Gemeenteblad van Reusel-De Mierden
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Reusel-De Mierden | Gemeenteblad 2018, 119015 | Verordeningen |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Reusel-De Mierden | Gemeenteblad 2018, 119015 | Verordeningen |
Algemene subsidieverordening gemeente Reusel-De Mierden 2018
Artikel 1. Begripsomschrijvingen
In deze verordening wordt verstaan onder:
Algemene groepsvrijstellingsverordening: verordening (EG) nr. 800/2008 van de Commissie van de Europese Gemeenschappen van 6 augustus 2008 waarbij bepaalde categorieën steun op grond van de artikelen 87 en 88 van het Verdrag met de gemeenschappelijke markt verenigbaar worden verklaard („de algemene groepsvrijstellingsverordening”) (PbEU L 214/3) , dan wel later daarvoor in de plaats tredende Europese regelgeving;
De-minimisverordening: verordening (EG) nr. 1998/2006 van de Commissie van Europese Gemeenschappen van 15 december 2006 betreffende de toepassing van de artikelen 87 en 88 van het Verdrag op de-minimissteun (PbEU L379/5), verordening (EG) nr. 1535/2007 van de Commissie van de Europese Gemeenschappen van 20 december 2007 betreffende de toepassing van de artikelen 87 en 88 van het Verdrag op de-minimissteun in de landbouwproductiesector (PbEU L 337/35) en verordening (EG) nr. 875/2007 van de k. Commissie van de Europese Gemeenschappen van 24 juli 2007 betreffende de toepassing van de artikelen 87 en 88 van het Verdrag op de-minimissteun in de visserijsector en tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1860/2004 (PbEU L 193/6), dan wel later daarvoor in de plaats tredende Europese regelgeving;
Deze verordening is van toepassing op de verstrekking van subsidies door burgemeester en wethouders, met uitzondering van subsidies waarvoor bij afzonderlijke verordening een uitputtende regeling is getroffen en subsidies als bedoeld in artikel 4:23, derde lid, van de Algemene wet bestuursrecht (subsidies waarvoor geen wettelijke grondslag nodig is).
Burgemeester en wethouders stellen bij nadere regeling (hierna te noemen: subsidieregeling) vast welke activiteiten in aanmerking kunnen komen voor subsidie. Voor zover van toepassing, wordt hierin tevens bepaald welke doelgroepen voor subsidie in aanmerking komen, hoe de subsidie wordt berekend en hoe de subsidiebedragen worden uitbetaald.
Artikel 9. Weigerings-, intrekkings- en terugvorderingsgronden
Voor zover dit niet is bepaald bij subsidieregeling, wordt bij de verleningsbeschikking vermeld op welke wijze de subsidieontvanger de besteding van de subsidie dient te verantwoorden.
Artikel 14. Vergoedingsplicht bij vermogensvorming
De hoogte van de vergoeding is het gedeelte van de waarde van het vermogen van de subsidieontvanger, dat evenredig is aan het gedeelte van zijn totale inkomsten dat gedurende de laatste tien jaar de subsidie is geweest. Als nog geen tien jaar subsidie is verstrekt, wordt de verschuldigde vergoeding berekend op basis van het aantal jaren gedurende welke zij wel is verstrekt.
Bij de bepaling van de waarde van de vermogensbestanddelen wordt uitgegaan van hun waarde op het tijdstip waarop de vergoeding verschuldigd wordt, met dien verstande dat bij verlies of beschadiging van goederen wordt uitgegaan van het bedrag dat als schadevergoeding door de subsidieontvanger is ontvangen. De waarde van de onroerende goederen wordt bepaald op basis van hun waarde in het economisch verkeer, die van de roerende goederen op basis van hun boekwaarde. De geldmiddelen, waaronder begrepen de banksaldi, worden gewaardeerd op hun nominale waarde.
De waarde van onroerende goederen wordt vastgesteld door een onafhankelijke deskundige, die daartoe door het college in overeenstemming met de subsidieontvanger wordt aangewezen. Bij gebreke aan overeenstemming vindt bedoelde taxatie plaats door drie onafhankelijke deskundigen van wie een door het college en een door de subsidieontvanger wordt aangewezen, en de derde door de beide eerst aangewezenen. Als zij het over de taxatie niet eens worden, beslist de derde deskundige.
Artikel 15. Aan een subsidie te verbinden bijzondere verplichtingen
Bij subsidies hoger dan € 25.000, verleend voor activiteiten die meer dan een jaar in beslag nemen, kan de verplichting worden opgelegd tot het tussentijds afleggen van rekening en verantwoording over de tot dan verrichte activiteiten en de daaraan verbonden uitgaven en inkomsten. De verantwoording wordt niet vaker dan één keer per jaar verlangd.
Artikel 16. Eindverantwoording subsidies tot en met € 5.000
Bij een ambtshalve vaststelling als bedoeld in het vorige lid kan de aanvrager worden verplicht om op de daarbij aangegeven wijze aan te tonen dat de activiteiten waarvoor de subsidie wordt verstrekt, zijn verricht en dat is voldaan aan de aan de subsidie verbonden verplichtingen. In dat geval vindt de vaststelling plaats binnen tien weken nadat de gevraagde inlichtingen zijn verstrekt.
Artikel 20. Subsidievaststelling
Als een aanvraag tot subsidievaststelling niet voor het tijdstip, bedoeld in de artikelen 15, 16, 17, 18 en 20 is ingediend, kunnen burgemeester en wethouders de subsidieontvanger schriftelijk een nieuwe termijn stellen. Wordt de aanvraag niet binnen deze termijn ingediend dan kunnen zij overgaan tot ambtshalve vaststelling.
Burgemeester en wethouders kunnen het bij en krachtens deze verordening bepaalde, met uitzondering van de artikelen 2, 3 en 4 van deze verordening, in individuele gevallen buiten toepassing laten of daarvan afwijken voor zover de toepassing van die bepalingen voor de subsidieaanvrager of -ontvanger gevolgen zou hebben die onevenredig zijn in verhouding tot de met de betrokken bepalingen te dienen doelen.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/gmb-2018-119015.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.