Algemene Subsidieverordening Zwolle

Gemeente Zwolle, bekendmaking wijziging Algemene Subsidieverordening Zwolle

De Raad van de gemeente Zwolle

Gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van de gemeente Zwolle van 6 februari 2018

Besluit

 

De subsidie(deelverordening)verordening peuteropvang en VVE gemeente Zwolle (Hoofdstuk 16 Algemene Subsidieverordening) vast te stellen.

 

HOOFDSTUK 16 PEUTEROPVANG EN VVE GEMEENTE ZWOLLE

Artikel 16:1 Begripsbepalingen

In deze regeling wordt verstaan onder:

-Doelgroeppeuters: peuters woonachtig in de gemeente Zwolle die in aanmerking komen voor VVE, op indicatie van het consultatiebureau van de Jeugdgezondheidszorg; 

- Horizontale peutergroepen: peuteropvanggroepen waar alleen kinderen in de peuterleeftijd van 2 tot 4 jaar worden opgevangen.

-Houder: degene aan wie een onderneming als bedoeld in de Handelsregisterwet 2007 toebehoort en met die onderneming een peuteropvang of kinderdagverblijf exploiteert die met VVE-registratie staat vermeld in het LRK;

-Inkomensverklaring: een recente Verklaring Geregistreerd Inkomen (VGI - voorheen IB60) van de Belastingdienst met daarop de inkomensgegevens van de ouder(s)/verzorger(s) in een bepaald belastingjaar;

-Kinderopvang: het bedrijfsmatig of anders dan om niet verzorgen, opvoeden en bijdragen aan de ontwikkeling van kinderen tot de eerste dag van de maand waarop het voortgezet onderwijs voor kinderen begint;

-Kinderopvangtoeslag: de tegemoetkoming van het rijk, uitgekeerd via de Belastingdienst aan ouders, bedoeld als bijdrage in de kosten voor in het LRK geregistreerde kinderopvang;

-LRK: Landelijk Register Kinderopvang; het register waarin kinderopvangvoorzieningen zijn opgenomen die voldoen aan de wettelijke kwaliteitseisen;

-Niet-toeslagouder: ouder(s) of verzorger(s) die geen recht hebben op kinderopvangtoeslag;

-Ouderbijdrage: inkomensafhankelijke vergoeding die de ouders betalen aan de houder;

-Ouders: ouder(s) of verzorger(s) van de peuter;

-Peuteropvang: Kortdurende en intentionele opvang voor peuters van 2 tot 4 jaar, gericht op ontwikkelingsstimulering en voorbereiding op de basisschool en die voldoet aan de wettelijke eisen die aan kinderopvang worden gesteld;

-Peuterplaats: een aanbod peuteropvang van totaal 8 uur per week, gedurende 40 weken per jaar, op ten minste 2 verschillende dagen, voor peuters vanaf 2 jaar tot het moment dat de peuter naar de basisschool uitstroomt;

-Voorschoolse voorziening: peuteropvang en kinderdagverblijven, die zijn geregistreerd in het LRK als VVE-gecertificeerd binnen de gemeente Zwolle;

-VVE: voor- en vroegschoolse educatie;

-VVE-peuterplaats: een aanbod peuteropvang van totaal 16 uur per week, op ten minste 4 dagen, gedurende 40 weken voor doelgroeppeuters van 2,5 jaar tot het moment dat de doelgroeppeuter naar de basisschool uitstroomt;

-VVE-jaarbedrag: een vergoeding in de vorm van een jaarbedrag aan de houder voor de extra werkzaamheden voor een doelgroeppeuter;

-VVE-programma: een erkend voorschools programma waarin op een gestructureerde en samenhangende wijze de ontwikkeling wordt gestimuleerd van kinderen op het gebied van rekenen, taal, motoriek en sociaal-emotionele ontwikkeling, voor zover dit programma is opgenomen in de databank Effectieve Jeugdinterventies van het Nederlands Jeugd Instituut (NJI).

-VNG Adviestabel: de VNG adviestabel ouderbijdrage peuterwerk voor het betreffende jaar, zoals gepubliceerd op www.vng.nl.

-Warme overdracht: een mondeling overleg tussen de voorschoolse voorziening en de basisschool op basis van het gemeentelijk overdrachtformulier.

Artikel 16:2 Subsidiedoel

Deze subsidieregeling heeft als doel het verstrekken van subsidies aan voorschoolse voorzieningen.

Artikel 16:3 Subsidieaanvraag

-Subsidieaanvragen kunnen uitsluitend schriftelijk worden ingediend vóór 1 oktober voorafgaand aan het kalenderjaar waarin de peuteropvang plaatsvindt, door houders die met een kinderdagverblijf of peuteropvanglocatie staan vermeld in het LRK en die gevestigd zijn in de gemeente Zwolle;

-De aanvraag dient te worden gedaan op basis van een reële inschatting van het aantal bezette (VVE)-peuterplaatsen en de te factureren ouderbijdragen over het gehele kalenderjaar;

-De aanvraag dient een opgave te bevatten van het voor peuteropvang te hanteren uurtarief voor het jaar waarvoor subsidie wordt gevraagd;

-Voor de aanvraag dient gebruik te worden gemaakt van een door het college vastgesteld aanvraagformulier voor (gemeentelijke) peuteropvang.

Artikel 16:4 Grondslag subsidie peuteropvang

  • 1.

    Het college stelt vóór 1 september van het jaar voorafgaand aan het subsidiejaar het maximum uurtarief per (VVE-)peuterplaats en het VVE-jaarbedrag vast.

  • 2.

    Het college stelt jaarlijks vóór 1 september de inkomensafhankelijke ouderbijdrage vast. Deze is gebaseerd op de VNG adviestabel.

  • 3.

    De grondslag voor subsidie is het werkelijke aantal peuters dat gebruik maakt van peuteropvang en het werkelijke aantal afgenomen uren.

  • 4.

    Het college verleent t de volgende subsidiebedragen:

  • a.

    per bezette peuterplaats en voor ouders die geen recht hebben op kinderopvangtoeslag: maximaal 8 uren per week voor tenminste 40 weken met een maximum van 320 uur per jaar maal het in het eerste lid bedoelde uurtarief minus de in rekening gebrachte ouderbijdrage;

  • b.

    per geplaatste doelgroeppeuter in een VVE geregistreerde dagopvang aanvullend 8 uren per week vermenigvuldigd met het maximum uurtarief voor VVE-peuterplaats;

  • c.

    per doelgroeppeuter: een VVE-jaarbedrag, waarbij het bedrag naar rato wordt verstrekt indien een doelgroeppeuter een gedeelte van het jaar deelneemt aan peuteropvang.

  • 5.

    Houders innen zelf de ouderbijdragen en zijn verantwoordelijk voor het risico van niet-betalers.

Artikel 16:5 Subsidieplafond

Het college stelt jaarlijks een subsidieplafond vast voor de subsidie voor peuteropvang. Het beschikbare subsidiebedrag wordt als volgt verdeeld:

  • a.

    Het college hanteert als subsidieplafond het door de raad bij de jaarbegroting vastgestelde budget voor peuteropvang.

  • b.

    Indien het totaal van de aangevraagde subsidies voor peuteropvang het subsidieplafond overschrijdt, wordt eerst voorrang gegeven aan Zwolse peuters met een VVE-indicatie daarna aan reeds geplaatste Zwolse peuters.

Artikel 16:6 Weigeringsgrond

Onverminderd de weigeringsgronden zoals opgenomen in artikel 1:21 ASV kan de subsidie ook (gedeeltelijk) worden geweigerd indien één van de Zwolse vestigingen van de aanvrager houder op het moment van subsidieaanvraag onderwerp is van een bestuursrechtelijke handhavingsprocedure voor het kinderopvangaanbod.

Artikel 16:7 Subsidieverlening

De beschikking van de subsidieverlening peuterplaatsen, VVE-peuterplaatsen en de VVE-jaarbedragen, bevat in ieder geval:

  • a.

    de periode, het aantal peuters en het aantal doelgroeppeuters waarvoor de subsidie wordt verstrekt;

  • b.

    de bevoorschotting per kwartaal in gelijke termijnen tot een totaal van 100% van de verleende subsidie.

Artikel 16:8 Subsidieverplichtingen

Na de subsidieverlening dient de houder te voldoen aan de navolgende verplichtingen:

  • a.

    Binnen twee weken na afloop van ieder kwartaal dient de houder een bezettingsoverzicht te tonen van het voorafgaande kwartaal. Indien blijkt dat het aantal geplaatste (doelgroep)peuters 20% of meer afwijkt van het in de beschikking vermelde aantal geplaatste (doelgroep)peuters, vindt een heroverweging van de verleende subsidie over het lopende jaar plaats. Mocht deze heroverweging leiden tot een wijziging van de verleende subsidie, dan ontvangt de houder een gewijzigd subsidieverleningsbesluit.

  • b.

    houder werkt mee aan de uitvoering van het gemeentelijk beleid met betrekking tot de ontwikkeling van jonge kinderen;

  • c.

    houder verleent doelgroeppeuters voorrang bij de plaatsing van peuters;

  • d.

    houder geeft peuters die woonachtig zijn in de gemeente Zwolle voorrang bij plaatsing;

  • e.

    houder past een door het college vastgestelde inkomensafhankelijke ouderbijdrage toe voor ouders die geen recht hebben op kinderopvangtoeslag, conform artikel 5;

  • f.

    voor het bepalen van de hoogte van het inkomen dient houder gebruik te maken van de meest recente definitief vastgestelde Inkomensverklaring van beide ouders, of bij een eenoudergezin van de inkomensverklaring van de betreffende ouder. Dit betekent dat ouders elk najaar nieuwe Inkomensverklaringen moeten overleggen voor het vaststellen van de ouderbijdrage in het nieuwe jaar. Bij sterke afwijking van het inkomen of wanneer ouders geen Inkomensverklaring kunnen overleggen, kan gebruik worden gemaakt van aanvullende documenten zoals een salarisstrook, uitkeringsspecificatie, werkgeversverklaring, verklaring van schuldsanering etc. Uit de documenten dient te blijken dat de inkomenswijziging structureel is, en in ieder geval, van toepassing is in de maand voorafgaand aan plaatsing;

  • g.

    houder heeft een inspanningsverplichting om te voldoen aan de kwaliteit van VVE op tenminste niveau 3 op alle onderdelen, zoals bepaald in de meest recente bestandsopnamen/controle van de Inspectie van het Onderwijs;

  • h.

    houder verschaft op verzoek informatie aan de gemeente, de Inspectie van het Onderwijs, het Ministerie van Onderwijs of aan andere door het college aangewezen instanties;

  • i.

    houder werkt mee aan de monitor peuteropvang van de gemeente Zwolle. Ieder kwartaal levert de houder digitaal gegevens aan via een door het college vastgesteld monitorformulier voor gemeentelijke peuteropvang;

  • j.

    houder zoekt proactief samenwerking met ‘natuurlijke partners’ in de gemeente Zwolle, onderwijs, kinderopvang en welzijn; er wordt gestreefd naar een eenduidige pedagogische visie;

  • k.

    houder neemt deel aan periodiek overleg peuteropvang;

  • l.

    de houder beschikt over onderliggende gegevens en kan deze indien gewenst, binnen een redelijke termijn beschikbaar stellen aan het college. Het gaat daarbij onder meer om:

  • -

    een door de ouders ondertekend contract met daarin de namen, adres(sen) en BSN van ouders;

  • -

    naam, geboortedatum en BSN van de kinderen waarop de aanvraag betrekking heeft;

  • -

    het aantal uren opvang per kind, de kostprijs per uur, de aanvangsdatum en de (verwachte) einddatum van de opvang;

  • -

    een ‘Verklaring geen recht op Kinderopvangtoeslag’ en een Inkomensverklaring van de niet-werkende ouder, voor ouders die geen recht hebben op kinderopvangtoeslag;

  • -

    inkomensgegevens van ouders die geen recht hebben op kinderopvangtoeslag middels recente Inkomensverklaringen of een kopie van de definitieve aanslag van de inkomstenbelasting van het voorgaande jaar;

  • -

    indien het gaat om een VVE-peuterplaats: een bewijs van indicatiestelling voor VVE van het consultatiebureau van de Jeugdgezondheidszorg.

  •  

Artikel 16:9 Kwaliteitseisen peuteropvang

Het peuteropvangaanbod voldoet aan de volgende kwaliteitseisen:

  • a.

    alle houders zijn in staat om op ten minste één Zwolse locatie voor peuteropvang een VVE-programma aan te bieden ongeacht of er doelgroeppeuters aanwezig zijn;

  • b.

    pedagogisch medewerkers zijn gecertificeerd voor het VVE-programma waarmee wordt gewerkt;

  • c.

    de gesubsidieerde peuteropvang wordt gegeven in horizontale peutergroepen.

  • d.

    er wordt gebruik gemaakt van een kind-volgsysteem;

  • e.

    de overdracht van peuters naar de basisschool is conform de afspraken in het overdrachtsprotocol;

  • f.

    er is sprake van een warme overdracht bij uitstroom van een doelgroeppeuter naar de basisschool of een andere vervolgvoorziening;

  • g.

    er is een aantoonbare samenwerking met tenminste één basisschool middels een jaarplan, waarin de doorgaande lijn voor (doelgroep)peuters is geborgd. Het jaarplan is ondertekend door beide partijen en bevat minimaal afspraken over de samenwerking op het gebied van:

-de inhoudelijke thema’s waarmee in de groepen wordt gewerkt;

-ouderbetrokkenheid;

-de overdracht van peuters naar de basisschool;

-de warme overdracht van doelgroeppeuters;

-borging van de doorgaande lijn voor (doelgroep)peuters;

Artikel 16:10 Aanvraag vaststelling subsidie

  • 1.

    Voor de aanvraag dient gebruik gemaakt te worden van het door het college vastgestelde vaststellingsformulier voor gemeentelijke peuteropvang.

  • 2.

    De vaststelling van de subsidie vindt plaats op basis van het werkelijk aantal (doelgroep)peuters, dat gedurende een jaar of een gedeelte van het jaar gebruik heeft gemaakt van de peuterplaatsen en VVE-peuterplaatsen, minus de werkelijk ontvangen ouderbijdragen.

  • 3.

    Daartoe registreert de houder de volgende gegevens:

  • a.

    het aantal doelgroeppeuters, uitgesplitst naar ouders met en zonder kinderopvangtoeslag;

  • b.

    het aantal niet-doelgroeppeuters, uitgesplitst naar ouders met en zonder kinderopvangtoeslag;

  • c.

    het aantal uren dat doelgroep- en niet-doelgroeppeuters gebruik hebben gemaakt van peuteropvang gedurende de subsidieperiode, uitgesplitst naar peuters van ouders met en zonder kinderopvangtoeslag;

  • d.

    de gefactureerde ouderbijdragen per peuter.

  • e.

    Het aantal peuters uit minima gezinnen dat deel heeft genomen aan gesubsidieerde (VVE) peuteropvang.

  • 4.

    De verantwoording zoals opgenomen in lid 1 en 2 van dit artikel dient vergezeld te gaan van een accountantsverklaring.

Artikel 16:11 Overgangsbepalingen

  • 1.

    In afwijking van artikel 3, eerste lid, is de indieningsdatum voor de aanvraag peuteropvang voor de periode 1 september tot en met 31 december 2018 voor 1 september 2018.

  • 2.

    Houders van voorschoolse voorzieningen die ten tijde van de inwerkingtreding van deze regeling nog niet (kunnen) voldoen aan de in deze regeling genoemde vereisten, kunnen toch in aanmerking voor subsidie mits zij een intentieverklaring afgeven waarin wordt gesteld dat binnen twee jaar na inwerkingtreding van deze regeling, dus uiterlijk voor 1 juli 2020, aan de gestelde vereisten wordt voldaan.

  • 3.

    Houders die een subsidieaanvraag doen op grond van het voorgaande lid, kunnen alleen een aanvraag indienen voor reguliere peuteropvang tot het moment dat zij voldoen aan de in deze regeling gestelde vereisten voor VVE.

Artikel 16:12 inwerkingtreding en citeertitel

Deze regeling treedt in werking op 1 juli 2018.

Deze regeling wordt aangehaald als: Deelverordening subsidie peuteropvang en VVE gemeente Zwolle.

 

Aldus besloten in de vergadering van 12 maart 2018,

drs. H.J. Meijer, voorzitter

drs. A. ten Have, griffier

Naar boven