Mandaatbesluit PLANgroep B.V. 2017 Almere

Burgemeester en wethouders van Almere, overwegende,

• dat op 21 november 2012 tussen de gemeente Almere en PLANgroep B.V. een overeenkomst is afgesloten waarin is geregeld dat PLANgroep B.V. de schulddienstverlening uitvoert, welke overeenkomst:

  • per maart 2015 is uitgebreid met het budgetbeheer voor klanten in een Ondersteuning Schuldenstabilisatie-traject (OSS).

  • per juli 2016 is uitgebreid met het product Duurzame Financiële Dienstverlening (DFD)voor OSS-trajecten.

  • per 18 juli 2016 is verlengd evenals het addendum betreffende budgetbeheer voor klanten in een OSS-traject.

• dat het wenselijk is in het kader van de uitvoering van de Wet gemeentelijke schuldhulpverlening en de Faillissementswet bevoegdheden te mandateren aan de directeur van de PLANgroep B.V.

gelet op

het Mandaatbesluit gemeentesecretaris 2005 en de daarbij behorende mandateringslijst;

het bepaalde in wettelijke voorschriften, in het bijzonder de artikelen 3 en 5 van de Wet gemeentelijke schuldhulpverlening, het Besluit breed moratorium, artikel 285 eerste lid onder f van de Faillissementswet en de bepalingen van Afdeling 10.1.1 van de Algemene wet bestuursrecht;

BESLUIT:

• i. De directeur van PLANgroep B.V., met het recht van ondermandaat, aan bij PLANgroep B.V. werkzame functionarissen, de uitoefening van de navolgende bevoegdheden te mandateren:

  • 1. Het afgeven van verklaringen als bedoeld in artikel 285, eerste lid onder f van de Faillissementswet alsmede het verrichten van benodigde voorbereidingshandelingen, het voeren van correspondentie en het verstrekken van informatie.

  • 2. Het uitvoeren van de Wet gemeentelijke schuldhulpverlening (alsmede de daarop gebaseerde regelgeving), waaronder het:

    • a. Beslissen op een verzoek van een inwoner van de gemeente tot toelating tot de schuldhulpverlening (artikel 3 van de Wet gemeentelijke schuldhulpverlening);

    • b. Beslissen op een verzoek van een inwoner van een gemeente tot het aanvragen van een afkoelingsperiode (artikel 5 van de Wet gemeentelijke schuldhulpverlening);

    • c. Verzoeken aan de daartoe bevoegde rechtbank een afkoelingsperiode af te kondigen (artikel 5 lid, eerste lid van de Wet gemeentelijke schuldhulpverlening) en burgemeester en wethouders te vertegenwoordigen tijdens de zitting;

    • d. Verzoeken aan de daartoe bevoegde rechtbank om tussentijdse beëindiging van de afkoelingsperiode (artikel 6 van het Besluit breed moratorium) en burgemeester en wethouders te vertegenwoordigen tijdens de zitting;

    • e. Opleggen aan de betreffende inwoner van voorwaarden en/of verplichtingen die samenhangen met de goede uitvoering van de aangeboden schuldhulpverlening;

    • f. Beëindigen van de schuldhulpverlening aan de inwoner indien deze niet voldoetaan de wettelijke c.q. opgelegde voorwaarden en/of de verplichtingen;

    • g. Verrichten van benodigde voorbereidingshandelingen, het voeren van correspondentie en het verstrekken van informatie. Onder mandaat wordt tevens begrepen het op grond van machtiging verrichten van feitelijke handelingen alsmede het nemen van besluiten anders dan bedoeld in artikel 1:3 van de Algemene wet bestuursrecht.Vorenstaand mandaat laat onverlet dat het college bevoegdheden mandateert aan de directeur van de PLANgroep B.V., maar eindverantwoordelijk is voor het treffen van een buitengerechtelijke schuldregeling.

• ii. Voor te schrijven dat de uitoefening van de vorenstaande bevoegdheden geschiedt met inachtneming van Wet gemeentelijke schuldhulpverlening, de Faillissementswet en daarnaast de volgende voorwaarden:

1. Algemene bepalingen

Een bevoegdheid wordt enkel ondergemandateerd aan bij PLANgroep B.V. werkzame functionarissen, voor zover deze bevoegdheid passend is bij de taak van de desbetreffende functionaris;

Bij de uitoefening van bevoegdheden namens burgemeester en wethouders worden uitgaande stukken in het kader van dit mandaatbesluit in de wij-vorm geredigeerd en als volgt ondertekend:

Burgemeester en wethouders van Almere, namens hen,

[Handtekening]

[Naam]

[Functienaam]

2. Aanvullende voorwaarden

Besluiten dienen te voldoen aan de vereisten en voorwaarden zoals gesteld in de Algemene wet bestuursrecht, de Beleidsregels Schulddienstverlening Almere 2015 en het Beleidsplan Aanpak Schulden 2017-2020;

Dit mandaat is van toepassing gedurende de periode dat PLANgroep B.V. in opdracht van burgemeester en wethouders werkzaamheden verricht op het gebied van schuldhulpverlening en schulddienstverlening.

3. Archivering en rapportage

De directeur van de PLANgroep B.V. draagt zorg voor een deugdelijke verslaglegging van de in het kader van dit mandaat genomen besluiten. De directeur van de PLANgroep B.V. informeert burgemeester en wethouders ieder kwartaal over de op grond van dit (onder)mandaat genomen besluiten.

Al de documenten (schriftelijk of digitaal) die betrekking hebben op de in het kader van dit (onder) mandaat uitgeoefende bevoegdheden worden overeenkomstig de van toepassing zijnde wet- en regelgeving gearchiveerd.

4. Slotbepalingen

Inwerkingtreding

Dit besluit treedt in werking op de eerste dag na de dag van bekendmaking en treedt in de plaats van de mandaatbesluiten “Regeling mandaatverstrekking, machtiging en volmachtverlening aan PLANgroep B.V.” van december 2012 en “Mandatering verklaring ex artikel 285 Faillissementswet” van 13 januari 2009.

Citeertitel

Dit besluit wordt aangehaald als ‘Mandaatbesluit PLANgroep B.V. 2017 Almere,

Almere, 12 december 2017

burgemeester en wethouders van Almere,

de secretaris, de burgemeester,

R. Wielinga, F. M. Weerwind

Bijlagen:

Overzicht ondergemandateerde artikelen uit de Wgs en Fw (hieronder opgenomen);

Beleidsplan Aanpak schulden 2017-2020;

Beleidsregels Schulddienstverlening Almere 2015.

Instemming als bedoeld in artikel 10:4, eerste lid van de Algemene wet bestuursrecht,

[was getekend]

De directeur van de PLANgroep B.V.

Overzicht gemandateerde artikelen uit de Fw, Wgs en Bbm

Artikel
285, eerste lid, aanhef en onder f Faillisementswet	1. In het verzoekschrift of in een daarbij te voegen bijlage worden opgenomen: [...] f. een met redenen omklede verklaring dat er geen reële mogelijkheden zijn om tot een buitengerechtelijke schuldregeling te komen, alsmede over welke aflossingsmogelijkheden de verzoeker beschikt, afgegeven door het college van burgemeester en wethouders van de gemeente van de woon- of verblijfplaats van de schuldenaar. Het college kan deze bevoegdheid mandateren aan een gemeentelijke kredietbank als bedoeld in de Wet financiële dienstverlening of aan krachtens artikel 48, eerste lid, onderdeel d, van de Wet op het consumentenkrediet aangewezen natuurlijke personen of rechtspersonen, dan wel categorieën daarvan;
3 Wet gemeentelijke schuldhulpverlening	Artikel 3. Verantwoordelijkheid college 1. Het college is verantwoordelijk voor de schuldhulpverlening aan de inwoners van zijn gemeente en voert daarbij het plan, bedoeld in artikel 2, eerste lid, uit. 2. Het college kan schuldhulpverlening in ieder geval weigeren in geval een persoon al eerder gebruik heeft gemaakt van schuldhulpverlening. 3. Het college kan schuldhulpverlening in ieder geval weigeren in geval een persoon fraude heeft gepleegd die financiële benadeling van een bestuursorgaan tot gevolg heeft en die persoon in verband daarmee onherroepelijk strafrechtelijk is veroordeeld of een onherroepelijke bestuurlijke sanctie, die beoogt leed toe te voegen, is opgelegd. 4. Een vreemdeling kan voor het verlenen van schuldhulpverlening slechts in aanmerking komen indien hij een ingezetene is die rechtmatig in Nederland verblijf houdt in de zin van artikel 8, onder a tot en met e en l, van de Vreemdelingenwet 2000.
5 Wet gemeentelijke schuldhulpverlening	Artikel 5. Moratorium 1. Het college kan de rechtbank verzoeken een afkoelingsperiode af te kondigen, waarin elke bevoegdheid van de schuldeiser tot verhaal op de goederen van de schuldenaar en tot opeising van goederen die zich in de macht van de schuldenaar bevinden niet kan worden uitgeoefend, voor een periode van maximaal zes maanden. 2. Een afkoelingsperiode als bedoeld in het eerste lid wordt slechts afgekondigd indien deze periode noodzakelijk is in het kader van schuldhulpverlening en indien is voldaan aan bij algemene maatregel van bestuur gestelde nadere voorwaarden. 3. Bij algemene maatregel van bestuur kunnen verplichtingen worden aangewezen die door de schuldenaar tijdens de afkoelingsperiode, bedoeld in het eerste lid, worden nagekomen.
6 Besluit breed moratorium	1. Het college is gehouden de rechtbank te verzoeken om tussentijdse beëindiging van de afkoelingsperiode indien: a. het verzoek voor een afkoelingsperiode blijkt te zijn gebaseerd op onjuiste informatie van de kant van de schuldenaar en geen verzoek zou zijn gedaan als het college had beschikt over de juiste gegevens; b. de machtiging aan de schuldhulpverlener tot beheer van de boedel van de schuldenaar is ingetrokken of handelingen zijn of worden verricht waardoor een of meerdere schuldeisers worden benadeeld; c. de schuldenaar wordt geacht weer aan al zijn betalingsverplichtingen te kunnen voldoen; d. het met de afkoelingsperiode samenhangende schuldhulpverleningstraject is of wordt beëindigd; e. de schuldenaar in ernstige mate of herhaaldelijk tekortschiet in de nakoming van een van de in artikel 4, onderdelen a tot en met d dan wel f, genoemde verplichtingen; f. de schuldenaar de in artikel 4, onderdeel e, genoemde betalingsverplichtingen heeft geschonden, waardoor ten aanzien van ten minste één van die verplichtingen een betalingsachterstand is ontstaan van één maand of meer. 2. In overige gevallen kan het college de rechtbank verzoeken om tussentijdse beëindiging van de afkoelingsperiode. 3. De schuldenaar kan de rechtbank verzoeken om tussentijdse beëindiging van de afkoelingsperiode als hij aannemelijk maakt in staat te zijn aan zijn betalingsverplichtingen te kunnen voldoen. 4. De afkoelingsperiode eindigt van rechtswege met het overlijden van de schuldenaar.