Verordening tot Wijziging van de Verordening maatschappelijke ondersteuning gemeente Roosendaal 2017

De raad van de gemeente Roosendaal;

 

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 8 mei 2018;

 

gezien het advies van de Commissie van 17 mei 2018;

 

gelet op de artikelen 2.1.3, 2.1.4, eerste, tweede, derde en zevende lid, 2.1.5, eerste lid, 2.1.6, 2.1.7, 2.3.6, vierde lid en 2.6.6, eerste lid, van de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015.

 

overwegende dat:

  • jurisprudentie en de wijziging van de Wet Minimumloon enkele wijzigingen in de verordening nodig maken

  • de raad op 21 december 2017 een motie heeft aangenomen om de huidige regelgeving en voorzieningen tegen het licht te houden en waar dit ontbreekt een hardheidsclausule op te nemen waarin de gemeente Roosendaal, het college van B&W, in uitzonderlijke gevallen kan afwijken van de geldende regelgeving, voor zover toepassing van die regelgeving gelet op het belang van de inwoner tot onbillijkheden van overwegende aard leidt

 

BESLUIT

 

vast te stellen de volgende Verordening tot wijziging van de Verordening maatschappelijke ondersteuning gemeente Roosendaal 2017.

Artikel I Wijziging verordening

De Verordening maatschappelijke ondersteuning gemeente Roosendaal 2017 wordt gewijzigd als volgt:

 

A

Artikel 11 wordt gewijzigd als volgt:

Bestaande tekst

Nieuwe tekst

11. Regels voor pgb

Lid 3 sub c. bedraagt niet meer dan de kostprijs van de in de betreffende situatie goedkoopst adequate in de gemeente beschikbare maatwerkvoorziening in natura en bedraagt maximaal een door het college vast te stellen bedrag voor ondersteuning in de vorm van dienstverlening uit het sociale netwerk.

 

Lid 4 sub b huishoudelijke hulp door een niet daartoe opgeleid persoon, een daartoe opgeleid persoon of waarvoor bijzondere deskundigheid is vereist: op basis van het laagste toepasselijke tarief per uur of resultaat dat hiervoor zou worden gehanteerd door een door de gemeente gecontracteerde aanbieder;

 

11. Regels voor pgb

Lid 3 sub c. bedraagt niet meer dan de kostprijs van de in de betreffende situatie goedkoopst adequate in de gemeente beschikbare maatwerkvoorziening in natura.

    

Lid 4 sub b huishoudelijke hulp:

  • 1.

    uitgevoerd door een persoon uit het sociale netwerk: minimaal het wettelijk minimum loon en minimum vakantiebijslag en het door het college goedgekeurde PGB-plan;

  • 2.

    uitgevoerd door een daartoe opgeleid persoon of waarvoor bijzondere deskundigheid is vereist: op basis van het laagste toepasselijke tarief per uur of resultaat dat hiervoor zou worden gehanteerd door een door de gemeente gecontracteerde aanbieder;

 

B

Artikel 12a wordt gewijzigd als volgt:

Bestaande tekst

Nieuwe tekst

12a. Regels voor bijdrage in de kosten van maatwerkvoorzieningen

Lid 3 In afwijking van het eerste en tweede lid is een cliënt aan wie begeleiding of Hbhplus is toegekend, geen bijdrage verschuldigd.

  

Lid 4 In afwijking van het eerste en tweede lid:

a. is de cliënt een bijdrage verschuldigd voor de maatwerkvoorziening collectief vraagafhankelijk vervoer als ritbijdrage op basis van het in de regio gangbare toepasselijke tarief, waarbij de betaling van deze bijdrage door de aanvrager door de vervoerder in ontvangst wordt genomen, in naam en voor rekening van de gemeente die het vervoer aanbiedt;

 

12a. Regels voor bijdrage in de kosten van maatwerkvoorzieningen

Lid 3 In afwijking van het eerste en tweede lid is een cliënt aan wie begeleiding, Hbhplus of een financiële tegemoetkoming is toegekend, geen bijdrage verschuldigd.

 

Lid 4 In afwijking van het eerste en tweede lid:

a. is de cliënt geen bijdrage verschuldigd voor de maatwerkvoorziening collectief vraagafhankelijk vervoer, maar is een ritbijdrage verschuldigd op basis van het in de regio gangbare toepasselijke tarief, waarbij de betaling van deze bijdrage door de aanvrager door de vervoerder in ontvangst wordt genomen, in naam en voor rekening van de gemeente die het vervoer aanbiedt;

  

 

C

Artikel 15 wordt gewijzigd als volgt:

Bestaande tekst

Nieuwe tekst

15. Voorkoming en bestrijdingvan ten onrechte onvangen maatwerkvoorzieningen waaronder ook pgb en misbruik of oneigenlijk gebruik van de Wmo 2015

Lid 1.Het college informeert cliënten of hun vertegenwoordiger in begrijpelijke bewoordingen over de rechten en plichten die aan het ontvangen van een maatwerkvoorziening waaronder ook pgb zijn verbonden en over de mogelijke gevolgen van misbruik en oneigenlijk gebruik van de wet.

 

15. Voorkoming en bestrijdingvan ten onrechte onvangen maatwerkvoorzieningen waaronder ook pgb en misbruik of oneigenlijk gebruik van de Wmo 2015

Lid 1.Het college informeert cliënten of hun vertegenwoordiger in begrijpelijke bewoordingen over de rechten en plichten die aan het ontvangen van een maatwerkvoorziening waaronder ook een pgb en een financiële tegemoetkoming  zijn verbonden en over de mogelijke gevolgen van misbruik en oneigenlijk gebruik van de wet.

 

 

D

Artikel 17 wordt gewijzigd als volgt:

Bestaande tekst

Nieuwe tekst

17. Tegemoetkoming meerkosten personen met een beperking of chronische problemen

1. Het college kan in overeenstemming met het beleidsplan, bedoeld in artikel 2.1.2 van de wet, op aanvraag aan personen met een beperking of chronische psychische of psychosociale problemen die daarmee verband houdende aannemelijke meerkosten hebben, een tegemoetkoming verstrekken ter ondersteuning van de zelfredzaamheid en de participatie.

2. De tegemoetkoming voor:

a. taxikosten bedraagt jaarlijks: € 961,95;

b. rolstoeltaxikosten bedraagt jaarlijks: € 1.496,--;

c. gebruik eigen auto bedraagt jaarlijks € 961,95;

d. verhuiskosten bedraagt: € 2.500,--;

e. aanschaf en onderhoud van een sportrolstoel bedraagt € 2.695,--.

17. Tegemoetkoming meerkosten personen met een beperking of chronische problemen

Het college kan in overeenstemming met het beleidsplan, bedoeld in artikel 2.1.2 van de wet, op aanvraag aan personen met een beperking of chronische psychische of psychosociale problemen die daarmee verband houdende aannemelijke meerkosten hebben, een tegemoetkoming verstrekken ter ondersteuning van de zelfredzaamheid en de participatie.

  

 

E

Toegevoegd wordt een nieuw artikel dat luidt: artikel 17a

 

Nieuwe tekst

 

17a. Financi ële tegemoetkoming

Het college kan op basis van artikel 2.3.5, derde lid van de wet een tegemoetkoming verstrekken voor:

a. taxikosten bedraagt jaarlijks: € 961,95;

b. rolstoeltaxikosten bedraagt jaarlijks: € 1.496,--;

c. gebruik eigen auto bedraagt jaarlijks € 961,95;

d. verhuiskosten bedraagt: € 2.500,--;

e. aanschaf en onderhoud van een sportrolstoel bedraagt € 2.695,--.

 

F

Toegevoegd wordt een nieuw artikel dat luidt: artikel 22

 

Nieuwe tekst

 

22. Hardheidsclausule

Het college kan in bijzondere individuele gevallen ten gunste van de belanghebbende afwijken van de bepalingen in deze verordening als toepassing van deze verordening tot onbillijkheden van overwegende aard leidt.

Artikel II Inwerkingtreding

Deze Wijzigingsverordening treedt in werking op de derde dag na bekendmaking in het Gemeenteblad.

 

Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 7 juni 2018,

de griffier, de voorzitter,

Naar boven