Gemeente Landgraaf - Uitvoeringsregeling Tegemoetkoming chronisch zieken en gehandicapten Gemeente Landgraaf 2018 en verder

 

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze regeling wordt verstaan onder:

  • 1.

    het dagelijks bestuur het dagelijks bestuur van de Intergemeentelijke sociale dienst Brunssum, Onderbanken, Landgraaf (ISD BOL).

  • 2.

    Zorgverzekeringswet ZVW; Wet van 16 juni 2005, houdende regeling van een sociale verzekering voor geneeskundige zorg ten behoeve van de gehele bevolking.

  • 3.

    ISD BOL Intergemeentelijke Sociale Dienst Brunssum, Onderbanken en Landgraaf.

  • 4.

    peildatum 1 januari van het kalenderjaar waarvoor de aanvraag wordt ingediend.

  • 5.

    college het college van Burgemeester en wethouders van de gemeente Landgraaf.

Artikel 2 Doel

Het doel van deze tegemoetkoming is om aan chronisch zieken en gehandicapten een bijdrage te verstrekken in verband met de hoge zorgkosten die zij hebben vanwege hun chronische ziekte of handicap.

Artikel 3 Doelgroep

Deze regeling is van toepassing op personen vanaf 21 jaar met maximaal een inkomen zoals bedoeld in artikel 5 van deze regeling en die chronisch ziek of gehandicapt zijn zoals bedoeld in artikel 4 van deze regeling. Het drempelbedrag als bedoeld in artikel 35 lid 2 van de Participatiewet is niet van toepassing op deze regeling.

Artikel 4 Chronische ziekte of handicap

Op grond van deze regeling is een burger chronisch ziek of gehandicapt als hij/zij gedurende 3 aaneengesloten jaren zijn eigen risico op grond van artikel 19 van de Zorgverzekeringswet heeft opgemaakt. Er wordt geen aparte toets c.q. medisch onderzoek verricht door de gemeente naar de chronische ziekte of handicap die de belanghebbende heeft.

Artikel 5 Voorwaarden

Om voor de tegemoetkoming in aanmerking te komen, gelden de volgende voorwaarden:

  • 1.

    Belanghebbende is op de peildatum woonachtig in de gemeente Landgraaf en is chronisch ziek of gehandicapt zoals bedoeld in artikel 4.

  • 2.

    Belanghebbende heeft over de drie kalenderjaren voorafgaand aan het jaar waarvoor de aanvraag wordt ingediend het verplicht eigen risico op grond van artikel 19 van de Zorgverzekeringswet volledig opgemaakt.

  • 3.

    Belanghebbende heeft geen inkomen hoger dan de maximale draagkracht voor deze regeling.

    • a.

      Deze maximale draagkracht wordt uitgedrukt in een percentage van de gehuwdennorm zoals bedoeld in de artikel 20, 21, 22 en 23 van de Participatiewet, en bedraagt voor deze regeling:

      • -

        90% voor een alleenstaande

      • -

        115% voor een alleenstaande met inwonende kinderen tot 18 jaar

      • -

        130% voor een gezin

    • b.

      Alle in lid 3 onder a genoemde percentages zijn exclusief vakantietoeslag.

    • c.

      Er wordt een vast percentage vakantietoeslag aangehouden, namelijk 5% van het netto inkomen.

  • 4.

    Het in aanmerking te nemen inkomen wordt bepaald volgens de regels van de Participatiewet.

Artikel 6 Aanvraag en uitvoering

De tegemoetkoming kan worden aangevraagd bij het dagelijks bestuur tot 1 december van het kalenderjaar waarvoor de aanvraag wordt ingediend. De uitvoering van deze regeling is door het College opgedragen aan het dagelijks bestuur.

Burgers die op de peildatum een uitkering voor levensonderhoud ontvangen van het dagelijks bestuur op grond van de Participatiewet én gedurende de drie jaar voorafgaande aan het kalenderjaar waarvoor de aanvraag wordt ingediend voor hun ziektekosten verzekerd zijn bij VGZ én gedurende deze jaren het verplicht eigen risico op grond van artikel 19 ZVW hebben opgemaakt, ontvangen de tegemoetkoming ambtshalve. Zij hoeven geen aanvraag in te dienen.

Artikel 7 Hoogte van de tegemoetkoming

De hoogte van de tegemoetkoming bedraagt per chronisch zieke/gehandicapte € 90,-.

Artikel 8 Hardheidsclausule

Het Dagelijks Bestuur kan voor die gevallen waarin onverkort toepassen van de regeling zou leiden tot onredelijkheid of onbillijkheid ten gunste van de aanvrager afwijken van de bepalingen in deze uitvoeringsregeling.

Artikel 9 Verificatie

Bij de aanvraag dienen bewijsstukken aangeleverd te worden, waaruit blijkt dat belanghebbende aan de voorwaarden voldoet zoals bedoeld in artikel 4 en 5.

Om uitvoeringstechnische redenen kan het Dagelijks Bestuur van ISD BOL ook besluiten om de betreffende bewijsstukken achteraf op te vragen.

Belanghebbenden die voor deze tegemoetkoming in aanmerking komen, dienen alle bewijsstukken tot uiterlijk 1 juli na afloop van het kalenderjaar waarover de tegemoetkoming is toegekend te bewaren en in te leveren bij het dagelijks bestuur indien het dagelijks bestuur hierom vraagt.

Artikel 10 Terugvordering en Boete

  • 1.

    Indien wordt vastgesteld dat de tegemoetkoming ten onrechte is verstrekt als gevolg van het niet of niet behoorlijk nakomen van de inlichtingenplicht zoals bedoeld in artikel 17 van de Participatiewet, dan wordt de tegemoetkoming teruggevorderd op grond van artikel 58 van de Participatiewet.

  • 2.

    Indien de tegemoetkoming onterecht is verstrekt, dan kan ISD BOL naast de terugvordering zoals genoemd in lid 1 besluiten om een boete op te leggen op grond van artikel 18a Participatiewet.

Artikel 11 Invoeringsdatum

Deze regeling treedt in werking per 1 september 2018.

Aldus vastgesteld door het college van burgemeester en wethouders d.d. 8 mei 2018.

De burgemeester, De secretaris,

Toelichting artikelsgewijs

Artikel 1: Begripsbepalingen

Peildatum: De peildatum is op 1 januari van het jaar waarvoor de aanvraag wordt ingediend bepaald. Dit betekent dat burgers die voor de regeling in aanmerking willen komen, op de peildatum inwoner van de gemeente Landgraaf moeten zijn en aan de overige voorwaarden in deze regeling moeten voldoen. Dit betekent o.a. dat het inkomen en vermogen op de peildatum aan de voorwaarden moet voldoen.

Artikel 3

De juridische grondslag van de tegemoetkoming is gelegen in artikel 35 lid 1 Participatiewet. Op grond van dit artikel kan het Dagelijks Bestuur bijzondere bijstand verlenen.

Artikel 4: Chronische ziekte of handicap

Artikel 19, lid 1 van de Zorgverzekeringswet bepaalt dat iedere verzekerde van achttien jaar of ouder een verplicht eigen risico heeft per kalenderjaar. Het 2e en 3e lid bepalen dat dit bedrag wordt geïndexeerd.

Het eigen risico moet in de afgelopen drie kalenderjaren volledig opgemaakt zijn om in aanmerking te kunnen komen voor deze tegemoetkoming. Indien dit het geval is, dan behoort iemand tot de doelgroep chronisch ziek/gehandicapt op grond van deze regeling.

Indien iemand van mening is dat hij/zij wel chronisch ziek of gehandicapt is, maar niet voldoet aan deze voorwaarden van het opmaken van het eigen risico in deze jaren, dan is er geen recht op deze tegemoetkoming.

Artikel 5

Bij de berekening van de draagkracht wordt uitgegaan van de gehuwdennorm op grond van artikel 21 aanhef en onder b Participatiewet. Artikel 22a Participatiewet is niet van toepassing (kostendelersnorm).

Voorbeeld: Uitgaande van een gehuwdennorm van € 1.417,32 netto per maand, incl. vakantietoeslag. (Let op! Dit is het bedrag met peildatum 1 januari 2018. Dit bedrag wordt jaarlijks aangepast.)

De draagkrachtberekening ziet er dan als volgt uit: (; normen 21-65 jaar per 1/1/2018).

  • Alleenstaande: gehuwdennorm x 90% = € 1.275,59 (tot dit maximale inkomen is er voor een alleenstaande geen sprake van draagkracht, dus recht op bijzondere bijstand)

  • Alleenstaande met inwonende kinderen tot 18 jaar: gehuwdennorm x 115% = € 16,29,92 (tot dit maximale inkomen is er voor een alleenstaande met kinderen geen sprake van draagkracht, dus recht op bijzondere bijstand)

•Gehuwden: gehuwdennorm x 130% = € 1.842,52 tot dit maximale inkomen is er voor gehuwden geen sprake van draagkracht, dus recht op bijzondere bijstand)

Voor de bepaling welke gehuwdennorm (op grond van artikel 20, 21, 22 of 23) van toepassing is, is bepalend: de leeftijd en de woonvorm (zelfstandig of in inrichting) van de chronisch zieke (en dus niet de leeftijd c.q. de woonvorm van de evt. partner).

Artikel 5 lid 3 onder a

Alleenstaande ouder is degene die voldoet aan de vereisten van art. 4 lid 1 onder b en e van de Participatiewet.

Artikel 5 lid 3 onder b

Het is gemeentelijk beleid of bij de vaststelling van het netto-inkomen rekening wordt gehouden met het recht op vakantietoeslag over dat inkomen en zo ja, op welke wijze de hoogte van de vakantietoeslag wordt bepaald. Echter: ook indien de gemeente ervoor heeft gekozen om bij de berekening van het in aanmerking te nemen inkomen de vakantietoeslag buiten beschouwing te laten, geldt dat het inkomen moet worden afgezet tegen de bijstandsnorm inclusief vakantietoeslag. Dit volgt uit artikel 19 lid 2 en 3 Participatiewet en artikel 35 lid 1 Participatiewet. Uit praktische overwegingen, zijnde het onjuist berekenen van het inkomen inclusief vakantietoeslag, wordt een vast percentage aangehouden.

Artikel 6: Aanvraag en uitvoering

Op grond van de Gemeenschappelijke Regeling ISD BOL zijn de taken op grond van artikel 35 Participatiewet opgedragen aan het dagelijks bestuur. Deze regeling wordt uitgevoerd door het dagelijks bestuur.

De aanvraagperiode is van 1 september tot 1 december. Om de uitvoeringskosten zo laag mogelijk te houden én de burger zo min mogelijk op te zadelen met bureaucratie, wordt de volgende werkwijze toegepast t.a.v. de doelgroep klanten met actuele bijstandsuitkering en verzekerd bij VGZ én gedurende 3 jaar aaneengesloten het eigen risico opgemaakt: deze doelgroep ontvangt de bijdrage ambtshalve. Deze burgers hoeven daarom geen aanvraag in te dienen. Aanvragen via DigiD komen eerder tot uitbetaling dan papieren aanvragen, (de digitale aanvraag wordt hiermee gestimuleerd). Betaling ingeval van een papieren aanvraag vindt plaats in januari, na afronding van de aanvraagperiode. Betaling ingeval van een digitale aanvraag vindt plaats binnen een werkdag na het indienen van de aanvraag. Wordt de aanvraag ingevuld aan de balie van het Burgerhoes, dan vindt betaling plaats binnen een maand na het indienen van de aanvraag.

Artikel 9: Verificatie

Bij de aanvraag dient de aanvrager een verklaring af te geven over het inkomen en de bewijsstukken met betrekking tot chronische ziekte/handicap in te leveren (i.c. de overzichten van de ziektekostenverzekeraar waaruit blijkt dat het eigen risico over de afgelopen drie kalenderjaren is opgemaakt). Mede in het kader van de vereenvoudiging en verkorting van de procedure bijzondere bijstand, werkt het opvragen van bewijsstukken vertragend. Dit past niet in dit nieuwe werkproces. Derhalve worden de burgers die een aanvraag indienen, verzocht om alle bewijzen over inkomen en chronische ziekte of handicap (i.c. bewijsstukken van verplicht eigen risico ZVW over de afgelopen drie kalenderjaren) te bewaren en, indien daarom door het dagelijks bestuur wordt verzocht, in te leveren bij ISD BOL. Op basis van de ingediende bewijsstukken kan het dagelijks bestuur verifiëren of er inderdaad recht bestaat op de toekenning.

Deze werkwijze van steekproefsgewijze controle achteraf is al langer praktijk binnen het dagelijks bestuur.

Artikel 10: Terugvordering en boete

Indien uit de controle van de bewijsstukken blijkt dat belanghebbende geen recht heeft op de ontvangen tegemoetkoming, dan wordt deze teruggevorderd op grond van artikel 58 Participatiewet. Tevens kan ISD BOL besluiten om een boete op te leggen op grond van artikel 18a Participatiewet.

Naar boven