Verordening van de raad van Dronten tot wijziging van de Algemene plaatselijke verordening 2016

De raad van de gemeente Dronten,

 

 

gelezen het voorstel van het college van 23 januari 2018, no. B18.000127;

 

gelet op Artikel 149 en 151d van de Gemeentewet,

 

overwegende dat de Algemene plaatselijke verordening 2016 ten behoeve van de openbare orde en veiligheid wordt aangepast om ernstige en herhaaldelijke woonoverlast te bestrijden.

 

 

B E S L U I T:

I. De Algemene plaatselijke verordening Dronten 2016 te wijzigen, door het volgende artikel in te voegen:

 

ARTIKEL 2:79 WOONOVERLAST ALS BEDOELD IN ARTIKEL 151D GEMEENTEWET

1. Degene die een woning of een bij die woning behorend erf gebruikt, of tegen betaling in gebruik geeft aan een persoon die niet als ingezetene met een adres in de gemeente in de basisregistratie personen is ingeschreven, draagt er zorg voor dat door gedragingen in of vanuit die woning of dat erf of in de onmiddellijke nabijheid van die woning of dat erf geen ernstige en herhaaldelijke hinder voor omwonenden wordt veroorzaakt.

2. Als de burgemeester een last onder dwangsom of onder bestuursdwang oplegt naar aanleiding van een schending van deze zorgplicht kan hij daarbij aanwijzingen geven over wat de overtreder dient te doen of na te laten om verdere schending te voorkomen. De burgemeester stelt beleidsregels vast over het gebruik van deze bevoegdheid.”

II. De bijbehorende toelichting bij de Algemene plaatselijke verordening Dronten 2016 aan te vullen met de volgende toelichting:

“Ultimum remedium

Uit de wet volgt dat dit instrument is bedoeld als een ultimum remedium. Het tweede lid van het wetsartikel regelt dat het instrument van de bestuursdwang (voor de goede orde, dat impliceert dat de burgemeester ook een last onder dwangsom kan opleggen) alleen wordt ingezet als er geen andere geschikte manier voorhanden is om de overlast aan te pakken. Bij een besluit om op grond van deze bepaling een last onder bestuursdwang of een last onder dwangsom op te leggen zal de burgemeester dus moeten motiveren dat er geen andere geschikte instrumenten waren om de woonoverlast tegen te gaan. Alleen al daarom zal er aan zo’n besluit een stevig dossier ten grondslag moeten liggen. Het meest overtuigend zou zijn als uit het dossier blijkt dat andere instrumenten als buurtbemiddeling al zijn geprobeerd zonder het gewenste resultaat.

Het ultimum remedium karakter geldt in nog sterkere mate als er sprake is van een huisverbod als bedoeld in het derde lid van artikel 151d. Een zo zware maatregel, die een inbreuk betekent op het grondwettelijk beschermde woonrecht, is alleen mogelijk wanneer de ernst van de situatie dat eist en er werkelijk geen andere optie meer open staat.

 

Eerste lid

Dit lid is geformuleerd als een zorgplichtbepaling. Een bewoner hoort zich zo te gedragen dat zijn of haar buren daar geen ernstige hinder van ondervinden. Bij ernstige en herhaaldelijke hinder kan ook de verhuurder worden aangesproken.

 

Tweede lid

Als last onder bestuursdwang of dwangsom kan de burgemeester gedragsaanwijzingen opleggen aan de overtreder. Het tweede lid schrijft ook voor dat de burgemeester in beleidsregels vastlegt hoe hij of zij invulling geeft aan deze bevoegdheid.”

III. De wijziging inwerking te laten treden een dag nadat deze is bekend gemaakt

 

 

Dronten, 26 april 2018.

De raad voornoemd,

D. Petrusma MMC

griffier

mr. A.B.L. de Jonge

voorzitter

Naar boven