Gemeenteblad van Dalfsen
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Dalfsen | Gemeenteblad 2017, 96448 | Verordeningen |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Dalfsen | Gemeenteblad 2017, 96448 | Verordeningen |
Verordening maatschappelijke ondersteuning en jeugd gemeente Dalfsen
De raad van de gemeente Dalfsen;
gelezen het voorstel van Decentralisaties in het sociale domein d.d. 3 september 2014, nummer 240;
gelet op de artikelen 2.1.3, 2.1.4, [eerste, tweede lid] derde en zevende lid, [2.1.5, eerste lid,] 2.1.6, [2.1.7, 2.3.6, vierde lid,] en 2.6.6, eerste lid, van de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 (Wmo);
overwegende dat burgers een eigen verantwoordelijkheid dragen voor de wijze waarop zij hun leven inrichten en deelnemen aan het maatschappelijk leven; dat van burgers verwacht mag worden dat zij elkaar daarin naar vermogen bijstaan; dat burgers die zelf, dan wel samen met personen in hun omgeving onvoldoende zelfredzaam zijn of onvoldoende in staat zijn tot participatie, een beroep moeten kunnen doen op ondersteuning door de gemeente, zodat zij zo lang mogelijk in de eigen leefomgeving kunnen blijven wonen; dat het noodzakelijk is om regels vast te stellen ter uitvoering van het beleidsplan als bedoeld in artikel 2.1.2 van de Wmo met betrekking tot de ondersteuning bij de versterking van de zelfredzaamheid en participatie van personen met een beperking of met chronische psychische of psychosociale problemen, beschermd wonen en opvang, en dat het noodzakelijk is om de toegankelijkheid van voorzieningen, diensten en ruimten voor mensen met een beperking te bevorderen en daarmee bij te dragen aan het realiseren van een inclusieve samenleving;
gelet op de artikelen 2.9, 2.10, 2.12 [en 8.1.1, derde, vierde lid,] van de Jeugdwet;
overwegende dat de Jeugdwet de verantwoordelijkheid voor het organiseren van goede en toegankelijke jeugdhulp bij de gemeente heeft belegd, waarbij het uitgangspunt is dat de verantwoordelijkheid voor het gezond en veilig opgroeien van jeugdigen allereerst bij de ouders en de jeugdige zelf ligt; en dat het noodzakelijk is om regels vast te stellen over de door het college te verlenen maatwerkvoorzieningen en overige voorzieningen, met betrekking tot de voorwaarden voor toekenning en de wijze van beoordeling van, en de afwegingsfactoren bij een individuele voorziening, over de wijze waarop de toegang tot en de toekenning van een individuele voorziening wordt afgestemd met andere voorzieningen, de wijze waarop de hoogte van een persoonsgebonden budget wordt vastgesteld, voor de bestrijding van het ten onrechte ontvangen van een individuele voorziening of een persoonsgebonden budget alsmede misbruik en oneigenlijk gebruik van de Jeugdwet, en regels ter waarborging van een goede verhouding tussen de prijs voor de levering van jeugdhulp of de uitvoering van een kinderbeschermingsmaatregel of jeugdreclassering en de eisen die worden gesteld aan de kwaliteit daarvan;
overwegende dat het voorts wenselijk is te bepalen onder welke voorwaarden degene aan wie een persoonsgebonden budget wordt verstrekt, de jeugdhulp kan betrekken van een persoon die behoort tot diens sociale netwerk;
HOOFDSTUK 1 BEGRIPPEN EN VORMEN VAN ONDERSTEUNING
In deze verordening en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan:
Hulpvraag: behoefte aan maatschappelijke ondersteuning als bedoeld in artikel 2.3.2 van de Jeugdwet, eerste lid, van de Jeugdwet dan wel de behoefte van een jeugdige of zijn ouders aan jeugdhulp in verband met opgroei- en opvoedingsproblemen, psychische problemen en stoornissen, als bedoeld in artikel 2.3, eerste lid, van de Jeugdwet;
In deze verordening en de daarop berustende bepalingen wordt onder voorzieningen verstaan:
Maatwerkvoorziening: op de jeugdige of zijn ouders toegesneden voorziening als bedoeld in artikel 2, tweede lid, van de Jeugdwet; ook wel individuele voorziening genoemd, of zoals opgenomen in de Wmo 2015 een op de behoeften, persoonskenmerken en mogelijkheden van een persoon afgestemd geheel van diensten, hulpmiddelen, woningaanpassingen en andere maatregelen:
Artikel 4. Toegang maatschappelijke ondersteuning en jeugdhulp
Het college bepaalt met inachtneming van de Wmo (artikel 2.3.1. tot en met 2.3.5) en de Jeugdwet (artikel 2.3) bij nadere regeling, zoals opgenomen in de beleidsregels, op welke wijze in samenspraak met de cliënt, jeugdige of zijn ouders wordt vastgesteld of de cliënt voor een maatwerkvoorziening voor zelfredzaamheid, participatie, beschermd wonen of opvang in aanmerking komt.
Artikel 6. Criteria voor een maatwerkvoorziening
Een cliënt, een jeugdige of zijn ouders, komt in aanmerking voor een maatwerkvoorziening:
ter compensatie van de beperkingen in de zelfredzaamheid of participatie die de cliënt, jeugdige of zijn ouders ondervindt, voor zover de cliënt, jeugdige of zijn ouders deze beperkingen naar het oordeel van het college niet op eigen kracht, met gebruikelijke hulp, met mantelzorg of met hulp van andere personen uit zijn sociale netwerk dan wel met gebruikmaking van algemeen gebruikelijke voorzieningen of algemene voorzieningen kan verminderen of wegnemen. De maatwerkvoorziening levert een passende bijdrage aan het realiseren van een situatie waarin de cliënt, jeugdige of zijn ouders in staat wordt gesteld tot zelfredzaamheid of participatie en zo lang mogelijk in de eigen leefomgeving kan blijven, of
ter compensatie van de problemen bij het zich handhaven in de samenleving van de cliënt, jeugdige of zijn ouders met psychische of psychosociale problemen en de cliënt, jeugdige of zijn ouders die de thuissituatie heeft verlaten, al dan niet in verband met risico’s voor zijn veiligheid als gevolg van huiselijk geweld, voor zover de cliënt, jeugdige of zijn ouders deze problemen naar het oordeel van het college niet op eigen kracht, met gebruikelijke hulp, met mantelzorg of met hulp van andere personen uit zijn sociale netwerk dan wel met gebruikmaking van algemene voorzieningen kan verminderen of wegnemen. De maatwerkvoorziening levert een passende bijdrage aan het voorzien in de behoefte van de cliënt, jeugdige of zijn ouders aan beschermd wonen of opvang en aan het realiseren van een situatie waarin de cliënt, jeugdige of zijn ouders in staat wordt gesteld zo zich snel mogelijk weer op eigen kracht te handhaven in de samenleving.
Voor cliënt, jeugdige en zijn ouders geldt voor ondersteuning vanuit hun sociale netwerk en/of andere informele zorg een tarief van € 20,– per uur gehanteerd wordt wanneer er sprake is van boven gebruikelijke hulp. Uitzondering hier op is logeeropvang in het sociale netwerk. Er is sprake van informele zorg wanneer de hulpverlener niet aan de vereiste opleidingsnormen voldoet die voor de geboden hulp wanneer deze hulp vanuit een professional geboden zou worden.
Het college stelt nadere regels, opgenomen in de beleidsregels, ten aanzien van de berekeningswijze van pgb’s. Hierbij wordt onderscheid gemaakt tussen verschillende vormen van zorg en ondersteuning en, voor zover van toepassing, in ieder geval in verband met de te bieden deskundigheid en/of het vereiste opleidingsniveau en/of er gewerkt wordt volgens toepasselijke professionele of kwaliteitsstandaarden.
Artikel 9. Bijdrage in de kosten van algemene voorzieningen (alleen Wmo)
Op de bijdrage, bedoeld in het eerste lid, is een volledige vergoeding mogelijk voor cliënten met een inkomen tot 110% van de bijstandsnorm. Van het inkomen daarboven wordt 35 % in aanmerking genomen als draagkracht, waarbij het vermogen in de woning niet in aanmerking wordt genomen.
De berekening sluit aan bij berekening van de huidige bijzondere bijstand.
Artikel 9a. Bijdrage in de kosten van maatwerkvoorzieningen en pgb’s (alleen Wmo)
In afwijking van artikel 9a, eerste lid geldt dat geen bijdrage is verschuldigd voor:
De bedragen per vier weken, de inkomensbedragen en de percentages die gelden voor de berekening van de eigen bijdrage zijn gelijk aan die genoemd in artikel 3.8, eerste lid, van het Uitvoeringsbesluit Wmo 2015.
De bijdrage voor een maatwerkvoorziening of pgb ten behoeve van een woningaanpassing voor een minderjarige cliënt is verschuldigd door de onderhoudsplichtige ouders, daaronder begrepen degene tegen wie een op artikel 394 van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek gegrond verzoek is toegewezen, en degene die anders dan als ouder samen met de ouder het gezag uitoefent over een cliënt.
Voor de maatwerkvoorziening Mijn Taxi op Maat is een bijdrage verschuldigd voor ritten niet zijnde vervoer naar de dagbesteding. In afwijking op lid 7, betaalt de cliënt de bijdrage rechtstreeks aan de vervoerder bij het gebruik van de taxirit.
Opm. Het aantal kilometers wordt via de kortste route van herkomst naar bestemming bepaald
Artikel 11. Tegemoetkoming meerkosten personen met een beperking of chronische problemen (alleen bij Wmo)
Het college kan in overeenstemming met het beleidsplan, bedoeld in artikel 2.1.2 van de Wmo, op aanvraag aan personen met een beperking of chronische psychische of psychosociale problemen die daarmee verband houdende aannemelijke meerkosten hebben, een tegemoetkoming verstrekken ter ondersteuning van de zelfredzaamheid en de participatie.
Wanneer Mijn Taxi Op Maat en andere voorliggende vervoersvoorzieningen niet toereikend zijn, is er een tegemoetkoming mogelijk voor kosten taxi en rolstoeltaxi:
Indien de werkelijke kosten van het taxivervoer voor het regionale vervoer aantoonbaar hoger zijn dan de bedragen genoemd onder c in het vorige lid, dan kan de persoon met een beperking in aanmerking komen voor een gemaximeerde vergoeding (inclusief het normbedrag) van € 3.300 voor het gebruik van een taxi.
Indien een vervoersvoorziening wordt toegekend, zijnde: gebruik van een eigen auto of vervoer door derden, gebruik van een bruikleenauto, en gebruik van een (rolstoel)taxi , aan beide gehuwden of samenwonende partners bedraagt de tegemoetkoming meerkosten per persoon maximaal 75% van het in lid 1 en 2 genoemde bedrag.
Artikel 14. Verhouding prijs en kwaliteit levering dienst door derden (Code verantwoordelijk Marktgedrag)
Ter waarborging van een goede verhouding tussen de prijs voor door derden te leveren diensten, zoals maatschappelijke ondersteuning, jeugdhulp of uit te voeren kinderbeschermingsmaatregelen of jeugdreclassering, als bedoeld in artikel 2.6.4 van de Wmo en artikel 2.11 van de Jeugdwet en de eisen die gesteld worden aan de kwaliteit van de dienst stelt het college vast:
HOOFDSTUK 5 HERZIENING, WIJZIGING EN TERUGVORDERING MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING EN JEUGDHULP
Artikel 15. Nieuwe feiten en omstandigheden, herziening, intrekking en terugvordering
Als het college een beslissing op grond van het derde lid, onder a, heeft herzien of ingetrokken en de verstrekking van de onjuiste of onvolledige gegevens opzettelijk heeft plaatsgevonden, kan het college van degene die opzettelijk onjuiste of onvolledige gegevens heeft verschaft geheel of gedeeltelijk de geldswaarde vorderen van de ten onrechte genoten individuele voorziening of het ten onrechte genoten pgb.
Artikel 15a. Opschorting betaling uit het pgb
Het college kan de Sociale verzekeringsbank gemotiveerd verzoeken te beslissen tot een geheel of gedeeltelijke opschorting voor ten hoogste dertien weken van betalingen uit het pgb als er ten aanzien van een cliënt een ernstig vermoeden is gerezen dat er sprake is van een omstandigheid als bedoeld in artikel 2.3.10, eerste lid, onder a, d of e, van de Wmo 2015 of artikel 8.1.4, eerste lid, onder a, d of e van de Jeugdwet.
HOOFDSTUK 6 KLACHTEN, MEDEZEGGENSCHAP EN INSPRAAK
Artikel 18. Betrekken van ingezetenen bij het beleid
Het college stelt ingezetenen, waaronder in ieder geval cliënten, jeugdigen of ouders of hun vertegenwoordigers, in de gelegenheid voorstellen voor het beleid betreffende maatschappelijke ondersteuning te doen, vroegtijdig gevraagd en ongevraagd advies uit te brengen bij de besluitvorming over verordeningen en beleidsvoorstellen betreffende maatschappelijke ondersteuning, en voorziet hen van ondersteuning om hun rol effectief te kunnen vervullen.
Het college zorgt ervoor dat ingezetenen, waaronder in ieder geval cliënten, jeugdigen of ouders of hun vertegenwoordigers, kunnen deelnemen aan periodiek overleg, waarbij zij onderwerpen voor de agenda kunnen aanmelden, en dat zij worden voorzien van de voor een adequate deelname aan het overleg benodigde informatie.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/gmb-2017-96448.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.