Verordening Cliëntenparticipatie Langedijk 2018

 

 

De raad van de gemeente Langedijk;

 

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 28 november 2017;

 

gelet op het bepaalde in wettelijke grondslag vermelden: artikel 2.1.3.3 van de Wmo 2015 en artikel 2.10 van de Jeugdwet.

 

b e s l u i t:

 

1.

De Verordening Cliëntenparticipatie Langedijk 2018 vast te stellen.

 

Artikel 1 Algemene bepalingen

Alle begrippen die in deze verordening worden gebruikt en die niet nader worden omschreven, hebben dezelfde betekenis als in de Wmo 2015 en de Jeugdwet.

Deze verordening verstaat onder:

Cliëntenadviesraad (hierna verder te noemen: ‘CAR’): de adviesraad Wmo en Jeugd van de gemeente Langedijk;

College : het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Langedijk;

De Raad : de gemeenteraad van de gemeente Langedijk

 

Artikel 2 Doelstelling

Het doel van het instellen van een CAR is dat cliënten en vertegenwoordigers van belangenorganisaties invloed moeten kunnen uitoefenen op het lokaal beleid en dienstverlening op het terrein van de Wmo en Jeugdhulp.

 

Artikel 3 Beleidsterreinen

In het kader van de cliëntenparticipatie adviseert de CAR over:

  • a.

    gemeentelijk beleid op het terrein van de Wmo;

  • b.

    gemeentelijk beleid op het terrein van de Jeugdwet.

     

 Artikel 4 Samenstelling CAR

De samenstelling van de CAR is belangrijk om de kwaliteit van de Cliëntparticipatie te kunnen waarborgen.

  • 1.

    In de CAR zitten minimaal 9, maximaal 11 personen die (ervarings) deskundig zijn op het gebied van het lokaal beleid en dienstverlening op het terrein van de Wmo en Jeugdwet.

  • 2.

    De gemeente streeft ernaar dat de CAR een afspiegeling is van de doelgroep. De leden worden geselecteerd uit :

    • belangenorganisaties;

    • cliënten uit de doelgroep Wmo;

    • Cliënten uit de doelgroep Jeugd;

    • mensen met ervaringsdeskundigheid en/of inhoudelijke deskundigheid of maatschappelijke betrokkenheid;

  • 3.

    De leden van de CAR wijzen uit hun eigen midden een voorzitter aan. Indien dit niet tot de mogelijkheden behoort, kan de CAR een voorzitter van buiten haar gelederen kiezen.

  • 4.

    De CAR kiest uit haar midden een secretaris.

  • 5.

    Het lidmaatschap van de CAR is onverenigbaar met het lidmaatschap van de gemeenteraad, raadsfora en het college. Tevens zijn ambtenaren in dienst van de gemeente Langedijk of degenen die werkzaamheden uitvoeren in opdracht en/of verantwoordelijkheid van de gemeente Langedijk uitgesloten van het lidmaatschap van de CAR.

     

 Artikel 5 Benoeming en zittingsduur leden CAR en voorzitter

  • 1.

    Nieuwe of vervangende leden van de CAR worden benoemd door het college op voordracht en advies van de CAR. Als het college afwijkt van het advies van de CAR, maakt het dat schriftelijk en gemotiveerd kenbaar aan de CAR.

  • 2.

    De voorzitter en overige leden van de CAR worden benoemd door het college voor de duur van 4 jaar. Daarna kunnen de leden nog één keer worden herbenoemd voor de duur van maximaal 4 jaar. Deze maximale periode kan worden verlengd indien er zwaarwegende redenen zijn waarbij de voortgang van de CAR in het geding komt. De leden zullen volgens een lijst, welke vooraf aan het college is aangeboden, worden herbenoemd c.q. aftreden.

  • 3.

    Functioneren van de CAR

    • a.

      Indien in de situatie van een lid van de CAR gedurende zijn zittingsperiode verandering optreedt, zodanig dat zijn lidmaatschap onverenigbaar lijkt met de CAR, dan kan de CAR deze persoon tijdelijk schorsen.

    • b.

      Hiervoor is een meerderheid van stemmen in de CAR noodzakelijk.

    • c.

      De CAR dient binnen twee weken na tijdelijke schorsing, bij het college een schriftelijk en gemotiveerd verzoek in om betreffende persoon te ontslaan als lid van de CAR.

    • d.

      het college besluit of de schorsing definitief wordt en spreekt voorafgaand daaraan met de CAR en betrokken persoon.

       

Artikel 6 Taken en bevoegdheden van de CAR

  • 1.

    De CAR heeft tot taak het gevraagd en ongevraagd adviseren aan het college over alle onderwerpen, die de vorming, de uitvoering, de controle en de evaluatie van het gemeentelijk beleid over de Wmo en Jeugdhulp betreffen ten aanzien van cliënten die onder dit beleid vallen.

  • 2.

    Tot deze onderwerpen behoren in ieder geval procedures, regelingen en alle andere met individuele cliënten verband houdende zaken met een algemeen karakter.

  • 3.

    Tot deze onderwerpen horen niet klachten, bezwaarschriften en andere zaken, die op individuele cliënten betrekking hebben, evenals over de uitvoering van wettelijke voorschriften voor zover bij deze uitvoering geen ruimte voor gemeentelijk beleid is gelaten.

  • 4.

    De CAR geeft gevraagd en ongevraagd advies aan het college over het feit of de gemeente volledig gebruik maakt van de ruimte die de wetgever biedt.

  • 5.

    De CAR is daarbij alert op ontwikkelingen, knelpunten in het bestaande stelsel van maatschappelijke ondersteuning en jeugdhulp. Zij heeft een signaalfunctie in deze.

     

 Artikel 7 Werkwijze

  • 1.

    Het college draagt er zorg voor dat alle voorstellen tot nieuw of gewijzigd beleid met betrekking tot de in artikel 3 genoemde beleidsterreinen op een zodanig tijdstip aan de CAR worden voorgelegd, dat het advies van de CAR in de besluitvorming wordt meegenomen. Dit houdt in ieder geval in:

    • a.

      de CAR wordt betrokken bij het vaststellen van de hoofdlijnen van nieuw beleid;

    • b.

      bij een evaluatie wordt de CAR in ieder geval betrokken bij het vaststellen van de vragen die ten grondslag liggen aan de evaluatie.

  • 2.

    Indien advisering vooraf naar het oordeel van het college zal leiden tot een ongewenste vertraging in de dienstverlening aan de cliënten, zal in dat geval één en ander pas achteraf aan de CAR worden voorgelegd. Dit laatste zal slechts in zeer bijzondere situaties - dit ter beoordeling aan het college - het geval zijn. De CAR wordt in een dergelijk geval terstond geïnformeerd.

  • 3.

    Indien het advies van de CAR leidt tot aanpassingen van reeds vastgesteld beleid, dan dient dit achteraf verwerkt te worden. Indien dit leidt tot rechtsverschillen of juridische beperkingen, treedt het college in overleg met de CAR om tot een acceptabele oplossing te komen.

  • 4.

    De CAR levert zijn beantwoording van de adviesaanvragen van het college binnen zes weken na ontvangst van de betreffende stukken gemotiveerd aan.

  • 5.

    In het geval het college in een voorstel afwijkt van het advies van de CAR wordt dit in het voorstel vermeld, waarbij het college aangeeft waarom er van het advies wordt afgeweken.

  • 6.

    Indien het college afwijkt van het uitgebrachte advies stelt zij, in overeenstemming met lid 5, de CAR binnen zes weken na besluitvorming daarvan gemotiveerd schriftelijk in kennis.

  • 7.

    Door het college voorgelegde voorstellen dienen vertrouwelijk behandeld te worden, omdat deze zich nog in de conceptfase bevinden.

  • 8.

    Er vindt regelmatig overleg plaats tussen de CAR en de gemeente:

    • a.

      Tussen de CAR en de portefeuillehouder Wmo en Jeugdhulp vindt minimaal tweemaal per jaar een overleg plaats.

    • b.

      Regelmatig vindt informeel ambtelijk overleg plaats met de CAR over ontwikkelingen en voortgang.

       

Artikel 8 Vergaderingen

  • 1.

    De data van de vergaderingen van de CAR voor de advisering als bedoeld in lid 1 en 4 worden jaarlijks door de CAR voor 1 januari vastgesteld, en openbaar bekendgemaakt.

  • 2.

    De CAR vergadert 10 maal per jaar. Voor extra vergaderingen moet toestemming aan de gemeente worden gevraagd.

  • 3.

    De agenda’s van de vergaderingen worden openbaar bekendgemaakt.

  • 4.

    De vergaderingen zijn als regel openbaar.

  • 5.

    De CAR kan besluiten een besloten vergadering te houden.

  • 6.

    Van iedere vergadering wordt een verslag gemaakt.

  • 7.

    Voor het vaststellen van zowel interne als externe adviezen en standpunten worden binnen de CAR besluiten bij meerderheid van stemmen genomen.

  • 8.

    De leden van de CAR hebben stemrecht. Indien gekozen wordt voor een onafhankelijk voorzitter, dan heeft deze persoon geen stemrecht.

  • 9.

    Voor een geldige stemming is de aanwezigheid van tenminste de helft van het aantal leden vereist.

  • 10.

    Bij een gelijk aantal stemmen voor en tegen een standpunt, wordt nogmaals gestemd. Indien de stemverhouding nogmaals gelijk is, blijft de situatie bij het oude, alsof er niet gestemd is.

     

 Artikel 9 Faciliteiten en kosten

  • 1.

    Ten behoeve van de CAR wordt jaarlijks een budget in de begroting van de gemeente Langedijk opgenomen.

  • 2.

    Het college stelt aan de CAR een zodanig budget beschikbaar dat zij in is haar adviserende taak op een goede wijze te kunnen uitvoeren. Ten laste van dit budget komen o.a.:

    • a.

      een bij deze verordening door het college vast te stellen vergoeding voor het bijwonen van tien vergaderingen per jaar

    • b.

      reiskosten buiten de gemeente Langedijk, conform de richtlijnen van de belastingdienst (onbelaste vergoeding);

    • c.

      kosten die verband houden met deskundigheidsbevordering en organisatiekosten;

    • d.

      Het college draagt zorg voor het tijdig verstrekken van de nodige informatie (vakbladen, brochures, raadsstukken e.d.) die voor het behoorlijk functioneren van de CAR van belang is. Het betreft hier alle informatie die noodzakelijk is om het beleid en de uitvoering te begrijpen en ontwikkelingen en wijzigingen te kunnen volgen.

    • e.

      inhuur van deskundigen en ondersteuning;

    • f.

      kosten voor het verzorgen van voorlichting en pr.

  • 3.

    De gemeente stelt vergaderruimte en computer/kopieerfaciliteiten zodanig ter beschikking dat de CAR naar behoren kan functioneren.

  • 4.

    De secretariële ondersteuning en eventuele procesbegeleiding worden vervuld door een mede-werker van een door het college aan te wijzen instelling. Dit na de CAR daarin gekend te hebben.

  • 5.

    Het college maakt jaarlijks aan de hand van de beleidscyclus en bij de voorbereiding van de begrotingsbesprekingen in overleg met de CAR afspraken over het budget van de CAR op basis van een activiteitenplan en een begroting. Deze worden door de CAR voor 1 juli aan het college voorgelegd.

  • 6.

    De CAR brengt jaarlijks voor 1 juli over het afgelopen jaar een verslag uit waarin is opgenomen de financiële verantwoording evenals de door de CAR verrichte activiteiten.

  • 7.

    De vergoeding zoals bedoeld in lid 2 is gekoppeld aan die voor de werkzaamheden per vergadering van leden van gemeentelijke commissies genoemd in het eerste lid van artikel 14 van het Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden. Het ministerie van BZK stelt deze jaarlijks vast.

Uitbetaling aan de leden vindt plaats op basis van een door de secretaris van de CAR verstrekte presentielijst.

8.Indien de CAR dat wenst, wijst het college een ambtenaar aan als vast contactpersoon voor de ondersteuning van en communicatie met de CAR.

 

 Artikel 10 Slotbepalingen

  • 1.

    In alle gevallen waarin deze verordening niet voorziet met betrekking tot cliëntenparticipatie beslist het college na overleg met de CAR.

  • 2.

    Deze verordening kan worden aangehaald als ‘Verordening Cliëntenparticipatie Langedijk 2018’.

  • 3.

    Deze verordening treedt in werking 8 dagen na bekendmaking en vervangt de tot die datum geldende ‘Verordening cliëntenparticipatie gemeente Langedijk 2010 en 2014 (wijziging van artikel 4, lid 5 en artikel 9, lid 2 en 3).

Vastgesteld in de openbare vergadering van 30 januari 2018,

de raadsgriffier

de voorzitter

drs. G.J. de Graaf

drs. J.Th. Hoekema

Naar boven