Wijziging Algemene plaatselijke verordening gemeente Hilversum (woonoverlast)

 

De raad van de gemeente Hilversum,

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 8 mei 2018;

overwegende,

- dat per 1 juli 2017 de “Wet aanpak woonoverlast” in werking is getreden en dat daarbij een nieuwe artikel 151d Gemeentewet is ingevoerd;

- dat het gewenst is toepassing te geven aan de in artikel 151d Gemeentewet bedoelde bevoegdheid;

- dat de Algemene plaatselijke verordening gemeente Hilversum hiertoe moet worden aanpast;

 

besluit:

 

Artikel 2.4.24 aan de Algemene Plaatselijke Verordening toe te voegen, luidende:

 

Artikel 2.4.24 Woonoverlast als bedoeld in artikel 151d Gemeentewet

1. Degene die een woning of een bij die woning behorend erf gebruikt, of tegen betaling in gebruik geeft aan een persoon die niet als ingezetene met een adres in de gemeente in de basisregistratie personen is ingeschreven, draagt er zorg voor dat door gedragingen in of vanuit die woning of dat erf of in de onmiddellijke nabijheid van die woning of dat erf geen ernstige en herhaaldelijke hinder voor omwonenden wordt veroorzaakt.

2. Als de burgemeester een last onder dwangsom of onder bestuursdwang oplegt naar aanleiding van een schending van deze zorgplicht kan hij daarbij aanwijzingen geven over wat de overtreder dient te doen of na te laten om verdere schending te voorkomen. De burgemeester stelt beleidsregels vast over het gebruik van deze bevoegdheid.

3. De last kan in ieder geval worden opgelegd bij ernstige en herhaaldelijke:

a. geluid- of geurhinder;

b. hinder van dieren;

c. hinder van bezoekers of personen die tijdelijk in een woning of op een erf aanwezig zijn;

d. overlast door vervuiling of verwaarlozing van een woning of een erf;

e. intimidatie van derden vanuit een woning of een erf.

 

Dit besluit treedt in werking op de eerste dag na bekendmaking.

 

 

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering

van 6 juni 2018

de griffier de burgemeester,

P.M.H. van Ruitenbeek P.I. Broertjes

 

Naar boven