Gemeenteblad van Oirschot
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Oirschot | Gemeenteblad 2018, 101792 | Overige besluiten van algemene strekking |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Oirschot | Gemeenteblad 2018, 101792 | Overige besluiten van algemene strekking |
Besluit van de gemeenteraad van de gemeente Oirschot houdende regels omtrent Nota Accommodatie- en tarievenbeleid Gemeente Oirschot
Deze bekendmaking is slechts een tekstplaatsing. De oorspronkelijke bekendmaking is op woensdag 23 mei 2012, met kenmerk Weekjournaal 2012 in week 21, geplaatst.
Vastgesteld door de gemeenteraad van Oirschot op 3 maart 2009
Gewijzigd bij raadsbesluit van 24 april 2012
(pag. 34: onder 7.2 .Uitgangspunten huidig tarievenbeleid buitensportaccommodaties)
Ambtshalve gewijzigd op 14 mei 2012
(pag 42 gegevens wedstrijdverlichting VV Oirschot Vooruit
De aanleiding om een nieuw accommodatie- en tarievenbeleid vast te stellen wordt ingegeven door het feit dat er sprake is van ontwikkelingen, waarop met de huidige beleidskaders geen antwoord kan worden gegeven en door het feit dat een nieuw subsidiebeleid gewenst wordt. Het gebruik van accommodaties en de kosten daarvan maken onderdeel uit van de exploitatie van gemeente en verenigingen. Eerder al is gesteld dat de herijking van het subsidiebeleid onlosmakelijk is verbonden met het accommodatie-en tarievenbeleid. Dit heeft ertoe geleid dat naast het vaststellen van een nieuw subsidiebeleid ook een nieuw accommodatie- en tarievenbeleid ter besluitvorming aan de gemeenteraad wordt voorgelegd.
Het huidig accommodatiebeleid heeft betrekking op twee categorieën, te weten sport- en welzijnsaccommodaties. In het nieuwe accommodatiebeleid blijft dit onderscheid gehandhaafd, waarbij echter heel expliciet worden aangeven wat onder de diverse accommodaties/voorzieningen wordt verstaan. Voorts wordt aangegeven welke voorzieningen tot de basisvoorzieningen en niet-basisvoorzieningen behoren.
Door een goede begripsbepaling te hanteren wordt voorkomen dat er misverstanden ontstaan onder welke categorie een bepaalde accommodatie/voorziening valt en/of de indeling parallel loopt met de gemeentelijke uitgangspunten. Door dit scherp te formuleren wordt voorkomen dat er onduidelijkheid ontstaat en is helder of een voorziening/accommodatie wel/niet binnen het kader van het gemeentelijke accommodatiebeleid valt. Die duidelijkheid voorkomt dat er precedentwerking ontstaat en bereikt dat helder wordt wanneer de gemeente financieel en inhoudelijk verantwoordelijk is voor een bepaalde voorziening binnen het accommodatiebeleid.
In deze accommodatie- en tarievennota wordt uitvoerig ingegaan op de definitie van basis-en niet basisvoorzieningen, de verantwoordelijkheden van de gemeente en de verenigingen of organisaties, hedendaagse ontwikkelingen, de toepassing van objectieve landelijke capaciteitsnormen in relatie tot het huidig aanbod in Oirschot, de mogelijkheden van privatisering in de Oirschotse situatie en de systematiek van de berekening van tarieven.
Onder basisvoorzieningen wordt verstaan alle voorzieningen, die persé nodig zijn voor het uitoefenen van de reguliere activiteiten van de vereniging of het uitoefenen van een bepaalde tak van sport. In het kader van het accommodatiebeleid en het scherp neerzetten van verantwoordelijkheden van gemeente en verenigingen of organisaties wordt het noodzakelijk geacht dat heel expliciet wordt aangegeven wanneer er sprake is van een basisvoorziening. Vaststelling van basisvoorzieningen is altijd arbitrair, maar biedt houvast bij het toetsen van verzoeken om gemeentelijke medewerking.
In bijlage 1 is het overzicht van basisvoorzieningen, zoals dat door de gemeenteraad bij het vaststellen van de “Kadernota accommodatiebeleid” vastgesteld, toegevoegd.
Naast het bepalen van basisvoorzieningen, wat wordt er onder wordt verstaan, de rechten en plichten en hoe liggen de verhoudingen, is het ook van groot belang dat afspraken tussen partijen worden vastgelegd.
De onderliggende beleidsnota bestaat uit zeven hoofdstukken, welke allen ingedeeld zijn in verschillende paragrafen in een zelfde lay-out. Hiermee is getracht de leesbaarheid te bevorderen. Daarnaast zijn verschillende bijlagen aan de nota toegevoegd.
In hoofdstuk 1 wordt kort ingegaan op de aanleiding om te komen tot een nieuw accommodatie- en tarievenbeleid en de motivatie van de herijking van het beleid op de verschillende onderdelen.
In hoofdstuk 2 worden de algemene uitgangspunten voor de gemeentelijke accommodaties uiteengezet.
In hoofdstuk 3 wordt ingegaan op de buitensportaccommodaties.
In hoofdstuk 4 wordt ingegaan op de binnensportaccommodaties.
In hoofdstuk 5 wordt ingegaan op de welzijnsaccommodaties.
In hoofdstuk 6 wordt ingegaan op het privatiseringsvraagstuk.
In hoofdstuk 7 wordt ingegaan op het toekomstig tarievenbeleid.
2. .E. UITGANGSPUNTEN VOOR HET ACCOMMODATIEBELEID
Zoals in de Kadernotitie ‘accommodatie-, tarieven- en subsidiebeleid gemeente Oirschot’ is beschreven wordt er tot op dit moment geen accommodatiebeleid gevoerd dat voor iedereen duidelijk is. De kostenverdeling op basis van een 40-60% verhouding ligt vast door middel van een raadsbesluit. Voor de besluitvorming ten aanzien van de (financiële) medewerking door de gemeente voor het realiseren van voorzieningen zijn geen of te weinig transparante, eensluidende kaders aanwezig.
Voor de gemeente en de besturen van de plaatselijke sportclubs is het wenselijk, dat m.b.t. de verantwoordelijkheid voor de eerste inrichting van voorzieningen in het kader van het toekomstig accommodatiebeleid, sprake is van helderheid, transparantie en uniformiteit. Het is voor alle partijen prettig dat er op basis van transparante toetsingscriteria besluiten kunnen worden genomen.
In dit hoofdstuk wordt uitvoerig ingegaan op de algemene uitgangspunten en kaders van het nieuwe accommodatie beleid, waarbij ook wordt verwezen naar de uitgangspunten/kaders zoals opgenomen in de kadernotitie t.b.v. een nieuw accommodatie¬, tarieven- en subsidiebeleid, zoals door de gemeenteraad in haar vergadering van 23 juni 2008 is vastgesteld.
Het gemeentelijk accommodatiebeleid heeft de laatste jaren grote veranderingen ondergaan. Van oudsher hadden gemeenten vooral een voorwaardenscheppende rol. Deze rol kwam vooral tot uiting in het realiseren en onderhouden van accommodaties, het beschikbaar stellen van deze accommodaties tegen aanvaardbare tarieven en het subsidiëren van sportverenigingen. De laatste jaren is deze voorwaardenscheppende rol met name bij sportaccommodaties aan verandering onderhevig. Het is niet meer vanzelfsprekend dat accommodaties alleen nog maar door overheden worden gerealiseerd. Geprivatiseerde en commercieel geëxploiteerde sportaccommodaties hebben hun intrede gedaan. Ook de visie op sport is gewijzigd. Sport was vroeger vooral leuk om te doen en het was een gezonde bezigheid.
Een aspect dat een belangrijke bijdrage in het nieuwe te formuleren beleid levert ligt op het terrein van de Wet Maatschappelijke Ondersteuning. Sport is gezond en belangrijk voor het bevorderen van sociale samenhang in en de leefbaarheid van dorpen, wijken en buurten en is één van de prestatievelden die in eerder genoemde wet voorkomt.
Verder krijgt de gemeente te maken met andere ontwikkelingen zoals de vergrijzing en de individualisering, die leiden tot andere vormen van vrije tijdsbesteding. Dit wordt ook steeds gevarieerder en gebruikers stellen steeds hoger eisen aan de kwaliteit van de sportvoorzieningen. De verenigingen en organisaties krijgen te maken met veranderingen zoals de gevolgen van individualisering en niet te vergeten het vrijwilligerswerk. In toenemende mate krijgen verenigingen te maken met problemen van organisatorische en financiële aard.
2.4.El. Uitgangspunten accommodatiebeleid
Voor het nieuwe accommodatiebeleid worden, in alfabetische volgorde, de volgende uitgangspunten en kaders gehanteerd:
De gemeente draagt verantwoordelijkheid van basisvoorzieningen die noodzakelijk zijn voor de uitvoering van de activiteiten. Dit betekent dat de gemeente financieel verantwoordelijk is voor de eerste aanleg, eerste bouw, eerste inrichting, vervanging en groot planmatig onderhoud van de basisvoorziening.
2.4.El. Typen/soorten sportaccommodaties
Voordat er gesproken wordt over accommodaties en voorzieningen is het voor de beeldvorming goed om de diverse typen/soorten sportaccommodaties aan te halen en kort te beschrijven.
In deze nota wordt een onderscheid gemaakt ten aanzien van:
2.4.3. Sportaccommodaties in eigendom van een vereniging
Er zijn verenigingen die sportaccommodaties in eigendom hebben door een dergelijke voorziening zelf te realiseren of via overdracht (privatisering).
De betrokkenheid van de gemeente blijft dan beperkt tot het innen van een jaarlijkse canon voor het gebruik van gemeentegrond en/of het betalen van subsidie aan de betreffende clubs.
In de gemeente Oirschot beschikken de volgende verenigingen over een eigen gebouw:
De in de tabel genoemde verenigingen zijn selfsupporting en dienen zorg te dragen voor de gehele exploitatie van het gebouw incl. groot en klein onderhoud.
3. ACCOMODATIEBELEID VOOR BUITENSPORTVERENIGINGEN
In dit hoofdstuk wordt ingegaan op de buitensportaccommodaties en –verenigingen binnen de gemeente Oirschot. Eerst wordt kort aandacht besteed aan algemene onderwerpen, waarbij een relatie wordt gelegd met de situatie in Oirschot.
Vervolgens worden voorstellen gedaan m.b.t. basissporten, basisvoorzieningen en de relatie met de NOC*NSF normen en de vaststelling van verantwoordelijkheden op het gebied van eigendommen en onderhoud. Tot slot wordt stilgestaan bij recente ontwikkelingen zoals de toepassing van kunstgras bij voet- en korfbal.
3.2. Gemeentelijke buitensportaccommodaties
Onder buitensportaccommodaties in eigendom van een gemeente worden veelal sportparken verstaan met faciliteiten voor de voetbal-, hockey-, korfbal-, atletiek- en paardensport. De tennisparken zijn veelal geprivatiseerd. In een aantal gevallen worden tennisparken nog door de gemeente verhuurd en/of beschikt de gemeente over een zwembad. Sportparken worden in zijn algemeenheid aan clubs/hoofdgebruikers verhuurd met een scala aan afspraken op het terrein van beheer en onderhoud.
De ondergrond waarop velden of banen zijn aangelegd is eigendom van de gemeente en voor gebouwen als een kantine en een zittribune worden zakelijke rechten gevestigd. De hoofdgebruikers betalen een jaarlijks huurbedrag, waarvoor de gemeente velden en kleedaccommodaties beschikbaar stelt.
De exploitatielasten (incl. kapitaallasten) komen voor rekening van de gemeente. Het onderhoud aan velden wordt door of in opdracht van de gemeente uitgevoerd en de clubs verrichten onderhoudswerkzaamheden als bijv. het herstellen van speelschade aan velden, het verwijderen van onkruid en het snoeien van beplanting.
Genereren inkomsten door de gebruikers
Hoofdgebruikers van de (gemeentelijke) sportparken hebben – naast de contributie-inkomsten van hun leden – voornamelijk revenuen uit de kantine en sponsorinkomsten. Enige nuancering is op zijn plaats, omdat genoemde inkomsten sterk afhankelijk zijn van o.a. de tak van sport, het aantal leden en de populariteit van de club binnen een gemeenschap.
De gemeente Oirschot beschikt over verschillende buitensportaccommodaties. De velden en tennisbanen zijn eigendom van de gemeente. Deze uniformiteit vindt je niet terug bij voorzieningen als kleedaccommodaties, kantines en tribunes. Twee voetbalverenigingen hebben de gebouwen in eigendom, waarvoor een zakelijk recht is gevestigd.
Binnen de gemeente Oirschot zijn op dit moment de volgende buitensportaccommodaties aanwezig:
Tabel 1 Overzicht buitensportaccommodaties
In de kernen Westelbeers en Oostelbeers zijn geen buitensportaccommodaties aanwezig. Indien het huidige accommodatieaanbod in de gemeente Oirschot in ogenschouw wordt genomen kan geconstateerd worden dat op het niveau van de afzonderlijke kernen accommodaties aanwezig zijn voor voetbal, korfbal, tennis en paardensport. Op het schaalniveau van de totale gemeente is daarnaast nog een hockey- en atletiekaccommodatie (natuurgras) aanwezig.
Er vanuit gaande dat het huidige accommodatieaanbod past bij de schaal van de gemeente Oirschot en de behoefte van de inwoners, is er sprake van een vrij normaal beeld aan sportaccommodaties zoals dit in vele gemeenten wordt aangetroffen. Dit leidt er toe dat het huidige accommodatieaanbod in de gemeente Oirschot als uitgangspunt kan worden genomen voor het toekomstige accommodatiebeleid ten aanzien van de buitensportaccommodaties.
In bijlage 2 zijn de verschillende accommodaties en de eigendomsverhouding nader uitgewerkt.
Geconcludeerd wordt dat er grotendeels uniformiteit ontstaat over de eigendomsverhoudingen, de verantwoordelijkheden voor de eerste inrichting en vervanging van gebouwen en voorzieningen en het onderhoud (te splitsen in groot, planmatig en dagelijks onderhoud). Op onderdelen zijn voorzieningen en het bijbehorende onderhoud overgedragen of wel geprivatiseerd.
Op dit moment speelt de discussie rondom hoge investeringen voor kunstgras voor voetbal, de verantwoordelijkheid voor het onderhoud en vervanging en worden vragen gesteld of bepaalde eigendommen en onderhoudstaken niet kunnen worden overgedragen aan de betreffende voetbalvereniging. Dit laatste wordt privatisering genoemd.
Het vorenstaande betekent concreet dat er ten aanzien van de buitensportaccommodaties ontwikkelingen gaande zijn, die kunnen leiden tot een beleidswijziging m.b.t. de eigendomssituatie en daaraan gelieerde taken en verantwoordelijkheden.
In hoofdstuk 6 wordt uitvoerig ingegaan op privatisering en worden aanbevelingen gedaan voor de Oirschotse situatie.
Met betrekking tot het huidige accommodatieaanbod op het gebied van buitensporten kan onderscheid gemaakt worden tussen basissporten en niet-basissporten. Om als basissport aangemerkt te worden, moet er sprake zijn van de volgende criteria:
Een sport die een bijdrage levert aan de doelstellingen van het sportbeleid in het algemeen, aan de sportstimulering van doelgroepen in het bijzonder en aan de leefbaarheid in een kern of gemeente en die een brede deelname in de gemeente of de dorpskern heeft, verdeeld over alle leeftijdscategorieën
Voorts wordt rekening gehouden met een evenwichtige spreiding van basissporten over de diverse kernen, waarbij rekening wordt gehouden met de kerngebondenheid van sportverenigingen. In de praktijk betekent dit dat de takken van sport, waaraan een brede vertegenwoordiging van de bevolking deelneemt in de meeste kernen in de gemeente aanwezig zijn.
Op basis van deze criteria kunnen voor de gemeente Oirschot de volgende buitensporten in alfabetische volgorde als basissporten worden aangewezen.
Voetbal-, korfbal-, tennis- en paardensport dienen, vanuit de leefbaarheid, in Oirschot en De Beerzen beoefend te kunnen worden. Atletiek, hockey en zwemmen zijn niet specifiek aan één kern gebonden en dienen daarom op gemeentelijk niveau beoefend te kunnen worden.
De paardensport wordt als een buitensport aangemerkt, ondanks het feit dat deze sport ook in overdekte rijhallen wordt beoefend. Vanwege het feit dat de beoefening van de paardensport in overdekte accommodaties ook op de commerciële markt wordt aangeboden worden alleen de ruitersportterreinen tot de basisvoorzieningen gerekend. Een overdekte rijhal met aanverwante voorzieningen zoals kantines, bestuurskamers ed. wordt niet als basisvoorziening aangemerkt.
Sporten die niet als basissport voor de gemeente Oirschot worden aangemerkt komen niet in aanmerking voor subsidie. Nieuwe sporten komen pas als basissport in aanmerking nadat hierover de gemeenteraad een besluit heeft genomen. Het college toetst hierbij aan de criteria, zoals beschreven in paragraaf 3.3. op pagina 12. Daarnaast zal bij een nieuwe sport vooral het bestaansrecht en de continuïteit van de betreffende sport moeten worden aangetoond door de initiatiefnemers. Nadat een nieuwe sport is aangemerkt als basissport gelden vervolgens de criteria zoals die gelden voor investeringssubsidies, zoals de aanwezigheid van nut en noodzaak, ruimtelijke mogelijkheden en de prioriteit en beschikbaarheid van gemeentelijke middelen.
Ten aanzien van de basissporten neemt de gemeente alleen een verantwoordelijkheid voor de accommodatieonderdelen die noodzakelijk zijn voor de daadwerkelijke actieve sportbeoefening zoals velden, kleedkamers, bergruimte etc. Dit worden de basissportvoorzieningen genoemd, zoals die zijn opgenomen in bijlage 1.
3.5. Toepassing NOC*NSF planningsnormen
Voor de berekening van het volume van een bepaalde accommodatie en de bijbehorende voorzieningen worden op dit moment de landelijke NOC*NSF planningsnormen gehanteerd. Dit is een planningsinstrument, waarover overeenstemming is bereikt tussen de NOC*NSF, de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) en de sportbonden. Enkel bij voetbal is met betrekking tot een in 1998 door de KNVB en NOC*NSF opgesteld wijzigingsvoorstel geen overeenstemming met de VNG bereikt. Het betrof een verruiming van het aantal kleedlokalen per speelveld. De KNVB gaat uit van drie kleedlokalen per veld. NOC*NSF blijft uitgaan van twee kleedlokalen per veld.
Voor het toekomstig sportaccommodatiebeleid in Oirschot wordt uitgegaan van de normen, zoals vastgesteld door NOC*NSF en goedgekeurd door de VNG.
Opgemerkt wordt dat de normen puur indicatief kunnen worden gebruikt als richtlijn omdat deze uitgaat van landelijke ervaringscijfers en gemiddelde bespelingintensiteit. Lokale omstandigheden kunnen hiervan afwijken. Maatwerk is derhalve altijd aan de orde.
Voor het toekomstig sportaccommodatiebeleid voor de buitensporten zijn de huidige planningsnormen toegepast op de verschillende takken van sport en de accommodaties in de gemeente Oirschot. In bijlage 3 kunnen de berekeningen op detailniveau worden bestudeerd. Doel van dit onderzoek is een beeld te verkrijgen van de huidige situatie, zodat de gemeente in een zo vroegtijdig stadium maatregelen kan nemen als er sprake is van tekort in capaciteit aan velden, kleedlokalen of andere basisvoorzieningen. Ook geven de resultaten van het onderzoek inzicht in de eventueel aanwezige knelpunten bij verenigingen. Op hoofdlijnen leidt het onderzoek tot de volgende conclusies.
De voetbalverenigingen in de gemeente Oirschot beschikken op basis van de in deze nota gehanteerde normen, m.u.v. v.v. Beerse Boys over voldoende voorzieningen om hun tak van sport i.c. voetbal naar behoren te kunnen beoefenen.
VV Spoordonkse Boys zit iets te ruim in de jas, maar dat biedt op termijn mogelijkheden voor de Korfbalvereniging als die behoefte zou krijgen aan een groter veldoppervlak
Op basis van de NOC*NSF normen is bij drie speelvelden een trainingsveld nodig. V.v. Beerse Boys heeft vier speelvelden en op basis van de normen recht op meer trainingsvelden. Het groot aantal jeugdteams, waaronder dames- en meisjesteams die een specifieke berekening vragen, brengt de vereniging in problemen, dat ook reden is geweest om met de gemeente in overleg te treden voor het aanleggen van een kunstgrasveld voor een aanwezig natuurgrasveld.
Opgemerkt wordt dat de KNVB aangeeft dat bij drie speelvelden minimaal twee trainingsvelden nodig zijn.
Gelet op het feit dat de normen van NOC*NSF indicatief zijn en maatwerk geleverd moet worden en gelet op de ruimtelijke problemen op het sportpark van v.v. Beerse Boys is de aanleg van een kunstgrasveld legitiem te noemen en biedt het de enige oplossing voor het ruimtegebrek.
Korfbalvereniging Spoordonkse Girls beschikt over één natuurgrasveld voor zowel trainingsdoeleinden als wedstrijden.
Indien de vereniging een groei kent of in de nabije toekomst meer leden gaat tellen, ontstaat er een situatie dat de belasting van het veld te groot wordt en de kwaliteit van het veld zal afnemen.
Het Tenniscomplex nabij sporthal De Kemmer beschikt sinds september 2008 over 8 kunstgras/all-weatherbanen en 4 gravelbanen. Het gehele complex is eigendom van de gemeente. Tennisclub Oirschot huurt en gebruikt 6 all-weatherbanen. De 4 gravelbanen worden door de vereniging gehuurd van de gemeente maar het onderhoud is volledig voor rekening van de vereniging. De overige 2 banen verhuurt de gemeente incidenteel en als nodig is incidenteel aan de Tennisclub.
De tennisclub beschikt feitelijk dus over 10 banen. Het totaal aantal banen van 10 is bij toepassing van de norm een accommodatie voor een club van 900 leden.
Hier doet zich de vraag voor of de overcapaciteit niet ter discussie moet worden gesteld.
Verder verhuurt de gemeente 2 binnen-tennis-banen (onderdeel van Sporthal De Kemmer).
Het tenniscomplex op Sportpark De Klep in Middelbeers beschikt over 6 all-weatherbanen die eigendom zijn van de gemeente en die allen verhuurd worden aan de plaatselijke Tennisclub Fidote.
Hockeyclub Oirschot heeft voldoende velden om het aantal teams te kunnen laten trainen en wedstrijden te spelen.
De voorzieningen in Oirschot voor de paardensport (binnen- en buitenaccommodatie), bieden voldoende faciliteiten voor leden van de plaatselijke paardensportverenigingen. Opgemerkt wordt dat in OWM’Beers men beschikt over enkel een buitenaccommodatie.
Atletiek wordt op gras beoefend, terwijl dit niet meer als een basisvoorziening mag worden beschouwd. Op het moment dat de gemeente de atletieksport als een basissport blijft beschouwen dient de vraag beantwoord te worden of men medewerking wenst te verlenen aan het realiseren van een kunststofatletiekaccommodatie inclusief de technische onderdelen dan wel deze voorziening als regionale voorziening aan te merken.
Indien wordt vastgehouden aan een atletiekaccommodatie met natuurgras wordt hier afgeweken van de basisvoorzieningen zoals geformuleerd door NOC*NSF.
In de gemeente Oirschot bevindt zich één openbaar toegankelijke zwemaccommodatie die gedeeltelijk overdekt is. Deze is particulier eigendom. De Eerste Oirschotse Zwemclub (EOZC) en de Zwemclub voor Ouderen maken gebruik van dit zwembad en uiteraard inwoners en niet inwoners van de gemeente. Aan het zwembad is een fitnesscentrum en een squashruimte gekoppeld.
Na de introductie van kunstgras in de hockey-, tennis- en korfbalsport is er een tendens waarneembaar, dat ook in het voetbal kunstgras in populariteit toeneemt. Diverse voetbalverenigingen in de regio beschikken over een dergelijke mat die vooral voordelen biedt door de intensieve gebruiksmogelijkheden. De redenen om een keuze te maken voor kunstgras zijn divers en variëren van ruimtegebrek tot een slechte bodemstructuur, waardoor natuurgrasvelden niet in goede conditie kunnen worden gebracht en gehouden. De verwachting is dat in de voetbalsport, analoog aan o.a. de hockeysport, de aanleg van kunstgrasvelden zal toenemen. De gemeente Oirschot is door v.v. Beerse Boys gevraagd financiële medewerking te willen verlenen aan de aanleg van een kunstgrasveld.
In het kader van toekomstige ontwikkelingen en het toekomstig accommodatiebeleid is het wenselijk dat de voorwaarden voor de aanleg van kunstgrasvelden transparant worden vastgesteld. Dit voorkomt mogelijk willekeur bij besluitvorming in de toekomst en biedt helderheid bij de clubs die kunstgras prefereren. Gezien de enorme investering die gemoeid is met de aanleg van kunstgrasvelden voetbal gaat de voorkeur uit naar aanleg indien er uitsluitend van een ruimtegebrek sprake is.
3.6.1. Voorwaarden aanleg kunstgrasvelden en banen
Bij hockey en tennis is een toplaag van kunstgras standaard.
In de tennissport is kunstgras in zijn algemeenheid een toplaagconstructie die de voorkeur geniet. Ondanks deze voorkeur zijn er nog tennisverenigingen die de traditionele banen van gravel i.c. banen van gemalen rode baksteen, als het ideale oppervlak beschouwen.
4. ACCOMMODATIEBELEID VOOR BINNENSPORTVERENIGINGEN
In dit hoofdstuk wordt ingegaan op de binnensportaccommodaties en –verenigingen binnen de gemeente Oirschot. Evenals in hoofdstuk 3 wordt kort aandacht besteed aan algemene onderwerpen, waarbij een relatie wordt gelegd met de situatie in Oirschot.
Vervolgens worden voorstellen gedaan m.b.t. basissporten, basisvoorzieningen en de vaststelling van verantwoordelijkheden op het gebied van eigendommen en onderhoud.
4.2. Gemeentelijke binnensportaccommodaties
De meest bekende binnensportaccommodaties zijn de gymzalen, sportzalen en sporthallen. Deze accommodaties zijn in veel gevallen tot stand gekomen door de verplichting om voor het onderwijs adequate gebouwen te hebben voor het vak Lichamelijke Opvoeding.
Door een feitelijk gebruik van deze accommodaties tijdens de schooltijden ontstond er de mogelijkheid om de plaatselijke sportverenigingen in de avonduren en in het weekend onderdak te bieden. Door bij het ontwerp van de gebouwen en de inrichting hiermee rekening te houden, verrezen er voorzieningen met meervoudige gebruiksmogelijkheden. Het zal duidelijk zijn dat een gymzaal beperkte mogelijkheden voor het beoefenen van sport kent (puur recreatief) gebruik maar dat voorzieningen met een grote sportvloeroppervlakte en hoogte geschikt zijn voor zowel trainings- als wedstrijddoeleinden. Gebouwen als een sporthal hebben als extra voordeel dat hierin bijv. sociaal-culturele evenementen kunnen plaats vinden.
Binnensportaccommodaties zijn in het algemeen in eigendom van de gemeente die zorg draagt voor het beheer en exploitatie. Sportverenigingen betalen huur voor het gebruik van de accommodatie (sportvloer, vaste toestellen en sanitaire voorzieningen).
De exploitatielasten (incl. de kapitaallasten) voor het gebruik van binnensportaccommodaties komen volledig voor rekening van de gemeente. Voor het beheer van de binnensportaccommodaties wordt gekozen voor een permanent beheer.
Genereren inkomsten door de gebruikers
Voor binnensportverenigingen geldt, dat er geen of weinig mogelijkheden zijn om inkomsten te genereren door sponsoropbrengsten, verkoop van dranken en zelfwerkzaamheid. Aan de andere kant wordt geconstateerd, dat buitensportverenigingen meer werkzaamheden verrichten op het gebied van beheer en onderhoud aan de accommodatie en voorzieningen, waarvoor ook inkomsten moeten worden gegenereerd.
De gemeente Oirschot beschikt over vier binnensportaccommodaties en is als eigenaar van deze accommodaties verantwoordelijk voor het groot en klein onderhoud. Het zwembad in de gemeente is particulier eigendom. De accommodaties zijn in tabel 2 uitgewerkt.
Tabel 2 Binnensportaccommodaties Oirschot 1
Accommodatie Sportzaal (Julianahal). Nog tijdelijk in gebruik. |
||
De kernen Westelbeers en Oostelbeers beschikken niet over een (gemeentelijke) binnensportaccommodatie.
In Oirschot is de situatie niet veel anders dan in de meeste andere gemeenten en worden de gemeentelijke gymzalen en sporthallen volledig door de gemeente beheerd en geëxploiteerd. De inbreng van gebruikers op het terrein van zelfwerkzaamheid en/of overnemen van gemeentelijke taken is nauwelijks of niet aanwezig.
De kantines in binnensportaccommodaties worden door de gemeente Oirschot verhuurd. Op dit moment doen er zich geen ontwikkelingen voor en zijn er geen signalen dat het huidige beleid aanpassing behoeft.
1 De gymzalen van de scholen zijn buiten beschouwing gelaten
Met betrekking tot het huidige accommodatieaanbod op het gebied van binnensporten kan onderscheid gemaakt worden tussen basissporten en niet-basissporten. Evenals bij de buitensporten dient er sprake te zijn van de criteria zoals beschreven in hoofdstuk 3.3., pagina 10.
Op basis van deze criteria kunnen voor de gemeente Oirschot de volgende basissporten worden aangewezen die als binnensporten kunnen worden gekwalificeerd:
Deze limitatieve opsomming is ingegeven door het huidige aanbod aan binnensporten en houdt geen rekening met de introductie van ‘nieuwe’ takken van sport zoals bijv. handbal. Een tweede opmerking betreft die takken van sport die competities zowel binnen als buiten afwerken. De korfbalsport wijkt in de wintermaanden uit naar een overdekte accommodatie terwijl veel hockeyteams van december tot maart een indoorcompetitie afwerken.
Voor uitsluitend recreatieve sportbeoefening kan worden volstaan met een gymnastieklokaal van 12 x 21 meter (met een obstakelvrije hoogte van 5.00 meter).
Voor sporten die in competitieverband worden beoefend dient in de meeste gevallen een accommodatie met een afmeting van minimaal 28 x 42 meter voorhanden te zijn.
De kern Oirschot voldoet aan deze uitgangspunten, de kern Spoordonk heeft een gymnastieklokaal uitsluitend bestemd voor recreatieve doeleinden.
De kernen Oostelbeers, Westelbeers en Middelbeers zijn aangewezen op sporthal “De Klep” in Middelbeers en op overige binnensporthallen in Oirschot.
Voor de basissporten neemt de gemeente alleen de verantwoordelijkheid voor de accommodatieonderdelen die noodzakelijk zijn voor de actieve sportbeoefening. Voor de binnensporten zijn dit:
In Oirschot komt het voor dat een bepaalde accommodatie als basisvoorziening kan worden aangemerkt, terwijl deze accommodatie geen eigendom is dan wel commercieel geëxploiteerd wordt. In dat geval is de gemeente niet verantwoordelijk voor de eerste inrichting of oprichting, voor vervanging en voor het beheer en de exploitatie van de betreffende accommodatie. Deze verantwoordelijkheden liggen heel duidelijk bij het particulier initiatief/ondernemer.
Een voorbeeld hiervan is het (overdekt) openbaar zwembad in deze gemeente.
4.5. Toepassing NOC*NSF normen
De normen ten aanzien van binnensport hebben hoofdzakelijk betrekking op accommodaties. In het handboek van NOC*NSF staat exact vermeld waaraan bijv. een gymnastieklokaal, sportzaal of sporthal moet voldoen.
Het gaat niet alleen over de sportvloeroppervlakte en de minimale hoogte maar ook over de eisen waaraan een sportvloer moet voldoen, de afmetingen van de diverse velden (zoals basketbal, volleybal, badminton), het aantal kleedlokalen, doucheruimten en scheidsrechterslokalen. Ook staan normen beschreven over akoestiek, ventilatie, verwarmingssystemen en lichtopbrengst in de zaal/hal. Bij nieuwbouw, renovatie of aanpassingen worden deze normen in een Programma van eisen opgenomen.
5. ACCOMMODATIEBELEID WELZIJNSINSTELLINGEN
Het accommodatiebeleid heeft niet alleen betrekking op de sportaccommodaties en – verenigingen, maar heeft ook een relatie met de accommodaties, waarvan verenigingen en organisaties gebruik maken. Deze laatste accommodaties worden in het kader van deze nota welzijnsaccommodaties genoemd.
De reden dat welzijnsaccommodaties wezenlijk onderdeel uitmaken van deze nota is gelegen in de harmonisatie van het beleid. Ook voor de welzijnsaccommodaties en haar gebruikers dient het helder te zijn wat onder basisvoorzieningen wordt verstaan, waar verantwoordelijkheden liggen en op welke wijze bekostiging plaatsvindt. Alleen dan kan er sprake zijn van een gemeentelijk accommodatiebeleid dat is gestoeld op transparante en uniforme uitgangspunten.
5.2. Gemeentelijke welzijnsaccommodaties
Welzijnsvoorzieningen vervullen een belangrijke functie in de gemeente Oirschot. Deze voorzieningen dragen bij aan het realiseren van maatschappelijke hoofddoelstellingen, zoals het verbeteren van de leefbaarheid en het bevorderen van de sociale cohesie (zorg voor elkaar en participatie). De aanwezigheid van voorzieningen/accommodaties als bijv. wijkgebouwen, dorpshuizen, peuterspeelzalen enzovoorts zijn van essentieel belang voor het aanbieden van activiteiten in een bepaalde kern en in zijn algemeenheid voor het gemeenschapsgevoel.
De welzijnsaccommodaties zijn in de meeste gevallen eigendom van de gemeente. Privatisering van deze gebouwen komt soms voor, maar dan is er veelal sprake van een recht van opstal of erfpachtovereenkomst, waarbij de ondergrond altijd eigendom blijft van de gemeente. In 5.3.3. worden de welzijnsaccommodaties benoemd.
Welzijnsaccommodaties worden beheerd door de stichting of vereniging, die in een dergelijke accommodatie is gehuisvest. In een aantal gevallen worden dorpshuizen door commerciële uitbaters geëxploiteerd.
5.3.1. Basisvoorziening in eigendom van de gemeente
Door heel expliciet aan te geven wat de gemeente Oirschot onder een basis en niet basisvoorziening verstaat, wordt duidelijk waar de verantwoordelijkheden liggen, hoe er wordt omgegaan met verzoeken om financiële bijdragen en wie is belast met het beheer en exploitatie. In zijn algemeenheid geldt dat de gemeente, evenals bij de sportaccommodaties, verantwoordelijk is en blijft voor de basisvoorzieningen.
Om te voorkomen dat er discussies ontstaan over wat nu wel of niet belangrijk is met betrekking tot welzijnsvoorzieningen, dient duidelijk te worden gemaakt welke voorzieningen de gemeente Oirschot tot basisvoorzieningen rekent. Een dorpshuis of wijkgebouw waar geen commerciële activiteiten plaatsvinden, het bestuur rechtspersoonlijkheid bezit en waar de programmering hoofdzakelijk is gericht op het dorp of de wijk is bijvoorbeeld een basisvoorziening.
De hoofdgebruikers zijn belast met het dagelijks beheer en exploitatie van de accommodaties en betalen een huur die is gebaseerd op de werkelijke huisvestingslasten. Hierdoor is helder wat de werkelijke kosten zijn, de te betalen huur en de gemeentelijke subsidiebijdrage. Op deze wijze wordt een relatie gelegd met de uitgangspunten van het sportaccommodatiebeleid en is er sprake van uniformiteit.
5.3.2. Basisvoorzieningen, niet in eigendom van de gemeente
In Oirschot komt het voor dat een bepaalde accommodatie als basisvoorziening kan worden aangemerkt, terwijl deze accommodatie geen eigendom is dan wel commercieel geëxploiteerd wordt. In dat geval is de gemeente niet verantwoordelijk voor de eerste inrichting of oprichting, voor vervanging en voor het beheer en de exploitatie van de betreffende accommodatie. Deze verantwoordelijkheden liggen heel duidelijk bij het particulier initiatief/ondernemer.
5.3.3. Huidige welzijnsaccommodaties in Oirschot
In onderstaande tabel 3 staan de accommodaties opgenomen die tot de basisvoorzieningen welzijnsaccommodaties gerangschikt worden.
Tabel 3 Overzicht welzijnsaccommodaties
Onderdeel van het accommodatiebeleid is de eventuele overdracht van eigendommen en daaraan gekoppelde taken en verantwoordelijkheden aan het particulier initiatief of een vereniging. De reden dat een overheid taken/werkzaamheden wil overdragen aan bijv. verenigingen kan divers zijn. De gemeente Oirschot ziet privatisering vanuit het perspectief, dat beide partijen op de lange termijn voordelen kunnen hebben van deze keuze. Op zich kan privatiseren of vormen hiervan een bespreekbaar onderwerp zijn indien beide partijen een zgn. win-win situatie zien. Het zonder goede voorwaarden en condities overdragen van taken/werkzaamheden naar clubs leiden in de praktijk –zeker op middellange termijn- tot problemen. Bij de projecten, waarbij privatisering mogelijk kan worden toegepast, dient altijd een overweging plaats te vinden of dit ook verantwoord is ten aanzien van de continuïteit en de kwaliteit van de diensten/eigendommen.
6.2. Definiëring privatisering
Voordat inhoudelijk wordt ingegaan op privatisering (of vormen van privatisering) is het wenselijk dat wordt stilgestaan bij het begrip ‘privatisering’. Het is niet de bedoeling om een bloemlezing van diverse omschrijvingen en begrippen te geven maar kort en bondig samen te vatten wat in het kader van het accommodatiebeleid in de gemeente Oirschot wordt verstaan. De formele begripsomschrijving die wordt gehanteerd en in de onderhavige rapportage gevolgd is:
“Onder privatisering wordt verstaan alle besluiten die erop gericht zijn de bemoeienissen en verantwoordelijkheden van de gemeente bij de vervulling van een taak geheel of gedeeltelijk te doen afnemen ten gunste van de inbreng van een ondernemer/particulier/vereniging”.
6.3. Privatisering binnensport- en welzijnsaccommodaties
Het privatiseren van binnensport- en welzijnsaccommodaties in de vorm van het volledig overdragen van een accommodatie en het groot onderhoud komt in de praktijk zelden voor. Van deze mogelijkheid zou gebruik kunnen worden gemaakt als er één vereniging als hoofdgebruiker kan worden aangemerkt en (bijna) alle beschikbare uren van de gemeente huurt.
Het overdragen van taken als beheer en toezicht en/of schoonmaakonderhoud behoort ook tot een mogelijkheid maar wordt al moeilijk indien er meerdere gebruikers van de betreffende zaal/hal gebruik maken. Bij welzijnsaccommodaties is dit goed mogelijk en vindt dit ook in de praktijk plaats, omdat juist een welzijnsaccommodatie door één vereniging of stichting wordt gebruikt of dat er sprake is van een beheersstichting.
In de Oirschotse situatie is – zover als nu bekend – bij de plaatselijke verenigingen geen wens om een binnensportaccommodatie te gaan beheren en exploiteren. Een belangrijk argument is ongetwijfeld het forse beroep dat op het vrijwillig kader moet worden gedaan. Ook vanuit de gemeente is geen directe aanleiding om met bepaalde verenigingen om tafel te gaan om privatisering bespreekbaar te maken.
Om deze reden worden in het hoofdstuk ‘privatisering’ de binnensport- en de welzijnsaccommodaties buiten beschouwing gelaten. Een nuancering is bij deze paragraaf op zijn plaats in het geval een commerciële partij zich aandient en interesse toont om een bepaalde accommodatie over te nemen.
6.4. Privatisering buitensportaccommodaties
Als er bij buitensportaccommodaties wordt gesproken over privatisering zijn er diverse varianten. Dit zijn:
Deze variant komt bijna niet voor, omdat er van een win-win situatie nauwelijks sprake zal zijn. Het onderhoud aan velden is specialistisch werk, waardoor een beroep op cultuurtechnische bedrijven moet worden gedaan. Dit gebeurt nu ook al door de gemeente en vooral bij, die werkzaamheden die als groot onderhoud moeten worden aangemerkt. Kleine onderhoudswerkzaamheden kunnen wel door vrijwillig kader van de verenging worden verricht maar de voordelen voor gemeente en club zijn marginaal.
Privatisering van het cultuurtechnisch onderhoud aan de natuurgrasvelden, zoals het jaarlijks onderhoud waaronder maaien, bemesten e.d. aan een sportvereniging achten wij echter niet haalbaar en wel om de volgende redenen:
Deze variant komt voor en is bij de hockey en tennis uitgevoerd. Tot voor kort hadden we in Oirschot nog enkele graveltennisbanen. Opgemerkt wordt dat de investeringskosten van kunstgrasvelden erg hoog zijn en dat een kwaliteitscontrole op adequaat onderhoud gewenst is. Daarnaast dienen verenigingen erop gewezen te worden dat zij voorzieningen treffen, om op termijn onderhoudswerkzaamheden uit te voeren dan wel een toplaag te vervangen. Dit vraagt om een financiële expertise van de vereniging.
3 Kleedaccommodatie en nevenruimten
Het overdragen van kleedlokalen en nevenruimten van gemeente aan verenigingen vindt veelvuldig plaats. Buitensportverenigingen hebben binnen hun ledenbestand veelal vakmensen en andere vrijwilligers, die bereid zijn om op vrijwillige basis werkzaamheden uit te voeren. Het is immers ‘hun’ club waardoor het inhuren van externen achterwege kan blijven. De betrokkenheid door het eigen bezit wordt vergroot en het verwijzen naar de gemeente vindt niet meer plaats.
4 Overige ruimten – niet basisvoorzieningen
Dit zijn onder andere de kantine van een vereniging. Het komt nog voor dat deze eigendom van de gemeente zijn, omdat deze voorziening onder één dak zit met de kleedlokalen. In de meeste gemeenten behoren de niet basis voorzieningen tot het eigendom van de vereniging.
Onder veldinstallaties moeten de lichtinstallaties, de doelen en netten, de vlaggen enz. worden verstaan. Bij de overdracht van velden worden deze voorzieningen betrokken. In enkele gevallen komt het voor dat gemeenten alleen deze voorzieningen qua eigendom, onderhoud en vervangen overdragen aan de vereniging.
Dit betekent de overdracht van het complete sportcomplex. In de praktijk komt dit zelden voor.
6.5. Voor- en nadelen privatisering
Het in eigendom verkrijgen van een gebouw en andere voorzieningen bieden de vereni¬ging de volgende voordelen:
6.6. Voorwaarden privatisering
Belangrijke voorwaarden voor het slagen van privatiseringsvoorstellen is het te bereiken voordeel voor beide partijen en het maken van goede en duidelijke basisafspraken aan het begin van het privatiseringstraject.
Na privatisering dient er voor de vereniging sprake te zijn van:
Om de privatiseringsvoorstellen financieel haalbaar te maken voor de vereniging dienen extra inkomsten gegenereerd te worden. Naast de toename van de zelfwerkzaamheid dienen de volgende voorwaarden ingevuld te worden.
een financiële tegemoetkoming in de jaarlijkse exploitatielasten, welke jaarlijks wordt verhoogd met het bijbehorende prijsindexcijfer conform het CPB of een éénmalige tegemoetkoming/afkoopsom voor toekomstige onderhoudsinvesteringen, omdat de vereniging daarvoor tot op heden niet heeft gereserveerd.
Alleen als bovenstaande voorwaarden ingevuld worden kan er sprake zijn van een haalbare en succesvolle privatisering van gemeentelijke gebouwen en voorzieningen en daaraan gekoppelde onderhoudstaken.
Het huidig tarievenbeleid is gebaseerd op het raadsbesluit van 28 juli 1998 en van toepassing op de sport- en welzijnsaccommodaties van de gemeente Oirschot. De becijfering van de verschillende accommodatiekosten is gebaseerd op de werkelijke kosten 1996, waarbij waar mogelijk een actualisering heeft plaatsgevonden met de cijfers uit 1997 en rekening is gehouden met de begrotingscijfers over 1999 en 2000.
7.2 Uitgangspunten huidig tarievenbeleid buitensportaccommodaties
Het belangrijkste uitgangspunt van het huidige tarievenbeleid is het in beeld brengen van de werkelijke kosten van een accommodatie, zodat duidelijk zou worden hoeveel en welke geldmiddelen noodzakelijk zijn voor het in stand houden van een bepaalde accommodatie. De werkelijke kosten zijn verdeeld in algemene kosten voor alle gebruikers en specifieke kosten voor de betreffende vereniging.
Met het berekenen van de werkelijke kosten van een accommodatie werd een basis gelegd om te komen tot een uniform tarievenbeleid voor het verhuren en in gebruik geven van gemeentelijke accommodaties. Verenigingen werden op een gelijkwaardige wijze behandeld en kosten konden nog meer dan voorheen toebedeeld worden aan accommodaties en verenigingen.
Gelet op het feit dat, als gevolg van het berekenen van een kostendekkende huur, de huurtarieven substantieel verhoogd zouden worden, is geopteerd voor het treffen van een overgangsregeling. Dit betekende dat gedurende een lange looptijd de huren met telkens 10% verhoogd zouden worden tot het moment dat de kostendekkende huur bereikt zou worden. Op dit moment loopt deze periode voor een groot aantal verenigingen nog steeds door.
Gelijke componenten voor huurberekening
Voor het vaststellen van het tarievenbeleid was het noodzakelijk dat de componenten om te komen tot een bepaalde huur voor het gebruik van een accommodatie transparant en voor iedereen duidelijk in beeld zou worden gebracht. Dit betekende dat voor de buitensportaccommodaties de volgende componenten werden gehanteerd voor het berekenen van de huur.
Opgemerkt wordt dat de kosten van een voorziening alleen voorkomen bij sportpark Moorland. Het betreft hier de parkeerplaats.
Wijziging Accommodatie- en Tarievenbeleid (2009) in 2012
Op 24 april 2012 heeft de gemeenteraad besloten:
De bovenstaande methodiek is toegepast op alle accommodaties op het gebied van voetbal, tennis, hockey en korfbal.
Voor de atletiek, het jeugdcrossterrein, terrein scouting, visvijvers en paardenterreinen is wel zo veel als mogelijk uitgegaan van de werkelijke lasten, maar is getracht maatwerk te leveren.
7.3 Uitgangspunten huidig tarievenbeleid binnensportaccommodaties
Evenals bij de buitensportaccommodaties zijn de werkelijke kosten van een accommodatie uitgangspunt gebruikt voor het vaststellen van het huidige tarievenbeleid. Vervolgens zijn de kosten via een verdeelsleutel omgerekend naar een uurtarief.
Met het berekenen van de werkelijke kosten van een accommodatie werd een basis gelegd om te komen tot een uniform tarievenbeleid voor het verhuren en in gebruik geven van gemeentelijke accommodaties. Verenigingen werden op een gelijkwaardige wijze behandeld en kosten konden nog meer dan voorheen toebedeeld worden aan accommodaties en verenigingen. Door eenzelfde methodiek toe te passen als bij de sportaccommodaties ontstond een gelijke behandeling van verenigingen.
Zie toelichting bij buitensportaccommodaties.
Gelijke componenten voor huurberekening
Voor het berekenen van de huur zijn dezelfde componenten gebruikt als bij de buitensportaccommodaties. Aanvullend zijn de volgende componenten toegevoegd:
Voor het gebruik van de binnensportaccommodaties voor commerciële doeleinden worden de huurtarieven verdubbeld.
De bovenstaande methodiek is toegepast op de Julianahal, sporthal De Kemmer, Sporthal De Klep en gymnastieklokaal Spoordonk.
7.4 Uitgangspunten huidig tarievenbeleid welzijnsaccommodaties
Ook hierbij geldt dat de werkelijke kosten van een accommodatie als uitgangspunt zijn gebruikt voor het vaststellen van het huidige tarievenbeleid.
Met het berekenen van de werkelijke kosten van een accommodatie en een omrekening naar een uurtarief werd een basis gelegd om te komen tot een uniform tarievenbeleid voor het verhuren en in gebruik geven van gemeentelijke accommodaties. Verenigingen werden op een gelijkwaardige wijze behandeld en kosten konden nog meer dan voorheen toebedeeld worden aan accommodaties en verenigingen.
Dit betekent concreet dat voor het gebruik van een sporthal of sportzaal een gelijk tarief wordt berekend.
Zie toelichting bij buitensportaccommodaties.
Gelijke componenten voor huurberekening
Voor het berekenen van de huur zijn de volgende componenten gebruikt:
Opgemerkt wordt dat de energiekosten niet altijd onderdeel uitmaken van de kosten en dat daardoor wel een verschil ontstaat.
In het geval van een multifunctionele accommodatie worden de werkelijke kosten omgerekend naar een vierkante meterprijs en vervolgens in een uurtarief.
De bovenstaande methodiek is toegepast op de gemeentelijke accommodaties.
7.5 Uitgangspunten nieuw tarievenbeleid gemeente Oirschot
Handhaving huidige systematiek
Op voorhand is bij de discussie over de kadernota accommodatiebeleid gesteld dat de systematiek van een kostendekkende huur een goede keuze is gebleken, omdat alleen op deze wijze een transparante en uniforme berekening van de kosten en huur kan plaatsvinden.
Voor het vaststellen van het nieuwe tarievenbeleid wordt geadviseerd deze systematiek te continueren, maar aandacht te schenken aan de volgende elementen.
Niet voor alle accommodaties worden de energiekosten en voorziening als componenten gezien voor de huurberekening. Indien de harmonisatie van tarieven 100% moet plaatsvinden is het aan te bevelen dit op alle accommodaties toe te passen. Het is denkbaar de energiekosten van de binnensport- en welzijnsaccommodaties voor rekening van de gemeente te nemen en deze te verdisconteren in de tarieven.
Het subsidiebeleid is onlosmakelijk verbonden met het geformuleerde accommodatie en tarievenbeleid. Zonder een subsidie van de gemeente kunnen o.a. de huren niet worden betaald. Voor de subsidiering van de accommodatiekosten wordt verwezen naar de Nota Subsidiebeleid.
Overzicht basisvoorzieningen zoals vastgesteld door de gemeenteraad op 30 september 2008
Eigendomsverhouding accommodaties
Toepassing planningsnormen NOC*NSF op buitensportaccommodaties
In het voetbal bestaat er een groot verschil tussen de beschadiging van de terreinen na een pupillenwedstrijd en na een seniorenwedstrijd. NOC*NSF, heeft met instemming van de VNG, voor de belasting van wedstrijden door diverse leeftijdsgroepen verschillende belastingsnormen vastgesteld.
De planningsnorm voor voetbal kent een totale belastingsnorm van 9 seniorenteams per wedstrijdveld.
De planningsnorm voor trainingsvelden is 1 trainingsveld, van dezelfde afmetingen als een wedstrijdveld, per 3 wedstrijdenvelden. Voor complexen met 1 of 2 wedstrijdvelden wordt ook een trainingsveld geadviseerd. Daarnaast worden twee kleedkamers en een scheidsrechtersruimte per wedstrijdveld geadviseerd.
De praktische uitwerking van de planningsnormen voor de voetbalverenigingen uit Oirschot levert het volgende beeld op.
v.v. Oirschot Vooruit heeft derhalve 30 : 9 = 4 natuurgrasvelden nodig. Geconcludeerd kan worden dat v.v. Oirschot de beschikking dient te hebben over 4 wedstrijdvelden. Daarvan afgeleid dienen 1,5/2 trainingsvelden, 8 kleedkamers en 4 scheidsrechterslokalen aanwezig te zijn.
De vereniging beschikt thans over 5 wedstrijdvelden, 2 trainingsvelden, 12 kleedkamers en 2 scheidsrechterslokalen. Geconcludeerd wordt dat de accommodatie van v.v. Oirschot Vooruit aan de norm voldoet.
a) incl. 1 veteranen en 1 G-team
V.v. Spoordonkse Boys heeft derhalve 16.35 : 9 = 2 natuurgrasvelden nodig. Geconcludeerd kan worden dat v.v. Spoordonkse Boys de beschikking dient te hebben over 2 graswedstrijdvelden. Daarvan afgeleid dienen 1 trainingsveld, 4 kleedkamers en 2 scheidsrechterslokalen aanwezig te zijn.
De vereniging beschikt thans over 3 graswedstrijdvelden, 1 trainingsveld , 6 kleedkamers en 2 scheidsrechterslokalen. Geconcludeerd wordt dat de accommodatie van v.v. Spoordonkse Boys ruim aan de norm voldoet.
a) incl. 1 vetereranen en 1 G-team
v.v. Beerse Boys heeft derhalve 32,35 : 9 = 4 natuurgrasvelden nodig. In de praktijk wordt dit aantal naar boven afgerond. Zeker als er sprake is van veel jeugdteams. Geconcludeerd kan worden dat v.v. Beerse Boys de beschikking dient te hebben over 4 wedstrijdvelden. Daarvan afgeleid dienen 2 trainingsvelden, 8 kleedkamers en 4 scheidsrechterslokalen aanwezig te zijn.
De vereniging beschikt thans over 4 wedstrijdvelden, 1,5 trainingsveld, 10 kleedkamers en 3 scheidsrechterslokalen. Geconcludeerd wordt dat de accommodatie van v.v. Beerse Boys qua trainingsaccommodatie niet voldoet aan de norm. Een verdere verklaring over het tekort aan trainingsaccommodatie is gegeven op pagina 14 van deze nota.
Korfbalwedstrijden voor senioren en junioren geven dezelfde belasting voor het speelveld als bij een voetbalveld. Wedstrijden voor aspiranten (11 t/m 14 jaar) en pupillenteams (8 t/m 10 jaar) geven zowel door de kortere wedstrijdduur als de lagere bespelingintensiteit een minder zware belasting. De planningsnorm voor korfbal kent een totale belastingsnorm van zes normteams per speelveld.
Korfbalvereniging Spoordonkse Girls
Korfbalverening Spoordonkse Girls heeft derhalve 7,05 : 6 = 1 natuurgrasveld nodig. Geconcludeerd kan worden dat Korfbalvereniging Spoordonkse Girls de beschikking dient te hebben over 1 wedstrijdveld.
De vereniging beschikt thans over 1 natuurgrasveld dat voldoende ruimte biedt om een wedstrijdveld en/of trainingsveld uit te zetten, 4 kleedkamers en ? scheidsrechterslokalen. Geconcludeerd wordt dat de accommodatie van Korfbalvereniging Spoordonkse Girls aan de norm voldoet.
De planningsnorm voor tennis wordt uitgedrukt in spelers per baan. De norm zoals deze is vastgesteld door NOC*NSF bedraagt ca. 70 spelers per baan. Deze norm geldt zowel voor gravel als voor niet-gravelbanen. Op verlichte banen kan de norm tot 90 spelers worden opgevoerd. De planningsnorm is gebaseerd op normaal verenigingsgebruik inclusief competitie- en toernooiactiviteiten, lesgeven en trainingen.
Bij tennis kan volstaan worden met 2 kleedkamers voor het totale complex waarbij de grootte van de ruimten en de sanitaire voorzieningen worden afgeleid van het aantal leden dat een tennisclub telt.
Geconcludeerd kan worden dat Tennisclub Oirschot op grond van NOC*NSF-normen ver boven de norm uitkomt.
Hockey wordt voornamelijk op kunstgras gespeeld: volkunststof (met water besproeid) of zandingestrooid kunststof. Deze kunststofconstructies kennen geen bespelingsbeperking anders dan organisatorisch van aard. Rekening houdend met de tijdsduur van de wedstrijden voor de verschillende categorieën en het gebruik van het hele of een deel van het veld, heeft NOC*NSF voor hockey op kunstgrasconstructies de volgende planningsnormen opgesteld:
De planningsnorm voor hockey op kunstgras bedraagt voor de zaterdag (uitsluitend jeugdteams) 9 normteams per veld. Voor de zondag (uitsluitend seniorenteams) bedraagt de planningsnorm eveneens 9 normteams per veld. Derhalve in totaliteit 18 normteams per kunstgrasveld.
Hockeyclub Oirschot heeft daarom 27,50 : 18 = 2 kunstgrasvelden nodig. Geconcludeerd kan worden dat de hockeyclub de beschikking dient te hebben over 2 wedstrijdvelden. Daarvan afgeleid dienen 4 kleedkamers en 2 scheidsrechterslokalen aanwezig te zijn.
De vereniging beschikt thans over 2 kunstgrasvelden, 4 kleedlokalen en 2 scheidsrechterslokalen. Geconcludeerd wordt dat de accommodatie van Hockeyclub Oirschot aan de norm voldoet.
Voor paardensportterreinen kent NOC*NSF geen planningsnormen. In verband hiermee wordt onderstaand een overzicht gegeven van de aanwezige voorzieningen, het aantal leden van de verenigingen en het gebruik dat van de accommodatie wordt gemaakt. Een en ander geeft een beeld van de capaciteit van de paardensportaccommodaties.
Atletiekvereniging Oirschot (AVO)
Atletiekvereniging Oirschot (AVO) beschikt over een accommodatie die bestaat een uit natuurgrasveld voor loop- en technische nummers. Een standaard baanatletiekaccommodatie, geschikt voor zowel wedstrijden als trainingen, bestaat uit kunststof lanen en overige kunststofonderdelen, zoals het aanloopgedeelte voor verspringen, hoogspringen e.d. Een zeslaans kunststof atletiekaccommodatie is toereikend voor een atletiekvereniging met ca. 1000 leden. Een goed geoutilleerde atletiekaccommodatie beschikt over voorzieningen voor zowel technische als loop nummers. Het aantal banen, het soort kunststof en het aanbod van faciliteiten voor de technische nummers bepalen de ‘aantrekkelijkheid’ van de accommodatie en de aantrekkingskracht van leden. Ook kleedlokalen met sanitaire voorzieningen die voldoen aan de eisen van de huidige tijd, een jury- en vergaderruimte evenals een toeschouwersaccommodatie zijn maatgevend voor een volwaardige atletiekaccommodatie.
Het niet kunnen beschikken over kunststofvoorzieningen houdt niet alleen in dat er geen officiële wedstrijden worden gehouden, maar ook het ontbreken van goede trainingsfaciliteiten is oorzaak dat het ledenaantal zeker niet zal groeien. Het is reëel te stellen dat een atletiekaccommodatie die niet aan de eisen van deze tijd voldoet tot ledenverlies zal leiden.
De kleedlokalen en kantine zijn ondergebracht in noodgebouwen wat inhoudt dat er sprake is van een tijdelijke situatie.
De accommodatie biedt voor het beoefenen van atletiek beperkte mogelijkheden en de noodbouw vraagt om ‘omzetting’ in een definitief gebouw.
Op basis van NOC*NSF normering voldoet de atletiekaccommodatie die AVO ter beschikking heeft niet aan de eisen die aan een baanatletiekaccommodatie worden gesteld. Het belangrijkste aspect is het ontbreken van kunststofvoorzieningen.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/gmb-2018-101792.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.