedenis.
Behoud door zorgvuldig ontwikkelen en vernieuwen . Indien vanwege gemotiveerde redenen voor vernieuwing en ontwikkeling wordt gekozen, dient dit te geschieden vanuit deze cultuurhistorische randvoorwaarden. Toevoegingen dienen bij voorkeur tot stand te komen op, in of bij de minst kwetsbare plekken van het beschermde pand. Daarbij dienen de veranderingen of toevoegingen bij voorkeur reversibel te zijn. Dit wil zeggen dat deze ooit weer ongedaan gemaakt kunnen worden zonder de monumentale waarden aan te tasten. De toe te passen technieken mogen geen mechanische, fysische of chemische schade toebrengen aan een monument.
Respect voor details . De kwaliteit van een monument wordt vaak bepaald door de aanwezigheid van authentieke details. De oorspronkelijke detaillering in de vorm van voegwerk, gevelafwerking, decoraties, metselpatronen, roedeverdelingen in vensters et cetera dient optimaal gerespecteerd te worden. Indien er sprake is van eigentijdse interventies, dient de detaillering qua maat en schaal in overeenstemming te zijn met het historische karakter van het pand.
Zorgvuldigheid tijdens uitvoering werkzaamheden . Historisch waardevolle elementen moeten tijdens restauratie- en verbouwingswerkzaamheden afdoende beschermd worden tegen beschadigingen. Indien tijdens de uitvoering van vergunde werkzaamheden historische onderdelen tevoorschijn komen waarvan het bestaan voordien niet bekend was, is de vergunninghouder verplicht dit te melden bij de gemeente Edam-Volendam.
Voor onderhoud en wijzigingen binnen het cultuurhistorisch attentiegebied zijn de volgende algemene uitgangspunten van toepassing:
Behoud gaat vóór vernieuwen, vervangen of wijzigen . Indien toch voor vernieuwing, vervanging of wijziging wordt gekozen, dient dit te geschieden vanuit onderstaande cultuurhistorische randvoorwaarden en bij voorkeur door middel van een eigentijds ontwerp, afgestemd op de omgeving.
bij onderhoud en/ of verandering moet men het oorspronkelijk stedenbouwkundig concept respecteren. Hierbij dient rekening gehouden te worden met oorspronkelijke en/of bestaande rooilijnen, bouwmassa’s, hoogten, bebouwingseenheden, kapvormen, situering, openingen in de gevelwand, parcelering, groenstructuren enz.;
wijzigingen in het cultuurhistorisch attentiegebied moeten afgestemd zijn op de schaal en maat van de historische karakteristiek en het architectonisch idioom. Gevel- en raamindeling, kleur- en materiaalgebruik alsmede de textuur en de korrelgrootte van de vernieuwing dienen afgestemd te zijn op de omgeving;
Aldus besloten door de gemeenteraad van Edam-Volendam in zijn openbare vergadering d.d. 14 juli 2018,
de griffier,
mr. M. van Essen.
de voorzitter,
L.J. Sievers.
TOELICHTING ERFGOEDVERORDENING GEMEENTE EDAM-VOLENDAM
Naast een monumentenvergunningprocedure voor rijksmonumenten wordt het bestemmingsplan als instrument gebruikt om het gemeentelijk cultureel erfgoed te beschermen. Dit cultuurgoed krijgt via een dubbelbestemming ´Waarde – Edams-Volendams erfgoed´ (WR-EV) een vaste positie binnen het bestemmingsplan waardoor de ruimtelijke kwaliteiten op het gebied van cultuurhistorie, architectuurhistorie en landschap integraal beheersbaar worden. In de Erfgoedverordening wordt een koppeling gemaakt met het bestemmingsplan. Er wordt als het ware een koppeling gelegd tussen de Wet ruimtelijke ordening en de Woningwet, zodat een dekkend regime ontstaat. Daarnaast wordt het vergunningsvrij bouwen binnen het cultureel erfgoed uitgesloten, doordat in de Erfgoedverordening de begripsbepaling ´gemeentelijk monument´ is uitgebreid.
Het voordeel van dit systeem is, dat een integrale bescherming op maat mogelijk is (in het bestemmingsplan). Dit in tegenstelling tot de traditionele fragmentarische en objectgerichte aanpak.
De relevante bouwstenen van het bestemmingsplan voor de toepassing van de Erfgoedverordening zijn de verbeelding bij het bestemmingsplan, de planregels en de cultuurhistorische rapporten. Op de verbeelding is aangegeven welke objecten en gebieden zijn geselecteerd voor bescherming. De planregels zijn verbonden aan een omgevingsvergunning. In de planregels wordt tevens verwezen naar de onderliggende rapporten die de gekozen bescherming motiveren.
De toets van plannen aan cultuurhistorische waarden vindt bij het gemeentelijk erfgoed plaats via de omgevingsvergunning. Naast de reguliere welstandstoets aan de ´redelijke eisen van welstand´ vindt in de bestemmingsplantoets de afweging op grond van cultuurhistorie plaats.
De onderbouwing is vormgegeven in de cultuurhistorische rapporten waarin de waarden zijn beschreven. Het rapport dient te worden geraadpleegd bij beslissingen op stedenbouwkundig niveau, bij de beoordeling van de omgevingsvergunning.
Elk rapport moet worden beschouwd als een op zichzelf staand product. Niettemin moeten alle rapporten die samen de Erfgoedverordening inhoud geven, als één totaalonderzoek worden beschouwd. Vandaar dat ze als onderdeel van het bestemmingsplan in de inspraak worden gebracht en de bijbehorende procedures zullen doorlopen.
De algemene uitgangspunten zoals in artikel 4 van de Erfgoedverordening zijn opgenomen zijn onderverdeeld in twee categorieën:
De eerste categorie behoud is de meest wenselijke, de tweede categorie komt pas in beeld wanneer volledig behoud niet tot de mogelijkheden behoort. Binnen de twee categorieën is een onderverdeling gemaakt van het meest optimale uitgangspunt naar het minst wenselijke scenario. Bij de beoordeling van de plannen zal dan ook opeenvolgend een afweging worden gemaakt, waarbij het eerst genoemde uitgangspunt prevaleert boven het tweede. Bij deze afweging zal zorgvuldig gemotiveerd moeten worden waarom het bovenstaande uitgangspunt niet haalbaar blijkt.
Dubbelbestemming ´Waarde – Edams-Volendams erfgoed´
De dubbelbestemming ´Waarde – Edams-Volendams erfgoed´ ligt op bouwwerken en gebieden met een bijzondere cultuurhistorisch waardevolle identiteit waaraan voorwaarden en uitgangspunten zijn gekoppeld. Binnen de dubbelbestemming is op de bestemmingsplanverbeelding een specificatie van beschermingsniveau´s aangeduid. Binnen deze beschermingsniveau´s staat behoud van de cultuurhistorische waarde voorop.
Een van de grote voordelen van de Erfgoedverordening is de mogelijkheid van gradaties in beschermingsniveau. Dit wil zeggen dat niet het volledige cultureel erfgoed dezelfde bescherming krijgt, maar dat verschil in het beheer gemaakt wordt. Stedenbouwkundige structuren vragen om een ander beschermingsniveau dan architectonisch waardevolle objecten.
Dit houdt in dat binnen de dubbelbestemming ´Waarde – Edams-Volendams erfgoed´ een aantal verschillende beschermingsgradaties zijn opgenomen, te weten:
De bescherming van het erfgoed wordt in feite gevormd door de weigeringsgronden die geformuleerd zijn in artikel 2.10, 2.11, 2.12 en 2.18 van de Wabo (Wet algemene bepalingen omgevingsrecht). Het praktische beheer wordt deels geregeld in het bestemmingsplan en deels door de koppeling aan artikel 2, 3 en 4 van de Erfgoedverordening. Dankzij deze laatste manoeuvre is voor de karakteristiek waardevolle bouwwerken, beeldbepalende bouwwerken, stolpen, waardevolle cultuurhistorische elementen alsmede voor de cultuurhistorische attentiegebieden, artikel 5, lid 3, sub a Bijlage II Bor (Besluit omgevingsrecht) van kracht. Dit betekent dat vergunningsvrije bouwwerken vergunningplichtig worden.
De voordelen van de erfgoedverordening ten opzichte van het traditioneel aanwijzen van gemeentelijke monumenten:
Geleidelijke implementatie van bestemmingsplannen is enerzijds een voordeel omdat de cultuurhistorische onderzoeken die ten grondslag liggen aan het systeem niet gelijktijdig hoeven worden uitgevoerd. Anderzijds zijn de cultuurhistorisch waardevolle objecten en gebieden tot aan de actualisatie niet beschermd.
Door middel van het format “Cultuurhistorisch rapport”, zoals opgenomen in Bijlage A zal een beschrijving van een pand of object worden opgesteld en gewaardeerd.
Het monumentennummer is straks een belangrijke, uniforme, door de gemeente toe te wijzen code. Bovendien is dit nummer een ingang om het cultuurhistorische rapport van het betreffende object later terug te vinden. Het Monumentennummer bestaat uit de vier eerste letters van de plaatsnaam, plus vier (vrije) letters van de straat in combinatie met het “huisnummer”. Ter verduidelijking 2 voorbeelden: het perceel Haven 2 te Volendam krijgt als nummer: “VOLE-HAVN 2”. Het nummer van het perceel Oorgat 38 in Edam wordt dan: “EDAM-ORGT 38”. Het is wel de bedoeling om een eenmaal gekozen of gebruikte afkorting van een bepaalde straat consequent te gebruiken.
De betekenis van de onderdelen 2 t/m 6 van het format spreken voor zichzelf.
De gemeente vult deze gegevens in en controleert die, alvorens het betreffende bureau de beschrijving opstelt.
De onderdelen 7 t/m 20 van het cultuurhistorisch rapport hebben betrekking op de aspecten
die van belang zijn om vast te leggen bij een potentieel gemeentelijk monument.
Waar het gaat om de objecten tevens zijnde gebouwen, of onderdelen daarvan, kent de gemeentelijke Erfgoedverordening een indeling van:
karakteristiek waardevol bouwwerk, d.w.z. een bouwwerk met een hoge cultuurhistorische en/of architectonische waarden waarvan het exterieur van het gebouw, dan wel delen daarvan, zoals omschreven in het betreffende cultuurhistorisch rapport bescherming geniet in gevolge een dubbelbestemming in het bestemmingsplan;
Om te kunnen spreken van de kwalificatie “hoge cultuurhistorische en/of architectonische waarden” zal de waardebepaling van het object moeten uitkomen bij een score tussen de 14 t/m 20 punten volgens onderstaande puntenverdeling. Voor de kwalificatie “gemiddelde cultuurhistorische en/of architectonische waarden” geldt in dit verband een score van tussen 8 t/m 13 punten.
De onderdelen 8, 11, 19 en 20 zijn zodanig relevant voor de uiteindelijke waardebepaling, dat aan deze aspecten meer gewicht is toegekend door ook een hogere score mogelijk te maken.
De criteria op basis waarvan de beoordeling wordt gemaakt zijn allemaal gesteld in de vorm van “Ja of Nee”. Indien aan een criterium wordt voldaan (antwoord = “Ja”), dan geldt voor vraag 8 per definitie een score van 2 punten. Bij de vragen 19 en 20 is een score mogelijk, die varieert van 1 of maximaal 2 punten per onderdeel, dat afhangt van de feitelijke waardering. Het onderscheid dat hierbij wordt gemaakt is “gemiddeld van belang” of “in hoge mate van belang”, dat leidt tot een score van respectievelijk 1 of 2 punten voor die onderdelen. Bij vraag 11 is een maximum van 4 punten haalbaar, dat tevens afhangt van de feitelijke waardering. De totale, score per object is bepaald op maximaal 20 punten.
De score of waardebepaling vindt plaats na de beoordeling in het veld (de beschrijving).
Hierbij geldt in de relatie tot de erfgoedverordening de volgende onderverdeling.
beeldbepalend bouwwerk: een bouwwerk met een gemiddelde cultuurhistorische en/of architectonische waarde, dat wil zeggen een cultuurhistorische waardestelling met een score van 8 tot en met 13 punten, en waarvan het exterieur van het gebouw/bouwwerk, zoals omschreven in het als bijlage toegevoegde cultuurhistorisch rapport ‘Inventarisatie’, als gemeentelijk monument bescherming geniet in gevolge de dubbelbestemming ‘Waarde–Edams-Volendams erfgoed’;
cultuurhistorisch attentiegebied: een gebied gekenmerkt door een ruimtelijke, cultuurhistorische en/of architectonische waarde, zoals omschreven in het als bijlage toegevoegde cultuurhistorisch rapport ‘Cultuurhistorische verkenning’, en dat bescherming geniet in gevolge de dubbelbestemming “Waarde–Edams-Volendams erfgoed”;
cultuurhistorische waardestelling: een toegekende samenhangende waardestelling op het gebied van algemene historische waarden en/of de ensemblewaarden en/of de architectuurhistorische waarden en/of de bouwhistorische waarden en/of de waarden vanuit de gebruikshistorie, toegekend aan een zaak en/of object en/of gebied, vastgelegd in een cultuurhistorisch rapport, met als mogelijke uitkomsten na beoordeling:
cultuurhistorisch rapport: onderzoek waarin de algemene historische waarden en/of de ensemblewaarden en/of de architectonische waarden en/of de bouwhistorische waarden en/of de waarden vanuit de gebruikhistorie zijn geïnventariseerd en vastgelegd en door middel waarvan op basis van het puntensysteem op de onderdelen 7 tot met 20 van het cultuurhistorisch rapport een score haalbaar is van 0 tot en met 20 punten.
karakteristiek waardevol bouwwerk: een bouwwerk met een hoge cultuurhistorische en/of architectonische waarde, dat wil zeggen een cultuurhistorische waardestelling met een score van 14 tot en met 20 punten, en waarvan het exterieur van het gebouw/bouwwerk, zoals omschreven in het als bijlage toegevoegde cultuurhistorisch rapport ‘Inventarisatie’, als gemeentelijk monument bescherming geniet in gevolge de dubbelbestemming ‘Waarde-Edams-Volendams erfgoed’;
monumentencommissie: de op basis van artikel 15 Monumentenwet 1988 ingestelde commissie met als taak het college op verzoek of uit eigen beweging te adviseren over de toepassing van de Monumentenwet 1988, de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, de erfgoedverordening en het monumentenbeleid (inclusief het Planologisch Erfgoedregime en de mede hierop gebaseerde bestemmingsplannen);
waardevol cultuurhistorisch element: object of bouwwerk, niet zijnde een gebouw, met cultuurhistorische waarde, zoals omschreven in het als bijlage toegevoegde cultuurhistorisch rapport, en dat als gemeentelijk monument bescherming geniet ingevolge de dubbelbestemming “Waarde-Edams-Volendams erfgoed”.
Artikel X – Waarde – Edams-Volendams erfgoed
De voor ‘Waarde – Edams-Volendams erfgoed’ aangewezen gronden kennen de volgende onderverdeling van het op die gronden aanwezige cultureel erfgoed, waarbij het onder 1 t/m 5 genoemde erfgoed overeenkomstig het bepaalde in de gemeentelijke Erfgoedverordening de status heeft van gemeentelijk monument:
ter plaatse van de aanduiding ‘specifieke bouwaanduiding – karakteristiek waardevol bouwwerk’: karakteristiek waardevol bouwwerk, met dien verstande dat sprake is van een bouwwerk met een hoge cultuurhistorische en/of architectonische waarde waarvan het exterieur van het gebouw/bouwwerk, zoals omschreven in het in bijlage ‘X’ opgenomen cultuurhistorisch rapport, wordt beschermd;
ter plaatse van de aanduiding ‘specifieke bouwaanduiding – beeldbepalend bouwwerk’: beeldbepalend bouwwerk, met dien verstande dat sprake is van een bouwwerk met een gemiddelde cultuurhistorische en/of architectonische waarde en waarvan het exterieur van het gebouw/bouwwerk, zoals omschreven in het in bijlage ‘X’ opgenomen cultuurhistorisch rapport, wordt beschermd;
ter plaatse van de aanduiding ‘specifieke bouwaanduiding – stolp’: stolp, met dien verstande dat sprake is van een bouwwerk met een gemiddelde cultuurhistorische en/of architectonische waarde en waarvan het exterieur van het gebouw/bouwwerk, zoals omschreven in het in bijlage ‘X’ opgenomen cultuurhistorisch rapport, wordt beschermd;
ter plaatse van de aanduiding ‘specifieke bouwaanduiding – waardevol cultuurhistorisch element’: waardevol cultuurhistorisch element, met dien verstande dat sprake is van een object of bouwwerk met cultuurhistorische en/of architectonische waarde, zoals omschreven in het in bijlage ‘X’ opgenomen cultuurhistorisch rapport, dat wordt beschermd;
ter plaatse van de aanduiding ‘cultuurhistorisch attentiegebied’: cultuurhistorisch attentiegebied, met dien verstande dat sprake is van een gebied gekenmerkt door een samenhangende ruimtelijke, cultuurhistorische en/of architectonische waarde, zoals omschreven in het in bijlage ‘X’ toegevoegde cultuurhistorisch rapport en dat wordt beschermd.
bebouwing mogelijk is krachtens de onderliggende bestemming en
de bestaande cultuurhistorische waardestelling niet wordt aangetast door wezenlijke veranderingen in het stedenbouwkundige en architectonische beeld, bepaald door situering, massa, kapvorm, hoogtematen, gevel- en raamindeling en gevelafwerking met kleur en materiaalgebruik, zulks met inbegrip van waardevolle details en
de bouwwerkzaamheden niet strijdig zijn met:
de toegekende cultuurhistorische waardestelling zoals neergelegd in het in bijlage ‘X’ opgenomen cultuurhistorisch rapport;
de van toepassing zijnde algemene uitgangspunten zoals opgenomen in artikel 4 van de Erfgoedverordening.
In afwijking van het bepaalde in lid a mag ter plaatse van de aanduiding ´specifieke bouwaanduiding – stolp´ het bouwwerk geheel of gedeeltelijk worden vernieuwd in de vorm van een boerderij, bepaald door de grootte van het oorspronkelijke vloeroppervlak, de afmetingen van het authentieke vierkant en de aangegeven goot- en bouwhoogte.
x.3 Afwijken van de bouwregels
Het bevoegd gezag kan, mits gebouwd wordt krachtens de onderliggende bestemming, een omgevingsvergunning verlenen voor het afwijken van het bepaalde in artikel x.2 onder a, voor:
x.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde of van werkzaamheden
een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde of van werkzaamheden aan een gemeentelijk monument kan worden verleend, indien:
Voor zover het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden, dan wel de directe of indirecte gevolgen van de in de aanvraag genoemde werken en/of werkzaamheden, wel leiden tot een verandering en/of aantasting van een gemeentelijk monument, kan aan de omgevingsvergunning de verplichting tot het treffen van maatregelen worden verbonden, waardoor de toegekende cultuurhistorische waardestelling van het betreffende monument kan worden behouden.
x.5 Omgevingsvergunning voor het slopen van een bouwwerk
Een omgevingsvergunning voor het slopen van een gemeentelijk monument kan worden verleend, indien:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd met toepassing van de Wet ruimtelijke ordening het bestemmingsplan te wijzigen door:
de gebieden of bouwwerken ter plaatse van de aanduidingen ‘specifieke bouwaanduiding – karakteristiek waardevol bouwwerk’, ‘specifieke bouwaanduiding – beeldbepalend bouwwerk’, ´specifieke bouwaanduiding – stolp´, ‘specifieke bouwaanduiding - waardevol cultuurhistorische element’, ‘cultuurhistorisch attentiegebied’, de voormelde aanduiding geheel of gedeeltelijk te doen vervallen, indien op basis van een contra-expertise is aangetoond, dat op de betrokken locatie geen cultuurhistorische waardestelling (meer) aanwezig zijn, dan wel deze waarden niet meer als zodanig bescherming behoeven;
op terreinen en hun opstallen alsnog de aanduidingen ‘specifieke bouwaanduiding – karakteristiek waardevol bouwwerk’, ‘specifieke bouwaanduiding – beeldbepalend bouwwerk’, ´specifieke bouwaanduiding – stolp´, ‘specifieke bouwaanduiding - waardevol cultuurhistorisch element’, ‘cultuurhistorische attentiegebied’, te leggen, indien de noodzaak hiertoe blijkt uit een nader cultuurhistorisch rapport;
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/gmb-2018-132420.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.