Besluit van de gemeenteraad van de gemeente Opmeer houdende regels omtrent het Groenbeleidsplan 2018-2021

De raad van de gemeente Opmeer,

 

gelezen het voorstel van de burgemeester en de wethouders van 12 april 2018,

en gelet op het advies van de Commissie Ruimte het volgende;

 

besluit:

 

Het groenbeleidsplan 2018-2021 vast te stellen

 

 

Aanleiding

 

Gelijktijdig met de vierjaarlijkse herziening van het groen- en bomenbeleidsplan is de website tot stand gekomen waar u op dit moment te gast bent. Wij verwachten u met deze service op een ‘2018 manier’ en op overzichtelijke wijze wegwijs te kunnen maken in het beleid en het beheer van het openbare groen in uw gemeente.

 

In 2008 is een bomenbeleidsplan opgesteld en vervolgens in 2009 een groenbeleidsplan. Onderdeel van het raamprogramma is het actualiseren van de beleids-/beheerplannen eens per 4 jaar. Daarnaast heeft de gemeente aangegeven dat het bomenplan volledig geïntegreerd dient te zijn in het groenbeleidsplan.

 

Het is noodzakelijk dat het Groenbeleidsplan draagvlak heeft bij het gemeentebestuur, de burgers, het ambtelijke apparaat en de eigen groendienst. Zo wordt voorkomen dat de uitgangspunten voor het groenbeleid steeds opnieuw getoetst moeten worden.

 

Samenvatting

 

De gemeente streeft naar het behoud van het groene en open karakter van Opmeer, waar sprake is van een aantrekkelijke woon- en leefomgeving die schoon, heel en veilig is. Bestaande natuurwaarden worden gehandhaafd en functioneren, indien mogelijk, als recreatieve zone. Dit kan bijvoorbeeld gerealiseerd worden door ontsluitingen met fiets- en wandelpaden.

 

De gemeentelijke groenstructuur is opgebouwd uit bijna 4600 bomen en ruim 550.000 m² groenvlakken, zoals begraafplaatsen, oevers, bermen, gazon en parkjes. Deze elementen worden met elkaar verbonden door de hoofdstructuur, waarmee tevens de buitengebieden en de woonkernen gekoppeld zijn. Ecologische verbindingszones zijn hiermee tevens gewaarborgd. Het groen in het algemeen vertegenwoordigt ruimtelijke, historische, ecologische, recreatieve, economische, welzijns- en esthetische waarde. Bomen in de hoofdstructuur genieten extra bescherming.

 

Onder andere het goede onderhoud van het groen en de aanwezigheid van grote waardevolle groenzones wordt zeer op prijs gesteld. Minder gewaardeerd worden zaken die vooral met ‘niet slim inrichten‘ te maken hebben, zoals te kleine plantvakken en bomen in bestrating.

 

Door kwaliteitsgestuurd te beheren wil Opmeer de kwantiteit en kwaliteit van bestaande natuur beschermen, versterken en verbeteren. Daarvoor is een actieve houding en een steeds vernieuwend, verder ontwikkelend beleid nodig. Uiteraard wordt overkoepelend beleid (zoals Europees, landelijk en provinciaal) als leidend aanvaard. Helderheid in beleid en strategische uitvoering dient te zijn in communicatie, biodiversiteit, duurzaamheid groen, onkruidbeheersing, uitgifte snippergroen, oneigenlijk gebruik van gemeentegroen en het vergunningenbeleid. Ook van wezenlijk belang in de gemeente zijn de waterbergingsprojecten, waarmee ingespeeld wordt op de veranderende klimatologische omstandigheden, terwijl bestaande natuurwaarden en het open karakter van de gemeente behouden blijven.

 

In het voor u gepresenteerde groenbeleidsplan wordt uitvoerig ingegaan op verbeteringen in Opmeer, steeds toegespitst op groenstructuur en groenkwaliteit. Enkele reeds voltrokken projecten dienen als voorbeeld.

 

Doelstelling

 

Hoofddoelstelling: Een samenhangend beleid en beheer van het openbaar groen voor de gemeente, naar tevredenheid van bewoners. Waar mogelijk versterken van kwaliteiten voor de toekomst.

 

Het is noodzakelijk dat het Groenbeleidsplan draagvlak heeft bij het gemeentebestuur, de burgers, het ambtelijke apparaat en de eigen groendienst. Zo wordt voorkomen dat de uitgangspunten voor het groenbeleid steeds opnieuw getoetst moeten worden.

 

Visie gemeente Opmeer

Groenvisie van de gemeente Opmeer

Zoveel mogelijk behoud van de karakteristieke groene gemeente met haar open specifieke karakter.

 

De Groenvisie van de gemeente Opmeer is het op juiste wijze ontwikkelen en beheren van het gemeentelijk groen met inachtneming van duurzaamheidaspecten. Hierbij vormt de hoofdgroenstructuur de ‘Ruggengraat’ van het gemeentelijke groene karakter waarin bomen duurzaam te handhaven zijn. Deze visie geeft het bestaansrecht van groen in de bebouwde omgeving weer. Het beheer van groen is gekoppeld aan het belang van groen, de financiële inspanning daarmee ook.

Openbare ruimte

In het raadsprogramma staat de visie voor de openbare ruimte opgenomen:

 

De gemeente streeft naar een aantrekkelijke woon- en leefomgeving die schoon, heel en veilig is.

Toelichting visie

De gemeente Opmeer hecht veel waarde aan het groen in haar gemeente. Een groene woon- en leefomgeving is buitengewoon belangrijk voor het welzijn. De gemeente heeft de ambitie uitgesproken om het behoud van deze groene gemeente, met haar specifieke open karakter zoveel mogelijk te waarborgen. Hierdoor heeft goed onderhoud van het openbaar groen een hoge prioriteit.

Structuurvisie 2012-2025

De structuurvisie blikt vooruit op de periode tot 2025. In de structuurvisie zijn de verschillende ambities en ontwikkelingen op elkaar afgestemd en ruimtelijk vertaald. Het biedt een kader voor op te stellen ruimtelijke plannen en voor ondersteunende beleidsnota’s. Het is een visie die samenbindt en enthousiasmeert, die als kapstok en kader fungeert en die gedragen wordt, zowel binnen als buiten het gemeentehuis. Het huidige structuurplan, het ‘Intergemeentelijk structuurplan gemeenten Obdam, Wester-Koggenland en Opmeer’, voldoet op een aantal punten nog goed, maar heeft op andere punten actualisatie nodig vanwege:

 

  • de Wro en de daarin opgenomen grondexploitatiewet;

  • het nieuwe beleid van de verschillende overheden (AmvB ruimte, provinciale structuurvisie);

  • Noord Holland, regionaal beleid, gemeentelijke woonvisie);

  • algemene maatschappelijke ontwikkelingen zoals krimp en vergrijzing.

In de structuurvisie zijn verschillende uitgangspunten opgenomen. Het uitgangspunt dat voor het groenbeleidsplan van belang is, is hier opgenomen.

 

Uitgangspunten

De gemeente wil de bestaande natuurwaarden van de natuurgebieden behouden en zet zich tevens in voor verbetering van de mogelijkheden van het recreatief medegebruik van deze gebieden.

Huidige situatie

Globale opbouw gemeente Opmeer

Opmeer komt sinds 1310 al in beschrijvingen voor als Opmeer. De plaatsnaam verwijst naar het feit dat de plaats boven een meer was gelegen.

 

De huidige gemeente Opmeer bestaat uit de vijf kernen:

 

  • 1.

    Aartswoud

  • 2.

    De Weere

  • 3.

    Hoogwoud

  • 4.

    Opmeer

  • 5.

    Spanbroek

De gemeente ligt ten westen van de A7. Samenhang tussen de kernen wordt grotendeels bepaald door de lintbebouwing. Naast de kernen kent de gemeente nog een aantal buurtschappen:

 

  • 1.

    Gouwe

  • 2.

    Wadway

  • 3.

    Zandwerven

Opmeer was tot het begin van twintigste eeuw een typisch agrarische kern. De expansie van de bebouwing begon vanaf ongeveer 1960. Nieuwe woonwijken werden aangelegd waaronder de Bloemenwijk en de Planetenwijk in Opmeer en de uitbreiding in Spanbroek. Aan het eind van de 20e eeuw zijn Opmeer en Spanbroek samengesmolten tot één kern. Binnen de dorpen is veel van de karakteristieke bebouwing verdwenen. Aan de buitenranden en langs de toegangswegen is het oude, open, karakter van het Noord-Hollands landschap nog herkenbaar.

 

De gemeente Opmeer kenmerkt zich door zware kleigronden met daarin kreekruggen. De kreekruggen zijn in deze streek veelal de basis voor de bebouwing geweest. Een daarvan ligt in de gemeente Opmeer ongeveer in het traject Wognum, Wadway, Spanbroek, waarop de A.C. De Graafweg ligt. Een andere loopt van Opmeer, via Hoogwoud naar Aartswoud. Op een derde is De Weere gelegen. Onder Spanbroek is een waaierverkaveling zichtbaar. Rond de andere dorpen is een duidelijke strokenverkaveling zichtbaar. Plaatselijk is reliëf zichtbaar maar door ondermeer de bollenteelt is dit grotendeels geëgaliseerd.

 

Groenstructuur

Groene gebieden

De groenstructuur wordt gevormd door de bomen als ‘dragers’ en groenvlakken gevormd door: Begraafplaatsen, Sportcomplexen, Oevers, Bermen, Vijvers, Parkjes, Speelvelden, Recreatieterreinen, Grote groenelementen en Natuurspeeltuinen. Locaties van de groenstructuur worden hieronder in beeld gebracht (klik op de cijfers in de afbeelding voor meer informatie):

 

 

Spanbroek

  • Begraafplaatsen (Hertog Willemweg)

  • Sportcomplexen (Spanbroekerweg Vvs'46, Lindengracht HOSV)

  • Oevers (Lijster, Roerdomp, Houtduif, Kwikstaart, Meeuwenstraat)

  • Bermen (Spanbroekerweg, Toevlucht, H. Willemweg)

  • Speelvelden (Veldstralaan, oud B veld HOSV)

  • Grote groenelementen (Roerdomp, Plevier, Waterhoen, Kwikstaart, Slotweg)

Hoogwoud

  • Begraafplaatsen (Radboudstraat)

  • Sportcomplexen (De Weijver Grasshoppers)

  • Bermen (Koningspade, Herenweg)

  • Vijvers (De Dars)

  • Speelvelden (De Dars, Kerkstraat)

  • Recreatieterrein (De Weijver)

  • Grote groenelementen (Overstek, De Stolp, Adr. Slickerstraat, Leegwaterlaan, Hertenkamp)

  • Natuurspeeltuin (Kerkepad)

Aartswoud

  • Begraafplaatsen (Schoolstraat)

  • Sportcomplexen (Schoolstraat AGSV)

  • Bermen (Schoolstraat, Zuiderzeestraat)

Opmeer

  • Oevers (Akkerwinde, Sleutelbloem, Pinksterbloem, Planetenlaan, Jupiterlaan, Koekoeksbloem, Paardebloem, Korenbloem, Aurora)

  • Bermen (Pade, Middelweg)

  • Vijvers (Zonnewei, Koekoeksbloem)

  • Parkjes (Glazenwagen)

  • Speelvelden (Marsstraat, Meibloem)

  • Grote groenelementen (Planetenlaan, Pinksterbloem, Koekoeksbloem)

De Weere

  • Sportcomplexen (Driestedenweg DWB)

  • Bermen (Driestedenweg)

 

Bomen zijn de ‘dragers’ van de groenstructuur binnen een gemeente. Zo ook binnen de kernen van Opmeer en de verbindingswegen tussen de verschillende kernen. Het handhaven van de karakteristieke groene gemeente met haar open specifieke karakter betekent dat de groenmassa’s die de structuur vormen in stand worden gehouden en dat het landschap verder in de wijken doorgezet/doorgevoerd wordt. Dit betekent echter niet dat bestaand groen in de groenstructuur, onveranderd moet blijven. Er zijn op dit moment kansen en knelpunten in de huidige structuur die op korte of lange termijn aangepakt moeten worden. Op veel plaatsen langs het water zijn heesters al omgevormd naar gras met bijvoorbeeld knotbomen waardoor het landschap als het ware de wijk in wordt getrokken. Op een groot aantal plaatsen zijn nog kansen om deze structuur verder te versterken. Bijvoorbeeld bij de Wielewaal of bij de Stolp.

 

Hoofdstructuur

Het groen van de hoofdstructuur vormen de dragers van de dorpen en wijken. Een goede opbouw van de hoofdstructuur maakt de dorpen overzichtelijker, doordat de opbouw beter herkenbaar is. De hoofdstructuur maakt onderdeel uit van de belangrijkste doorgaande en ontsluitingswegen en is vooral te vinden langs de buiten- en doorgaande wegen, aan de randen van de vijf grote kernen en in de grotere parken. Samen verbinden ze de buitengebieden, door de kernen heen, met elkaar. Om (mede) ecologische verbindingen te vormen als schakels tussen het binnen- en buiten gebied. Deze hoofdstructuren hebben veelal krachtige boombeplantingen met duurzame boomsoorten met een lange levensduur, van de eerste of tweede grootte, al of niet tezamen met heester of bosplantsoen beplantingen. De hoofdstructuur wordt ook gevormd door sterke bomenbestanden langs wegen die in eigendom zijn van derden zoals een waterschap. Opmeer zal er bij desbetreffende eigenaren op aandringen dat zij aansluiten op de gemeentelijke hoofdstructuur zodat de kernen en de dorpen met elkaar verbonden blijven door een sterke groenstructuur. Kapingrepen waardoor het landschap wordt verwoest en verschillende dorpen en kernen niet meer met elkaar zijn verbonden moeten in de toekomst voorkomen worden. Door goed afgestemd onderhoud en beheer moeten dergelijke kaalslagen voorkomen worden. De gemeente zal aandringen dat na noodzakelijke kap, herplant van bomen plaatsvindt om het groenbeeld voor de toekomst te kunnen waarborgen.

 

Het overig groen is te vinden in alle overige (kleinere) straten, wegen en parken binnen de kernen en wijken. Hierin staan minder in aantal, of minder grote bomen, vaak van de tweede grootte met een minder lange levensduur en minder duurzaam. Hierbij zijn de beplantingsvakken van beperkte omvang zijn, al of niet met heesters of bosplantsoenstroken.

 

Bomen

Bomen in de hoofdstructuur

Aan bomen van de hoofdstructuur kunnen andere eisen worden gesteld dan het overig groen.

 

In de vereenvoudigde kapvergunning van de gemeente Opmeer die in december 2008 is vastgesteld staat aangeven, dat bomen die onderdeel uit maken van de hoofdstructuur niet zomaar gekapt mogen worden. Er moet eerst een kapvergunning worden verleend voordat de boom eventueel kan worden gekapt of gerooid. Het zelfde geldt voor het sterk snoeien van deze bomen. Dit geldt evenzeer voor de bomen die binnen de gemeente Opmeer zijn aangewezen als ‘waardevolle bomen’.

 

Afbeeldingen van bomen in de hoofdgroenstructuur zijn hieronder opgenomen.

 

Sterke en zwakke kanten hoofdgroenstructuur

Ongeacht de wijze van inrichting en onderhoud zijn er binnen elke gemeente sterk- en zwakke kanten aan te wijzen in de groen- en/of bomenstructuur. Dat dit ook voor de gemeente Opmeer geldt hoeft geen betoog. Hieronder een overzicht van sterke- en zwakke kanten van de groenstructuur.

 

Tabel 1 Sterke en zwakke kanten hoofdgroenstructuur

 

Sterke kanten

Zwakke kanten

Lintbebouwing met beplanting/bomen karakteristiek voor het gebied.

Bomenstructuur langs lintbebouwing wordt veelal gevormd door particuliere bomen.

Op diverse locaties, onder meer hoofdstructuren, is ruimte voor bomen.

Door de veelal smalle bermen langs de lintbebouwing is ondergronds groeiruimte voor veel bomen beperkt.

Langs de lintbebouwing zijn niet overal bomen aangeplant, aangezien niet overal voldoende boven- en ondergrondse ruimte beschikbaar is.

Door inbreiding van bebouwing langs de lintbebouwingsstrook, is het zicht op het buitengebied verminderd.

Voldoende boven- en ondergrondse groeiruimte in wijk uit jaren 1970 en 1990 t/m heden.

Op een aantal plaatsen is groen gerenoveerd wat in sommige gevallen resulteert in eentonig beeld.

Relatie met buitengebied door openheid en toepassing van parkzones met water.

Op een aantal plekken ligt het water nog verscholen achter sierheesters en bosplantsoen.

In Opmeer zijn veel watergangen met ruime groenstroken. Hierdoor is er een goede beleving van het water

De grote groenzones met name in Hoogwoud zijn erg waardevol

Op een aantal plaatsen is groen gerenoveerd wat in veel gevallen resulteert in een rustig en overzichtelijk beeld.

 

Huidige groenkwaliteit

Gemeente Opmeer beschikt over goed onderhouden groen met een rijk bomenbestand. Op veel plekken is een goede beleving van het water en de grote groenzones worden als erg waardevol aangemerkt. Groenblijvers en kleuraccenten zorgen voor een fraai beeld in de winter. Meer dan afgelopen jaren wordt gelet op ecologisch groenbeheer ter bevordering van de biodiversiteit (verscheidenheid aan levensvormen).

 

De afgelopen jaren heeft de gemeente hard gewerkt om de zwakke punten weg te werken. Dit gebeurt aan de hand van de operationele uitvoeringsplannen die jaarlijks worden opgesteld.

 

Locaties waar de groenkwaliteit sterk is verbeterd:

  • De Lijster (Spanbroek), deze is voorzien van een heldere bomenstructuur van haagbeuken.

  • Veldstralaan totale groenrenovatie, inclusief bomen

  • Omgeving Pinksterbloem totale groenrenovatie

  • Op diverse plaatsen zijn heesters omgevormd naar gras o.a.:

    • o

      Houtduif (Spanbroek)

    • o

      Pastoor Meriusstraat (Spanbroek)

    • o

      Radboudstraat (Hoogwoud)

    • o

      De Veken (Opmeer)

  • Op diverse plaatsen hebben groenrenovaties plaatsgevonden o.a.:

    • o

      De Fuik (Hoogwoud)

    • o

      Boenluif (Hoogwoud)

    • o

      Zwanebloem (Opmeer)

    • o

      Planetenlaan (Opmeer)

    • o

      Koetenburg, tussen woningen en school (Aartswoud)

  • Op diverse plaatsen zijn bomen verwijderd uit de verharding en teruggeplant in groenvakken o.a.:

    • o

      Sleutelbloem (Opmeer)

    • o

      Klaproos (Opmeer)

    • o

      Burgemeester Breebaartstraat (Hoogwoud)

    • o

      ’t Overstek (Hoogwoud)

    • o

      L.H. van Catzstraat (Hoogwoud)

    • o

      Zaagmolenweg, Cicerostraat (Spanbroek)

De kwaliteit van de groene ruimte is geen vast gegeven. Er moet steeds worden gekeken hoe de groene ruimte wordt beleefd en hoe de functie kan worden verbeterd. Bij groenkwaliteit gaat het niet alleen om de omvang van het daarvoor beschikbare budget maar het gaat ook om een goede balans tussen leefmilieu, inrichting en beheer.

 

 

Sterke kanten

Zwakke kanten

  • Goed onderhouden groen

  • Te kleine plantvakken

  • Rijk bomenbestand

  • Te grote struiken in te kleine vakken

  • Goede beleving van water

  • Verstoppen van water

  • Fraai winterbeeld door groenblijvers en kleuraccenten

  • Bomen in bestrating

  • Natuurvriendelijke oevers

  • Bomen op te kleine afstand van woningen

 

Ondanks de sterke verbeteringen die zijn doorgevoerd zijn nog niet alle zwakke punten in het groen opgelost die betrekking hebben op de inrichting en op het onderhoud.

 

2013

2014

2015

2016

2017

Totaal

Heesters naar gras

1020

430

333

0

0

1783 m2

Gras naar heesters

0

60

98

0

171

329 m2

Heesters naar heester (renovatie)

374

201

214

575

733

2097 m2

Bomen gekapt

19

7

36

44

31

137 st

Bomen geplant

3

37

11

7

11

69 st

 

Levensduur groen

Groen in de gemeente kent over het algemeen een beperkte levensduur en moet na een bepaalde tijd dan ook worden vervangen of worden omgevormd (zie onderstaande tabel). Deze hoeveelheid jaarlijks om te vormen groen wordt vooral bepaald door het beschikbare budget.

 

Hoofdgroep

Aantal

Omlooptijd (jaren)

Jaarlijks gem. te renoveren areaal

Bomen

4.855 st.

50

97 st.

Bosplantsoen

61.729 m2

40

1.543 m2

Hagen/ blokhagen

5.065 m2

25

203 m2

Sierheesters en botanische rozen

94.286 m2

25

3.771 m2

Vaste planten/ struikrozen

9.314 m2

10

931 m2

Gazon

202.076 m2

40

5.052 m2

 

Waarden

Definitie van groen

Met het ‘groen’ worden in dit Groenbeleidsplan alle groenelementen bedoeld binnen de gemeente Opmeer. Hierin is een onderverdeling te maken tussen

 

  • de omgeving van de woonkernen en

  • de landelijke omgeving van het buitengebied.

Groenelementen zijn onderdelen in de openbare ruimte bestaande uit o.a. houtachtige en/of kruidachtige gewassen zoals bomen, heesters en gras.

 

In de woonomgeving is het groen een onderdeel van de woonstructuur naast bebouwing, verharding en watergangen. Groenelementen binnen deze structuur zijn solitaire (straat)bomen, bomenrijen, vakken met heesters of gazon, vaste plantenborders, bosplantsoen, plantsoenen, parken, begraafplaatsen en sportvelden.

 

Buiten de woonkernen bepaalt de inrichting van het landschap de structuur. In het geval

van Opmeer is dit het polderlandschap dat een agrarische inrichting heeft. De graslanden die onderdeel van deze agrarische functie vormen, zijn geen groenelementen die tot het dagelijkse beheer van de gemeente behoren.

 

De graslanden dragen echter wel bij aan het groene karakter van het buitengebied. De hoofdstructuur wordt naast de agrarische verkaveling en de gemeentelijke groenelementen bepaald door de patronen van wegen en watergangen en ruimtelijke elementen als dijken en cultuurhistorische bebouwing. Voorbeelden van groenelementen in het buitengebied (al dan niet in beheer bij de gemeente) zijn: bomenlanen, erfbeplantingen, weilanden, recreatiegebieden en natuurgebieden.

 

Groene waarden

Groen is van grote betekenis voor de beleving van de omgeving. Zowel in het landelijke gebied als binnen de woonkernen is groen een belangrijke drager van het landschap en de buitenruimte. De groenstructuur bestaat uit verschillende elementen, waar op basis van verschillende waarden een onderverdeling gemaakt kan worden. In deze paragraaf worden enkele waarden van het groen beschreven. Bij het opstellen van een Groenbeleidsplan, waarin de groenstructuurvisie wordt omschreven, is de ruimtelijke waarde de belangrijkste. De overige waarden bepalen het gebruik van het groen, de ruimtelijke waarde is echter bepalend voor de vormgeving. Daarnaast kan het groen verschillende waarden hebben. Een park heeft vaak zowel een ecologische, recreatieve als ruimtelijke waarde.

 

Ruimtelijke waarde van groen

Groen geeft een stad of dorp een gezicht. Vooral bomen hebben door hun hoogte en omvang een grote ruimtelijke werking. Groen wordt gebruikt om structuren te versterken, samenhang te creëren of wegen en routes te begeleiden. Verder draagt het bij aan de oriëntatie binnen de woonkernen en de identiteit van wijken. Met groen kan het onderscheid tussen wijken en woonkernen ruimtelijk versterkt worden en kunnen belangrijke punten geaccentueerd worden

 

Historische groen

Historische waarde van groen wordt gekenmerkt door Monumentale bomen en/of oude bomen of haagstructuren. Deze waarde is vaak een uitgangspunt voor de ruimtelijke functie. Groen kan de historische structuur van een dorp of landschap aanduiden. Oude beuken midden in het dorp zijn van grote waarde voor de cultuurhistorie van een dorp.

 

Esthetische waarde

Groen heeft een grote esthetische functie. Groen zorgt voor een verfraaiing van de landschappelijke en stedelijke omgeving.

 

Groen biedt ruimte aan natuur

Groen vormt een leefomgeving en een voedselbron voor dieren. Voor mensen heeft de ecologische functie van het groen voornamelijk te maken met natuurbeleving. De ecologische waarde kan vorm krijgen als groot natuurgebied, als onderdeel van een ecologische verbinding of als groenelement in de stedelijke omgeving met een ecologische inrichting.

 

Groen als decor of plaats voor recreatie

Mensen ontspannen sneller in een groene omgeving. Intensieve en ruimtevragende recreatie zal voornamelijk buiten de stedelijke omgeving plaatsvinden in het landelijke gebied, op sportterreinen of in recreatiegebieden. Binnen de stedelijke omgeving bieden groenelementen als plantsoenen, parken en volkstuinen ruimte voor ontmoetingen, sport en ontspanning dicht bij huis.

 

Groen als afscherming

Groen kan gebruikt worden ter afscherming, isolatie of windkering. Het bestaat dan meestal uit een dicht scherm van bomen en/of opgaand groen.

 

Groen bergt water

Zowel in het landelijke gebied als in de stedelijke omgeving is er behoefte aan de opvang van water en een vergroting van het wateroppervlak. Groen kan geschikt zijn voor de (tijdelijke) opvang van water al dan niet in combinatie met vergroting van het wateroppervlak.

 

Groen bevordert de gezondheid

Er is al veel wetenschappelijk onderzoek gedaan waaruit blijkt dat groen een grote bijdrage levert aan het welzijn van mensen in een stedelijke omgeving. Zieken blijken sneller te herstellen

in een ziekenhuis met een groene omgeving. Daarnaast zorgt groen voor schonere lucht. Het wordt steeds duidelijker dat groen (en dan met name bomen en struiken) fijnstof uit de lucht kan afvangen waardoor de luchtverontreiniging door bijvoorbeeld autoverkeer in steden verminderd.

 

Groen is goed voor het milieu

Groen draagt ook bij aan klimaatbeheersing. Bomen en planten nemen voor een deel de kooldioxide (CO2) op die we veroorzaken met ons energie- en brandstofverbruik.

 

Groen loont

Huizen in het groen zijn meer waard dan huizen zonder groen. Onderzoeken tonen dat groen de waarde van vastgoed in positieve zin beïnvloed.

 

Inrichting

Bij de inrichting kunnen functies aan groen en bomen worden toegeschreven. Zo kunnen er functies zijn t.b.v. de verkeersveiligheid door begeleiding te bieden bij de wegstructuur of verkeersremmend werken. Bomen kunnen schaduwplekken geven op bijvoorbeeld speelplaatsen. Ook is te denken aan andere functies, als het zijn van- of versterken van oriëntatie- en herkenningspunten.

 

De soortkeuze van bomen versterkt de relatie met het omliggende landschap of biedt een verwijzing naar verre streken. Zelfs als er niet direct een fysieke verbinding met de omgeving is, kan de beleving van het landschap binnen de bebouwde kom worden ervaren door toepassen van streekeigen beplanting.

 

De ontwerper en beheerder zullen zich voornamelijk richten op de duurzaamheid van bomen; groeiplaats, soortkeuze en een samenhangende inrichting bieden een gewaardeerde openbare ruimte. Indien de ontwerper meerdere functies aan groen kan toekennen wordt de toekomstverwachting vergroot.

 

Hoeveelheden

Groen heeft verschillende waarden. Naast deze waarden is het groen ook op te delen in verschillende typen, de zogenaamde beheergroepen.

 

De hoeveelheden die bij deze beheergroepen horen, staan in onderstaande tabel 1 vermeld. Deze zijn afkomstig uit Kikker. Dit is een door Riodesk ontwikkeld beheersysteem dat de gemeente gebruikt om haar openbare ruimte te beheren.

 

Tabel 2 hoeveelheden per beheergroep

 

Beheergroep

Aantal

Eenheid

Bomen

Bomen in beplanting

2.275

st

Bomen in gras

2.123

st

Bomen in verharding

384

st

Bomen (particulier)

73

st

Totaal

4.855

st

Bosplantsoen (inheems)

Bosplantsoen bomen en struiken

61.729

Totaal

61.729

Sierheesters

 

Sierheesters bodembedekkend

28.160

Sierheesters opgaand

66.084

Totaal

94.244

Hagen

Hagen

5.425

Totaal

5.425

Vaste planten

Vaste planten

995

Totaal

995

Rozen

Rozen

8.319

Totaal

8.319

Gras

Gazon

202.076

Gras rond sportvelden

21.070

Bermen

91.595

Wallen

29.059

Totaal

343.800

Totaal Openbaar groen

514.472

 

In onderstaande cirkeldiagrammen wordt inzicht gegeven in de standplaats van bomen, verdeling van de groenvlakken en onderverdeling van type gras.

 

 

 

 

Kentallen gemeente Opmeer en landelijk

Uit de hoeveelheden blijkt dat gemeente Opmeer beschikt over 108 m2 groen per woning. Per inwoner komt dit overeen met 45 m2. De landelijke norm voor groen per woning is 75 m2.

 

De gemeente Opmeer beschikt over 58,9 hectare aan groen. Dit groen is als volgt onder te verdelen:

 

  • openbaar groen 47,56 hectare

  • sportvelden 10,3 hectare

  • begraafplaatsen 1,04 hectare

Voor meer informatie aangaande de groenvoorzieningen binnen onze leefomgeving verwijzen wij u naar:

 

http://www.compendiumvoordeleefomgeving.nl/indicatoren/nl0299-Beschikbaarheid-van-groen-in-de-stad.html .

 

http://www.clo.nl/indicatoren/nl0546-afstand-tot-openbaar-groen

 

https://www.cbs.nl/nl-nl/achtergrond/2012/14/nabijheidsstatistiek-hoe-ver-wonen-nederlanders-van-voorzieningen-

 

Waardering

Bij een landelijk onderzoek (2017) naar de staat van de gemeente Opmeer blijkt dat inwoners over het algemeen tevreden zijn over de eigen gemeente.

 

Dit onderzoek is uitgevoerd aan de hand van ‘De Staat van de Gemeente’. Dit is een handzame gemeentemonitor op hoofdlijnen die vergelijking met andere gemeenten (benchmarking) eenvoudig mogelijk maakt.

 

De inwoners van de gemeente Opmeer hebben recht op een goede leefomgeving. Ziet de buurt er schoon en opgeruimd uit? Zijn er voldoende voorzieningen in de directe omgeving en zijn wegen en fietspaden goed onderhouden. De gemeente scoort goed op deze onderdelen.

 

Scores die voor het groenbeleidsplan van belang zijn, zijn in onderstaande tabel opgenomen:

 

Onderhoud buurt

Beoordeling (% (helemaal) mee eens met de stelling)

 

Gemeente

Perken en plantsoenen zijn goed onderhouden

Straten, paden en trottoirs zijn goed begaanbaar

Weinig tot geen dingen kapot in de buurt

Buurt is schoon

Den Helder

63%

64%

74%

62%

Drechterland

64%

73%

88%

78%

Enkhuizen

57%

63%

75%

60%

Opmeer

71%

69%

89%

81%

Gemiddelde benchmark

60% Ranch 41 – 79%

66% Ranch 48 – 77%

78% Ranch 69 – 90%

65% Ranch 51 – 84%

 

Aanwezigheid voorzieningen

Beoordeling (% (helemaal) mee eens) onderdeel groen

 

Gemeente

In de buurt is voldoende groen

Den Helder

83%

Drechterland

85%

Enkhuizen

77%

Opmeer

89%

Gemiddelde benchmark

84% Ranch 67 – 92%

Beleid

Ambitie

Er wordt gestreefd naar goed onderhoud van het groen in de gehele gemeente. Kwaliteitsgestuurd beheer is een kans voor de gemeente Opmeer om het groenonderhoud verder te verbeteren. Een aantal voordelen van kwaliteitsgestuurd beheer:

 

  • Door te sturen op resultaat ontstaat er meer continuïteit in kwaliteit. Er zijn minder hoge pieken en dalen zowel jaarlijks als meerjaarlijks.

  • Kwaliteitsgestuurd beheren geeft structuur aan klantgericht werken. Doordat met beelden wordt gewerkt kan duidelijk aan worden gegeven welk beeld bij welk niveau past en welke kosten dit met zich mee brengt zowel richting bestuur als bewoners.

  • In vergelijking met het traditionele beheer zijn opdrachtnemers over het algemeen meer betrokken bij het resultaat van het beheer

Om dit mogelijk en meetbaar te maken wil de gemeente Opmeer in de toekomst gaan werken met de beeldkwaliteitscatalogus van het CROW*. Dit is een helder middel naar beheerder, bestuur en bewoners. Het CROW hanteert vijf niveaus die voor zover mogelijk gerelateerd zijn aan bestaande onderhoudsrichtlijnen. Er is gekozen voor 5 niveaus omdat deze indeling voldoende nuancering biedt bij het vastleggen van de situatie.

 

(* CROW is het nationale kennisplatform voor infrastructuur, verkeer, vervoer en openbare ruimte)

 

Tabel 3 kwaliteitsniveaus

 

A+

Zeer goed

Nagenoeg ongeschonden

A

Goed

Mooi en comfortabel

B

Voldoende

Functioneel

C

Matig

Onrustig beeld discomfort of enig vorm van hinder

D

Te slecht

Kapitaalvernietiging, uitlokking van vernieling, functieverlies, juridische aansprakelijkstelling of sociale onveiligheid

 

Voordat met kwaliteitsgestuurd werken kan worden gestart moet eerst bepaald worden welk gebied welk onderhoudsniveau krijgt. Woongebieden bijvoorbeeld kwaliteitsniveau B en rondom winkelcentra en op begraafplaatsen kwaliteitsniveau A. Opgemerkt moet worden dat tussen de verschillende kwaliteitniveaus aanzienlijke prijsverschillen voor de beheerskosten zitten.

 

De globale inschatting is, dat binnen de gemeente Opmeer het gemiddelde niveau op ‘B’ is. Hierbij zitten de publiekstrekkers als winkelgebied, gemeentehuis en begraafplaatsen aan de bovenkant. De industrieterreinen zitten hierbij aan de onderzijde van niveau ‘B’.

 

 

 

Ambities

  • Zoveel mogelijk behoud van de karakteristieke groene gemeente met haar open specifieke karakter.

  • Realisatie en behoud van een kwalitatief goede groenvoorziening in de woon- en leefomgeving.

  • Onderzoeken mogelijkheden inzet biobrandstoffen bij bestaande voertuigen en/of verduurzamen wagenpark bij vervangingsinvesteringen.

Wat willen we bereiken?

Het beheer en onderhoud van het openbaar groen is gebaseerd op het geldende groenbeleidsplan, met als uitgangspunten: veiligheid, duurzaamheid, behoud van tenminste de bestaande kwaliteit en actieve betrokkenheid van inwoners bij inrichting en het onderhoud van de openbare ruimte in de eigen omgeving.

Wat gaan we doen?

Het groenbeleidsplan voor de jaren 2017-2020 is dit jaar geactualiseerd, o.a. via burgerparticipatie.

In het plan worden de nieuwste trends in de aanleg en het beheer van openbaar groen verwerkt. Extra aandacht wordt besteed aan de onkruidbestrijding op verhardingen door het verbod van gebruik van alle chemische middelen. Dit vergt een andere aanpak van de onkruidbestrijding. Wij streven naar behoud van het bestaande groene karakter van de gemeente en naar een nog beter groenbeeld door omvormingen en renovaties daar waar dit als gevolg van veroudering of niet meer passende inrichting noodzakelijk is. Voor de omvorming van openbaar groen dat minder intensief onderhoud vraagt, wordt een plan opgesteld. Bewoners worden hierbij betrokken. Het plan wordt besproken in de commissie Ruimte.

Beleidsthema’s

Communicatie

Online Meldpunt Openbare Ruimte

Opmeer werkt met het concept Click Call Face. Dat betekent dat we 80% van de enkelvoudige vragen via de click moet worden beantwoord. Taakveld Groen werkt daarom met het online Meldpunt Openbare Ruimte op www.opmeer.nl. De inwoners kunnen 24/7 met een paar eenvoudige stappen een melding doen. Nog diezelfde dag krijgt de melder een reactie wanneer en hoe de melding wordt afgehandeld. De 20% complexere vragen blijven we afhandelen via de Call of de Face.

 

Burgerparticipatie

Steeds vaker willen onze inwoners en ondernemers zelf meedenken over de inrichting van de openbare ruimte. Daarom betrekken we steeds vaker omwonenden bij een groenplan. De herinrichting van het hertenkamp in Hoogwoud en omgeving Pinksterbloem zijn daar een recent voorbeeld van.

 

Inloopavonden

Wanneer bewoners goed geïnformeerd worden, is er meer draagvlak voor de nieuwe plannen. Voor grootschalige groenrenovaties stellen we ieder jaar een plan op. De inwoners worden uitgenodigd voor een inloopavond waar zij informatie krijgen over het plan. De omwonenden krijgen een persoonlijke brief en kunnen inhoudelijk reageren op het plan. We proberen altijd rekening te houden met de wensen van de omwonenden.

 

Gemeentepagina

Op de gemeentepagina in het Westfries Weekblad informeren we onze inwoners over groenrenovaties, kerstboominzamelingen en inloopavonden. Maar ook een aanschaf van bijvoorbeeld een tractor laten we op die manier aan onze inwoners weten. Ook de gemeentelijke website wordt hiervoor ingezet.

 

Sociale media: twitter

Via het twitteraccount @gladheid_opmeer laten we aan onze volgers weten wat we doen aan de gladheidsbestrijding. Ook versturen we tweets via @gemeente_opmeer voor andere nieuwsberichten. Te denken valt aan het vegen van wegen, snoeiwerkzaamheden, inleveren van kerstbomen enzovoorts.

 

Biodiversiteit

Biodiversiteit betekent ‘verscheidenheid in leven’. Alle leven in onze buitenruimte berust op en is afhankelijk van goed werkend natuurlijk milieu. Zij zorgen voor het continueren van alle stromen en kringlopen waardoor een zeker evenwicht ontstaat. Een dergelijk milieu wordt ‘ecosysteem’ genoemd. Bij een goed functionerend ecosysteem is sprake van een dynamisch evenwicht. Dit houdt in dat wordt ingespeeld op steeds wijzende omstandigheden.

 

Monoculturen

Tegenhanger van een ecosysteem met grote diversiteit is de monocultuur, waarmee gedoeld wordt op de eenzijdige samenstelling van gewassen/aanplant. Gevolg van deze eenzijdige samenstelling is de kwetsbaarheid voor ziektes en aantastingen. Het verdwijnen van grote aantallen paardenkastanjes in ons land als gevolg van de bloedingsziekte is hiervan een voorbeeld.

 

Problemen

Economische activiteiten van de mens (zoals ontginning) en het gedrag van de mens in het algemeen (bijvoorbeeld grootschalige bomenkap) zijn in strijd met het bevorden van de biodiversiteit. Hieraan kunnen activiteiten als gebruik van bestrijdingsmiddelen en vervuiling toegevoegd worden.

 

Mogelijke oplossingen

Oplossingen liggen in bewustwording van de noodzaak bij een breed publiek, te genereren door het onderwerp blijvend in de publiciteit op te nemen. De verantwoordelijkheid ligt bij ons allen: zowel particulieren, verenigingen, bedrijven als overheidsinstanties.

 

En maatschappelijk verantwoord ondernemen

De gemeente Opmeer draagt haar steentje bij door maatschappelijk verantwoord te ondernemen. Instandhouding van ecosystemen en biodiversiteit is jezelf continue afvragen welke invloed het beleid heeft, met name op lange termijn. Wat zijn de gevolgen van ons doen en laten voor de generaties die na ons komen? Duurzame keuzes maken in de ontwikkelingen binnen het gemeentelijk beleid is van belang om ‘verscheidenheid in leven’ te kunnen behouden.

 

Duurzaamheid

De gemeente hecht belang aan een gezond leefmilieu.

 

Activiteiten en maatregelen worden gestimuleerd en door de gemeente zelf ondernomen om het leefmilieu gezond te houden. Handhaving van milieuregels is daarbij belangrijk. De gemeente streeft naar energiebesparing. De toepassing van innovatieve energieopwekkingen wordt gestimuleerd en de gemeente geeft zelf het goede voorbeeld.

De ambities die Opmeer heeft zijn:

 

  • Stimuleren van gebruik van duurzame energie;

  • Gezond leefmilieu bevorderen;

  • Milieuverontreinigingen voorkomen.

Bomen en zonnepanelen

De afgelopen jaren is er een toename van het aantal particulieren en bedrijven dat zonnepanelen plaatst op daken van woningen of andere panden. De overheid stimuleert het toepassen van zonnepanelen. Zonnepanelen leveren minder rendement op als een deel van het paneel schaduw krijgt door bijvoorbeeld bomen. Steeds vaker ontvangt de gemeente verzoeken om bomen te kappen of te snoeien om schaduwwerking op zonnepanelen te verminderen.

De gemeente hecht grote waarde aan het verduurzamen van de energievoorziening maar ook aan de groen- en bomenstructuur.

 

Het belang van de groen- en bomenstructuur ligt vast in het Groenbeleidsplan. Als de gemeente verzoeken krijgt voor het verwijderen of snoeien van bomen om schaduw op zonnepanelen te voorkomen of verminderen, zijn deze beleidslijnen vaak conflicterend.

De gemeente hanteert als beleidsuitgangspunt dat de aanwezigheid van zonnepanelen of de wens om tot plaatsing daarvan over te gaan, op zich geen reden is voor het vellen van bomen. Het openbaar groen is waardevol voor de gemeente en dient bovendien een maatschappelijk belang. Bomen dragen bij aan de verbetering van het leefklimaat en aan een prettige leefomgeving. Bomen zorgen onder andere voor vermindering van het broeikaseffect en absorberen direct CO2 en fijnstof uit de atmosfeer.

 

Onkruidbeheersing op verharding

De inzet van chemische middelen ter bestrijding van onkruid op verhardingen is (wettelijk) niet toegestaan. Om te voorkomen dat onkruidgroei ontstaat is het allereerst van belang dat bewust omgegaan wordt met het gebruik van verhardingen.

 

Hierbij kan gedacht worden aan het niet toepassen van verhardingen waar het gebruik minimaal of zelfs nihil is, gebruik maken van volledig gesloten verhardingen (bijvoorbeeld in middenbermen) en een goede aanleg eisen van civieltechnische werken.

 

Voorts dient bestrijding op preventieve wijze mechanisch te geschieden. Dat houdt in dat het schoonhouden van de verhardingen door het frequent vegen ervan van wezenlijk belang is.

 

Ten opzichte van chemische bestrijding is mechanische aanpak aanmerkelijk duurder, waarmee rekening gehouden dient te worden met budgettering.

 

Klimaat

Ook onze gemeente heeft te maken met de veranderingen in het klimaat. Hitte, droogte en overlast van (hemel)water noodzaken ons afdoende maatregelen te nemen. Onze inwoners willen immers in een veilige en gezonde omgeving verblijven.

 

De gemeente Opmeer volgt de laatste ontwikkelingen inzake de onderzoeken en maatregelen die plaatsvinden binnen dit onderwerp om te kunnen anticiperen op wijzigende omstandigheden om de gemeente klimaatbestendig te maken. Dit betekent onder andere dat hiermee rekening gehouden wordt bij de ruimtelijke inrichting; in feite wordt de inrichting steeds “regen- en hittebestendiger”. Dit geldt zeker voor de groene inrichting en groeiplaatsen van bomen.

 

Middels een “klimaatstresstest” worden kwetsbare plekken voor overstroming, wateroverlast, hitte en droogte vastgelegd, waarna passende maatregelen getroffen kunnen worden.

 

Snippergroen

In de gemeente Opmeer is er weinig ‘snippergroen’ aanwezig in het openbare gebied. Alleen in de oudere wijken is snippergroen aanwezig. Vanaf de ontwikkeling van nieuwbouwwijk Hoogwoud Noord is de inrichting zodanig dat er geen snippergroen meer aanwezig is.

 

Indien er vanuit de oudere wijken verzoek komt tot gebruik van een stuk snippergroen wordt tot overname besloten als het betreffende stuk snippergroen:

 

  • Niet tot verkeersonveilige situaties leiden

  • De bereikbaarheid van naastgelegen openbaar groen niet belemmeren

  • Geen deel uitmaken van kabel- en leidingtracé en/of verlichting elementen

  • Geen onderdeel uitmaken van geplande ontwikkelingen

  • Niet grenzen aan een openbare, doorgaande weg

Vanzelfsprekend zijn aan het beheer van snippergroen door de burgers voorwaarden verbonden: het nog steeds openbare groen mag niet aan het zicht onttrokken worden (schutting, muur) en het snippergroen dient haar openbare karakter te behouden. Bovendien mag geen verkeersonveilige situatie gecreëerd worden.

 

Oneigenlijk in gebruik genomen groen

Het is niet toegestaan om gemeentelijke grond oneigenlijk te gebruiken. Bij constatering wordt actie ondernomen.

 

Er zijn verschillende acties mogelijk, dit is afhankelijk van onder andere hoe lang het gebruik al plaatsvindt, of het in gebruik genomen deel voor verkoop in aanmerking komt, in welk gebied dit van de gemeente plaatsvindt. Het uitgeven van gemeentelijk grond is juist minimaal om een goede inrichting van de openbare ruimte vorm te kunnen geven.

 

Kapvergunningen

Op 18 december 2008 heeft de gemeenteraad ingestemd met het beleid voor het behoud van waardevolle bomen in de gemeente Opmeer. Om tot de gewenste deregulering en een efficiënte inzet van het gemeentelijke apparaat te komen, is een vereenvoudiging van het kapvergunningenbeleid tot stand gebracht.

 

In de APV is opgenomen dat het verboden is om zonder kapvergunning bomen te vellen die deel uitmaken van:

 

  • ‘Waardevolle- en/of Monumentale bomen’;

  • Door het college erkende ‘Gedenkbomen’;

  • Een erkende ‘Waardevolle standplaats’.

  • ‘Potentieel waardevolle houtopstanden’

Participatie

De gemeente wil de burgers stimuleren om actief deel te nemen aan de samenleving van Opmeer. Dit geldt zowel voor individuen maar ook voor onder andere groepen burgers, scholen en verenigingen.

 

Ook op gebied van openbaar groen zijn er mogelijkheden om te participeren. Initiatieven vanuit de samenleving worden opgepakt en waar mogelijk ondersteund. Meer met elkaar dan voor elkaar. Gedacht kan worden aan aanpassing van bv beplanting waarna burgers het onderhoud voor hun rekening nemen.

Overkoepelend beleid

Europees beleid

De Vogelrichtlijn en de Habitatrichtlijn

De Vogelrichtlijn en de Habitatrichtlijn zijn richtlijnen van de Europese Unie waarin aangegeven wordt welke soorten en welke typen natuurgebieden (als leefgebieden voor soorten, habitat) beschermd moeten worden door de lidstaten.

Het uitvoeringsinstrument voor de Europese Vogelrichtlijn en de Habitatrichtlijn in Nederland is de Wet Natuurbescherming. Deze wet beschermt de Nederlandse natuurgebieden, alsmede de planten- en diersoorten.

 

Rijksbeleid

Ecologische hoofdstructuur

De ecologische hoofdstructuur is een samenhangend netwerk van bestaande en nog te ontwikkelen belangrijke natuurgebieden in Nederland. Er vallen delen van de Ecologische Hoofdstructuur (EHS) vallen binnen de grenzen van de gemeente Opmeer.

 

Het landelijk gebied van Opmeer bestaat voor een groot deel uit grasland. Naast het agrarisch belang, heeft dit ook een essentiële functie voor weidevogels. Een groot deel van het gebied is aangewezen als weidevogelgebied. Ten gunste van de weidevogels wordt in verschillende gebieden agrarisch natuurbeheer toegepast. T.o.v. het groenbeleidsplan van 2009 is het weidevogelleefgebied aanzienlijk uitgebreid (herijking EHS).

 

Bron: Provincie Noord-Holland Structuuurvisie 2040, kaarten verordening, kaart 4 ecologie. Vastgesteld juni 2010. http://maps.noord-holland.nl/structuurvisie2040/

 

Provinciaal- en waterschapsbeleid

Landschapsplan West-Friesland (1997)

Het beleid van de Provincie Noord-Holland heeft geleid dat het Landschapsplan West-Friesland is opgesteld in opdracht van de West-Friese gemeenten. Het is een door de regio gedragen visie om in West-Friesland meer natuur te creëren, groene gebieden nabij steden en dorpen te ontwikkelen en recreatieve routes te realiseren. Met andere woorden: de regio ‘natuurlijker’ en ‘recreatiever’ te maken, waarbij het typisch West-Friese cultuurlandschap bewaart blijft. Het landelijk gebied van Opmeer bestaat voor een groot deel uit grasland. Naast het agrarisch belang, heeft dit ook een essentiële functie voor weidevogels. In de gemeente liggen enkele natte natuurgebieden en graslandgebieden, die qua natuurwaarden vooral zijn gericht op weidevogels. Een groot deel van het plangebied is aangegeven als weidevogelleefgebied. Een aantal gebieden in de gemeente maakt deel uit van de Ecologische Hoofdstructuur (EHS). Al deze gebieden hebben naast de natuurwaarde ook cultuurhistorische en recreatieve waarde, maar zijn niet of zeer beperkt toegankelijk voor publiek. Vier thema’s vormen de basis voor het Landschapsplan, namelijk:

 

  • Natuur

  • Recreatieve verbindingen

  • Groen dichtbij huis

  • Toerisme

Het Projectbureau richt zich op het maken en uitwerken van beleid binnen de kaders van het Landschapsplan en de deelplannen HES- en Koggengebied. Ook houdt het zich bezig met het behartigen van de belangen van de partners van het Recreatieschap op het gebied van landschap, natuur en recreatie. En ten slotte helpt het Projectbureau bij het zoeken naar (co) financieringsmogelijkheden. Het Projectbureau werkt nauw samen met de West-Friese gemeenten en betrokken partijen zoals het Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier, Land- en Tuinbouworganisatie Noord, de Kamer van Koophandel, Landschap Noord-Holland, Staatsbosbeheer en agrarische natuurverenigingen. Deze partijen zijn vertegenwoordigd in de Regionale Projectgroep Landschapsplan West-Friesland.

 

https://recreatieschapwestfriesland.nl/ Meer informatie: http://www.recreatieschapwestfriesland.nl

 

Waterberging

Het Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier (hhnk) heeft een waterbergingsopgave in haar beheersgebied. Droge zomers, hevige regenbuien, zeespiegelstijging: er zijn steeds meer aanwijzingen dat ons klimaat verandert. Om ook in de toekomst verzekerd te zijn van voldoende water en droge voeten, moeten het water op een slimme manier worden beheerd. Het hoogheemraadschap neemt de komende jaren maatregelen tegen wateroverlast en -tekort. Zo wordt het watersysteem op orde gebracht voor de toekomst.

 

Wet- en regelgeving

Nieuwe Wet Natuurbescherming

De Wet Natuurbescherming, die op 1 januari 2017 in werking is getreden, regelt de bescherming van natuurgebieden en planten- en diersoorten.

 

Bescherming planten- en diersoorten

In de WNB worden 945 soorten, onderverdeeld in drie categorieën, actief beschermd. Net als bij de eerdere Flora- & Faunawet is het opzettelijk vernielen, beschadigen en wegnemen van nesten, rustplaatsen (en eieren) van vogels, alsook het verstoren, verboden. De bescherming omvat ook inhoud en omgeving ervan, voor zover het broedsucces daarvan afhankelijk is.

 

Onder bepaalde voorwaarden mogen activiteiten doorgaan. Er is dan een gedragscode, ontheffing of vrijstelling nodig.

 

Een gedragscode is een protocol voor het zorgvuldig handelen bij het verrichten van bestendig beheer* en ruimtelijke ontwikkeling. Dit ter voorkoming van verbodsovertreding op de Wet Natuurbescherming.

 

* bestendig beheer: voortzetting van (regulier) onderhoud gericht op behoud van de bestaande situatie.

 

15 september 2015 is de gedragscode Flora- en Faunawet gemeente Opmeer, bestendig beheer en onderhoud goedgekeurd. De gedragscode bestendig beheer en onderhoud is geldig tot 15 september 2019.

 

12 april 2016 is de gedragscode Flora- en Faunawet gemeente Opmeer, ruimtelijke ontwikkeling en inrichting goedgekeurd. De gedragscode bestendig beheer en onderhoud is geldig tot 12 april 2020.

 

Als de gedragscode onvoldoende bescherming biedt moet een ontheffing worden aangevraagd bij de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RvO). Onderdeel van het ministerie van Economische zaken, Landbouw en Innovatie, dienst Regelingen.

 

Indien men het vermoeden heeft dat er beschermde planten en of dieren voorkomen (incl. habitat) op een bepaalde locatie moet hier onderzoek naar gedaan worden inclusief een studie naar de verwachte effecten.

 

Bescherming natuurgebieden

De Natuurbeschermingswet 1998 (NB-wet) is vervangen door de Nieuwe Wet Natuurbescherming. De oorspronkelijke wet was een Nederlandse wet die in 1967 is vastgesteld maar in 1998 ingrijpend is gewijzigd. In de vorige, maar ook in de huidige wetgeving is de natuurbescherming van specifieke gebieden geregeld. Internationale verplichtingen uit de Vogelrichtlijn en Habitatrichtlijn en bijvoorbeeld het Verdrag van Ramsar (Wetlands) zijn in de Natuurbeschermingswet verwerkt. De volgende gebieden zijn aangewezen en beschermd op grond van de wet:

 

Geen van de bovenstaande gebieden zijn aanwezig in de gemeente Opmeer; wijzigingen van bescherming van gebieden in de nieuwe wetgeving zijn binnen de gemeente niet van toepassing.

 

Zorgplicht bomen

Boomeigenaren moeten volgens het Nieuw Burgerlijk Wetboek (artikel 6:162 lid 2 Burgerlijk Wetboek). voldoen aan de wettelijke zorgplicht. Zorgplicht houdt in dat er regelmatig boomveiligheidscontroles en onderhoud word gepleegd.

 

De boomeigenaar zal zich moeten vergewissen dat de bomen geen gevaar opleveren voor de gebruikers van de openbare ruimte. Indien schade en/of letsel is ontstaan, dient de boombeheerder te kunnen verwijzen naar het uitgevoerde onderhoud en uitgevoerde visuele boomcontroles, waaruit naar voren komt dat de boomeigenaar voldoende maatregelen heeft getroffen om schade en/of letsel te voorkomen. Op basis van rechterlijke uitspraken onderscheiden we de volgende drie typen:

 

1) Algemene zorgplicht

Verplichting om bomen regelmatig en systematisch op deskundige wijze te (laten) beoordelen en op basis daarvan zonodig actie te ondernemen.

 

2) Verhoogde zorgplicht

Verplichting om bomen op locaties met verhoogde gevaarzetting (pleinen, winkelcentra, speelplaatsen etc.) tenminste 1 keer per jaar te laten controleren.

 

3) Onderzoeksplicht

Geldt voor bomen waarbij uitwendige gebreken of symptomen voor verborgen gebreken zijn vastgesteld, die een potentieel risico kunnen betekenen. Nader onderzoek moet uitwijzen wat de aard en ernst van die gebreken is en welke maatregelen noodzakelijk zijn.

De boomcontrole kan uit worden gevoerd aan de hand van de VTA-methode (Mattheck & Breloer, 1995). VTA staat voor Visual Tree Assessment, ofwel een visuele boomveiligheidsbeoordeling. De gemeente Opmeer heeft de VTA voor al haar 4690 bomen op orde.

 

Omgevingsvergunning bomen kappen

Voor het kappen van een boom of houtopstand, kan het zijn dat er een omgevingsvergunning (voorheen kapvergunning) nodig is. Van kappen kan ook sprake zijn als er zeer drastisch wordt gesnoeid, bijvoorbeeld het verwijderen van de kroon uit een boom.

 

In de APV is opgenomen dat het verboden is om zonder kapvergunning bomen te vellen die deel uitmaken van de bomenlijst met kapvergunningsplichtige bomen en bomen die in de hoofdstructuur staan. In de lijst met kapvergunningsplichtige bomen staan zowel gemeentelijke als particuliere bomen opgenomen.

 

Door op deze lijst te kijken zou het voor de burger in een oogopslag helder moeten zijn of een aangevraagde boom wel of niet gekapt mag worden zonder vergunning. Naast de bomen op de kapvergunningsplichtige lijst zijn de gemeentelijke bomen in de hoofdstructuur kapvergunningsplichtig. Zie voor de lijst: https://www.opmeer.nl/inwoners/direct-regelen_44490/product/bomen-kappen_383.html

 

M.b.t. tot Herplant- instandhoudingsplicht van kapvergunningsplichtige bomen is opgenomen dat indien een houtopstand behorende bij een erkende waardevolle standplaats wordt geveld, op deze waardevolle standplaats te allen tijde, op korte termijn, een nieuwe duurzame houtopstand op juiste wijze te worden aangeplant

 

Gemeentelijk beleid

Milieubeleidsplan 2012-2015

Het nieuwe milieubeleidsplan legt voor de periode 2012-2015 de koers en ambitie op het gebied van milieu en duurzaamheid vast. Het milieubeleidsplan staat niet op zichzelf. Het milieubeleid is steeds meer verweven met andere beleidsterreinen.

 

Het plan geeft in feite het overall milieubeleid weer, dat deels ook in andere beleidsterreinen en op andere afdelingen wordt uitgevoerd. In dit milieubeleidsplan worden andere beleids- en beheerplannen genoemd, waarin milieu een rol speelt. Het gaat hierbij om bestaande plannen en in ontwikkeling zijnde of in de toekomst voorziene plannen. De plannen worden op de betreffende afdelingen opgesteld en uitgevoerd.

 

Extra prioriteiten vanuit het Raadsprogramma 2014-2018

Uit de visie komt dan ook naar voren dat de gemeente de karakteristieke groene invulling met haar open specifieke karakter wil handhaven. Dit betekent dat de hoofdgroenstructuur in stand wordt gehouden en dat het omringende landschap verder in de wijken doorgezet/doorgevoerd wordt. Dit betekent echter niet dat bestaand groen in de groenstructuur, onveranderd moet blijven.

 

Het groene karakter van de gemeente wordt behouden en de recreatieve potentie van het unieke Westfriese landschap wordt samen met de regio verder ontwikkeld.

 

De gemeente Opmeer kenmerkt zich door veel groen en een goed verzorgde openbare ruimte.

 

  • De gemeente zorgt samen met de inwoners voor een goed onderhouden openbare ruimte. De infrastructuur is passend en goed onderhouden.

  • Stimuleren van bewonersparticipatie bij de inrichting en het onderhoud van de openbare ruimte.

  • Handhaven en waar noodzakelijke en mogelijke uitbreiding van het groene karakter van het bebouwd gebied en de industrieterreinen.

  • De openbare ruimte is vrij toegankelijke en bruikbaar.

  • De openbare ruimte is schoon, verzorgd en bruikbaar en veilig.

  • Stimuleer bewoners mee te denken over verhoging van de beeldkwaliteit en mede verantwoordelijkheid te nemen voor het jaarlijks onderhoud van het openbare groen en het netjes houden van de openbare ruimte.

  • Start pilot met vooraf door de raad vastgestelde doelstellingen waarbij bewoners en gemeente gezamenlijk de openbare ruimte inrichten en verantwoordelijkheid nemen voor het onderhoud.

  • Gebruik chemische bestrijdingsmiddelen aan banden leggen en alternatieven zoeken en besluit nemen.

Downloadlink Raadsprogramma 2014-2018

 

Strategie

 

Welke thema’s zijn belangrijk bij het uitwerken van het beleidsplan?

Communicatie

De gemeente hecht een grote waarde aan een heldere communicatie met haar bewoners en streeft naar een betere dienstverlening. Hierbij speelt de communicatie een belangrijke rol.

 

Communicatie t.b.v. beheer van het groen in de openbare ruimte

In het ‘Westfries Weekblad’ wordt, op moment van toepassing, gepubliceerd op de wekelijkse gemeente pagina. Ook de gemeentelijke website wordt hiervoor benut.

 

Click-Call-Face

Wat betreft de communicatie wil de gemeente stimuleren dat de burgers meer gebruik (kunnen) maken van de digitale mogelijkheden (click) voor de generieke vragen. Voorbeeld hiervan is het Sim-meldpunt op de website van Opmeer. Hierdoor zal het aantal telefonische handelingen (call) verminderen en alleen gebruik worden voor de specialistische vragen. Het persoonlijke (face) contact zal bij de meer ingewikkelde zaken aan de orde zijn. De communicatie zal dus via het click-call-face principe moeten gaan verlopen. Dit systeem zal tijd vrijmaken om de ingewikkelde zaken beter te behandelen

 

Twittergebruik

Om de inwoners te informeren over werkzaamheden of bijzonderheden die in de gemeente gebeuren gaat gebruik gemaakt worden van social media, in de vorm van twitter berichten. Te denken valt aan: gladheidsberichten, vegen van wegen, spuiten van onkruid, snoeiwerkzaamheden, inleveren van kerstbomen, aanbieden snippers, aanbieden openhaard hout. Omvorming/ renovatiewerkzaamheden, maaien van wegbermen etc. In de toekomst kan dit mogelijk uitgebreid worden met anderen vormen van social media. Twitter account van de gemeente Opmeer: @gem_opmeer

 

Communicatie t.b.v. grootschalig onderhoud en renovaties

Naast het beheer van de openbare ruimte worden er ook groenrenovaties uitgevoerd. Jaarlijks wordt hiervoor een plan opgesteld. Voor de inwoners wordt er een inloopavond georganiseerd waarbij zij kennis kunnen nemen van het plan. De direct aanwonenden worden ook persoonlijk op de hoogte gebracht en kunnen reageren op het plan. De mogelijke argumenten/ aanbevelingen op het plan worden afgewogen waarna het plan al dan niet aangepast definitief wordt. Wanneer bewoners goed geïnformeerd worden zal er meer draagvlak zijn voor de voorgestelde plannen. De gemeente Opmeer staat garant voor een goede dienstverlening. In het kader van de dienstverlening heeft de gemeente het: “Kwaliteitshandvest gemeente Opmeer” vastgesteld.

 

In het kader van het beheer is het niet altijd makkelijk om uit te leggen welke werkzaamheden er uitgevoerd worden en wat voor beeld dit oplevert. Mensen kunnen niet altijd een beeld vormen hoe het er dan uit komt te zien. Beelden werken goed om aan te geven wat de mensen mogen verwachten. De CROW heeft hiervoor een kwaliteitscatalogus opgesteld met verschillende onderhoudsniveaus.

 

Biodiversiteit

De trend in openbaar groen is om plantvakken te vereenvoudigen en structuren te versterken door heesters te vervangen voor gras. Door deze trend verdwijnt een deel van de variatie in het openbaar groen. Daarnaast verdwijnt er een deel van de variatie door het toepassen van minder soorten per plantvak.

 

Diversiteit van de flora is vooral van belang voor insecten en sommige zaadetende vogelsoorten. De variatie van de vegetatiestructuur is voor de fauna in het algemeen van belang. Hoe gecompliceerder de horizontale en verticale vegetatiestructuur zoals openheid en gelaagdheid, des te rijker de variatie aan fauna. Het betekent voor de fauna dat er voor veel soorten nest- en schuilgelegenheden zijn, mogelijkheden om te overwinteren en te fourageren.

 

Door maaien en kappen en vele andere beheermaatregelen verandert het totale microklimaat, verdwijnen voedselbronnen, schuil- foerageer- en/of nestgelegenheden. Tijdelijk of permanent kunnen hele voedselbronnen verdwijnen. Met name aaneengesloten linten en grote boomsoorten (bomen 1e grootte) vervullen door hun kroonomvang een belangrijke rol in ecologie. In combinatie met het overige groen vormen ze de bruggen voor fauna in de bebouwde omgeving. Vooral voor vogels bieden bomen voedsel-, nest- en schuilgelegenheden. Op oude leeftijd zullen bomen plaats bieden aan vleermuizen en uilen. Dood hout kan, zonder dat de veiligheid in het geding komt, de basis bieden voor veel insecten (en andere dierenlevens). Om dit te ondervangen dienen beheer- of onderhoudsmaatregelen zoveel mogelijk gefaseerd te worden uitgevoerd. Er moet bij aanplant gestreefd worden naar een variatie aan soorten over de totale nieuwe aanplant met een grote waarde voor fauna. Ecologische zones zijn voornamelijk te creëren in de bermen en taluds vanuit het omliggende landschap.

 

Door het zo ver mogelijk laten doorlopen van de natuurvriendelijke oevers in de wijken en bij de grotere groene elementen neemt de biodiversiteit toe. In de hogere en gevarieerde vegetatie krijgt de flora en fauna meer kans.

 

Duurzaamheid

In het kader van duurzaamheid wordt er in de gemeente Opmeer aandacht besteed aan de volgende onderdelen:

 

  • 1.

    Gebruik van aspen voor 2 en 4 takt machines/biologische oliën.

  • 2.

    Jaarlijkse keuring van machines en elektrisch gereedschap.

  • 3.

    Machines zijn allemaal voorzien van CE-markering.

  • 4.

    Gebruik van hardhout alleen met FSC-keurmerk.

  • 5.

    Aanschaf plantmateriaal alleen via bedrijven met milieu keurmerk.

  • 6.

    Composteren van groenafval.

  • 7.

    Gladheidbestrijding d.m.v. “nat strooien”.

  • 8.

    Bij vervanging van vervoersmiddelen wordt onderzoek gedaan naar mogelijkheden van elektrische vervoersmiddelen.

  • 9.

    Bij vervanging van machines wordt onderzoek gedaan naar mogelijkheden van elektrische machines.

Inhuur medewerkers sociale werkplaats (maatschappelijk verantwoord ondernemen).

 

Bomen en zonnepanelen

Uitgangspunten gemeente Opmeer

Het vellen van bomen, enkel om reden van het plaatsen van zonnepanelen, staat haaks op een duurzaam groenbeleid. Om die reden hanteert gemeente Opmeer de volgende uitgangspunten:

 

Uitgangspunt 1: Bestaande situaties

De bestaande boom gaat vóór en wordt behouden. Ook als de boom in de toekomst nog zal groeien. Bij de plaatsing van zonnepanelen moet daar rekening mee worden gehouden.

 

Uitgangspunt 2: Nieuwbouw

Op nieuwbouwlocaties waar bomen worden aangeplant, wordt rekening gehouden met de aanwezigheid van zonnepanelen en/of de eventuele plaatsing daarvan.

 

Uitgangspunt 3: Herinrichting

Bij herinrichting van gebieden waar sowieso al bomen gekapt of gesnoeid moeten worden, gelden dezelfde regels als voor nieuwbouwlocaties. Als het vanuit herinrichtingsplannen niet nodig is om bestaande bomen te kappen of te snoeien of als herbeplanting op de locaties van de oude bomen plaatsvindt, gelden dezelfde regels als voor bestaande situaties.

 

Samenvattend

De aanwezigheid van zonnepanelen of de wens om tot plaatsing daarvan over te gaan, is op zich geen reden voor het vellen van bomen. De bestaande boom gaat vóór en wordt behouden. Op nieuwbouwlocaties waar bomen worden aangeplant en bij herinrichting van gebieden, wordt rekening gehouden met de aanwezigheid van zonnepanelen en/of de eventuele plaatsing daarvan. Als het vanuit herinrichtingsplannen niet nodig is om bestaande bomen te kappen of te snoeien, gelden dezelfde regels als voor bestaande situaties.

Verzoeken aan de gemeente om tot het vellen van houtopstanden over te gaan, uitsluitend om reden dat de boom of bomen tot minder energieopbrengst van zonnepanelen leidt, worden in beginsel niet gehonoreerd.

Onkruidbestrijding op verharding

Onkruid op verharding bepaalt voor een heel groot beeld de totale indruk van een straat.

 

Wanneer het onkruid tussen de verharding hoog staat en het groen er om heen is goed onderhouden doet dit afbreuk aan het totale beeld. Daarbij zorgen eventuele zaden voor verspreiding naar plantvakken waardoor onkruidgroei wordt bevorderd.

 

  • Naast een hoge veegfrequentie wordt het onkruid bestreden met onder andere een borstelmachine en bosmaaiers. Daarnaast worden proeven met hete lucht en heet water uitgevoerd. Het gebruik van een borstelmachine en bosmaaiers evenals het toepassen van heet water en hete lucht geven het gewenste resultaat.

  • Om goed onderhoud van het groen te kunnen waarborgen is goed onkruidbeheer op de verharding ook van groot belang en zal hier steeds voldoende budget beschikbaar voor moeten worden gesteld.

  • Reeds bij de inrichting van een woonwijk wordt kritisch beschouwd of verharding noodzakelijk is en voor welk type verharding dan het beste gekozen kan worden.

Snippergroen

De gemeente Opmeer is zeer terughoudend met het uitgeven van zogenaamd ‘snippergroen’.

De gebruiksintensiteit van de openbare ruimte, neemt ook in de dorpen en kernen, toe. Om speelruimte te behouden bij mogelijke toekomstige ontwikkelingen (bijvoorbeeld warmtewinning, centrale afvalverzameling per straat) is belangrijk om grond in eigendom en eigen beheer te houden.

 

 

De uitgeefbaar en ingenomen groenkaarten uit 2013 zijn richtinggevend bij het behandelen van eventueel nieuwe aanvragen.

Oneigenlijk in gebruik genomen groen

De gemeente beschikt over een kaart met daarop aangegeven het groen wat oneigenlijk in gebruik is genomen. Deze kaart wordt continue aangepast. Bewoners die zonder toestemming de gemeentegrond gebruikten, moesten een gebruikersovereenkomst aangaan met de gemeente. Indien de grond voor verkoop in aanmerking kwam, werd een koopovereenkomst aangeboden. Indien geen gebruikersovereenkomst is aangaan, is de grond teruggenomen. Bij bewonersmutatie wordt niet uitgeefbare groen teruggenomen. Tijdens de onderhoudsronden wordt tevens gecontroleerd op nieuwe oneigenlijke in gebruik nemingen. Bij constatering daarvan wordt direct actie ondernomen om de ingebruikneming ongedaan te maken.

Het groen mag:

 

  • geen onderdeel uitmaken van de hoofdgroenstructuur;

  • niet voor verkeersgevaarlijke situaties kan zorgen;

  • de bereikbaarheid voor naastgelegen openbaar groen niet belemmeren;

  • geen deel uitmaken van een stukje grond met kabels en leidingen;

  • geen onderdeel uitmaken van geplande ontwikkelingen;

  • niet grenzen aan een openbare doorgaande weg.

Als op kaart aangegeven is welke stukken oneigenlijk in gebruik zijn genomen kan men onderscheid gaan maken in stukken die teruggevorderd moeten worden en stukken die gekocht kunnen worden. Aan de hand hiervan kan worden bekeken welke brief gestuurd moet worden.

 

Vervolgens kan de kaart met in gebruik genomen grond ook aangepast worden. In de afgelopen jaren is een inhaalslag gemaakt op dit beleidsterrein en is er duidelijk overzicht waar de verschillende percelen bevinden. Hieronder het gevolgde stappenplan oneigenlijk in gebruik genomen groen:

 

 

Afbeelding 1 Stappenplan oneigenlijk in gebruik genomen groen

Kapvergunningen en behoud bomenstructuur

De bomen die als kapvergunningsplichtig zijn aangemerkt worden ook wel aangeduid als de “bomenlijst”. Door op deze lijst te kijken is het voor de burger in een oogopslag helder of een kapaanvraag wel of niet gehonoreerd kan worden zonder vergunning.

 

De gemeente heeft samen met boomtechnisch adviesbureau Boomtotaalzorg deze lijst samengesteld met alle bomen die niet zonder kapvergunning mogen worden gekapt.

 

In de lijst met kapvergunningsplichtige bomen staan zowel gemeentelijke als particuliere bomen opgenomen. Naast de bomen op de ‘ bomenlijst’ zijn de gemeentelijke bomen in de hoofdstructuur kapvergunningsplichtig. De gemeentelijke bomen uit de hoofdgroenstructuur zijn niet in de bomenlijst opgenomen. De straten waarlangs gemeentelijke bomen staan uit de hoofdgroenstructuur zijn opgenomen op deze pagina.

 

M.b.t. tot Herplant- instandhoudingsplicht is opgenomen dat indien een boom behorende bij een erkende waardevolle standplaats wordt geveld, op deze waardevolle standplaats te allen tijde, op korte termijn, een nieuwe duurzame boom op juiste wijze te worden aangeplant.

Ondersteuning bij werken aan bomen

Binnen de hoofdgroenstructuur zijn bomen de meest duurzame elementen van de openbare ruimte. Daardoor hebben ze zowel een grote emotionele waarde als een belangrijke waarde in inrichting en herkenbaarheid van een dorp. Het beheer van bomen moet in alle facetten gericht zijn op de duurzame ontwikkeling.

 

Een boom is vaak emotie. Vaak in positieve zin, echter ook regelmatig in de zin van overlast. Het overweldigende van bomen maakt veel in mensen los. De beheerder van de openbare ruimte wordt bij het nemen van uitvoeringsmaatregelen hiermee vaak geconfronteerd. Dit groenbeleidsplan dient ervoor op de juiste wijze uitleg te kunnen geven over het nut en de noodzaak van openbaar groen.

Recreatie

Hoe maken we onze groengebieden toegankelijker?

Het is de wens van de gemeente Opmeer om de aanwezige natuur-, cultuurhistorische- en recreatieve waarden meer ‘beleefbaar’ te maken. Op dit moment zijn de natuurgebieden niet of nauwelijks toegankelijk voor publiek. Hierin kan verandering worden gebracht door ontsluitingen met fiets- en wandelpaden, mits dit geen hinder of schade oplevert voor de natuurgebieden. Met name in het noorden van de gemeente worden hiervoor mogelijkheden gezien.

Natuurwaarde

Hoe verhogen we de natuuurwaarden ?

Ten aanzien van de weidevogelleefgebieden is het erg belangrijk dat deze hun openheid behouden, zodat de gebieden ook geschikt blijven voor weidevogels. Het open houden van het landelijk gebied sluit aan bij het streven van de gemeente om landschappelijke kwaliteiten van de gemeente te behouden.

 

Een deel van de polder Kolk van Dussen is door de provincie Noord-Holland aangewezen als natuurontwikkelingsgebied en vormt onderdeel van de Ecologische Hoofdstructuur (EHS).

 

Hier vindt een combinatie van natuurontwikkeling en waterberging plaats. Dit is in het gebied de Kolk van Dussen en de Braakpolder-Zuid. Deze ontwikkeling wordt de komende jaren voortgezet zodat de natuurwaarden de kans krijgen zich hier te ontwikkelen. Ook in het noordwesten van de gemeente vindt waterberging plaats in combinatie met natuurontwikkeling en recreatie.

Waterberging

Hoe houden we ons water vast?

In de gemeente Opmeer zijn een drietal waterbergingsprojecten uitgevoerd of komen nog in uitvoering:

 

Waterberging Braakpolder-zuid

Braakpolder-Zuid ligt in de ecologische verbindingszone tussen het Zwanenwater en het IJsselmeer. Het hoogheemraadschap heeft circa 9 hectare van de polder ingericht als droge waterberging. Dit betekent dat het gebied in tijden van wateroverlast onder water gezet kan worden. Als er geen wateroverlast is, dan is het in agrarisch beheer en wordt het gebruikt voor begrazing. Het gebied Braakpolder-Zuid is te beleven voor de recreant vanaf de Braakweg en vanaf het fietspad langs de Veersloot. Na de aanleg gaat Landschap Noord-Holland de inrichting samen met locale agrariërs beheren.

 

Waterberging Wadweren

Het plangebied Wadweren is een uitbreiding van het natuur en waterbergingsproject Kolk van Dussen. Het hoogheemraadschap gaat het bestaande maaiveld verlagen. De gedeelten die nu hoog liggen worden weinig afgegraven en de lage delen juist veel, dit versterkt het bestaande reliëf. Het gebied is voor recreatie niet toegankelijk, wel is het beleefbaar vanuit de recreatieve voorzieningen die zijn aangelegd in het kader van het waterbergingsproject Kolk van Dussen.

 

Waterberging Pompsloot

In de polder Vier Noorder Koggen langs de voormalige Pompsloot ten westen van Aarts-woud tussen de Langereis en de Groene Pade heeft hhnk samen met de gemeente Opmeer circa 1,5 hectare ingericht voor de functies waterberging en recreatie (herstel van een oud Kerkpad).

Ziekten en plagen

“Het bestrijden van ziekten en plagen met chemische middelen is niet geoorloofd”.

 

Iepziekte

Deze ziekte wordt veroorzaakt door een schimmel. De schimmel is niet te bestrijden. Maatregelen als jaarlijks monitoren en het toepassen van juiste maatregelen kan de ziekte sterk terugdringen. Met ‘juiste maatregelen’ moet gedacht worden aan tijdig rooien van zieke bomen en aanplanten van resistente soorten.

 

Eikenprocessierups

Door de brandharen die de rupsen verliezen is de gezondheid van mens en dier in het geding. De brandharen kunnen irritatie teweeg brengen. Bestrijding van de plaag (en omvang van het probleem) wordt geïndiceerd door het aantal meldingen, de hoeveelheid eiken in de gemeente en de locatie waar deze eiken staan. Monitoring en preventieve bestrijding is geboden om eventuele overlast binnen de perken te houden.

 

Massaria

Massaria is sinds 2007 een frequenter voorkomende ziekte in de platanen in ons land. Het gaat om een houtrot veroorzakende schimmelaantasting waarbij de veiligheid voor de gebruikers van de openbare ruimte in het geding komt vanwege het plotseling uitbreken van takken. Hogere controlefrequentie en gerichte controle kan

 

Kastanjebloedingsziekte

Tegen deze door een bacterie veroorzaakte ziekte is tot op heden nog geen remedie gevonden. Ernstig aangetaste bomen brengen verhoogd risico voor de omgeving met zich mee vanwege mogelijke stam- of takbreuk. Het verloop van de ziekte is in diverse stadia van ernst onder te brengen; monitoring van al dan niet aangetast zijn, alsmede de voortgang bij zieke bomen is van belang om de juiste beheermaatregelen te treffen binnen het volledige bestand van Aesculus.

 

Essentaksterfte

Sinds enige jaren worden gewone essen aangetast door een schimmel, die verantwoordelijk geacht wordt voor breukgevoeligheid van takken of zelfs het afsterven van essen. Infectie vindt plaats via blad en zet zich via de bladsteel door in twijgen, takken en dikker hout. Er zijn nog geen middelen voorhanden ter voorkoming van de aantasting. Ook genezen is nog niet mogelijk. Verder (wetenschappelijk) onderzoek is nodig teneinde de juiste omgang met het verschijnsel te kunnen vaststellen.

 

Met ingrijpen moet terughoudend omgegaan worden. Dit is slechts nodig op het moment dat sprake is van verhoogd risico voor de gebruikers van de omliggende ruimte. Monitoring van de voortgang is van belang.

 

Bacterievuur

Bacterievuur is met name voor de appel- en perenteelt een bedreiging. Omdat verspreiding van de bacteriële infectie op eenvoudige wijze plaats vindt neemt de ziekte snel epidemische vormen aan. Verspreiding kan voorkomen worden door zieke delen weg te nemen. Aan te bevelen is om zoveel mogelijk aanplant te gebruiken die verminderd vatbaar is voor de ziekte. Een snelle vaststelling van aantasting en adequate reactie is geboden.

Participatie

Initiatieven worden opgepakt en waar mogelijk ondersteund.

De ondersteuning vanuit de gemeente bestaat uit advies en begeleiding en beschikbaar stellen van eenvoudig handgereedschap.

 

Bij wijk gerichte initiatieven is er ook financiële ondersteuning mogelijk. Deze verzoeken worden aangemeld via Opmeer actief. Vanuit Opmeer actief wordt het volgende aangeboden:

 

Burgerinitiatiefbijdrage t.b.v. groenproject ter hoogte van € 500,-, € 250,- of € 100,-.

Indien een (groep) inwoners een initiatief in de gemeente wil starten ten behoeve van een groenproject in de openbare ruimte dan:

 

  • 1.

    Biedt de gemeente begeleiding en advies

  • 2.

    Stelt de gemeente eenmalig een bijdrage ter beschikking t.b.v. de aanschaf van eenvoudig handgereedschap en als waardering voor de geleverde inspanning. De bijdrage is afgestemd op de omvang van het project.

Per verzoek wordt bekeken wat de gemeente kan bieden en waar de initiatiefnemer(s) behoefte aan hebben.

 

Uitvoering

 

Wat gaan we doen in onze gemeente?

Renovatie en omvorming

Voorgestelde verbeteringen op locatie:

Voorgestelde verbeteringen in Hoogwoud

GROENSTRUCTUUR

Hoogwoud

Straat

Huidige beplanting

Voorgestelde verbetering

Burg. Hoogenboomlaan

Grote monumentale bomen dragen voor een groot deel bij aan het beeld. Ook de oude meidoorns voor de kerk geven deze sfeer mee. Door de vormbomen goede aankleding van het gedeelte waar de winkels zich bevinden

Aantal vormbomen uitbreiden waar door een beter straatbeeld ontstaat.

De Stolp (eerste gedeelte)

Cultuurlijke sierheesters

Bekijken of de oevers natuurvriendelijk ingericht kunnen worden. Aansluiten aan de knotwilgen achter De Dars.

Overstek (entree Radboudstraat)

Cultuurlijke sierheesters

Gras toepassen waardoor entree van parkje overzichtelijker wordt en water meer beleefbaar. Tevens bekijken of de oevers natuurvriendelijk ingericht kunnen worden.

Parkje Overstek/ Kaar

Bosplantsoen sierheesters

Daar waar mogelijk heesters toevoegen die in de winter de beleving versterken Voorbeelden:

  • -

    Cornus alba ‘Siberica’

  • -

    Cornus stolonivera

 

GROENKWALITEIT

Hoogwoud

Straat

Voorgestelde verbetering

Boenluif

Naast nr. 12 renovatie

Voor nr. 10 rond boom renovatie

Vierkant

Strook achter nr. 6 -24 renovatie

Naast nr. 11 aanvullen met beplanting

A. van Beierenstraat

Naast nr. 71 renovatie

Kastanjelaan

20-25 renovatie

Beukenlaan

20 renovatie

Steg/ de Kroft

Renovatie smalle stroken

Leegwaterlaan

t.o. nr. 10 smalle stook bij gymzaal omvormen naar gras

Naast nr. 10 en 12 strook langs voetpad renoveren

L.H. van Catzstraat

Strook t.o. 13-19 langs schoolplein renoveren

Nr. 34 boom planten

Purmerlaan

Bij nr. 16 beplanting bij speeltuintje omvormen naar gras

Beemsterlaan

Kruising met Purmerlaan renovatie

Nr. 27 beplanting weg

Schermerlaan

Nr. 7 renovatie beide kanten van het pad

Nr. 16 beplanting vervangen door gras

Nr. 18-29 bomen bijplanten

Herenweg

Nr. 60 beplanting renoveren

Lindenlaan

t.o. nr. 12 strook langs sloot omvormen naar grasstrook achter huizen beplanten

Raadhuisstraat

Heg planten langs parkeerterrein t.h.v. begraafplaats. Aan begraafplaatszijde ook heg planten

Graaf Willemstaat

T.o. nr. 2-8 bomen planten

Strook langs sloot renoveren

T.o. nr. 2- 12 stook langs voetpad renoveren

Voorgestelde verbeteringen in Aartswoud

GROENSTRUCTUUR

Aartswoud

Straat

Huidige beplanting

Voorgestelde verbetering

Zuiderzeestraat (gedeelte)/ Schoolstraat (Aartswoud)

Er staan nauwelijks bomen op terrein van de gemeente. Aan de kant van de N239 Linden.

In de toekomst bij nieuwe ontwikkelingen wel steeds mogelijkheden bekijken voor bomen.

 

GROENKWALITEIT

Aartswoud

Plaats/ Straat

Voorgestelde verbetering

Schoolstraat

Schoolstraat bij de Vliegwielen beplanting langs het pad verwijderen solitairs plaatsen

Voorgestelde verbeteringen in Opmeer

GROENSTRUCTUUR

Opmeer

Plaats/ Straat

Huidige beplanting

Voorgestelde verbetering

Breestraat

Essen en linden

Bij definitieve invulling museumcomplex structuur versterken

Akkerwinde

Veel bomen in verharding in te kleine standplaats

Bomen indien mogelijk voorzien van grotere standplaatsen met onderbeplanting

 

GROENKWALITEIT

Opmeer

Plaats/ Straat

Voorgestelde verbetering

Dotterbloem

Naast nr. 36 renoveren lage beplanting langs straat hogere aan achterzijde

Koekoeksbloem

Bij speeltuintje hazelaars weghalen

Strook tussen Koekoeksbloem en Kamille bomen bijplanten

Kamille

Naast 35 vak renoveren

Voor 15-17 vak renoveren

Naast 23 vak renoveren

Hofje tussen Paardenbloem, Kamille, Zwanebloem strook tegen voetpad achterkant Paardenbloem omvormen naar gras Langs voetpad achter Kamille lage beplanting tegen de achtertuinen hogere afschermende beplanting

Akkerwinde

Naast 29 vak aanvullen met stevige groenblijvende beplanting

Weegbree

Strook t.o. nr. 9-31 langs de sloot bomen uitdunnen struiken tussen planten

Nr. 1-7 renoveren

Aurora

T.o. 62-66 hoge beplanting vervangen door lage beplanting

Tussen nr. 7 en 9 aanplanten

De Glazen Wagen

Nr. 3 renoveren

Naast nr. 40 renoveren ook de vakken langs de weg en kruising met Paardemarkt

Voorgestelde verbeteringen in Spanbroek

GROENSTRUCTUUR

Spanbroek

Straat

Huidige beplanting

Voorgestelde verbetering

Herenweg

Lijsterbessen in verharding

Bij integrale aanpak van de straat meer ruimte voor een krachtige bomenstructuur en onderbeplanting maken.

 

GROENKWALITEIT

Spanbroek

Plaats/ Straat

Voorgestelde verbetering

Pastoor Meriusstraat

Nr .119- 125 beplanting vervangen door gras

Voor nr. 125 puntje dichtstraten

T.o . nr. 158 renovatie

Merelstraat/ Wijde Klaver

Boom bijplanten

Zwaluwstraat/ Wijde Klaver

Beplanting renoveren, boom bijplanten en grond verbetering

Leeuwerikstraat/Past. Meriusstraat

Boom bijplanten

Fazant

Nr. 3-5 renovatie

Meeuwenstraat

62 solitairs eruit beplanting aanvullen

Voorbeelden van renovatie en omvorming

Kansen Groenstructuur

De gemeente stelt jaarlijks een renovatie/omvormingsplan op. Een aantal van de kansen voor de groenstructuur die hier worden genoemd zijn door de gemeente ook al opgenomen in haar omvormingsplannen en worden nu in uitvoering gebracht. Een goed voorbeeld hiervan is de Lijster.

 

Kansen Groenkwaliteit

Hier zijn de sterke en zwakke kanten van het groen opgenomen en is aangegeven wat er de laatste jaren is verbeterd. Omdat de kwaliteit van groen geen vast gegeven is, zal steeds gekeken moeten worden, hoe de groene ruimte wordt beleefd en hoe de functie kan worden verbeterd.

 

Aanbevelingen t.b.v. de groenkwaliteit

De groenstructuur zorgt voor een goed en gewenst groenbestand. Echter dient het overige groen ook van de juiste kwaliteit te zijn om aan het gewenste groenbeeld te voldoen. Omvormingen en renovaties zijn noodzakelijk om aan het groenbeeld te gaan voldoen dan wel te behouden.

 

Uit een inventarisatie is per kern een lijst opgesteld waarmee de komende 5 jaar de groenkwaliteit op peil wordt gebracht en gehouden. Jaarlijks zullen o.a. onderdelen van deze lijst worden meegenomen in het omvormings- en renovatieplan.

 

ALGEMEEN: Alle bomen in de verharding zullen op termijn verdwijnen. Alleen bij hoge uitzondering zal een boom in de verharding geplant worden, dan wel gehandhaafd blijven, mits voorzien van de juiste boomplaats van voldoende grootte en voldoende bodemkwaliteit.

Kosten

Beheerkosten

Globale kosten onderhoud groen kentallen

 

Om het groen in de gemeente Opmeer te onderhouden op een standaard onderhoudsniveau is het jaarlijks benodigde beheerbudget berekend aan de hand van kengetallen (ervaringscijfers Grontmij).

 

Dit zijn de kosten voor het onderhoud van de beheergroepen (arbeid, materiaal en materieel), en kosten zoals:

 

  • Het afhandelen van klachten;

  • Werkzaamheden t.b.v. kermissen, landbouwtentoonstelling etc.

  • Weersverlet;

  • Opleiding etc.

Tabel 4 globale beheerbegroting

 

Beheergroep

Aantal

Eenheid

Globale eenheidsprijs

TOTAAL

Bomen

 

 

 

 

Bomen in beplanting

2.275

st

€ 19,24

€ 43.771,00

Bomen in gras

2.123

st

€ 20,03

€ 42.523,69

Bomen in verharding

384

st

€ 25,92

€ 9.953,28

Bomen (particulier)

73

st

€ 19,24

€ 1.404,87

Totaal

4.855

st

Bosplantsoen (inheems)

Bosplantsoen bomen en struiken

61.729

€ 2,59

€ 159.878,11

Totaal

61.729

Sierheersers

Sierheesters bodembedekkend

28.160

€ 4,24

€ 119.398,40

Sierheesters opgaand

66.084

€ 4,01

€ 264.996,84

Totaal

94.244

Hagen

Hagen

5.425

€ 5,81

€ 31.519,25

Totaal

5.425

Vaste planten

Vaste planten

995

€ 6,31

€ 6.026,05

Totaal

995

Rozen

Rozen

8.319

€ 5,11

€ 42.510,09

Totaal

8.319

Gras

Gazon

202.076

€ 0,58

€ 117.204,08

Bermen

91.595

€ 0,17

€ 15.571,15

Wallen

29.059

€ 0,17

€ 4.940,03

Gras rond sportvelden

21.070

€ 0,64

€ 13.484,80

Totaal

330.835

Totale globale beheerkosten (afgerond)

€ 873.181,00

Huidige begroting gemeente

In de huidige begroting (2017) van de gemeente Opmeer staan voor het groen de volgende posten opgenomen.

 

Programma 5. Sport, cultuur en recreatie, plantsoenen, parken en ander openbaar groen.

Plantsoenen, parken en ander openbaar groen heeft voor onderhoud de volgende posten:

 

Kosten gedetacheerd personeel (Werksaam)

€ 184.000

Onderhoud

€ 230.000

Apparaatskosten taakveld groen afdeling Realisatie en Beheer

€ 371.171

Totaal

€ 785.171

 

In het bedrag van € 785.171 zit een bedrag van € 28.000 voor de jaarlijkse renovatie en omvorming. Voor onderhoud is dus werkelijk beschikbaar € 785.171 – € 28.000 = € 757.171

 

Dit afgezet tegen de kengetallen geeft een verschil van € 873.181 – € 757.171 = € 116.010

 

Hieruit mogen/kunnen we concluderen dat we het redelijk tot goed doen met de beschikbare middelen.

 

Een deel van de kosten wordt gedekt door de opbrengsten van de gebruikersovereenkomsten en huurovereenkomsten (circa € 20.000 jaarlijks) en eventuele verkopen komen ten goede aan het groenonderhoud.

Renovatiekosten

De omlooptijd van het groen is afhankelijk van de beheergroep. Door het jaarlijks te renoveren areaal te vermenigvuldigen met de eenheidsprijzen voor vervanging, wordt inzicht gegeven in het globale budget wat hiervoor gereserveerd zou moeten worden.

 

Tabel 5 globale renovatiekosten

 

Hoofdgroep

Jaarlijks gem. te renoveren areaal

Eenheid

Globale eenheidprijs

Globale jaarlijkse renovatiekosten

Bomen

92

st

€ 325,00

€ 29.867,50

Bosplantsoen

1.326

€ 5,75

€ 7.622,06

Hagen/ blokhagen

203

€ 20,00

€ 4.052,00

Sierheesters en botanische rozen

3.771

€ 10,50

€ 39.600,12

Vaste planten/ struikrozen

68

€ 25,00

€ 1.687,50

Gazon

9.930

€ 0,61

€ 6.057,45

Totale globale renovatiekosten (afgerond)

€ 88.880,00

 

De gemeente heeft voor omvormingen een jaarlijks budget van circa € 28.000,-. Daarnaast wordt ook groen omgevormd bij totale renovaties van straten. De kosten voor deze groenvervangingen zitten bij de projectkosten in en zijn t.o.v. de renovatiekosten extra kosten die boven op het budget van € 28.000,-. komen. Door deze jaarlijkse renovaties blijft het groen in de gemeente op een acceptabel niveau. Wel heeft de gemeente voortdurend een achterstand m.b.t. de renovaties in het groen in vergelijking tot het jaarlijks te renoveren areaal. Ondanks de financiële beperking geeft de burger aan nog steeds tevreden te zijn met het huidige groenbeeld.

Kostenvergelijking

Vergelijking landelijke beheerkosten

 

De gemiddelde landelijke beheerkosten per inwoner bedragen € 82,00. Dit zijn de kosten na inflatiecorrectie en gemeten bij 474 gemeenten (CBS 2005-2009).

De gemeente Opmeer heeft 11.518 inwoners (1 jan. 2018). Dan komen de gemiddelde beheerkosten voor de gemeente Opmeer uit op € 66,00 per inwoner en bij de begroting conform kengetallen op € 76,00 per inwoner.

Planning

Globale planning

De gemeente stelt jaarlijks omvormingsplannen op. Hier worden de werkzaamheden opgenomen ter uitvoering van de verbeteringen m.b.t. groenstructuur en groenkwaliteit zoals beschreven in dit plan.

 

Doordat de gemeente jaarlijks een budget van € 28.000,- beschikbaar heeft, wordt per jaar bekeken welke groene ingrepen prioriteit hebben. Daarnaast zijn er ook de integrale projecten waar groen in meegenomen wordt.

Personeelsbezetting

Om de openbare ruimte van de gemeente Opmeer op een aanvaardbaar niveau te behouden is inzet van vakkundig personeel van wezenlijk belang. Dit is een immer actueel en flexibel proces in het organiseren van het beheer van de groene omgeving.

 

Het taakveld groen bestaat uit zeven medewerkers. Daarnaast wordt WerkSaam ingehuurd om de openbare ruimte schoon, netjes en intact te houden. Voor specifieke zaken wordt gericht inhuur verzorgd.

 

Door areaal uitbreiding (van onder andere De Veken en Heerenweide nu en de komende jaren), het verbod op gebruik van chemische middelen bij onkruidbestrijding op de verharding en de steeds hogere eisen van de inwoners staat er spanning op de verhouding tussen werkvoorraad en capaciteit binnen het taakveld groen. Momenteel wordt de oplossing steeds meer gezocht in extra inhuur. Het wordt steeds moeilijker om geschikte vakmensen in te huren. Om minder afhankelijk te zijn van de beschikbare vakmensen is het verstandig om de huidige groenploeg uit te breiden met een vakman. Hierdoor is de gemeente Opmeer minder afhankelijk en kan het huidige en gewenste groenbeeld beter gewaarborgd worden. Ook is de verhouding tussen werkvoorraad en eigen capaciteit dan beter in balans.

Beheer volgens groenaannemer/ Boombeheer

Biodiversiteit

Diversiteit van het bomenbestand is, naast het belang voor de kleine fauna als insecten en vogels, vooral van belang voor het voorkomen van grote uitval van bomen bij soortgebonden ziekten of aantastingen.

 

Met name bij lange aaneengesloten linten van bomen van dezelfde soort kan een aantasting ernstige gevolgen hebben. Denk hierbij aan iepen met iepenziekte, paardenkastanjes met de kastanjebloedingsziekte en sinds een aantal jaren de essen met de essentaksterfte. Vooral wat betreft de essen en de essentaksterfte, is het raadzaam om binnen de gemeente Opmeer hiervoor een beleid op te stellen waarbij in meerdere mate een mix van boomsoorten aangeplant gaan worden in lange lintbeplantingen en bij het uitvallen van essen.

 

Door (meer) biodiversiteit te betrachten van grote boomsoorten (bomen 1e grootte) vervullen dergelijke bomen door hun kroonomvang een belangrijke rol in ecologie. Het betekent voor de kleine fauna dat er voor veel soorten foerageermogelijkheden zijn, evenals nest- en schuilgelegenheden en mogelijkheden om te overwinteren.

 

In combinatie met het overige groen vormen ze de bruggen voor fauna binnen de bebouwde omgeving. Vooral voor vogels bieden bomen voedsel-, nest- en schuilgelegenheden. Op oude leeftijd zullen bomen plaats bieden aan vleermuizen en uilen. Dood hout kan, zonder dat de veiligheid in het geding komt, de basis bieden voor veel insecten (en andere dierenlevens).

 

Groeiplaats van bomen

De groeiplaats van bomen is de benodigde ruimte die bomen zowel boven- als ondergronds nodig hebben om zich te kunnen ontwikkelen tot de volwassenfase.

 

Bovengronds zal er voldoende ruimte nodig zijn zodat de kroon, minimaal de verwachte grootte kan bereiken. Ondergronds zal voldoende beschikbare doorwortelbare ruimte nodig zijn om het verwachte bovengrondse beeld te bereiken. Hierbij uitgaande van een gezonde boom welke duurzaam te handhaven is. Hier zal dan ook bij het (her)inrichten voldoende rekening mee moeten worden gehouden.

 

Boomsoorten zijn globaal te verdelen in klasse van eindgrootte.

1e grootte; boomhoogte: ca. > 16 meter

2e grootte; boomhoogte: ca. 10 – 16 meter

3e grootte; boomhoogte: ca. 6 – 10 meter

 

Het is van belang om de soortkeuze op de beschikbare ruimte af te stemmen.

Zo zullen er in de hoofdgroenstructuur overwegend bomen van de 1e grootte staan en in de overige structuren, overwegend bomen van mindere grootte.

 

Ondergrondse groeiruimte

Voorop gesteld bestaat grond uit 3 onderdelen. Lucht (poriën), water en vaste stof. Daarnaast zal er organische stof en een actief bodemleven aanwezig moeten zijn, bestaande uit bacteriën, maar vooral bodemschimmels om organische stof te bewerken tot bomenvoeding. Dit is het ‘Bodemvoedsel web’.

Als vuistregel geldt dat bomen binnen de gemeente Opmeer een doorwortelbare ruimte nodig hebben welke gelijk is aan ½ m3 per 1 m2 van de kroonprojectie. Uitgaande van het grondvlak onder de kroon van een volwassen boom. Wanneer dit onvoldoende is zal de boom ook niet de verwachte grootte bereiken. Uitgaande van een (voorbeeld)boom met een kroondiameter van 10 meter, is de kroonprojectie 78,5 m2. De benodigde doorwortelbare ruimte dient dan ca. 40m3 te zijn.

 

Doorwortelbare ruimte

Een goede groeiplaats bevat voldoende ruimte voor wortelgroei. Dit houdt in dat de bodem niet te sterk verdicht mag zijn. Wortels kunnen groeien wanneer de indringingsweerstand van de bodem minder is dan 3,5 MPa/cm2. Dit is vaak in conflict met de verdichting ten behoeve van voldoende draagkracht voor wegen. Bomen hebben dan ook onder wegen geen beschikbare groeiruimte.

 

Bodemluchthuishouding

Ook dient er voldoende luchtuitwisseling plaats te kunnen vinden om het bodemleven te voorzien van zuurstof. Bij te verdichte grond of afgedekte bodems, door o.a. bestrating, kan er geen uitwisseling plaatsvinden tussen de atmosferische- en bodemlucht. Hierdoor zakt percentage zuurstof tot onder de 16% door omzetting van organisch materiaal inde grond.

Bij < 14% zuurstof in het groeiseizoen ( ½ april – ½ oktober) treed wortelsterfte op, neemt de conditie van de boom af en zal de boom vervroegd afsterven.

 

Bodemvochthuishouding

Wortelgroei zal niet dieper gaan dan even boven het grondwater. De ruimte boven het grondwater, de ‘volcapillair zone’. Hier zijn alle grondporiën verzadigd met water en is er voor het bodemvoedsel web en wortels niets te halen dan water. Binnen de gemeente Opmeer is, in de regel voldoende drooglegging waardoor bomen kunnen groeien. Drooglegging is het hoogteverschil tussen het maaiveld en het grondwater.

 

Concurrentie

Ondergronds

Ondergronds is de ruimte niet uitsluitend beschikbaar voor wortelgroei. Veel ruimte zal geclaimd worden tem behoeve van de ondergrondse infra, als riool, gas, water, elektra, glasvezel e.d.

Door de aanleg van nieuwe infra ontstaat in de regel veel wortelschade. Dit is ook het geval bij renovaties en overige aanpassingen.

In de praktijk worden hierbij veel wortels afgehakt. Dit leidt, pas zichtbaar in een later stadium, tot ernstige schade waardoor houtrot kan ontstaan en bomen sterk vervroegd gekapt moeten worden uit oogpunt van veiligheid. In veel gevallen is het omwaaien van bomen te wijten aan eerder ontstane wortelschade. Bij ernstige wortelkap kan er direct gevaar zijn op instabiliteit.

 

Voor nieuwe projecten zal gezocht moeten worden naar methoden of werkwijze waardoor er geen wortelschade kan ontstaan. Dit, o.a. door gebruik te maken van graafvrije techniek, of dat een tracé op ruimere afstand van bomen gelegd wordt.

 

Anderzijds kunnen bomen eveneens schade veroorzaken aan ondergrondse infra. Vooral aan het riool. Wanneer er ook maar een minieme ruimte is tussen aansluitingen van buizen kunnen wortels in het riool binnen dringen met alle gevolgen van dien.

Ook hier zal gezocht moeten worden naar methoden om dergelijk problemen te voorkomen.

 

Bij onvoldoende groeiruimte in de ondergrond zullen wortels oppervlakkig gaan groeien waardoor verharding opgedrukt wordt. Hierdoor kunnen gevaarlijk situaties ontstaan. Veelal op te lossen door wortelkap, waarna, na enige tijd de situatie zich herhaalt.

Dergelijk problemen vragen om een goede aanpak. Bij nieuwe aanleg is vroegtijdig overleg tussen de inrichter en boombeheerder uiterst zinvol.

 

Bovengronds

Ook bovengronds is er sprake van concurrentie. De boomkronen mogen immers het verkeer niet hinderen en evenmin de aangrenzende huizen binnengroeien.

 

Ten aanzien van de verkeersveiligheid zal er voor het autoverkeer een minimale vrije doorrijdhoogte moeten zijn van 4,50m, gerekend vanaf de rijweg tot aan de eerste tak boven de rijweg. Boven fietspaden en voetpaden kan met een mindere vrije doorrijdhoogte volstaan worden. Dergelijk vrije doorrijdhoogten zullen bereikt worden door de bomen op te kronen waarbij de onderste hoofdtak op ca, 6 meter boven maaiveld ongemoeid blijft. Bij bomen van de 1e grootte zal dit in de regel geen probleem zijn. Bij bomen van de 3e grootte echter wel. Deze bomen halen vaak niet of nauwelijks een tophoogte van 6 meter. Om deze reden zijn deze bomen niet geschikt is om als straatboom langs een doorgaande weg te staan op geringe afstand van de rijweg.

 

Ook kan er sprake zijn van concurrentie ten opzichte van de straatverlichting. Ook hier zal tijdens planvorming de boom- en lichtmastlocatie op elkaar moeten worden afgestemd.

 

Bomen mogen geen overmatige schaduw teweeg brengen binnen huizen waardoor deze als onbewoonbaar te beschouwen zijn. Dat er overlast is van bladval in goten wordt veelal als lastig ervaren maar deze overlast is relatief.

Bij (her) inrichten van openbare ruimte is het goed om rekening te houden om voldoende afstand te houden tussen bomen en huizen. Verderop in dit hoofdstuk is hiervoor een schema opgesteld.

 

Bij toe te passen boomsoortkeuze zal beoordeeld moeten worden in hoeverre er overlast kan ontstaan als gevolg van vruchtval en/of overig leven in de boom, als, bijv. bladluis.

Bomen en gras is veelal geen gelukkige combinatie. Als gevolg van maaien ontstaat veel schade aan de stamvoet en/of onderstam. Naast directe schade kunnen houtborende insecten de stamvoet breukgevoelig maken, zoals aantasting van Wilgenhoutrups.

 

Ook onderling zijn bomen concurrenten van elkaar. Bij een te kleine onderlinge plantafstand zullen de kronen onvoldoende ontwikkelen en zal er veelvuldig dood hout ontstaan door lichtgebrek inde kronen. Ook is neemt bij aaneengesloten kronen het stoffilterend vermogen van bomen af. Een te krappe onderlinge afstand zal leiden tot verhoogde beheerskosten en veelal vervroegde vervanging van de bomen.

 

Boomgrootte*

Streefstand in meters (vanaf hart boom)

Ondergrondse infra

Gevels

Rijweg asfalt

Rijweg elementen

Bomen onderling

 

 

 

 

 

 

1e grootte

4

10

2,0

1,5

8 – 15

2e grootte

3

6

2,5

1,5

5 – 8

3e grootte

2

4

2,5

1,5

3 – 5

 

*1e grootte: >16m.; Kroondiameter, ca. 8 – 20 m.; Soorten als: populier, linde, paardenkastanje, beuk, eik, iep, es

2e grootte: 10 – 16m.; Kroondiameter, ca. 4 – 8m.; Soorten als: veldesdoorn, haagbeuk, amberboom, prunus

3e grootte: 6 – 10m.; Kroondiameter, ca. < 6 m.; Soorten als: meidoorn, krent, malus, kleinere prunus soorten

 

Binnen de gemeente Opmeer staan veel gemeentelijke bomen op- of tegen de erfgrens van particulieren. Hierdoor zijn, mede door diktegroei van de bomen, de bomen mandelig bezit geworden. Gevolg is dat zowel de gemeente als de particulier, eigenaar zijn van de boom.

Dit gegeven zorgt ervoor dat geen van de eigenaren iets aan de boom mag veranderen zonder uitdrukkelijke toestemming van de andere mede eigenaar (zie Bomen en Wet).

In algemene zin is dient de wettelijke afstand tussen het hart van een boom en de erfgrens 2 meter te bedragen, tenzij het een lokaal gebruik of gewoonte is om bomen op kleinere afstand te hebben staan.

 

Bepaal op locaties waar gemeentelijke bomen op of over de erfgrens staan, welke bomen te behouden. Maak met de particuliere (mede-eigenaar afspraken over het al of niet handhaven van de situatie, onderhoud en verantwoordelijkheden. Leg deze afspraken notarieel vast.

Voor nieuwe situaties dienen dergelijk mandelige gevallen te voorkomen worden.

 

Bij concurrentie tussen gemeentelijke- en particuliere bomen is een goede afstemming t.a.v. nieuwe aanplant gewenst zodat beide bomen duurzaam te behouden zijn.

 

Boombeheer algemeen

Het beheer is gericht op het optimum van de functie van de boom in relatie tot de levensduur, gezondheid, veiligheid en kosten van het beheer. Hierbij horen ook alle verrichtingen/maatregelen om te komen tot het gewenste eindbeeld, in overeenstemming met de eigenschappen van de betreffende boomsoort.

 

Duurzame en langzaam groeiende boomsoorten van de 1e grootte kunnen, normaliter een eindleeftijd halen van > 80 jaar. Snelgroeiend boomsoorten van de 1e grootte halen, gemiddeld een eindleeftijd van ca. 40 – 50 jaar. Dit is ook zo bij bomen van de 2e grootte. Langzaam groeiende soorten als bij voorbeeld, haagbeuk, amberboom en esdoorn soorten kunnen ca. 60 – 80 jaar oud worden, terwijl voor de snelgroeiende soorten rekening gehouden moet worden met een eindleeftijd van ca. 40 jaar. Voor bomen van de 3e grootte geldt een gemiddelde eindleeftijd van ca. 25 – 40 jaar.

 

Over het beheer dient, in feite al inde ontwerpfase te worden nagedacht, tijdens de ontwikkeling van de inrichtingsplannen waarbij de plantplaats/groeilocatie en soortkeuze wordt bepaald.

Zoals al in het voorgaande hoofdstuk is opgemerkt, zal, om het gewenste eindbeeld te kunnen bereiken, voldoende boven- en ondergrondse groeiruimte beschikbaar moeten zijn. Na het inrichten van een juiste plant- en groeiplaats kan de boom geplant worden. Hierna volgt, na de nazorgperiode van 3 jaar de begeleidingssnoei periode. Daarna de periode van onderhoudssnoei en boomcontrole om uiteindelijk de boom te vervangen voor een jong exemplaar.

 

Begeleidingssnoei

Bomen in het stedelijk gebied, vooral langs wegen, hebben begeleidingssnoei nodig. Voor bomen in parken en grote groenvakken hebben, in principe geen tot nauwelijks begeleidingssnoei nodig.

Om de bomen een goede groeiontwikkeling te laten doormaken dient in de begeleidingssnoei-periode frequent gesnoeid te worden. Optimaal is 1x per 3 jaar. Hierbij dient tijdens het groeiseizoen, in de periode tussen half mei en half oktober niet meer dan 20% van het kroonvolume, of bladmassa te worden weggenomen. Bij begeleidingssnoei worden de dikste takken het eerst weggenomen, evenals ‘probleemtakken’ welke een goede kroonontwikkeling in de weg staan. Doel is om een goede en sterke takvrije stam te laten ontwikkelen met een zo sterk mogelijke kroon. Uiteindelijk ligt de verhouding tussen stam en kroon op 1/3e : 2/3e. Afhankelijk van het gewenste eindbeeld worden alle takken uit de ‘tijdelijke kroon’ weggenomen tot de uiteindelijke opkroonhoogte bereikt is. De kroon die vanaf de verkregen opkroonhoogte behouden wordt, wordt de ‘blijvende kroon’ genoemd.

 

Afhankelijk van de groeisnelheid van de boomsoort, zal de begeleidingssnoeiperiode liggen tussen 12 jaar bij snelgroeiende soorten als populieren, wilg e.d. en 36 jaar bij langzaamgroeiende soorten als eik, linde e.d.

 

Onderhoudssnoei

Na de periode van begeleidingssnoei komt de onderhoudssnoei.

Bij onderhoudssnoei worden die takken weggenomen welke voor overlast zorgen. Dit is, o.a. dood hout, gevormd door lichtgebrek in de kroon, of takken die hinderlijk voor lichtmasten groeien of, als zijtak van een hoofdtak te laag groeien of te dicht bij huizen e.d. groeien.

Normaliter vindt 1 x per 5 – 7 jaar onderhoudssnoei plaats.

 

Krooncorrectie

Naast het bovengenoemde kunnen ook specifieke maatregelen noodzakelijk zijn, als krooncorrectie. Hierbij wordt de kroonvorm gecorrigeerd als gevolg van een gesignaleerde gebreken of door middel van een dergelijke ingreep de duurzaamheid van de boom te verlengen of uit oogpunt van veiligheid. Bij een dergelijke ingreep dienen grote snoeiwonden aan de stam voorkomen te worden. Dergelijke snoeiwonden kunnen ernstige houtrot veroorzaken waardoor de stam breukgevoelig wordt. Krooncorrectie uitvoeren door zo veel als mogelijk in de kroonperiferie te snoeien. Krooncorrectie is bedoeld om de mechanische belasting van de kroon of gedeelte hiervan te verminderen.

 

Dood hout snoeien

Snoeien van dood hout is in de regel uit oogpunt van veiligheid. Bij het afzagen van dode takken dient het beschadigen van levend weefsel voorkomen te worden. Indien veelvuldig door hout in een boom voorkomt, zal naar de oorzaakgezocht moeten worden. In de regel zal de oorzaak gevonden moeten worden in de groeiplaats van de boom.

 

Vormsnoei

Wanneer een boom- of kroonvorm in een bepaalde vorm of grootte gehouden moet worden zal dit door middel van frequente snoei gerealiseerd moeten worden. Bijvoorbeeld bij bol-, lei-, zuil-, knot-, of dakvorm bomen. Bij bolvormen zal ca. 1 x per 3 jaar gesnoeid moeten worden om de bolvorm niet te groot en te zwaar te laten worden. Bij leibomen zal jaarlijks gesnoeid moeten worden. Bij zuilvormbomen zal, minimaal, 1 x per 2 jaar de zuilvorm door middel van ’scheren’ bijgehouden moeten worden. Knotbomen worden 1 x per 5 jaar hergeknot.

 

Kandelaberen

Het kandelaberen, of kandelaren is geen normale beheermaatregel. Indien deze vorm van het sterk innemen van de kroon op jonge leeftijd van de boom gebeurd zal de boom de rest van zijn leven frequent moeten worden geherkandelaberd. Indien oude, volwassen bomen gekandelaberd worden wordt ca. 80% van het kroonvolume weggenomen waardoor er een grote onbalans ontstaat tussen boven- en ondergrondse boomdelen. Hierdoor sterven wortels af en is er een groot risico op wortelrot waardoor dergelijke bomen een gevaar worden voor de omgeving. Een boom eenmaal geknot of gekandelaberd, dan zal deze maatregel frequent moeten worden herhaald.

Het kandelaberen van bomen wordt veelal uitgevoerd indien bomen te groot worden voor de locatie waar ze staan. Zoals al gezegd is het geen beheermaatregel maar veeleer een halve keuze waarbij de durf van het wel of niet handhaven ontbreekt.

 

Inboet

Wanneer jonge bomen na aanplant afsterven zal in de regel een dergelijke boom vervangen worden door een nieuwe boom. Dit heet inboeten. Wanneer in een laan met volwassen bomen een enkele boom afsterft kan het gewenst zijn om hier een jonge boom in te boeten. Gelet op de lichtconcurrentie van de omringende bomen zal gekeken moeten worden of inboeten zinvol is of juist niet. Per situatie, boomsoort en onderlinge plantafstand, e.d., zal beoordeeld moeten worden of tot inboet moet worden overgegaan. In een laan met bomen van ca. 60 jaar oud, zal een enkele jonge boom van ca. 3 – 7 jaar niet leiden tot het gezichtsbehoud van de laan.

 

Vervanging

Indien bij meerdere bomen in een laan of straat de conditie sterk achteruit gaat zal gekeken moeten worden of het vervangen van alle bomen in een keer de beste maatregel is, of dat, indien er nog enkele bomen staan met een goede kwaliteit en conditie, deze bomen als ‘overstaanders’ gehandhaafd kunnen en mogen blijven.

 

Dunning

Tijdens de aanleg van groen, wordt, om snel een groen beeld te krijgen, vaak overmatig geplant. Dit houdt in dat na verloop van tijd, door groeiontwikkeling bomen elkaar (te) sterk gaan beconcurreren. Om bomen duurzaam te behouden en te beheren zal dan gekozen moeten worden om het aantal te reduceren door middel van dunning.

Bij aanleg kan ook, voor het krijgen van een snel groenbeeld, gekozen worden om snelgroeiende en minder snelgroeiende boomsoorten (‘wijkers’), veelal om en om, te planten. Na verloop van enige jaren zullen de ‘wijkers’, hun naam zegt het al, dan gekapt moeten worden om de minder snelgroeiende- en meer duurzame soorten (‘blijvers’) de ruimte te geven om zich volledig te ontwikkelen. Een dergelijke opzet en dunningsingreep kan onbegrip bij de burgers oproepen. Duidelijke en vroegtijdige communicatie is hierbij van belang.

 

Kappen van bomen

Voor bomen die op de bomenlijst staan zal, om deze te kunnen kappen, een kapvergunning moeten worden aangevraagd en afgegeven. De criteria voor het verlenen van een kapvergunning zijn beschreven in de Algemene Plaatselijke Verordening Opmeer.

 

Voor bomen die niet op de bomenlijst staan is geen kapvergunning vereist maar voor zover het gaat om gemeentelijke bomen wordt de afweging wel of niet kappen aan de onderstaande uitgangspunten getoetst. Er wordt tot kap overgegaan bij:

 

  • a)

    Slechte gezondheid van de bomen/gevaar voor de veiligheid

Bomen die gevaar opleveren, bijvoorbeeld omdat ze aangetast of ziek zijn waardoor de veiligheid rondom de bomen niet kan worden gewaarborgd, worden gekapt. In geval van iepziekte is het zelfs een verplichting om de zieke iep te kappen. Voorafgaand aan de kapaanvraag zal door een boomdeskundige de noodzaak van de kap moeten worden aangegeven. Als deskundige wordt aangemerkt een VTA-gecertificeerde boomdeskundige of gecertificeerde European Tree Technician (ETT).

 

  • b)

    Aantoonbare schade aan gebouwen en/of onder- of bovengrondse infrastructuur

    Bomen die door hun wortels of door hun kroon aantoonbare schade veroorzaken worden gekapt. De oorzaak van de schade ligt vaak aan de verkeerde standplaats van de boom. De boom staat te dicht bij gebouwen en/of de onder- en of bovengrondse infrastructuur.

 

  • c)

    Belemmering van duurzame ontwikkeling van bomen

    Ten behoeve van duurzame ontwikkelingen van bomen dienen deze over voldoende bovengrondse en ondergrondse ruimte te beschikken. Er zijn situaties waar bomen te dicht op elkaar geplaatst zijn waardoor de groeimogelijkheden van de bomen te beperkt zijn.

    Door dunning kunnen de groeiomstandigheden sterk verbeterd worden en kunnen bomen op de juiste afstand van elkaar gezet worden. Uitgangspunt hierbij is de te behouden bomen tot volledige ontwikkeling te laten komen.

 

  • d)

    Kap van bomen bij ruimtelijke ontwikkelingen

    Het belang van behoud van de bomen en de gewenste ruimtelijke ontwikkeling worden in de ruimtelijke procedure tegen elkaar afgewogen. De afwegingen worden in de ruimtelijke onderbouwing meegenomen. Dit geldt voor zowel nieuwbouw als renovatie. Het uiteindelijk vastgestelde ruimtelijke plan geldt als uitgangspunt.

 

  • e)

    Concurrentie van bomen ten opzichte van de onderbeplanting

    Er kunnen omstandigheden voorkomen dat de bomen de ontwikkeling van de onderbeplanting in de weg staan waardbij de onderbeplanting essentieel is voor het gewenste eindbeeld.

    In het groenstructuurplan wordt dit gewenste eindbeeld vastgelegd en dit plan geldt dan als uitgangspunt.

 

Aanplant van bomen

Voor het aanplanten en herplanten van bomen zijn in het bomenbeleidsplan de volgende uitgangspunten vastgesteld:

 

  • a)

    Als vervanging of na verwijdering van bomen in de te beschermen hoofdstructuur

    In de hoofdstructuur geldt in principe een herplantplicht. Als dit niet op dezelfde plaats

    mogelijk is dan wordt elders herplant.

 

  • b)

    Bij kap in de bestrating als er een mogelijkheid tot herplant in groenstroken aanwezig is

    Hierdoor worden de bomen op een betere plek gezet waarbij ze bijdrage een meer duurzaam bomenbestand.

 

  • c)

    Als het gewenste eindbeeld niet met het huidige bomenbestand gerealiseerd wordt

    Bij de inventarisatie van de waardevolle bomen is ook gekeken naar waardevolle standplaatsen voor bomen. Deze waardevolle standplaatsen zijn vastgelegd in het besluit ‘vereenvoudiging kapvergunningen’ van 18 december 2009. Dit zijn plaatsen waar voldoende ruimte is voor bomen en die een daadwerkelijk bijdrage kunnen leveren aan het gewenste eindbeeld (juiste boom op de juiste plek). Nog niet al deze waardevolle standplaatsen voldoen aan het gewenste eindbeeld.

 

Boomschade

Bij schade aan gemeentelijke bomen of ‘waardevolle bomen’, wordt de ontstane schade getaxeerd conform de ‘Richtlijnen van de Nederlandse Vereniging van Taxateurs van Bomen (NVTB), op basis van de meest recente uitgave van deze richtlijnen.

 

Dit kunnen boomschades zijn als gevolg van graafwerkzaamheden, oneigenlijk gesnoeide of gekapt/gerooide bomen, dan wel op andere wijze beschadigde bomen. Bijvoorbeeld als gevolg van vernieling of aanrijding. Ook de kosten voor het vaststellen van de boomschade, schadetaxatie, komen voor rekening van de veroorzaker van de schade, eventueel vermeerderd met de door de gemeente gemaakte kosten hiermee gepaard gaande.

 

Boombedreigingen

Door aantastingen of ziekten kunnen bomen versneld afsterven waardoor ze, uit oogpunt van veiligheid voor de omgeving, of om verdere uitbreiding van aantasting van belendende bomen noodgedwongen verwijderd moeten worden.

 

Bedreigingen

Bedreigingen door ontstane boomschade. Bijvoorbeeld door graafwerkzaamheden binnen de leefomgeving van bomen waarbij wortelschade ontstaat. Hierdoor kan de stabiliteit van de betreffende boom in het geding komen en kan risico ontstaan op omwaaien tijdens storm. Hetzij direct, hetzij na enige jaren wanneer, als gevolg van de wortelschade, houtrot ontstaat in de stamvoet of aan de resterende wortels

 

Ophoging van het bestaande maaiveldhoogte kan tot gevolg hebben dat de eronder groeiende wortels afsterven doordat de bodemluchthuishouding veranderd waarbij het zuurstofpercentage minder wordt. Vooral essen, beuken, eiken, esdoorns en linden kunnen hierdoor een snel in conditie afnemen en vroegtijdig sterven.

Aandacht bomen in groengebieden

Binnen de gemeente Opmeer zijn een drietal groengebieden die binnen korte termijn de nodige aandacht vragen.

 

Spanbroek

In Spanbroek is dat de ‘Plevier’. Dit in verband met de grote eiken in een cirkel zijn geplant rond een speelgebied. Deze eiken staan zowel in het gras als in de beplanting. Door hun groeiontwikkeling raken de kronen van de afzonderlijke bomen elkaar. Door het lichtgebrek tussen de kronen en ruimteconcurrentie ontwikkelen de kronen zich louter tweezijdig zijwaarts waardoor sterk elipsvormige kronen ontstaan en schieten de bomen als het ware de lucht in. Het om-en-om- dunnen zou hier een toepasbare beheeringreep kunnen zijn.

 

Kwikstaart en gedeelte Meeuwenstaat (huis nrs.36 54). Aan deze wegen zijn lage seniorenwoningen gelegen. Aan de aan de overkant van de weg staan elzen, Alnus speathii, waarvan de kronen elkaar raken. De bewoners, allen senioren, klagen over het vele blad waarvan ze overlast ervaren. Onder andere doordat hierdoor goten verstopt raken. Daarnaast waaien met regelmatig takken uit de bomen die tegen de ramen en op de geparkeerde auto’s komen. Bomen vormen wel mooie groenwand.

Als beheer beheermaatregel is te denken aan het om-en-om-dunnen van de bomen, wellicht kan hier een meer intensieve dunning plaatsvinden in e volgorde van 1 bomen behouden 2 bomen weghalen en dit stramien doorzetten.

 

Opmeer

In Opmeer zijn de eiken die achter de Zonnewei staan met regelmaat onderwerp van discussie. Dit vanwege hun boomhoogte waardoor er veel overlast ervaren wordt door de schaduwwerking in de middag en avond. Een aantal jaren geleden zijn hier al eens een aantal bomen verwijderd te zijn die nabij de erfgrenzen stonden. Op zich mooi groenelement in een versteende omgeving waarvan opgemerkt moet worden dat de kronen in (sterk) toenemende mate over de tuinen groeien. Enkele bewoners van Zonnewei willen de bomen erg graag weg hebben,

 

Hoogwoud

In Hoogwoud aan de Charles van der Nootstraat en aan de Louise Hedwig Catzstraat zijn een paar groengebieden beplant met essen. In deze bomen vormt zich in toenemende mate dood hout. Vooral aan de binnenzijde van de beplanting en ‘binnenzijde’ van de veldjes waar de kronen elkaar nagenoeg of geheel raken. Een ander punt van aandacht zijn de voetpaden waarlangs inmiddels wat oudere haagbeuken en essen staan. (Berkenlaan, Essenlaan, Beukenlaan) Deze bomen vormen een in toenemen de mate schaduwoverlast en overhangende takken wat door bewoners als overlast wordt ervaren. Mogelijk dat gefaseerde kap en nieuwe aanplant midden op de veldjes tussen de voetpaden een oplossing is.

 

Groen in kaart 1

Kaart uitvoering

Raadpleeg de kaart om te zien waar wat gebeurd met betrekking tot de groenstructuur- en groenkwaliteit.

Afbeelding 2 Kaart Uitvoering – Raadpleeg ‘http://opmeer.allesoverbeheer.nl/kaarten/kaart-uitvoering/’voor meer informatie

Kaart hoofdgroenstructuur

De hoofdgroenstructuur van de gemeente Opmeer in kaart gebracht. Meer informatie vindt u door op de “hotspots” te klikken.

Afbeelding 3 Hoofdgroenstructuur - raadpleeg 'http://opmeer.allesoverbeheer.nl/kaarten/kaart-hoofdgroenstructuur/' voor meer informatie

Kaart bomenlijst

Waardevolle houtopstanden/ kaart met alle bomen per straat.

Afbeelding 4 Kaart bomenlijst/ waardevolle houtopstanden - raadpleeg 'http://opmeer.allesoverbeheer.nl/waardevolle-houtopstanden/' voor meer informatie

Dit is besloten in de openbare vergadering van de gemeenteraad van Opmeer op:

19-4-2018

Mevrouw M.C.G.M de Vree-Bekker

Raadsgriffier

De heer G.J.A.M. Nijpels

Raadsvoorzitter

Naar boven