Aanwijzingsbesluit toezichthouder riolering

Het College van burgemeester en wethouders van de gemeente Uden;

Ten deze, krachtens de mandaatregeling d.d. 12 april 2011, rechtsgeldig vertegenwoordigd door het Hoofd van de Afdeling Ruimte;

overwegende dat:

  • Het wenselijk en doelmatig is te voorzien in een aanwijzing van een toezichthouder in de zin van artikel 5:11 van de Algemene wet bestuursrecht;

gelet op het bepaalde in titel 5.2 van de Algemene wet bestuursrecht;

besluit

Aan te wijzen:

  • 1.

    De toezichthouder belast met toezicht op de naleving van het bepaalde bij of krachtens: de Waterafvoerverordening gemeente Uden.

  • 2.

    De persoon, genoemd in het besluit van 7 mei 2018, in de functie van toezichthouder riolering tot en met 31 december 2018.

  • 3.

    Aan de in 2 genoemde persoon wordt, ten behoeve van toezicht op de naleving van de Waterafvoerverordening, een legitimatiebewijs verstrekt als bedoeld in artikel 5:12 Algemene wet bestuursrecht.

  • 4.

    Dit besluit treedt in werking op de dag nadat deze, op voorgeschreven wijze, bekend is gemaakt.

Uden, 7 mei 2018

namens Burgemeester en wethouders van Uden

ir. C.A.M. Kemperman

hoofd afdeling Ruimte

Naar boven