Tweede wijziging Algemeen aanwijzingsbesluit gebied Centrum bij de APV Rotterdam 2012

De gebiedscommissie Centrum,

 

gelet op de artikel 5:12, vierde lid, van de Algemene plaatselijke verordening Rotterdam 2012, de Verordening op de gebiedscommissie Rotterdam 2014 en de daarbij behorende bijlage 1 ‘taken en bevoegdhedenlijst gebiedscommissies Rotterdam’;

 

overwegende dat,

  • -

    gebleken is dat de ondergrondse fietsenstalling van station Rotterdam Centraal regelmatig geen plaats meer biedt voor het stallen van fietsen;

  • -

    op grond van de APV Rotterdam 2012 ter plaatse een maximale stallingduur van vier weken geldt en mede door deze lange stallingduur er regelmatig geen plaats meer is voor het stallen van fietsen;

  • -

    in het jaar 2016 in totaal 1026 fietsen uit de stalling zijn verwijderd die langer dan vier weken onbeheerd gestald waren;

  • -

    door het intensieve gebruik van de stalling het langdurig stallen van fietsen ernstige overlast veroorzaakt nu veel fietsers daardoor moeilijk of niet meer kunnen stallen en in de omgeving van station Rotterdam Centraal een verbod geldt voor het stallen van fietsen buiten de daarvoor bestemde plaatsen;

  • -

    de APV Rotterdam 2012 in artikel 5:12, vierde lid, de mogelijkheid biedt om ter voorkoming van ernstige overlast de stallingduur terug te brengen naar ten hoogste twee weken;

besluit vast te stellen:

 

Tweede wijziging van het Algemeen aanwijzingsbesluit gebied Centrum bij de APV Rotterdam 2012

Artikel I

Het Algemeen aanwijzingsbesluit gebied Centrum bij de APV Rotterdam 2012 wordt als volgt gewijzigd.

 

A

 

Aan artikel 6 wordt een lid toegevoegd, luidende:

  • 3.

    Ter uitvoering van het bepaalde in artikel 5:12, vierde lid, APV Rotterdam 2012, waar het verboden is op door het college ter voorkoming of opheffing van ernstige overlast aangewezen wegen of weggedeelten fietsen of bromfietsen langer dan twee weken onbeheerd te laten staan, wordt aangewezen de ondergrondse fietsenstalling aan de zuidzijde van station Rotterdam Centraal (Stationsplein 298).

B

 

In bijlage 1 wordt in onderdeel A “Stationsplein” vervangen door: Stationsplein, met uitzondering van de ondergrondse fietsenstalling.

Artikel II

Dit besluit wordt gepubliceerd in het gemeenteblad en treedt in werking op 1 december 2017.

 

Aldus vastgesteld in de vergadering van 28 augustus 2017.

De gebiedsdirecteur,

drs. F. Maquart

De voorzitter,

S.W. Ebbinge, MSc

Toelichting

De ondergrondse fietsenstalling aan de zuidzijde van station Rotterdam Centraal (ingang Stationsplein) wordt zo goed gebruikt dat de stalling regelmatig geheel bezet is.

 

In het jaar 2016 zijn door de afdeling Toezicht & Handhaving van het cluster Stadsbeheer 1026 weesfietsen verwijderd uit de gemeentelijke fietsenstalling. Dit zijn fietsen die langer dan 4 weken onbeheerd in de stalling staan. Artikel 5:12 APV Rotterdam 2015, in samenhang gelezen met artikel 6 van het Algemeen aanwijzingsbesluit gebied Centrum bij de APV Rotterdam 2012 staat een dergelijke langdurige stalling niet toe. Gecorrigeerd met de tijdsperiode, laat 2017 een toename van het aantal verwijderde weesfietsen met 15% zien. Het langdurig stallen van fietsen is een probleem: het leidt ertoe dat de fietsenstalling dichtslibt, waardoor de dagelijkse gebruikers van de stalling onvoldoende stallingsplek kan worden aangeboden.

 

Als de ondergrondse stalling niet voldoende capaciteit kan bieden, zullen fietsers hun fiets op het Stationsplein of de directe omgeving daarvan stallen, hetgeen niet is toegestaan. Gebleken is dat het aantal verwijderde fietsen in het Centraal Stationskwartier, gecorrigeerd met de tijdsperiode, in het jaar 2017 bijna is verdubbeld ten opzicht het van jaar 2016. Reden voor deze toename kan zijn dat de fietsenstalling als vol wordt ervaren. Behalve dat het stallen op het Stationsplein en de directe omgeving daarvan de kwaliteit van de openbare ruimte aantast, zal dit ook leiden tot hinder en overlast.

Om dit te voorkomen zal op korte termijn de gemeentelijke stalling worden aangepast. Er zal er een verschuiving plaatsvinden van de betaalde stalling van NS (die nu een lagere bezetting heeft), waardoor 500 stallingsplekken aan de gemeentelijke stalling worden toegevoegd. Naast deze maatregel wordt met dit besluit de maximale stallingsduur verkort naar 2 weken (14 dagen). Beide maatregelen zullen leiden tot extra stallingsruimte, waardoor kan worden voorkomen dat fietsers hun fietsen in de buitenruimte rondom het centraal station zullen stallen.

Bezwaarclausule

Belanghebbenden kunnen tegen dit besluit binnen zes weken na de datum van de publicatie ervan een bezwaarschrift indienen bij de het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Rotterdam.

 

Dit bezwaarschrift moet ondertekend zijn en ten minste bevatten:

  • naam en adres van de indiener;

  • datum bezwaarschrift;

  • de gronden van het bezwaar;

  • een omschrijving van het besluit waartegen het bezwaar zich richt.

Het bezwaarschrift moet worden gezonden naar:

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Rotterdam

t.a.v. de Algemene Bezwaarschriftencommissie

Postbus 1011

3000 BA ROTTERDAM.

 

Faxnummer Algemene Bezwaarschriftencommissie: (010) 267 6300.

 

Het bezwaarschrift kan ook digitaal worden ingediend op Rotterdam.nl/pdc: bezwaarindienen. Hiervoor is nodig een DigiD-code, of voor bedrijven een E-herkenning, die kan worden aangevraagd via digid.nl, respectievelijk eherkenning.nl. Het bezwaarschrift kan niet op een andere digitale wijze (bijvoorbeeld per e-mail) worden ingediend.

Dit gemeenteblad 2018, nummer 70, is uitgegeven op 25 mei 2018 en ligt op dins-, woens- en donderdagen van 9.00 tot 13.00 uur ter inzage bij het Bestuurlijk Informatiecentrum Rotterdam (BIR), locatie Wachtruimte Timmerhuis, Halve Maanpassage 1 (trap op, melden bij Informatiebalie)

(Zie ook: www.bis.rotterdam.nl – Regelgeving of Gemeentebladen chronologisch)

Naar boven