Verordening kabels en leidingen gemeente Súdwest-Fryslân

De raad van de gemeente Súdwest-Fryslân;

 

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 27 maart 2018;

 

overwegende dat het wenselijk is om een verordening vast te stellen met het oog op minimalisatie van overlast en maatschappelijke kosten, alsmede een efficiënt gebruik van de openbare ruimte met betrekking tot werkzaamheden aan kabels en/of leidingen;

 

gelet op artikel 1 van de Belemmeringenwet privaatrecht, artikelen 5.2 en 5.4, vierde lid, van de Telecommunicatiewet en artikel 149 en 229 van de Gemeentewet;

 

b e s l u i t :

 

vast te stellen de volgende verordening: Verordening kabels en leidingen Súdwest-Fryslân inzake werkzaamheden in verband met de aanleg, instandhouding en opruiming van kabels en/of leidingen.

 

HOOFDSTUK 1 ALGEMENE BEPALINGEN

ARTIKEL 1 BEGRIPSBEPALINGEN

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    belanghebbenden: de omwonenden en bedrijfsmatige gebruikers van alle percelen, grenzend aan het tracé van kabels en/of leidingen;

  • b.

    breekverbod: verbod voor het uitvoeren van werkzaamheden, zoals genoemd in onderdeel n. van dit artikel;

  • c.

    gedoogplichtige: degene op wie een gedoogplicht rust als bedoeld in artikel 1 van de Belemmeringenwet privaatrecht, artikel 5.2, eerste lid, van de Telecommunicatiewet, een publiekrechtelijke vergunning of een privaatrechtelijke overeenkomst;

  • d.

    instemmingsbesluit: besluit van burgemeester en wethouders op een aanvraag tot instemming van de voorgenomen werkzaamheden, zoals genoemd in onderdeel n. van dit artikel, voor kabels ten dienste van een openbaar elektronisch communicatienetwerk;

  • e.

    kabels en/of leidingen: een of meer kabels en/of leidingen die onderdeel zijn van een openbaar (elektronisch communicatie)netwerk, daaronder mede begrepen de daarmee verbonden transformator-, schakel-, verdeel- en onderstations, distributie- en/of mutatiepunten, en tevens omvattende lege buizen, ondergrondse ondersteuningswerken en beschermingswerken, bestemd voor het transport van vaste, vloeibare of gasvormige stoffen, van energie of van informatie;

  • f.

    melding: aanvraag van voor werkzaamheden van niet ingrijpende aard of spoedeisende werkzaamheden;

  • g.

    marktconforme kosten: kosten zoals deze onder normale omstandigheden in een markteconomie op de desbetreffende markt worden gemaakt;

  • h.

    netbeheerder: degene die als natuurlijk persoon handelend in de uitoefening van een beroep of bedrijf dan wel als rechtspersoon acteert als beheerder van een al dan niet openbaar netwerk;

  • i.

    netwerk: samenstel van kabels of leidingen;

  • j.

    niet-openbare kabels: kabels en/of leidingen, dan wel het netwerk waartoe deze behoren, die niet gebruikt worden om openbare, zijnde voor het publiek beschikbare, diensten aan te bieden;

  • k.

    openbare ruimte: openbare wegen met inbegrip van de daartoe behorende stoepen, glooiingen, bermen, sloten, bruggen, viaducten, tunnels, duikers, beschoeiingen en andere werken; wateren met de daartoe behorende bruggen, plantsoenen, pleinen en andere plaatsen, die voor eenieder toegankelijk zijn;

  • l.

    registratiesysteem: digitaal systeem dat de gemeente gebruikt om meldingen en/of vergunning-/instemmingsaanvragen van werkzaamheden, zoals genoemd in onderdeel n. van dit artikel, en alles wat daarmee samenhangt te verwerken;

  • m.

    spoedeisende werkzaamheden: werkzaamheden zoals genoemd in onderdeel n. van dit artikel, voor reparatie of onderhoud waarvan uitstel niet mogelijk is als een ernstige belemmering of storing van de dienstverlening in het betreffende netwerk is opgetreden of afsluitingen vanwege wanbetaling;

  • n.

    werkzaamheden: handmatige en/of mechanische (graaf)werkzaamheden, waaronder ook begrepen het opbreken en herstellen van de sleufbedekking en sleufloze technieken, in of op openbare grond in verband met de aanleg, instandhouding en opruiming van kabels en/of leidingen;

  • o.

    werkzaamheden van niet ingrijpende aard:

    • werkzaamheden, zoals genoemd in onderdeel n. van dit artikel, met een gezamenlijke tracélengte tot 25 meter en waarbij geen wegen, watergangen of groenvoorzieningen volledig worden gekruist en/of bovengrondse voorzieningen worden geplaatst;

    • het aanbrengen of verwijderen van kabels en/of leidingen in reeds aangebrachte voorzieningen;

    • het maken van maximaal twee opbrekingen met elk een afmeting van maximaal 4 m².

  • p.

    vergunning: besluit van burgemeester en wethouders op een aanvraag van de voorgenomen werkzaamheden, zoals genoemd in onderdeel n. van dit artikel, behoudens voor kabels ten dienste van een openbaar elektronisch communicatienetwerk.

 

ARTIKEL 2 TOEPASSELIJKHEID

  • 1.

    Deze verordening is van toepassing op werkzaamheden door of namens een netbeheerder in of op openbare gronden binnen de gemeente Súdwest-Fryslân.

  • 2.

    Het bepaalde in deze verordening geldt niet voor zover hierin reeds is voorzien in de Telecommunicatiewet.

 

ARTIKEL 3 NADERE REGELS

  • 1.

    Burgemeester en wethouders kunnen ter uitvoering van deze verordening nadere regels vaststellen.

  • 2.

    Deze nadere regels hebben betrekking op:

    • a.

      openbare orde en veiligheid;

    • b.

      het tijdstip, de plaats en de wijze van uitvoering van werkzaamheden;

    • c.

      het bevorderen van het medegebruik van voorzieningen;

    • d.

      ondergrondse ordening, planning en coördinatie van werkzaamheden;

    • e.

      de te verstrekken gegevens alsmede over de wijze waarop die dienen te worden verstrekt.

 

HOOFDSTUK 2 AANVRAGEN EN MELDEN VAN WERKZAAMHEDEN

ARTIKEL 4 INSTEMMINGS- EN VERGUNNINGSVEREISTE

  • 1.

    Het is verboden werkzaamheden te verrichten zonder of in afwijking van een door burgemeester en wethouders genomen instemmingsbesluit of verstrekte vergunning.

  • 2.

    Voor het verrichten van spoedeisende werkzaamheden of werkzaamheden van niet ingrijpende aard is geen instemmingsbesluit of vergunning, als bedoeld in het eerste lid, noodzakelijk, maar kan worden volstaan met een door burgemeester en wethouders goedgekeurde melding. De raad is bevoegd om redenen van veiligheid delen van het grondgebied aan te wijzen waarvoor het voorgaande niet van toepassing is.

  • 3.

    De werkzaamheden dienen binnen een jaar na de datum waarop het instemmingsbesluit of vergunning onherroepelijk is geworden te zijn voltooid.

  • 4.

    De werkzaamheden van niet ingrijpende aard dienen binnen het in de goedgekeurde melding bepaalde tijdvak te zijn voltooid.

  • 5.

    Het in het eerste lid opgenomen verbod is niet van toepassing op werkzaamheden van de gemeente.

  • 6.

    Behoudens in geval van spoedeisende werkzaamheden zijn bij extreme weersomstandigheden en/of evenementen burgemeester en wethouders bevoegd een breekverbod in te stellen. De vaststelling dat er sprake is van extreme weersomstandigheden is een bevoegdheid van burgemeester en wethouders. De termijnen zoals bedoeld in het derde lid worden automatisch verlengd met de periode van het breekverbod. Uiterlijk één dag voor beëindiging van het breekverbod, zullen burgemeester en wethouders de betrokken uitvoerende partij(en) hierover informeren.

 

ARTIKEL 5 AANVRAGEN EN MELDEN

  • 1.

    Voor het uitvoeren van de werkzaamheden dient een instemmingsbesluit of vergunning, als bedoeld in artikel 4, bij burgemeester en wethouders te worden aangevraagd. De aanvraag tot instemming van voorgenomen werkzaamheden ten behoeve van een openbaar elektronisch communicatienetwerk geldt als melding als bedoeld in artikel 5.4, eerste lid, onderdeel a van de Telecommunicatiewet.

  • 2.

    In verband met de voorgenomen werkzaamheden kan vooroverleg plaatsvinden met burgemeester en wethouders teneinde de aanvraag, als bedoeld in het eerste lid, voor te bereiden. Ten aanzien van de uitvoering van de werkzaamheden, worden zo nodig per geval concrete afspraken gemaakt.

  • 3.

    Als de werkzaamheden ook betrekking hebben op openbare gronden van een andere gedoogplichtige dan de gemeente en/of als er tevens een aanvraag voor een vergunning al dan niet bij een ander bestuursorgaan op grond van een andere wet is ingediend, dan stelt de aanvrager burgemeester en wethouders hiervan op de hoogte.

  • 4.

    Werkzaamheden van niet ingrijpende aard dienen uiterlijk twee werkdagen voorafgaand aan de start van de werkzaamheden gemeld te worden bij burgemeester en wethouders.

  • 5.

    Spoedeisende werkzaamheden dienen voorafgaand aan de start van de werkzaamheden gemeld te worden bij de burgemeester van de gemeente Súdwest-Fryslân of bij een daartoe door hem gemachtigd ambtenaar. Als een melding vooraf niet mogelijk is, moet de melding uiterlijk binnen een werkdag na de start van de uitvoering gemotiveerd worden gedaan.

 

ARTIKEL 6 GEGEVENSVERSTREKKING

  • 1.

    Voor het aanvragen van een instemmingsbesluit of vergunning, als bedoeld in artikel 5, eerste lid, dient gebruik te worden gemaakt van de daartoe door burgemeester en wethouders vastgestelde (digitale) formulieren of registratiesysteem.

  • 2.

    Bij een aanvraag voor een instemmingsbesluit of vergunning, als bedoeld in artikel 5, eerste lid, dienen in ieder geval de volgende gegevens te worden verstrekt:

    • a.

      naam-, adres- en woonplaatsgegevens van de netbeheerder;

    • b.

      als het een aanvraag betreft voor het verrichten van werkzaamheden voor of namens een netbeheerder de naam-, adres- en woonplaatsgegeven van de gemachtigde en een schriftelijke machtiging bij de eerste aanvraag van enig kalenderjaar;

    • c.

      een opgave van het aantal, de soort, de aard en het beoogde gebruik van de kabels en/of leidingen;

    • d.

      vereiste vergunning(en), ontheffing(en) of toestemming(en) op grond van overige wetgeving, alsmede informatie over de afstemming met andere gedoogplichtigen;

    • e.

      een digitale BGT tekening (DWG- en/of PDF-formaat) met legenda en eenduidige en volledige maatvoering (RD-coördinaten) met daarop aangegeven:

      • 1.

        een opgave van het gewenste tracé;

      • 2.

        een opgave van de tijdelijke en permanente voorzieningen;

    • f.

      overtuigende gegevens en inzicht omtrent de uitvoerbaarheid van de voorgenomen werkzaamheden binnen de beschikbare ruimte, waaruit ook blijkt dat de bereikbaarheid van de overige kabels en/of leidingen blijft gewaarborgd;

    • g.

      de tracélengte en de lengte en breedte van de te graven sleuf, alsmede de aard van de sleufbedekking;

    • h.

      de voorgenomen datum van aanvang en beëindiging van de werkzaamheden;

    • i.

      een opgave van het aantal kabels en/of leidingen dat direct in gebruik wordt genomen en het aantal kabels en/of leidingen dat niet direct in gebruik wordt genomen;

  • 3.

    Voor een melding, als bedoeld in artikel 4, tweede lid, dient gebruik te worden gemaakt van de daartoe door burgemeester en wethouders vastgestelde (digitale) formulieren of registratiesysteem. De volgende gegevens dienen daarbij in ieder geval te worden verstrekt:

    • a.

      naam-, adres-, woonplaatsgegevens- en telefoonnummer van de netbeheerder;

    • b.

      als het een aanvraag betreft voor het verrichten van werkzaamheden voor of namens een netbeheerder de naam-, adres-, woonplaatsgegeven- en telefoonnummer van de gemachtigde en een schriftelijke machtiging bij de eerste aanvraag van enig kalenderjaar;

    • c.

      de uitvoerende partij, het adres van de graaflocatie(s), inclusief een situatieschets;

    • d.

      de lengte en breedte van de sleuf of montagegat(en), alsmede de aard van de sleufbedekking die wordt opengebroken;

    • e.

      de datum van aanvang van de werkzaamheden.

       

ARTIKEL 7 VOORSCHRIFTEN EN WEIGERINGSGRONDEN

  • 1.

    Burgemeester en wethouders kunnen aan het verstrekken van een vergunning, instemmingsbesluit of goedkeuring van een melding, voorschriften of beperkingen verbinden, dan wel een vergunning weigeren, in het belang van:

    • a.

      de openbare orde;

    • b.

      veiligheid, waaronder mede verstaan wordt de verkeersveiligheid;

    • c.

      voorkoming van schade (aan nutsvoorzieningen, bouw- en wegconstructies en bomen);

    • d.

      het voorkomen of beperken van overlast, waaronder mede verstaan wordt het afstemmen met andere werkzaamheden, een goede doorstroming van het verkeer en de bescherming van groenvoorzieningen, bomen en beplantingen en van het uiterlijke aanzien van de omgeving;

    • e.

      de bereikbaarheid van gronden of gebouwen, waaronder mede verstaan wordt het veilig en doelmatig gebruik, beheer, en onderhoud van openbare gronden en gebouwen en het belang van evenementen;

    • f.

      de ondergrondse ordening, waaronder mede verstaan wordt het beschermen van reeds in de grond aanwezige werken en eventuele in de grond aanwezige objecten zoals archeologische vondsten.

  • 2.

    De voorschriften en weigeringsgronden, zoals genoemd in het eerste lid, kunnen slechts betrekking hebben op:

    • a.

      het tijdstip, de plaats en wijze van uitvoering van werkzaamheden;

    • b.

      het bevorderen van medegebruik van voorzieningen die door derden of de gemeente Súdwest-Fryslân tegen marktconforme kosten ter beschikking worden gesteld;

    • c.

      afstemming met betrekking tot overige in de grond aanwezige werken.

  • 3.

    De belanghebbenden ter plaatse van de uit te voeren werkzaamheden dienen schriftelijk te worden geïnformeerd over aanvang, duur, aard en plaats van de werkzaamheden.

  • 4.

    Het is verplicht na het einde van de werkzaamheden de grond, eventuele verhardingen en beplanting terug te brengen in de oude staat, tenzij burgemeester en wethouders vooraf hebben aangegeven hier (gedeeltelijk) zelf zorg voor te willen dragen.

 

ARTIKEL 8 (MEDE)GEBRUIK VAN VOORZIENINGEN

  • 1.

    Op verzoek van burgemeester en wethouders wordt bij de werkzaamheden zoveel mogelijk (mede)gebruik gemaakt van bestaande, hetzij door overige netbeheerders dan wel door of in opdracht van burgemeester en wethouders aangelegde, voorzieningen indien dit technisch en economisch haalbaar is en medegebruik geen belemmering vormt voor de veiligheid, toegankelijkheid en leveringszekerheid.

  • 2.

    In het vooroverleg als bedoeld in artikel 5, tweede lid, wordt mede bepaald of en, zo ja, langs welke delen van het tracé gebruik kan worden gemaakt van bestaande voorzieningen als bedoeld in het eerste lid.

 

ARTIKEL 9 TERMIJNEN

  • 1.

    Een beslissing op een aanvraag voor een instemmingsbesluit of vergunning wordt genomen uiterlijk acht weken na de dag van ontvangst van de aanvraag.

  • 2.

    Indien een instemmingsbesluit of vergunning niet binnen de bij wettelijk voorschrift bepaalde termijn kan worden gegeven, delen burgemeester en wethouders dit aan de aanvrager mede en noemen daarbij een termijn waarbinnen het instemmingsbesluit of de vergunning wel tegemoet kan worden gezien.

  • 3.

    De termijnverlenging als bedoeld in het vorige lid bedraagt maximaal vier weken.

  • 4.

    De goedkeuring op een melding voor werkzaamheden van niet ingrijpende aard wordt genomen binnen twee werkdagen.

  • 5.

    De goedkeuring op een melding voor spoedeisende werkzaamheden volgt, met in acht name van het bepaalde in artikel 14, tweede lid, uiterlijk twee werkdagen nadat de melding is gedaan.

  • 6.

    Paragraaf 4.1.3.3. van de Algemene wet bestuursrecht is niet van toepassing.

     

HOOFDSTUK 3 OVERIGE BEPALINGEN

ARTIKEL 10 HET NEMEN VAN MAATREGELEN EN NADEELCOMPENSATIE

  • 1.

    Burgemeester en wethouders en de netbeheerder zullen bij het nemen van maatregelen, waaronder het verplaatsen, ten aanzien van kabels en/of leidingen elkaars schade zo veel mogelijk beperken.

  • 2.

    Het bepaalde in dit artikel geldt niet voor zover hierin reeds is voorzien in (privaatrechtelijke) schriftelijke afspraken tussen partijen.

  • 3.

    De netbeheerder is verplicht op aanwijzing van burgemeester en wethouders over te gaan tot het nemen van maatregelen, waaronder het verplaatsen, ten aanzien van kabels en/of leidingen ten dienste van zijn netwerk.

  • 4.

    Eventuele nadeelcompensatie in verband met het bepaalde in het tweede lid wordt verleend op basis van een publiekrechtelijke regeling.

 

ARTIKEL 11 EFFICIËNTE ORDENING KABELS EN LEIDINGEN

  • 1.

    Burgemeester en wethouders dragen zorg voor de regie voor een efficiënte ordening van kabels en/of leidingen in gronden die in eigendom zijn van de gemeente. Hierbij worden de NEN-normen NEN 7171-1 en NPR 7171-2 zo veel mogelijk in acht genomen.

  • 2.

    Burgemeester en wethouders zorgen er tevens voor dat het tracé waarin zich kabels en leidingen bevinden vrij wordt gehouden van diep wortelende beplanting, waaronder bomen, en straatmeubilair.

  • 3.

    Burgemeester en wethouders organiseren ten minste twee maal per jaar een overleg, waarvoor in elk geval de bij de gemeente Súdwest-Fryslân bekende netbeheerders en andere betrokken partijen of belanghebbenden worden uitgenodigd.

  • 4.

    In dit overleg worden de plannen van de gemeente en van de diverse netbeheerders en andere betrokken partijen of belanghebbenden uitgewisseld met betrekking tot alle uit te voeren infrastructurele projecten in de openbare ruimte op de korte-, middellange- en lange termijn.

 

ARTIKEL 12 NIET-OPENBARE KABELS EN/OF LEIDINGEN

  • 1.

    Bij werkzaamheden aan niet-openbare kabels en/of leidingen is het bepaalde in deze verordening van overeenkomstige toepassing.

  • 2.

    Het eerste lid van dit artikel in deze verordening houdt geen gedoogplicht in voor de gemeente Súdwest-Fryslân met betrekking tot niet-openbare kabels en/of leidingen.

 

ARTIKEL 13 INFORMATIEPLICHT

  • 1.

    De netbeheerder stelt burgemeester en wethouders onverwijld en schriftelijk in kennis van het in of uit gebruik nemen van een kabel en/of leiding dan wel dat een kabel en/of leiding niet langer ten dienste staat van een netwerk in of op openbare gronden. Burgemeester en wethouders kunnen hiervoor een overzicht van alle (niet) in gebruik zijnde kabels en/of leidingen verlangen.

  • 2.

    De netbeheerder stelt burgemeester en wethouders in kennis van het feit dat het eigendom, de exploitatie of het beheer van de kabel of leiding verandert.

     

HOOFDSTUK 4 TOEZICHT- EN HANDHAVINGSBEPALINGEN

ARTIKEL 14 TOEZICHT EN HANDHAVING

  • 1.

    Met het toezicht op de naleving van het bepaalde bij of krachtens deze verordening zijn belast de bij besluit van burgemeester en wethouders aangewezen personen.

  • 2.

    Indien burgemeester en wethouders vaststellen dat de verplichtingen van deze verordening niet zijn nagekomen, kunnen burgemeester en wethouders besluiten handhavend op te treden dan wel legalisatie achteraf van de ontstane situatie verlangen met inachtneming van de bepalingen zoals vastgelegd in de Algemene wet bestuursrecht. Indien blijkt dat de uitgevoerde werkzaamheden zijn gemeld maar dat hiervoor een vergunning of instemmingsbesluit is vereist, is dit artikel van overeenkomstige toepassing.

  • 3.

    Onverminderd het bepaalde in het tweede lid en hun overige wettelijke bevoegdheden zijn burgemeester en wethouders bevoegd, met kennisgeving vooraf aan de netbeheerder, het instemmingsbesluit of de vergunning in te trekken, dan wel de werkzaamheden stil te leggen indien er wordt gewerkt:

    • a.

      zonder vergunning of instemmingsbesluit of zonder melding;

    • b.

      de vergunning of instemming is verleend ten gevolge van onjuiste of onvolledige gegevens;

    • c.

      de vergunning of instemming in strijd met enig wettelijk voorschrift is afgegeven;

    • d.

      in afwijking van de voorschriften van de vergunning of het instemmingsbesluit;

    • e.

      in afwijking van de nadere regels;

    • f.

      in strijd met het geldende breekverbod.

       

HOOFDSTUK 5 OVERGANGS- EN SLOTBEPALINGEN

ARTIKEL 15 INTREKKING OUDE VERORDENING

De Telecommunicatieverordening Súdwest-Fryslân wordt ingetrokken.

 

ARTIKEL 16 OVERGANGSBEPALINGEN

  • 1.

    De verordening, genoemd onder artikel 15, en de Algemene Plaatselijke Verordening (APV) blijven van kracht op instemmings- en vergunningsverzoeken en meldingen waarop reeds krachtens diezelfde verordeningen is beslist, maar waarvan de uitvoering op het moment van inwerkingtreding van deze verordening nog niet is gerealiseerd.

  • 2.

    Deze verordening is van toepassing op de kabels en leidingen die aanwezig zijn op het moment dat deze verordening in werking treedt, ongeacht op welke grondslag deze zijn aangelegd.

  • 3.

    Op aanvragen en meldingen waarop bij de inwerkingtreding van deze verordening nog niet is beslist, wordt met toepassing van deze verordening een beslissing genomen.

 

ARTIKEL 17 SANCTIES

Overtreding van artikel 4, lid 1, 2, 3, 4 en 6, artikel 7, lid 1 of artikel 13, lid 1 en 2 wordt gestraft met hechtenis van ten hoogste twee maanden of een geldboete van de tweede categorie.

 

ARTIKEL 18 HARDHEIDSCLAUSULE

Burgemeester en wethouders hebben de bevoegdheid op grond van afweging van de te behartigen belangen en met in acht name van de redelijkheid en billijkheid in incidentele en te motiveren gevallen af te wijken van de bepalingen van deze verordening of deze buiten toepassing te laten.

 

ARTIKEL 19 INWERKINGTREDING

Deze verordening treedt in werking met ingang van de dag na bekendmaking.

 

ARTIKEL 20 CITEERTITEL

Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening kabels en leidingen gemeente Súdwest-Fryslân.

 

 

Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 17 mei 2018,

M.A. Berndsen-Jansen, voorzitter

G.W. Stegenga, griffier

Naar boven