EVENEMENTENBELEID

 

HOOFDSTUK 1 AANLEIDING

Evenementen zijn in de afgelopen jaren een steeds belangrijkere rol gaan spelen. Vroeger

waren kermissen en jaarmarkten de belangrijkste momenten waarop de bevolking van een dorp elkaar

ontmoette, tegenwoordig zijn er evenementen in de meest uiteenlopende vormen.

Het mooie dorp Laren is een aantrekkelijk decor voor het organiseren van evenementen. Laren is een gemeente met veel inwoners die zeer actief zijn in het organiseren van evenementen, tentoonstellingen, concerten, etc. Evenementen leveren een positieve bijdrage aan de sociale cohesie, de levendigheid, vitaliteit en de sfeer in het dorp. Ze bieden tevens de mogelijkheid om Laren regionaal en nationaal te profileren. Het college staat positief tegenover initiatieven van inwoners om evenementen te organiseren. Waar mogelijk wordt dit ook door de gemeente gestimuleerd en gefaciliteerd, mits de grootte van het evenement correspondeert met de grootte en schaal van het dorp.

Naast resultaten als een plezierig dorp waar wat te doen is, culturele en sportieve vorming, integratie,

economische spin-off (door toerisme), imago-ontwikkeling etc. hebben evenementen ook

neveneffecten. Evenementen met veel bezoekers zorgen voor verkeersdrukte, afval en (geluids-)overlast voor direct omwonenden Hierdoor kan de druk op een plek waar veel evenementen plaatsvinden vaak pieken vertonen.

Van bewoners van het centrum van Laren mag verder verwacht worden dat zij de levendigheid van evenementen waarderen of in ieder geval dulden dat deze evenementen plaatsvinden in hun nabije omgeving. Het wonen in het centrum is immers anders dan het wonen in een rustige buitenwijk. Het centrum van Laren heeft echter ook een woonfunctie. De inwoners van het centrum mogen van hun gemeente dan ook tevens aandacht voor hun woon- en leefklimaat verwachten.

Hoewel het wonen in een centrum deze levendigheid met zich meebrengt, dienen bewoners te weten welke van deze effecten ze kunnen verwachten en dienen er grenzen aan de belasting te worden gesteld. Waar evenementen georganiseerd en gestimuleerd worden, moeten ook de randvoorwaarden goed geregeld zijn. Met andere woorden: er moet een samenhang zijn tussen stimuleren en reguleren.

Een ander neveneffect van evenementen is de druk op de facilitaire activiteiten van een

gemeente. Veel organisaties maken gebruik van deze diensten. Deze diensten omvatten onder meer

het afzetten van wegen en het plaatsen van extra verkeersborden en parkeeraanduidingen. Ook op

het punt van deze faciliteiten moeten er regelingen zijn voor het samenwerken van deze diensten met

de organisatoren van evenementen en de beheersbaarheid van de kosten van de diensten.

De mogelijkheid bestaat op grond van de Apv vergunningen voor een periode van maximaal 5 jaar te verlenen, zo ook een evenementenvergunning. Evenementen die jaarlijks terugkeren én waarvan de risico’s beperkt dan wel voldoende afgedekt zijn kunnen voor meerdere jaren kunnen worden verleend. Aan deze vergunning zullen dan bepaalde voorschriften worden verbonden zoals de verplichting om jaarlijks binnen een termijn voorafgaand aan het evenement bepaalde stukken (zoals een tekening) aan te leveren bij de gemeente en dat de organisatie jaarlijks voldoet aan de betalingsverplichtingen (zoals het gebruik van stroomvoorzieningen).

Dit betekent voor organisaties minder administratieve lasten een vermindering van legeskosten voor het in behandeling nemen van de aanvraag.

Mocht er iets wijzigen aan het evenement, dan zal uiteraard een nieuwe vergunning moeten worden aangevraagd.

Integraal evenementenbeleid is het maken van een samenhangend proces waarbij om allerlei

bovengenoemde redenen, initiatieven tot het organiseren van festivals en evenementen worden

gestimuleerd en tegelijkertijd de neveneffecten goed worden gereguleerd. Stimuleren zonder

reguleren leidt tot overlast. Reguleren zonder stimuleren leidt tot contraproductiviteit waardoor de met

evenementen te behalen doelen niet bereikt worden.

Met een duidelijk, volledig, actueel en integraal opgesteld evenementenbeleid wil de gemeente de organisatie van evenementen in goede banen leiden en verder professionaliseren. Enerzijds door het stimuleren, faciliteren en reguleren van evenementen, anderzijds door het tegengaan van de mogelijke negatieve kanten van evenementen. Burgemeester en wethouders willen bijvoorbeeld duidelijkheid verschaffen door enerzijds geen uitzonderingen op leges mee toe te passen maar anderzijds wel de mogelijkheid te verschaffen om middels subsidies deze kosten terug te kunnen ontvangen.

Het is zaak een goede balans te vinden tussen de belangen van de organisatoren van evenementen, de profilering van Laren in de regio/het land en die van de bewoners van het centrum.

Hoofdstuk 2 bevat een beschrijving van de (beleids)uitgangspunten met daaropvolgend de beleidsregels. De uitwerking van die regels alsmede praktische zaken (afwikkeling verkeer, verkeersafzettingen, hekken, etc.) rondom het houden van een evenement zijn terug te lezen in hoofdstuk 3. De beschrijving van de regelgeving die betrekking heeft of kan hebben op het houden van een evenement staat in bijlage 1. Bijlage 2 is de activiteitenkalender 2017.

HOOFDSTUK 2UITGANGSPUNTEN EN BELEIDSREGELS

2.1 Inleiding

In dit hoofdstuk wordt eerst kort besproken wat de wettelijke kaders zijn op basis waarvan nu het evenementenbeleid wordt opgesteld. Vervolgens worden de speerpunten besproken die het college heeft benoemd. Daarna worden de meest essentiële aspecten besproken die normaliter worden betrokken bij de verlening van een evenementenvergunning. Tot slot worden de beleidsregels benoemd. Een beleid als dit omvat meerdere aspecten naast enkel de vergunningverlening voor het evenement, het ziet tevens toe op bevoegdheden van het college, zoals het verplaatsen van de markt en het geluidsniveau tijdens op- en afbouw van een evenement.

2. 2 Uitgangspunten

De gemeente Laren heeft ten aanzien van evenementen in Laren de volgende speerpunten benoemd: het, waar mogelijk, faciliteren dat de Larense bevolking elkaar ontmoet, is van groot belang. Evenementen spelen hierin een belangrijke rol;

  • 1.

    het evenementenbeleid past binnen de relevante criteria zoals vastgelegd in de strategische visie;

    • a.

      Laren als één geheel

    • b.

      Het stimuleren van participatie

    • c.

      Het stimuleren van ondernemerschap ten behoeve van een dynamisch en sociaal dorp

    • d.

      Met behoud van de natuur en de veiligheid.

  • 2.

    de gemeente hecht waarde aan de (huidige) verscheidenheid van evenementen in Laren. Voorzover het binnen de bevoegdheid van het bestuur ligt, zal in de vergunning van evenementen daarop worden gestuurd. Dit betekent dat binnen Laren zowel een volksfeest, een religieuze bijeenkomst, als kunstzinnige evenementen een plek moeten kunnen hebben en houden. De gemeente wil ruimhartig omgaan met kleinschalige initiatieven die aansluiten bij de cultuurhistorie van Laren;

  • 3.

    waar mogelijk sturen op het vergunnen van evenementen die passen binnen de historie, traditie en karakter van Laren. Laren is een dorp met allure en daarbij passen evenementen die passen bij dit karakter of dit zelfs versterken;

  • 4.

    evenementen moeten zo min mogelijk geheel worden afgesloten, maar waar mogelijk, zoveel mogelijk zicht geven van buitenaf op het evenement Indien het niet mogelijk is om goede open zichtlijnen te creëren, wordt er gezocht naar een oplossing om het aanzicht in ieder geval te verfraaien, is het uitgangspunt. Het college zal hierover vooraf in overleg treden met de organisatie.

  • 5.

    voor de grotere evenementen is Plein 1945 vooralsnog de meest gebruikte plek in het centrum van Laren. Tegelijkertijd hebben omwonenden van dit plein ook recht op een goed woon- en leefklimaat. In de verdere uitwerking van de beleidsregels komen we met nadere bepalingen om dit te kunnen wegen.

  • 6.

    kader voor de vergunningverlening is het aantal evenementen dat is opgenomen op de activiteitenkalender 2017 (bijlage 2);

  • 7.

    op de onverharde Brink mogen maximaal 2 grootschalige/bovenregionale evenementen worden gehouden, te weten de ijsbaan en Art Laren (bijlage 2);

  • 8.

    op de onverharde Brink is het, naast het bepaalde in artikel 6, enkel toegestaan om kleinschalige en lokale evenementen met een dorps karakter te organiseren die maximaal één dag duren;

  • 9.

    er mogen (met inachtneming van de spreidingscriteria) in totaal maximaal 5 grootschalige/bovenregionale evenementen per kalenderjaar worden georganiseerd op Plein 1945 en de onverharde Brink. Leidend hierin zijn de bovenregionale evenementen op de activiteitenkalender 2017 (bijlage 2).

  • 10.

    de gemeente past het systeem ‘nieuw voor oud’ toe. Dat betekent dat er pas vergunning wordt verleend voor een nieuw bovenregionaal evenement als daarvoor in de plaats een ‘oud’ bovenregionaal evenement vervalt. Deze bepaling geldt niet voor de Brink, waar er geen nieuwe grootschalige/bovenregionale evenementen meer toegestaan worden, zie ook artikel 7;

  • 11.

    wanneer een nieuw groot bovenregionaal evenement zich aandient, deelt het college dat vooraf mee in de commissie en peilt daaromtrent de meningen en gevoelens van de commissie;

  • 12.

    bovenregionale evenementen duren maximaal 1 week (excl. op- en afbouwdagen);

  • 13.

    voor 1 evenement (ijsbaan) kan voor maximaal 6 weken (excl. op- en afbouwdagen) vergunning worden verleend.

2. 3 A specten vergunningverlening

2.3 .1 Aantal evenementen en locaties

Evenementen kunnen zowel positieve als negatieve effecten geven. Negatieve effecten zijn vooral overlast in de vorm van geluid, slechte bereikbaarheid van woningen/bedrijven e.d. en het innemen van parkeerplaatsen.

Spreiding aantal evenementen

Het uitgangspunt is dat een locatie tenminste één weekend in de vier weken ‘evenementenvrij’ zal zijn en dat maximaal eens in de zes weken een evenement van (boven)regionaal (grootschalig) niveau plaatsvindt op een locatie, waarbij 3 weken voor en 3 weken na een dergelijk evenement in ieder geval de locatie vrij blijft

Bij elke aanvraag wordt afgewogen welke gevolgen dit heeft op de omgeving en of het houden van het evenement afweegt tegen de overlast die omwonenden hebben of zullen ervaren. Hierbij spelen de volgende elementen mee, het aantal evenementen in een korte periode rondom de beoogde datum in de aanvraag van de vergunning, de impact van het evenement en de toetsing aan de uitgangspunten van het evenementenbeleid.

In de uitvoering zal bovenstaande met name voor de locatie Plein 1945 gelden, op deze locatie vinden de meeste grote evenementen plaats die daarmee ook een grotere impact op omwonenden hebben. Vooral in de maanden mei tot en met september zal dit van toepassing zijn, in die periode worden de meeste (boven)regionale evenementen gepland en is het van belang een ‘rustmoment’ voor de omgeving te willen.

Van oudsher vinden evenementen in het centrum van Laren vooral plaats op Plein 1945 en op de Brink, maar de afgelopen jaren vinden op de “kleine” Brink (parkeerterrein voor de Basiliek en het Brinkhuis) ook vaker evenementen plaats.

In principe komt elke locatie in aanmerking voor het houden van een evenement indien die daarvoor - gezien aard en/of schaal van het evenement - meer geëigend is en uiteraard met toestemming van de rechthebbende op het desbetreffende terrein.

Wil een aanvrager vooraf weten of een locatie geschikt kan zijn dan kan hij contact opnemen met de gemeente. Er kan dan een indicatie over de geschiktheid gegeven worden. Een definitief oordeel kan uiteraard pas gegeven worden aan de hand van de formele aanvraag.

Daarnaast moet rekening worden gehouden met de inzet, die nodig is bij het voorbereiden van een evenement (beoordelen van alle aspecten van de aanvraag). Maar ook met de capaciteit, die nodig is voor het waarborgen van openbare orde en veiligheid tijdens een evenement.

Plein 1945

Het is wenselijk om evenementen op Plein 1945 te begrenzen in het belang van omwonenden en omliggende detailhandel.

De wekelijkse warenmarkt wordt op vrijdag gehouden op Plein 1945. Deze locatie is één van de meest gebruikte evenementenlocaties in Laren. Op grond van artikel 10 van het Marktreglement gemeente Laren kunnen burgemeester en wethouders, indien dringende redenen of bijzondere omstandigheden daartoe aanleiding geven, tijdelijk een andere plaats aanwijzen. Dit zal ten behoeve van evenementen maximaal 3 vrijdagen per jaar zijn.

Om de parkeeroverlast tijdens evenementen terug te dringen en de parkeerdruk op andere locaties te verminderen tijdens evenementen op Plein 1945, is het niet toegestaan het gehele plein (en daarmee alle parkeergelegenheid) in gebruik te nemen. Afhankelijk van het soort evenement en de duur ervan wordt bepaald hoeveel parkeerplaatsen er vrij moeten blijven en aan welke zijde. Uitgangspunt is dat tenminste een kwart van het totaal aantal parkeerplaatsen op Plein 1945 beschikbaar blijft tijdens een evenement aldaar.

(onverharde) Brink

Ten aanzien van aanvragen voor evenementen op de (onverharde) Brink geldt een zeer terughoudend beleid voor het vergunnen van evenementen op deze locatie.

Er worden geen nieuwe grootschalige/bovenregionale evenementen toegestaan op de (onverharde) Brink. De evenementen die al jaren plaatsvinden op de (onverharde) Brink zijn Art laren en de ijsbaan en zijn gezien hun aard & de geschiedenis passend..

Wanneer er een evenement mag plaatsvinden op de (onverharde) Brink worden ieder geval de volgende voorschriften opgenomen om de bescherming van de Brink te waarborgen tijdens evenementen:

  • Striktere handhaving gericht op het tegengaan van auto’s en zwaar vrachtverkeer toestaan op het onverharde gedeelte van de Brink;

  • ten behoeve van de op- en afbouw dienen er kunststof rijplaten geplaatst te worden op het onverharde gedeelte van de Brink;

  • het is verboden op het terrein waar het evenement plaatsvindt te graven of spijkers in bomen aan te brengen;

  • er wordt aan evenementenorganisaties een vergoeding gevraagd ten behoeve van het behoud van de bomen op De Brink.

Wanneer niet aan bovenstaande voorschriften wordt voldaan zal er handhavend worden opgetreden, dit kan gevolgen hebben voor het voortzetten van het evenement alsdan, maar ook voor volgende edities van het betreffende evenement.

Om wel levendigheid te creëren op deze locatie, maar zonder de bijkomende overlast van grote evenementen is het toegestaan om op de (onverharde) Brink kleinschalige & lokale evenementen met een dorps karakter te organiseren. Deze evenementen mogen niet langer dan één dag duren en worden verder beperkt in omvang, zo mag er geen versterkte muziek ten gehore worden gebracht, dient het evenement toegankelijk te zijn voor iedereen en een open karakter (aanzicht) te hebben.

Kleine Brink

Waar voorheen enkel de Larense INmarkt op de kleine Brink gehouden werd, zijn er de afgelopen periode meer aanvragen geweest om een evenement op deze locatie te houden. Het terrein leent zich vooral uitstekend voor het houden van wat kleinere evenementen, op buurt- en lokaal niveau.

Bij een aanvraag voor een evenement op de kleine Brink moet altijd overleg plaatsvinden tussen de organisatie van het evenement het parochiebestuur van de Sint Jansbasiliek en de exploitant van het Brinkhuis.

2.3 .2 Categorieën evenementen

Evenementen zijn er in verschillende soorten en aard. Er zijn evenementen op het gebied van sport, cultuur, culinair, hobby en amusement, bijvoorbeeld een muziekevenement, de kermis, een circus ed. Evenementen kunnen zich in de open lucht afspelen of in een bouwwerk plaatsvinden.

Sommige evenementen hebben een commercieel karakter, andere hebben een niet-commercieel karakter. Er zijn kleinschalige evenementen voor een specifieke doelgroep (inwoners van een wijk ed.) en er zijn grote evenementen die een grote bezoekersgroep (dagtoeristen) uit de gemeente, regio en zelfs uit de rest van het land aantrekt.

Grootschalige evenementen kunnen veel betekenen voor de uitstraling en een economische spin-off hebben voor de gemeente. Ze kunnen gericht zijn op de eigen bevolking, maar eveneens interessant zijn voor bezoekers van buiten de gemeente, met name uit de regio. Grootschalige evenementen zijn in de regel meer belastend voor omwonenden en het milieu.

Daarnaast zijn de meer kleine, buurtgerichte feesten, die nauwelijks hinder geven. Voor de meer kleinschalige activiteiten, gericht op een kern of specifieke doelgroep, is de sociaal-

maatschappelijke functie groter dan de economische. Ieder evenement heeft zo zijn eigen karakter en eigen kenmerken.

Evenementen in Laren worden als volgt onderscheiden:

Evenementen op buurtniveau

Deze evenementen zijn bestemd voor een klein deel van de gemeente, bijvoorbeeld voor een straat of buurt. Het gaat hierbij om saamhorigheid, leefbaarheid, ontspanning en vermaak op kleine schaal.

Deze evenementen worden eigenlijk nooit georganiseerd op de bovengenoemde evenementenlocaties zoals Plein 1945 en/of de (kleine) Brink. Het beperkt zich veelal tot één straat of perceel en vinden vaak maar één dag(deel) plaats.

Evenementen op buurtniveau kunnen zowel vergunningsplichtig zijn als meldingsplichtig. In de Apv zijn nadere regels opgenomen wanneer enkel een meldingsplicht geldt (zie hiervoor bijlage I).

Wanneer niet geheel aan de nadere regels voldaan kan worden (bijvoorbeeld doordat het maximum aantal bezoekers gelijktijdig meer dan 100 zal zijn), wil dat niet zeggen dat het evenement het buurtniveau ‘overstijgt’, maar er zal dan niet meer kunnen worden volstaan met een melding en dient er een evenementenvergunning aangevraagd te worden.

Voorbeelden van meldingsplichtige evenementen op buurtniveau zijn buurtbarbecues en straatfeesten. Het vertonen van (bijvoorbeeld) een WK wedstrijd op een openbare plaats of de viering van een jubileum van een vereniging kunnen voorbeeld zijn van vergunningsplichtige evenementen op buurtniveau.

Het aantal bezoekers tijdens een evenement op buurtniveau overstijgt zelden tot nooit het aantal van 200 bezoekers.

Evenementen op lokaal niveau

Deze evenementen zijn voornamelijk gericht op inwoners van Laren als bezoekers en vinden doorgaans plaats op de gangbare evenementenlocaties.

Voorbeelden van evenementen op lokaal niveau zijn bijvoorbeeld het Oktoberfest, het Dorpsdiner en de Larense INmarkt en zijn de meest voorkomende categorie in Laren.

Bij evenementen op lokaal niveau verschilt het bezoekersaantal, dit kan zijn een paar honderd tot ongeveer 1000 bezoekers.

Deze evenementen kunnen zowel vallen onder de nadere regels van een melding als onder een vergunningsplichtig evenement.

Evenementen op (boven)regionaal niveau

De evenementen die in deze categorie vallen trekken bezoekers uit de regio en (bij bepaalde evenementen) hebben deze evenementen ook landelijke aantrekkingskracht. Deze evenementen vinden nu vaak plaats op de evenementenlocaties Plein 1945, en de Brink, maar omvatten ook groter terrein. (Boven)regionale evenementen vinden doorgaans in het centrum van Laren plaats en de duur verschilt van één dag(deel) tot een meerdaags evenement.

Voorbeelden van huidige evenementen op regionaal niveau zijn Koningsdag en de kermis. Evenementen zoals Art Laren, Sint Jansprocessie en Lekker Laren zijn voorbeelden van bovenregionale evenementen of zelfs met een landelijke uitstraling.

Ten aanzien van het verlenen van vergunningsaanvragen van organisaties m.b.t. nieuwe evenementen, welke aangeven een landelijke uitstraling van het evenement te ambiëren, geldt een zeer terughoudend beleid.

Evenementen met een (boven)regionale uitstraling trekken doorgaans meer dan 1000 bezoekers.

Voor evenementen op (boven)regionaal niveau geldt dat niet kan worden voldaan aan de nadere regels voor een meldingsplicht, wat betekent dat voor deze evenementen altijd een vergunningsplicht geldt.

2. 3 . 3 Openbare orde en veiligheid

Bij een groot aantal bezoekers of attracties en ruime mogelijkheden tot vermaak tijdens een evenement, zal bij de vergunningverlening meer tijd en aandacht nodig zijn voor het beoordelen van de openbare orde en veiligheid (OOV).

Door deze classificatie kunnen de regionale hulpdiensten een inschatting maken van de capaciteit die nodig is om zorg te dragen voor de veiligheid van evenementen in de regio.

Voor wat betreft deze OOV-aspecten worden evenementen door de regionale veiligheidsdiensten ingedeeld in drie categorieën: A, B of C evenementen. Deze verdeling bestaat dus naast de bovengenoemde verdeling op buurt-, lokaal- of (bovenregionaal) en ziet toe op de beoordeling van openbare orde en veiligheidsaspecten. Met deze indeling wordt aangesloten op de rubricering van de risicoclassificaties die zijn opgesteld door de Veiligheidsregio Gooi- en Vechtstreek en Flevoland.

Regulier evenement (A):

‘Evenement’, waarbij het (zeer) onwaarschijnlijk is dat die gebeurtenis leidt tot risico’s voor de openbare orde, de openbare veiligheid, de volksgezondheid of het milieu en maatregelen of voorzieningen vergen van het daartoe bevoegd gezag om die dreiging weg te nemen of de schadelijke gevolgen te beperken.

Veruit de meeste gehouden evenementen in Laren vallen onder deze categorie, te denken valt aan de buurtfeesten, maar ook aan de veelal jaarlijks terugkerende evenementen.

Aandachtsevenement (B)

‘Evenement’, waarbij het mogelijk is dat die gebeurtenis leidt tot risico’s voor de openbare orde, de openbare veiligheid, de volksgezondheid of het milieu en maatregelen of voorzieningen vergen van het daartoe bevoegd gezag om die dreiging weg te nemen of de schadelijke gevolgen te beperken.

Onder deze categorie kunnen een aantal uitzonderlijke evenementen vallen. Door bijvoorbeeld de omvang (meerdaags en bezoekersaantal), plek in het seizoen (zomer) en de aanwezigheid van verschillende afgiftepunten voor alcoholhoudende dranken (meer kans op verstoring openbare orde) zou een evenement als Lekker Laren onder deze categorie geschaard kunnen worden.

Risicovol evenement (C)

‘Evenement’, waarbij het (zeer) waarschijnlijk is dat die gebeurtenis leidt tot risico’s voor de openbare orde, de openbare veiligheid, de volksgezondheid of het milieu en maatregelen of voorzieningen vergen van het daartoe bevoegd gezag om die dreiging weg te nemen of de schadelijke gevolgen te beperken. In Laren zijn in het recente verleden geen evenementen geweest die onder deze categorie vallen. Gegeven de gevolgen voor de openbare orde & veiligheid zal voor dit type evenement geen evenementenvergunning worden verleend, behoudens bijzondere omstandigheden (bijv. in geval van een bezoek van de koning aan Laren).

2.3 . 4 Geluid

Bij veel evenementen is er sprake van versterkte muziek, zoals een live band of DJ.

Door bezoekers wordt dit over het algemeen gewaardeerd, terwijl het door omwonenden regelmatig als overlast wordt ervaren.

Bij deze overlast spelen naast het geluidniveau vele andere factoren een rol, bijvoorbeeld de gebruikte geluidfrequenties (verdeling tussen hoge en lage tonen), de locatie, het tijdstip en de duur van het evenement. Ook persoonlijke kenmerken zijn van belang. Sommige mensen zijn gevoeliger voor geluid, anderen houden simpelweg niet van bepaalde typen muziek of herrie in het algemeen.

Om overlast zoveel mogelijk te kunnen objectiveren en beperken gelden bij evenementen specifieke geluidvoorschriften. Door deze toe te passen zullen de geluidniveaus – in algemene zin – binnen acceptabele grenzen blijven. Ze garanderen niet dat geen enkele omwonende meer overlast zal ervaren. Een bepaalde mate van hinder is bij evenementen met versterkte muziek onvermijdelijk.

Een geluidniveau in decibel (dB) is opgebouwd uit verschillende toonhoogtes (frequenties). Om de geluidvoorschriften beter af te stemmen op de beleving van omwonenden worden de normen uitgedrukt in de volgende twee wegingen:

  • A-weging, ofwel een norm in dB(A). Deze weging is speciaal afgestemd op de wijze waarop mensen geluid waarnemen. Onze oren zijn namelijk niet voor alle toonhoogtes even gevoelig; hele hoge en hele lage tonen kunnen we zelfs helemaal niet horen.

  • C-weging, ofwel een norm in dB(C). Deze weging is speciaal afgestemd op hoge geluidniveaus met veel lage tonen. Hedendaagse populaire muziek bevat relatief veel van deze zogenaamde bastonen, welke als extra hinderlijk worden ervaren.

De geluidnorm voor een evenement in de openlucht bedraagt maximaal 80 dB(A) (equivalente geluidswaarde), gemeten op de dichtstbijzijnde gevel of bij het ontbreken daarvan op 50 meter afstand.

Bij evenementen met veel basgeluiden wordt in de vergunningsvoorschriften tevens een dB(C)-norm opgenomen. De dB(C) norm is maximaal 15 dB(A) hoger dan de dB(A)-norm.

Op deze geluidnormen bij dergelijke evenementen wordt gecontroleerd en zo nodig gehandhaafd.

Het bevoegd orgaan houdt zich het altijd recht voor om in bepaalde situaties voornoemde normen terug te schroeven en/of aanvullende maatvoorschriften in de vergunning op te leggen.

Muziek mag niet eerder ten gehore worden gebracht dan de vastgestelde begintijd van het evenement. De eindtijd voor wat betreft de muziek is van zondag tot en met donderdag 23.00 uur en op vrijdag- en zaterdagavonden 24.00 uur.

Op grond van artikel 4.6 van de Apv is het verboden om van 20.00 uur tot 07.00 uur van de daaropvolgende dag, dan wel tot 10.00 uur als dat een zondag betreft, een geluidsapparaat in werking te hebben dat hinder veroorzaakt.

Dit gaat niet om de muziekproductie tijdens een evenement, maar om overige geluidshinder; hier moet bijvoorbeeld gedacht worden aan machines die bij op- en afbouw gebruikt worden.

In het verlengde daarvan zal de op- en afbouw van evenementen gedurende bovengenoemde tijdstippen niet mogelijk zijn, als dat gebeurt met machines of op een wijze die ondubbelzinnig overlast veroorzaakt voor omwonenden.

Op en afbouw, niet zijnde mechanisch, wordt beperkt tot maximaal 22.00 uur ’s avonds, hetgeen ook geldt voor andere activiteiten rondom een evenement zoals bevoorrading.

2.3 .5 Duurzaamheid

De gemeente Laren stimuleert maatschappelijk verantwoord ondernemerschap, ook bij het organiseren van evenementen. Dit betekent dat het van belang is dat een evenement, naast dat het gericht is op economische prestaties en met respect voor de sociale kant wordt georganiseerd, het ook binnen ecologische randvoorwaarden plaatsvindt.

Evenementenorganisaties hebben ten opzichte van een aantal jaren geleden al veel verbeterd ten aanzien van hun processen en materialen, waarbij de manier van verpakking, de manier van gebruik en het mogelijke afval meespelen. Voorbeeld hiervan is bijvoorbeeld het heffen van statiegeld op drinkgerei.

Ook worden aan de vergunning voorschriften verbonden welke toezien op bescherming van het milieu. Zo dienen organisaties bezoekers te stimuleren om met de fiets, lopend of het openbaar vervoer te komen, mag er alleen gebruik worden gemaakt van hard plastic glazen en zijn er een aantal verschillende voorschriften m.b.t. het opruimen van afval. Ook worden er, indien aanwezig tijdens het evenement, milieuvoorschriften opgenomen met betrekking tot aggregaten.

Niet alle mogelijkheden om evenementen duurzamer te laten organiseren zijn als voorschriften op te leggen. Wel kan er bewustwording worden gecreëerd met betrekking tot het (nog) duurzamer maken van evenementen.

In het aanvraagformulier voor evenementen is een onderdeel worden opgenomen waarin organisatoren moeten aangeven wat zij aan doen om de impact van het evenement op het milieu te verminderen.

In dit onderdeel zullen ook voorbeelden gegeven worden van het duurzaam organiseren van evenementen. Dit varieert van mogelijkheden tot stimuleren van duurzaam gedrag bij bezoekers (bijvoorbeeld door ze aan te moedigen afval gescheiden te deponeren) tot het gedrag van de organisatie (bijvoorbeeld afspraken maken met duurzamere leveranciers voor (drank)bevoorrading en intensief samen werken met afvalverwerkingsbedrijven).

2.4 Beleidsregels

Om een vergunningaanvraag te mogen toetsen aan bovenstaande uitgangspunten met betrekking tot het aantal, de grootte en de locatie van evenementen, dient de burgemeester dit te vervatten in specifieke beleidsregels.

Gelet op artikel 2.25 van de Apv, in het licht van het vorenstaande, besluit de burgemeester van Laren vast te stellen de volgende beleidsregels ter uitvoering van artikel 2.25 Algemene plaatselijke verordening Laren 2010:

Artikel 1. Categorieën evenementen

Aanvragen voor evenementen worden verdeeld in de volgende categorieën;

  • Evenementen op buurtniveau

  • Evenementen op lokaal niveau

  • Evenementen op (boven)regionaal niveau

De verdeling van evenementen in deze categorieën helpt het om vooraf te toetsen wat de impact zal zijn op de omgeving, het aantal bezoekers en de verkeersmaatregelen.

Ten aanzien van de veiligheid wordt (naast de bovenstaande categorieën) de volgende categorisering aangehouden:

  • Categorie A, een regulier evenement

  • Categorie B, een aandachtsevenement

  • Categorie C, een risicovol evenement

Voor een regulier (categorie A) en aandachtsevenement (categorie B) zal mits aan alle bijkomende voorwaarden wordt voldaan, een evenementenvergunning worden verleend, voor een risicovol evenement (categorie C) in principe niet tenzij bijzondere omstandigheden zich voordoen.

Artikel 2. Spreiding

Uitgangspunten zijn dat locaties in principe tenminste één weekend in de vier weken ‘evenementenvrij’ zullen zijn en dat er tevens op een locatie maar eens in de zes weken een (boven)regionaal (grootschalig) evenement plaatsvindt, waarbij 3 weken voor en 3 weken na een dergelijk evenement in ieder geval de locatie vrij blijft.

Met inachtneming van de bovengenoemde spreidingscriteria mogen er per kalenderjaar maximaal 5 bovenregionale evenementen worden georganiseerd.

Er zal pas vergunning worden verleend voor een ‘nieuw’ (o.b.v. de activiteitenkalender 2017) bovenregionaal evenement indien een ‘oud’ bovenregionaal evenement vervalt.

Wanneer er een nieuw bovenregionaal evenement wordt aangevraagd, dan deelt de burgemeester resp. het college dit mee in de commissie M&F en peilt daaromtrent de meningen van de commissie.

Per aanvraag zal worden getoetst welke te verwachten impact een evenement heeft voor omwonenden of andere gebruikers van de openbare ruimte en of deze impact wel of niet aanvaardbaar kan worden geacht.

Artikel 3. Duur

Bovenregionale evenementen mogen maximaal 1 week duren, exclusief op- en afbouwdagen.

Op de (onverharde) Brink is de duur van een kleinschalig/lokaal evenement maximaal 1 dag, inclusief de op- en afbouw.

Voor één (van de maximaal 5) bovenregionaal evenement kan vergunning worden verleend voor maximaal 6 weken, exclusief op- en afbouwdagen.

Artikel 4. Tijd

Aan een evenement wordt voorts voor de werkdagen altijd een maximale eindtijd verbonden van:

  • 23.00 uur wat betreft muziek;

  • 23:30 uur wat betreft de drankverstrekking;

  • van 24.00 uur wat betreft de aanwezigheid van publiek.

Voor de vrijdag- en zaterdagavonden alsmede voor de avonden voorafgaande aan algemeen erkende feestdagen wordt altijd een maximale eindtijd verbonden van:

  • 24.00 uur wat betreft de muziek

  • 0:30 uur wat betreft de drankverstrekking;

  • 01.00 uur wat betreft de aanwezigheid van publiek.

Dit bevordert een rustiger en meer geleidelijke afloop van het evenement.

Artikel 5. Toelichting locaties

Evenementen kunnen gehouden worden op verschillende locaties indien die daarvoor - gezien aard en/of schaal van het evenement - toereikend zijn is en uiteraard met eventuele toestemming van de rechthebbende op het desbetreffende terrein.

Het is niet toegestaan het gehele Plein 1945 (parkeerterrein) in te nemen voor een evenement.. Afhankelijk van het soort evenement en de duur ervan wordt bepaald hoeveel parkeerplaatsen er vrij moeten blijven en aan welke zijde.

Tenminste een kwart (± 75) van het totaal aantal parkeerplaatsen (± 307) op Plein 1945 dient beschikbaar te blijven tijdens een evenement aldaar.

Op de onverharde Brink mogen maximaal 2 grootschalige/bovenregionale evenementen worden gehouden, te weten de ijsbaan en Art Laren. Op deze locatie zullen geen ‘nieuwe’ (o.b.v. de activiteitenkalender 2017) grootschalige/bovenregionale evenementen worden toegestaan.

Op de (onverharde) Brink mogen verder alleen kleinschalige & lokale evenementen met een dorps karakter georganiseerd worden. Deze evenementen mogen niet langer dan één dag duren (zie ook artikel 3) en worden verder beperkt in omvang:

  • geen versterkte muziek toegestaan;

  • het evenement dient toegankelijk te zijn voor iedereen

  • dient zoveel mogelijk een open karakter (aanzicht) te hebben.

  • er mogen geen bouwwerken worden geplaatst op de (onverharde) Brink tijdens deze evenementen.

Artikel 6. Voorrang

De jaarlijks terugkerende bestaande evenementen (zie bijlage II) gaan voor, indien gemeld voor 1 december (zie hiervoor ook artikel 7); voor andere evenementen geldt als selectiecriterium "wie het eerst komt (= aanvraagt), het eerst maalt".

Artikel 7. Aanmelden evenement

Evenementen moeten, in verband met de beoordeling en planning van mogelijk noodzakelijke politie-inzet, vóór 1 december van het jaar voorafgaand aan dat waarin het evenement zal worden georganiseerd, bij de burgemeester worden aangemeld.

Het aanmelden van een evenement behelst het doorgeven van de gewenste datum en locatie en laat onverlet de aanvraagtermijn voor het verkrijgen van een evenementenvergunning o.g.v de Apv;

Artikel 8. Verkeersregulering

Bij evenementen met een voorzienbaar grote toeloop van publiek worden aan de vergunning voorschriften verbonden omtrent door de organisator te treffen verkeersregulerende maatregelen (opstellen verkeersplan). Deze maatregelen betreffen tevens verkeersmaatregelen tijdens de op- en afbouwperiode;

Artikel 9. Geluidsbeperking

Aan een evenementenvergunning wordt, een maximale geluidsgrens gehanteerd van maximaal 80 dB(A) (equivalente geluidswaarde), gemeten op de dichtstbijzijnde gevel of bij het ontbreken daarvan op 50 meter afstand.

Bij evenementen met veel basgeluiden wordt in de vergunningsvoorschriften tevens een dB(C)-norm opgenomen. De dB(C) norm is maximaal 15 dB(A) hoger dan de dB(A)-norm.

Op deze geluidnormen bij dergelijke evenementen wordt gecontroleerd en zo nodig gehandhaafd.

Het is niet toegestaan om tussen 20.00 uur en 07.00 uur, dan wel tot 10.00 uur als dat een zondag betreft, op- en/of afbouwwerkzaamheden uit te voeren als dat gebeurt met machines of op een wijze die ondubbelzinnig overlast veroorzaakt voor omwonenden.

Artikel 10. Formulier

Alleen op het voorgeschreven formulier ingediende - volledig ingevulde - aanvragen om evenementenvergunning worden in behandeling genomen. Dit is inclusief de gevraagde bijlagen zoals een plattegrond van een terrein en een calamiteitenplan.

Indien deze niet is aangeleverd binnen de gecommuniceerde termijn dan wordt geen vergunning afgegeven. Om aanvullende bescheiden kunnen na verkenning met de vakafdeling worden verzocht.

Artikel 11. De kosten

Voor het aanvragen van vergunningen voor een evenement worden leges en precario gerekend. Indien besloten wordt om een evenement op De Brink te vergunnen, wordt aanvullend een vergoeding gevraagd ten behoeve van het behoud van de bomen op De Brink.

De mogelijkheid bestaat voor niet-commerciële organisaties om een verzoek om subsidie in te dienen. Op deze manier is het voor bepaalde organisaties mogelijk de in rekening gebrachte leges- en precariokosten, gedeeltelijk, terug te krijgen middels subsidie.

2.5 Verantwoordelijkheden en bevoegdheden

Artikel 2:25 Apv bepaalt dat het verboden is om een evenement te houden zonder vergunning van de

burgemeester. De burgemeester moet bij de beoordeling van de aanvraag rekening houden met diverse belangen.

Tevens is de burgemeester op grond van artikel 174 lid 11 en lid 22 Gemeentewet belast met het toezicht op en bevoegd bij uitoefening van het toezicht op openbare samenkomsten en vermakelijkheden, alsmede op de voor het publiek openstaande gebouwen, bevelen te geven die voor de bescherming van de veiligheid en gezondheid nodig zijn.

Vanuit dit oogpunt is in lid 3 van artikel 174 Gemeentewet uitdrukkelijk bepaald

dat bevoegdheden opgenomen in verordeningen die het voorgaande toezicht betreffen bij de

burgemeester worden neergelegd.

Op deze manier kan geen conflict ontstaan in bevoegdheden tussen de verschillende bestuursorganen. Het artikel over evenementen is opgenomen in hoofdstuk 2 van de Apv, dat handelt over zaken aangaande de openbare orde.

Het evenementenartikel is dan ook bedoeld om de overlast te beperken en de openbare orde en veiligheid te beschermen.

De burgemeester heeft de bevoegdheid om beleidsregels, zoals bedoeld in artikel 1:33 en volgens

artikel 4:84 van de Algemene wet bestuursrecht, vast te stellen voor vergunningverlening van evenementen.

HOOFDSTUK 3 VERANTWOORDELIJKHEDEN en

GEMEENTELIJKE DIENSTVERLENING

3.1 Inleiding

De doelstelling van dit hoofdstuk is het scheppen van duidelijkheid welke diensten

de gemeente Laren levert op het gebied van de organisatie van evenementen. Belangrijk hierbij is ook het scheppen van duidelijkheid over de verantwoordelijkheden van de gemeente en de organisatoren.

De gemeente Laren heeft bij de uitvoering van evenementen voor haar bewoners, bedrijven,

bezoekers en organisatoren een faciliterende en dienstverlenende rol. De gemeentelijke inzet is

veelal een gevolg van door de gemeente gewenste maatregelen in het kader van de openbare

orde en veiligheid, maar kan ook gaan over de communicatie tussen gemeente, burger en

organisator.

3.2 Verantwoordelijkheden van de gemeente en de organisator

3.2.1 Verantwoordelijkheden van de gemeente

De gemeente is als wegbeheerder van gemeentelijke wegen verantwoordelijk voor de

(verkeers)veiligheid op of aan de openbare weg. Tijdens evenementen, inclusief de op- en afbouwperiode, moeten daarom bepaalde

verkeersmaatregelen worden getroffen door de organisaties en mogelijk moeten omleidingsroutes worden ingesteld. Deze verkeersmaatregelen worden besproken met de verschillende (hulp)diensten.

Vanuit de gemeente zal er stringent op worden toegezien dat de (verkeers)veiligheid tijdens het evenement gewaarborgd is.

3.2.2 Verantwoordelijkheden evenementenorganisator

Het evenemententerrein betreft het gebied waarop de organisatie voor de duur van het evenement beslag op legt. Te denken valt in ieder geval aan het terrein waar de daadwerkelijke activiteiten plaatsvinden, de parkeerterreinen en de locaties waar fietsen gestald kunnen worden.

De organisatie is zelf verantwoordelijk is voor het treffen van de benodigde maatregelen, zoals het afzetten van het terrein, plaatsen van aankondigingsborden en eventuele verkeersborden. De organisatie is verantwoordelijk het terrein na afloop weer schoon op te leveren.

Uitgangspunt hierbij is, is dat organisaties ook zelf verantwoordelijk zijn voor het in het bezit komen van het benodigde materiaal of inzet. Deze materialen en inzet zullen in principe niet worden geleverd door de gemeentelijke (buiten)dienst.

De volgende werkzaamheden zullen niet meer worden uitgevoerd door de gemeentelijke (buiten)dienst:

  • -

    inzet van een veegmachine of andersoortige opruimbenodigdheden;

  • -

    leveren van hekken en overige materialen;

  • -

    maken, plaatsen en verwijderen van vooraankondigingsborden;

  • -

    maken, instellen en verwijderen van verkeersmaatregelen (zoals een eenrichtingsweg instellen en verwijzingsborden naar parkeergelegenheid) en het opstellen van een verkeersplan

Enkel bij evenementen ten behoeve van een feest- of gedenkdag kunnen organisaties een beroep doen op het gebruik van materialen van de gemeentelijke dienst, dit zijn Koningsdag, Sint Jan, Sinterklaasintocht en dodenherdenking.

De Sinterklaasintocht en de processie vallen eigenlijk door de aard van de activiteit al buiten het begrip evenementen zoals bedoeld in dit beleid. De activiteit is namelijk een optocht, waarbij niet een vaste locatie, maar een route wordt gehanteerd. Tevens is een optocht, mits het aan de nadere regels voldoet, vergunningsvrij. Ze worden hier dan ook enkel genoemd om aan te geven wat voor activiteiten er zoal onder feest- en gedenkdagen vallen.

De organisatie is in ieder geval verantwoordelijk voor het opstellen van een deugdelijk calamiteitenplan. Indien nodig zal tevens (in overleg met de betrokken ambtenaren) een verkeersplan worden opgesteld. Deze plannen worden ter advies aan de betrokken diensten (politie, brandweer, Handhaving en Buitendienst) en ter toetsing aan de burgemeester worden voorgelegd.

Wanneer er een evenement plaatsvindt, zal er een integrale schouw uitgevoerd worden voorafgaand aan het evenement. Hierbij zullen doorgaans aanwezig zijn: evenementen coördinator van de afdeling Aanleg & Beheer (buitendienst), afgevaardigde van de brandweer en politie en een Buitengewoon Opsporingsambtenaar.

De organisatie dient er tevens voor zorg te dragen dat direct omwonenden en omliggende bedrijven op de hoogte worden gesteld van het evenement en eventuele verkeersmaatregelen. Een voorschrift in de vergunning is daarom altijd dat zij minimaal twee weken voorafgaand aan het evenement een ‘bewonersbrief’ afgeven. Van deze brief dient een kopie alsmede een adressenlijst afgegeven te worden aan de afdeling Vergunningen, zodat kan worden nagegaan of de brief onder voldoende adressen verspreid is en zo nodig aangevuld moet worden.

3.3 Gemeentelijke dienstverlening

De gemeente heeft een verantwoordelijkheid op het gebied van communicatie over de evenementen die plaatsvinden en informatievoorziening over de gemeentelijke diensten en de

kosten hiervan.

Deze paragraaf biedt de beleidskaders van de gemeentelijke dienstverlening. De onderdelen van de

gemeentelijke dienstverlening zijn:

  • -

    communicatie

  • -

    kosten

  • -

    extra gemeentelijke ondersteuning

3.3.1 Communicatie

Informatievoorziening is belangrijk om duidelijkheid te geven over dat wat komen gaat en datgene

waar rekening mee gehouden moet worden. De gemeente heeft hierin een nadrukkelijke rol

richting haar burgers, bedrijven en organisatoren. Hieronder volgen de verschillende vormen van

informatievoorziening:

Communicatie aan inwoners, bedrijven etc.

Activiteiten kalender

De informatievoorziening ten aanzien van burgers, bedrijven en organisatoren komt tot uiting in

het opstellen van een activiteitenkalender. Ten behoeve van informatievoorziening is het

gewenst om tijdig inzicht te krijgen over het aanbod van evenementen.

De kalender geeft inzicht voor burgers, bedrijven, bezoekers en organisatoren welke

activiteiten er plaatsvinden. Hiernaast is de kalender een hulpmiddel voor gemeentelijke

diensten en hulpverleningsdiensten om tijdig in te kunnen springen op evenementen en zaken te

kunnen afstemmen.

Jaarlijks wordt in oktober in het huis-aan-huis blad en op de gemeentelijke website een oproep gedaan aan evenementenorganisatoren om voor 1 december melding te doen van een, in het jaar daarop, te organiseren evenement.

De gemeente stelt ieder jaar, voor het begin van het kalenderjaar, een voorlopige activiteitenkalender op van de komende activiteiten die bij de gemeente reeds bekend zijn of worden gemeld.

Op de kalender worden de vergunning- of meldingsplichtige activiteiten vermeld. De gemeente biedt de kalender nadrukkelijk aan als een service richting de burgers, bedrijven en de organisatoren. Er kunnen dus geen rechten en/of plichten uit voortvloeien. Dit betekent onder meer dat het al dan niet verlenen van een vergunning niet afhankelijk is van tijdige melding en plaatsing op de evenementenkalender.

De ‘voorlopige’activiteitenkalender vormt geen juridische basis om samenvallende evenementen tevoorkomen.

De kalender wordt gepubliceerd op de gemeentelijke website

Overige communicatie

Organisaties maken vaak ook gebruik van de mogelijkheden om borden en spandoeken te plaatsen ter promotie van een evenement of andere activiteit. Aan het begin van elk jaar wordt door de afdeling Vergunningen aan de organisatoren (van de jaarlijks terugkerende evenementen) verzocht om de voorkeuren voor de plaatsingsperiode door te geven. Op deze manier staan voorkeur periodes voor de organisaties al vroeg vast, waardoor ze de gelegenheid krijgen het evenement voorafgaand kenbaar te maken aan burgers. Op deze manier stimuleert de gemeente promotioneel het evenement, maar draagt het ook bij aan informatievoorziening voor burgers.

Verleende vergunningen

Wanneer een evenementenvergunning is verleend, wordt dit bekendgemaakt in de eerstvolgende editie van het huis-aan-huisblad en op de website.

Informatievoorziening aan de organisator

Voor organisatoren is het belangrijk dat ze weten waar ze wel en waar ze niet op mogen rekenen

op het gebied van gemeentelijke dienstverlening en de kosten die hiermee zijn gemoeid. Er wordt

na afronding van dit evenementenbeleid een overzicht gecommuniceerd op de gemeentelijke website van de gemeentelijke kosten die in rekening gebracht gaan worden zoals o.a. legeskosten, precariokosten, en stroomverbruik.

Door middel van deze informatie kan de organisator in haar begroting rekening houden met de

gemeentelijke kosten en wordt zij niet na afloop geconfronteerd met de kosten.

Informati evoorziening door de organisator

Bij het organiseren van een evenement hoort uiteraard ook marketing; elke organisatie wil bezoekers aantrekken. Dit gebeurt op verschillende manieren, zoals het plaatsen van aankondigingsborden, publicatie in bladen en op sociale media. Organisatoren van evenementen die een hoog bezoekersaantal en piekbelasting kennen, wordt opgelegd om, voor zover mogelijk, de on- en offline markteling in eerste instantie tot lokaal & regionaal te beperken.

3.3.2 Kosten

Leges

Op grond van de legesverordening van de gemeente Laren worden voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor een evenement legeskosten in rekening gebracht.

De legeskosten staan vermeld in de legesverordening van de gemeente Laren.

Precario

Voor het plaatsen van voorwerpen onder, op of boven de voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond is op grond van de Verordening precariobelasting precario verschuldigd.

Er zal bij de wijziging van de Verordening precariobelasting een voorstel gedaan worden met betrekking tot het vaststellen van een vast bedrag aan precario voor evenementen.

De precariokosten staan vermeld in de precarioverordening van de gemeente Laren.

Subsidie

Voor elke ingediende aanvraag om een evenement worden immer leges- en (eventueel) precariokosten in rekening gebracht bij de organisatie². Bepaalde niet-commerciële organisaties kunnen ter compensatie voor deze kosten een verzoek indienen om subsidie bij de betreffende afdeling.

De toetsingskaders voor dergelijke aanvragen wordt nader uitgewerkt.

Verbruik voorzieningen

Indien een organisatie stroom, water of een ander voorziening van de gemeente afneemt geldt dat deze kosten immer worden doorberekend, aan zowel commerciële als niet-commerciële evenementen. In geval van een langdurig evenement met een langdurig stroomverbruik, kan het college vooraf bij de organisatie een borg bedingen.

Voor alle evenementen geldt op het gebied van reiniging ‘de vervuiler betaalt’. Dit

betekent dat stort- en afvoerkosten door de organisator betaald dienen te worden.

Kosten door schade

Het is mogelijk dat derden materiele schade ondervinden als gevolg van het plaatsvinden van een evenement, zoals door vernielingen. Deze kosten zijn voor rekening en risico voor de vergunningaanvrager. De aanvrager is verplicht om vooraf met betrokken partijen te overleggen om eventuele schade te voorkomen of zoveel mogelijk te beperken.

Ook schade aan gemeente-eigendommen worden verhaald.

2 voor de organisatie van de jaarlijkse kermis geldt het gestelde in de “overeenkomst Zomerkermis Laren”

BIJLAGE 1 Relevante en verwante regelgeving

B1.1 Inleiding

Het vergunningenbeleid bewaakt de leefbaarheid van het gebied voor bewoners, bezoekers en bedrijven.

Deze bijlage is bij het evenementenbeleid gevoegd om een helder beeld van de verschillende wet- en regelgeving en toetsingsgronden te geven.

De samenvatting van wet- en regelgeving, zoals in deze bijlage is opgenomen, geldt op het moment van opstellen van deze beleidsregels en kan wijzigen.

Aan de informatie in deze bijlage kunnen dan ook geen rechten worden ontleend.

B1.2 Wettelijk kader

Voordat een vergunning kan worden verleend of geweigerd moet eerst worden beoordeeld aan welke wet- en regelgeving moet worden voldaan. Dit is mede afhankelijk van het soort evenement of de activiteiten tijdens het evenement. Voor het verstrekken van alcohol tijdens een evenement of het afsteken van vuurwerk gelden verschillende regels. Onderstaand is de belangrijkste wet- en regelgeving genoemd waaraan een aanvraag voor een evenementenvergunning wordt getoetst. Daarnaast zijn er nog andere regels waaraan een aanvraag wordt getoetst, maar die minder vaak voorkomen. Ze worden hier verder niet genoemd maar zijn uiteraard wel van toepassing.

Het is mogelijk dat voor verschillende activiteiten tijdens een evenement meerdere vergunningen nodig zijn. Voorzover mogelijk (bijvoorbeeld vanwege eenzelfde grondslag zoals de Algemene plaatselijke verordening) zullen deze vergunningen worden opgenomen in de evenementenvergunning.

Als een aanvrager activiteiten wil organiseren, kan dit wat vergunningen betreft in het volgende uitmonden:

  • a.

    evenement met activiteiten, die alle in de evenementenvergunning passen één evenementenvergunning;

  • b.

    activiteiten horen wel bij het evenement, maar kunnen formeel niet in de evenementenvergunning worden geregeld bundel vergunningen, bijv. evenementenvergunning in combinatie met een ontheffing op grond van de Drank- en Horecawet, een vergunning voor driehoeksborden etc;

Van belang is, dat de aanvraag de omvang van het evenement bepaalt. Als bijvoorbeeld ondernemers met activiteiten willen aansluiten bij een evenement, kan dat alleen, als de organisator daar voldoende zicht op heeft en er de verantwoordelijkheid voor wil nemen. De houder van de evenementenvergunning moet immers aanspreekbaar zijn op de naleving van alle onderdelen die in die vergunning zijn meegenomen. Ook daarom wordt een vergunning altijd op naam gesteld van de aanvrager/organisator.

B1.2.1 De Algemene plaatselijke verordening (Apv)

In de Apv zijn onder andere bepalingen opgenomen over openbare orde en veiligheid. In afdeling 7 is een regeling opgenomen voor evenementen. Daarin wordt aangegeven wat onder een evenement wordt verstaan en dat voor een evenement een vergunning van de burgemeester vereist is. Ook staat aangegeven in welke gevallen de burgemeester een vergunning kan weigeren. Verder is een verbod opgenomen om tijdens een evenement de orde te verstoren.

Daarnaast kan de organisator van een evenement te maken krijgen met andere bepalingen uit de Apv. Zo is voor het plaatsen van aankondigingborden een vergunning vereist op grond van artikel 2:10 van de Apv(Voorwerpen of stoffen op, aan of boven de weg).

Meerjarige vergunning

Op grond van artikel 1.7 Apv is het mogelijk een (evenementen)vergunning te verlenen voor een periode van maximaal 5 jaar, tenzij bij de vergunning of ontheffing anders is bepaald of de aard van de vergunning of ontheffing zich daartegen verzet.

Evenement

Op grond van artikel 2:25 Apv is het verboden om zonder vergunning van de burgemeester een evenement te organiseren.

Artikel 2:24 van de Algemene plaatselijke verordening (hierna Apv) omschrijft evenement als: “elke voor publiek toegankelijke verrichting van vermaak, met uitzondering van met uitzondering van:

  • a.

    bioscoopvoorstellingen;

  • b.

    markten als bedoeld in artikel 160, eerste lid, onder h, van de Gemeentewet en artikel 5:22 van deze verordening;

  • c.

    kansspelen als bedoeld in de Wet op de kansspelen;

  • d.

    het in een inrichting in de zin van de Drank en Horecawet gelegenheid geven tot dansen;

  • e.

    betogingen, samenkomsten en vergaderingen als bedoeld in de Wet openbare manifestaties;

  • f.

    activiteiten als bedoeld in artikel 2:9 (straatartiest) en 2:39 (speelhallen) van de Algemene plaatselijke verordening.”

Klein evenement

Hieronder worden verstaan evenementen gericht op wijkniveau, bijvoorbeeld een straat- of buurtfeest. Er is geen vergunning is vereist voor een klein evenement, indien er is voldaan aan de nadere regels zoals gesteld in artikel 2:25 lid 2:

  • het aantal aanwezigen niet meer bedraagt dan 100 personen gelijktijdig;

  • het evenement tussen 08.00 uur en 01.00 uur plaats vindt;

  • geen muziek ten gehore wordt gebracht voor 08.00 uur en na 23.00 uur en op zondag niet voor 13.00 uur en niet tijdens kerkdiensten;

  • het evenement geen (geluids-) overlast oplevert voor omwonenden;

  • het evenement niet plaatsvindt op doorgaande wegen en busroutes en er te allen tijde een doorgang van 4,5 meter vrij is voor hulpdiensten;

  • slechts kleine objecten worden geplaatst met een oppervlakte van minder dan 25 m² per object;

  • er een organisator is;

  • de organisator uiterlijk 10 werkdagen voorafgaand aan het evenement daarvan melding heeft gedaan aan de burgemeester en

  • de organisator uiterlijk 10 werkdagen voorafgaand aan het evenement de omwonenden heeft geïnformeerd;

  • het evenement niet plaats vindt op een locatie waarvoor reeds een evenementenvergunning is verleend.

Collectieve en incidentele festiviteiten

Activiteiten, die georganiseerd worden in een openbare inrichting vallen doorgaans niet onder het regime van de evenementenvergunning.

Onder een openbare inrichting wordt in ieder geval verstaan: een hotel, restaurant, pension, café, cafetaria, snackbar, discotheek, buurthuis of clubhuis.

Festiviteiten die binnen inrichtingen plaatsvinden, als bedoeld in het Activiteitenbesluit zijn daarmee doorgaans geen evenementen. Voor activiteiten binnen een horecagelegenheid hoeft dus in principe geen evenementenvergunning verstrekt worden.

Wanneer echter activiteiten worden gehouden in een gedeelte van de inrichting waar normaal gesproken geen dranken worden geschonken (zie hiervoor ook bovengenoemd begrip openbare inrichting) en een aanvrager geeft aan hier een activiteit, zoals een feest wil houden, dan zal er wel een evenementenvergunning moeten worden aangevraagd alsmede een ontheffing om zwak-alcoholhoudende dranken te mogen schenken aldaar. Een dergelijke activiteit zal dan moeten worden getoetst aan brandveiligheid, openbare orde en openbare veiligheid e.d.

Denk hier bijvoorbeeld aan een feest in een zaal van een sportvereniging en dus niet in het clubhuis/kantine.

De bespreking van de festiviteitenregeling valt verder buiten het bestek van deze beleidregels. Zij komt hier alleen aan de orde om aan te geven hoe de regeling zich verhoudt tot de regeling voor evenementen.

B1.2.2 De Algemene wet bestuursrecht (Awb)

De Awb geeft -zoals de naam al zegt- algemene regels die ook op het verlenen van vergunningen van toepassing zijn. Er worden onder andere regels gegeven voor:

  • a.

    het indienen van een aanvraag;

  • b.

    termijnen voor het nemen van een besluit;

  • c.

    algemene beginselen van behoorlijk bestuur;

  • d.

    de wijze van bekendmaking van besluiten;

  • e.

    de mogelijkheden voor bezwaar en beroep tegen besluiten.

Zodra er een beleid in werking is getreden, wordt daarvan dan niet afgeweken. Het bestuursorgaan handelt overeenkomstig de beleidsregel, tenzij dat voor een of meer belanghebbenden gevolgen zou hebben die wegens bijzondere omstandigheden onevenredig zijn in verhouding tot de met de beleidsregel te dienen doelen (art. 4:84 Awb).

Bij de formulering van het in deze nota vastgelegde evenementenbeleid van de gemeente Laren is uiteraard rekening gehouden met de regels van de Awb.

B1.2.3 De Drank- en Horecawet

In de Drank- en Horecawet worden regels gegeven voor het uitbaten van een horecagelegenheid en het verstrekken van alcoholische dranken. Voor het verstrekken van alcoholische dranken buiten een horeca-inrichtingen zoals bijvoorbeeld tijdens evenementen gelden aangepaste regels (zie artikel 35 van deze wet). In de Drank- en Horecawet bestaat de mogelijkheid om onder bepaalde voorwaarden ontheffing te krijgen van verbod om buiten een horeca-inrichting alcohol te schenken. Een dergelijke ontheffing moet vanwege een zeer afwijkende procedure en grondslag apart worden aangevraagd.

Het toezicht op vergunningen c.q. ontheffingen op grond van de Drank- en Horecawet wordt uitgevoerd door regionaal aangewezen toezichthouders. In het preventie- en handhavingsplan van de gemeente Laren staan de uitgangspunten op welke wijze er alcoholmisbruik wordt tegengegaan (met name onder jongere) en hoe de handhaving op overtredingen wordt uitgevoerd. Dit is ook van toepassing op evenementen.

B1.2.4 De Zondagswet

De Zondagswet regelt de eerbiediging van de zondagsrust. De wet regelt onder andere dat het op een zondag vóór 13:00 uur verboden is “openbare vermakelijkheden” te organiseren. Dit betekent dat evenementen op zondag pas na 13:00 uur kunnen beginnen.

De burgemeester is bevoegd ontheffing te verlenen, waardoor de evenementen ook voor 13.00 uur kunnen beginnen.

B1.2.5 Het activiteitenbesluit

Voor activiteiten in inrichtingen, die vallen onder het activiteitenbesluit en waarvoor bij dit besluit dwingende bepalingen gelden, geldt dit evenementenbeleid niet. Deze activiteiten zijn onderhevig aan de regelgeving in het genoemde besluit en de daarop gebaseerde artikelen in de Apv. Zie voor activiteiten in inrichtingen als hier bedoeld en de relatie met evenementen ook paragraaf 1.4.

B1.2.6 Wet op de Kansspelen

Zoals uit de omschrijving van het begrip evenement is gebleken, is een kansspel geen evenement. Bij een evenement kan echter soms wel een (klein) kansspel worden georganiseerd. In dat geval moet rekening worden gehouden met het bepaalde in deze wet. Indien tijdens een evenement een kansspel wordt georganiseerd dan kan hiervoor een vergunning nodig zijn van of een melding aan het college. Het college zal beoordelen of op grond van de Wet op de Kansspelen een vergunning kan worden verleend. Hierbij kan onderscheid worden gemaakt tussen een loterij (artikel 3 Wet op de Kansspelen) en een zogenoemd klein kansspel, zoals een bingo (artikel 7c Wet op de Kansspelen).

Onder een loterij wordt verstaan een gelegenheid om via de koop van een lot mee te dingen naar prijzen, waarbij de aanwijzing van de winnaars geschiedt zonder dat de deelnemers daar invloed op hebben. Een loterij mag alleen worden gehouden, indien de opbrengst wordt besteed ten behoeve van een algemeen belang (groep van organisatoren is niet beperkt). De beperking dat de opbrengst ten behoeve van een algemeen belang moet worden aangewend, geldt ook voor kleine kansspelen. Een klein kansspel kan alleen binnen het kader van een vereniging worden georganiseerd.

Het enkele feit dat er tijdens een evenement een kansspel wordt georganiseerd waarvan de opbrengst wordt gedoneerd aan een goed doel, doet niks af aan het feit of een evenement al dan niet als commercieel dient te worden aangemerkt (zoals in paragraaf 3.3.2 verwoord).

B1.2.7 Vuurwerkbesluit

Voor het bezigen van vuurwerk bij een evenement moet rekening worden gehouden met het bepaalde in het Vuurwerkbesluit.

In principe is voor het afsteken op locatie ontbrandingstoestemming van de Provincie en een verklaring van geen bezwaar van de burgemeester nodig. Alleen een vakbekwame gecertificeerde persoon, die in het bezit is van een toepassingsvergunning afgegeven door de Provincie, mag het vuurwerk volgens een aanwezig vooraf opgesteld werkplan afsteken.

Voor het afsteken van minder dan 100 kg consumentenvuurwerk en/of minder dan 10 kg theatervuurwerk door een vakbekwame gecertificeerde persoon die in het bezit is van een toepassingsvergunning afgegeven door de Provincie, zijn ontbrandingstoestemming en verklaring van geen bezwaar niet nodig. In dergelijke gevallen kan volstaan worden met een melding bij de Provincie. De provincie stelt de gemeente hiervan op de hoogte.

B1.2.8 Bestemmingsplan

Voor de verlening van een vergunning voor een evenement is het in beginsel niet van belang dat de georganiseerde activiteiten strijdig zijn met het ter plaatse geldende bestemmingsplan; de frequentie van een evenement is immers laag –meestal eenmaal per jaar– en een evenement heeft een bijzonder karakter. Een evenement is in dat geval een incidentele gebeurtenis.

B1.2.9 Regeling Verkeersregelaars

Verkeersregelaars worden ingezet om verkeersstromen in goede banen te leiden. Voor aanstelling als verkeersregelaar komen slechts in aanmerking personen, die de juiste leeftijd (van tenminste 16 jaar in geval van verkeersreguliering bij een evenement) hebben bereikt en die voorts voldoen aan de voorwaarden, zoals opgenomen in de Regeling Verkeersregelaars.

Voor een evenement kunnen organisatoren - naast beroepsverkeersregelaars - gebruik maken van verkeersregelaars die alleen actief zijn bij één specifiek evenement en alleen op aangewezen plaatsen. Ze zijn minimaal 16 jaar en moeten een e-learning instructie volgen alvorens aan de slag te mogen. De Stichting Verkeersregelaars Nederland verzorgt deze e-learning in opdracht van de politie. Verder krijgen ze een specifieke op het evenement toegesneden instructie bij het begin van het evenement. Ze worden aangesteld door de burgemeester.

Voor de verkeersregelaar die wordt ingezet voor meerdere evenementen, is er een speciale regeling. Die kunnen na het volgen van een iets zwaardere e-learning instructie een aanstelling krijgen voor maximaal een jaar. Dan hoeft men niet voor ieder evenement opnieuw een aanstelling te regelen. Ook deze evenementenregelaars worden aangesteld door de burgemeester en ook zij moeten een e-learning instructie volgen bij de Stichting Verkeersregelaars Nederland.

Inzet van verkeersregelaars wordt afgestemd met de lokale politie. Verkeersregelaars tijdens een evenement mogen ook enkel aanwijzingen geven onder toezicht van politie.

B1.3 Kaders vergunningverlening

Dit hoofdstuk biedt de beleidskaders van de regulering/vergunningverlening van evenementen.

De onderdelen van de regulering zijn:

  • Procedure evenementenvergunning

  • Weigeringsgronden c.a.

  • Voorschriften en beperkingen

B1.3.1. Tijdstip indienen aanvraag

Een vergunning voor een evenement dient minimaal 12 weken voor aanvang van het evenement te worden aangevraagd bij de burgemeester.

Als een vergunning wordt aangevraagd binnen een termijn van 12 weken voordat het evenement plaatsvindt, kan de burgemeester besluiten de aanvraag niet te behandelen. Dat betekent dus, dat er geen vergunning wordt verleend! Vooral bij grotere evenementen (categorie B en C) zal er dan namelijk onvoldoende tijd zijn voor een zorgvuldige beoordeling van de veiligheidsrisico’s van een evenement. De eventuele (financiële) gevolgen van een te late aanvraag zijn geheel voor risico van de vergunningaanvrager.

B1.3.2 In te dienen gegevens

Aanvraagformulier

Voor een goede beoordeling van een vergunningaanvraag is het noodzakelijk dat de burgemeester beschikt over de juiste informatie. Het zal voor vergunningaanvragers niet altijd duidelijk zijn wat daaronder wordt verstaan.

Met behulp van het vastgestelde aanvraagformulier kan door de aanvrager zelf vooraf worden beoordeeld welke gegevens noodzakelijk zijn voor het beoordelen van de vergunningaanvraag. Dit bevordert een snelle en efficiënte behandeling van de aanvraag. Uiteraard kan het model niet voorzien in alle mogelijke soorten evenementen. Het kan dus zo zijn dat aanvullende informatie wordt gevraagd.

Dit recht van het bestuursorgaan is geregeld in de Awb.

De burgemeester heeft voor de beoordeling de meest recente informatie nodig. Ook als al eerder voor een gelijksoortig evenement een vergunning is aangevraagd, moet daarom toch het volledige aanvraagformulier worden ingevuld. Natuurlijk kan de aanvrager de nog geldende gegevens van een voorgaande gelegenheid daarbij gebruiken.

Plattegrond

Voor een goede beoordeling van de veiligheid door brandweer en politie is het noodzakelijk te beschikken over een plattegrond met daarop de indeling van het terrein waarop het evenement plaatsvindt. Deze plattegrond dient op schaal te zijn en tegelijkertijd met de vergunningaanvraag te worden ingediend.

Overige gegevens

Behalve het aanvraagformulier en een plattegrond kunnen nog aanvullende gegevens noodzakelijk zijn. Het kan dus zijn dat aanvullende gegevens worden gevraagd zoals kopieën van diploma’s, schriftelijke toestemmingen van derden en dergelijke.

Bij de wat grotere evenementen kan ook om een draaiboek, een veiligheidsplan en/of parkeerplan gevraagd worden. Aanvullende gegevens worden altijd schriftelijk opgevraagd, onder vermelding van de maximale beantwoordingtermijn.

Melding voor kleine evenementen

Voor bepaalde kleine evenementen is geen vergunning vereist, zoals eerder genoemd in paragraaf 1.4 maar kan aanvrager volstaan met een schriftelijke melding gedaan op het daarvoor vastgestelde meldingsformulier en als de melding uiterlijk 10 werkdagen voorafgaand aan het evenement is gedaan aan de burgemeester.

De burgemeester kan binnen 5 dagen na ontvangst van de melding besluiten het organiseren van een evenement als bedoeld in het tweede lid of het vierde lid te verbieden, indien daardoor de openbare orde, de openbare veiligheid, de volksgezondheid of het milieu in gevaar komt.

B1.3.3 Advisering door derden

Voor evenementen in de gemeente Laren wordt iedere aanvraag in ieder geval voor advies voorgelegd aan brandweer, politie en verschillende interne diensten, zoalsde afdeling Aanleg & Beheer, Buitendienst en Toezicht & Handhaving. In principe worden deze adviezen door de burgemeester opgevolgd. Ook aan de GGD, andere personen, instellingen of bedrijven kunnen door de burgemeester adviezen worden gevraagd die bij de beoordeling van de vergunningaanvraag worden betrokken.

In geval van een evenement veiligheidscategorie B kan advies worden gevraagd bij de Veiligheidsdirectie van de Veiligheidsregio Gooi- en Vechtstreek en Flevoland. Voor evenementen in de categorie C wordt in ieder geval een multidisciplinair advies gevraagd bij de Veiligheidsdirectie.

Het kan nodig zijn vooraf toestemming van een andere overheidsdienst, zoals de provincie of de Rijksluchtvaartdienst, te krijgen. Zonder deze schriftelijke toestemming van de bedoelde overheidsdiensten wordt geen vergunning verleend. De schriftelijke toestemming wordt door de aanvrager bij de vergunningaanvraag gevoegd.

B1.3.4 Bekendmaking vergunningen

Als een vergunning voor een evenement wordt verleend, wordt deze op de gebruikelijke manier bekend gemaakt. Op dit moment worden gemeentelijke bekendmakingen geplaatst in de gemeentelijke nieuwsrubriek in een huis-aan-huis-blad (met datum verzending van de vergunning) en op de gemeentelijke website.

Daarnaast krijgt de vergunninghouder de verplichting opgelegd om omwonenden minimaal twee weken van tevoren over het evenement te informeren. Omwonenden zijn in dit verband diegenen, waarvan redelijkerwijs mag worden aangenomen, dat ze hinder (geluid-, parkeer-, of anderszins) kunnen ondervinden van het evenement.

B1.3.5 Bezwaar en beroep

Tegen de weigering van een evenementenvergunning kan de aanvrager binnen zes weken nadat dit besluit op de voorgeschreven wijze is bekendgemaakt een bezwaarschrift indienen bij de burgemeester van de gemeente Laren.

Tegen een verleende vergunning kunnen belanghebbenden een bezwaarschrift indienen bij de burgemeester. Ook hier geldt een termijn van zes weken nadat het besluit op de voorgeschreven wijze is bekendgemaakt.

Als in verband met de betrokken belangen spoed vereist is, kan –gelijktijdig met of na het indienen van een bezwaarschrift– aan de voorzieningenrechter van de rechtbank Midden Nederland (Sector bestuursrecht) gevraagd worden om een voorlopige voorziening te treffen.

Na de hiervoor bedoelde bezwaarschriftprocedure kan in voorkomende gevallen nog een beroepsprocedure volgen bij de rechtbank Midden Nederland (Sector bestuursrecht) en daarna eventueel nog hoger beroep bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.

B1.4 Weigeringsgronden c.a.

De Apv geeft in artikel 1:8 aan op welke gronden een vergunning kan worden geweigerd. Deze weigeringsgronden zijn achtereenvolgens het belang van:

a.De openbare orde

Bij dit criterium is aan de orde de vraag of er kans is op onveilige situaties en/of het plegen van strafbare feiten en, zo ja, of hiertegen door de politie kan worden opgetreden of de verstoring anderszins kan worden gereguleerd.

a.Het voorkomen of beperken van overlast

Hier wordt getoetst of er sprake is van overlast en, zo ja, of deze aanvaardbaar is voor omwonenden of andere gebruikers van de openbare ruimte. Het gaat dan onder meer om overlast in de vorm van geluid, stank, milieuhinder, verkeer. Daarbij wordt het incidentele en kortdurende karakter van het evenement afgewogen tegen het algemene belang van belanghebbende. Het algemene belang kan wijken voor het incidentele belang van een activiteit indien de overlast niet onaanvaardbaar wordt geacht. Een en ander ter beoordeling aan de burgemeester.

a.De verkeersveiligheid of de veiligheid van personen of goederen

Bij dit criterium is bepalend of de verkeersveiligheid in verband met het evenement al of niet in het geding kan komen. Wegafzettingen op niet-autosnelwegen en wegen binnen de bebouwde kom dienen in overeenstemming te zijn met het bepaalde in de richtlijn 96b van het CROW. Dit wordt beoordeeld door de verkeerskundige van de gemeente die hierover aan de burgemeester advies uitbrengt. Ook toetst de burgemeester of en in hoeverre het evenement mogelijk nadelige gevolgen heeft voor de veiligheid van deelnemers aan het evenement, toeschouwers en andere betrokkenen.

a.De zedelijkheid of gezondheid

De burgemeester beoordeelt of en in hoeverre de zedelijkheid gevaar loopt en of sprake is van een gevaar voor de gezondheid van deelnemers aan het evenement, toeschouwers en andere betrokkenen. Wat is er in strijd met de goede zeden? Hierbij valt ook te denken aan evenementen die agressie verheerlijken, aanmoedigen of kunnen gebruiken om bezoekers te werven dan wel expliciete seksuele of erotische activiteiten gebruiken om bezoekers te werven. Activiteiten die op enigerlei wijze neigen naar racisme zijn te allen tijde in strijd met de goede zeden.

Bij elke vergunningaanvraag zal worden beoordeeld of een van deze weigeringsgronden zich voordoet.

Voordat tot weigering van een aanvraag om een evenementenvergunning kan worden besloten, kan de aanvrager eerst in de gelegenheid worden gesteld om zijn zienswijze, schriftelijk of mondeling, naar voren te brengen omtrent de voorgenomen weigering (zie artikel 4:7 Awb).

Dit gebeurt als de afwijzing gebaseerd is op gegevens over feiten en belangen, die de aanvrager betreffen en als deze afwijken van gegevens, die de aanvrager heeft verstrekt. Bij het uiteindelijke besluit wordt voornoemde zienswijze van aanvrager vanzelfsprekend meegewogen.

B1.5 Voorschriften en beperkingen

B1.5.1 Algemeen

Aan de vergunning kunnen voorschriften en beperkingen worden verbonden met het oog op de bescherming van belangen. Die voorschriften kunnen een divers karakter hebben. Het gaat te ver om alle denkbare voorschriften hier uitputtend te beschrijven. Steeds zal worden gestreefd naar een samenstel van voorschriften dat passend kan worden geacht voor het specifieke evenement, mede gezien de belangen van omwonenden en andere betrokkenen.

In deze paragraaf wordt een aantal veel voorkomende voorschriften en beperkingen besproken, zoals de inzet van toezichthouders en verkeersregelaars, begin- en eindtijden van evenementen, geluidsvoorschriften, voorschriften gericht op het voorkomen van afval en brandveiligheidvoorschriften.

B1.5.2 Verkeersregelaars

In verband met de (verkeers)veiligheid kan een voorschrift aan de vergunning worden verbonden, dat de organisator verplicht om verkeersregelaars in te zetten.

Verkeersregelaars worden ingezet om verkeersstromen in goede banen te leiden. Ze worden, op verzoek van een organisator, benoemd door de burgemeester. Zie ook paragraaf B1.2.9.

B1.5.3 Begintijd

Er zijn in beginsel geen vaste begintijden voor evenementen. Dat wil niet zeggen dat een evenement op elk gewenst tijdstip kan beginnen. Er zal in alle gevallen worden beoordeeld of een aanvangstijdstip toelaatbaar is, bijvoorbeeld op grond van de Zondagswet. Als de Zondagswet van toepassing is, kan een evenement op een zon- of feestdag niet eerder beginnen dan 13:00 uur (zie ook paragraaf B1.2.4). De burgemeester heeft de mogelijkheid ontheffing te verlenen voor deze evenementen.

B1.5.4 Geluidsoverlast

De muziek bij evenementen is vaak bepalend voor zowel het plezier als de mogelijke overlast van de activiteit. Het is daarom van belang vooraf duidelijke afspraken te maken over het maximaal toegestane geluidsniveau en de eindtijd voor wat betreft de geluidsproductie (muziek).

Uitgangspunt is, dat die geluidsnorm geldt, waarbij een evenement mogelijk is en tegelijkertijd de overlast zoveel mogelijk wordt beperkt.

B1.5.5 Brandveiligheidsvoorschriften

Ten aanzien van de brandveiligheid wordt bij evenementen gekeken naar de locatie en de directe omgeving ervan. Er wordt onderscheid gemaakt in:

  • a.

    evenementen in de open lucht;

  • b.

    evenementen in tijdelijke objecten (b.v. een feesttent);

  • c.

    evenementen in (permanente) bouwwerken.

Bij ieder evenement zal een toetsing plaatsvinden op aspecten van brandveiligheid. De toetsing leidt uiteindelijk tot een passend pakket aan voorschriften. Deze voorschriften worden als bijlage bij de vergunning gevoegd en maken daar deel van uit.

Indien er bij een evenement tijdelijke objecten van enige omvang worden geplaatst, voert de brandweer controles uit tijdens het evenement.

B1.5.6 Opruimen van afval

In de evenementenvergunning worden voorschriften opgenomen met betrekking tot het opruimen van afval na afloop van een evenement. Ongeacht de opgenomen voorschriften geldt als uitgangspunt, dat de organisator te allen tijde verantwoordelijk is voor het opruimen van afval. Eventuele kosten voor het schoonmaken van openbare terreinen door de gemeente worden aan de vergunninghouder doorberekend.

Indien het evenement plaatsvindt op een locatie waar groene, gemeentelijke prullenbakken staan, kan het legen hiervan niet meegenomen worden in de dagelijkse centrumreinigingsronde. Derhalve is de organisatie ook verantwoordelijk voor het schoonhouden van deze bakken tijdens het evenement .

Ook zal eventuele schade aan de vergunninghouder worden doorberekend. Zie ook paragraaf 3.3.2.

B1.5.7 Driehoeksborden & spandoeken ten behoeve van een evenement

Voor de borden en spandoeken geldt het beleid waarnaar in dit kader kortheidshalve wordt verwezen.

B1.5.8 Wegafsluitingen

Wegen of weggedeelten kunnen op verzoek van een vergunningaanvrager tijdelijk worden afgesloten. Bij de beslissing om al dan niet wegen af te sluiten wordt uitdrukkelijk advies gevraagd aan de (hulp)diensten en alle betrokken belangen meegewogen. Hieronder vallen zowel de belangen van de organisator van een evenement als die van omwonenden, ondernemers en/of andere instanties uit de betreffende straat en/of de omgeving.

Voorwaarde is dat alle locaties/panden in het afgesloten gebied voor de hulpverleningsdiensten voldoende bereikbaar zijn. Grote verkeersaders en gebiedsontsluitingswegen (zoals kruispunt Naarderstraat) zullen daarom in principe niet worden afgesloten tenzij op andere wijze de bereikbaarheid voor de hulpverleningsdiensten is gegarandeerd.

De organisator zorgt in ieder geval, dat:

  • a.

    (eventuele) bewoners of bedrijven minimaal twee weken van tevoren op de hoogte worden gesteld van de afzetting;

  • b.

    de doorgaande routes voor hulpverlenende diensten vrij zijn van auto’s, wegafzettingen en andere obstakels;

  • c.

    in voorkomende gevallen in overleg met de gemeente voor bewegwijzering wordt gezorgd.

Ondanks deze regeling blijft de gemeente als wegbeheer verantwoordelijk voor de (gevolgen van de) wegafsluiting.

Vanwege de toedeling van taken aan de organisator is het van belang om toezicht omtrent de verkeersafsluitingen te organiseren.

De organisator is gehouden alle aanwijzingen van de toezichthouder onmiddellijk en stipt op te volgen.

De afdeling Aanleg & Beheer Buitendienst zorgt voor tijdige aankondiging bij betreffende busmaatschappij (Connexxion), voor zover de te organiseren activiteit samenvalt met busroutes.

B1.6 Handhaving

B1.6.1 Algemeen

Overlast kan onaanvaardbaar worden, als regels en/of voorschriften worden overtreden (bijvoorbeeld eindtijden, geluidsnormen). Handhaving is daarom belangrijk.

Bij handhaving zijn meerdere disciplines betrokken:

  • a.

    politie, gemeentelijke toezichthouders (cf. Awb) : deze hebben als taak handhaving van eindtijden, openbare orde, regels op het gebied van het parkeren en afval;

  • b.

    regionaal aangewezen toezichthouders, deze hebben als taak te handhaven op het gestelde in de Drank- en Horecawet, in het geval van evenementen dus op de daarbij behorende verleende ontheffing artikel 35.

  • c.

    Omgevingsdienst Flevoland & Gooi- en Vechtstreek: handhaving van de geluidsnormen en milieuvereisten;

  • d.

    brandweer: handhaving van de brandveiligheidsvoorschriften.

Optreden tegen overtreding van de vergunningvoorschriften gebeurt enerzijds na het constateren van overtredingen en anderzijds na het binnenkomen van –gegronde– klachten van omwonenden.

Daarbij wordt in principe een getrapt systeem gehanteerd.

  • 1.

    Eerste waarschuwing om binnen zeer korte termijn aanpassing aan de voorschriften te verrichten;

  • 2.

    Tweede en laatste waarschuwing: per direct aanpassing aan de vergunningvoorschriften;

  • 3.

    Bij het blijvend overtreden van de voorschriften: beëindiging van het evenement.

De overtreding kan ook zodanig ernstig zijn, dat besloten wordt tot onmiddellijke beëindiging van het evenement.

Een overtreding kan gevolgen hebben voor de toekomst. Deze gevolgen kunnen zijn:

  • Het opleggen van een preventieve dwangsom;

  • Het voorschrijven van een strenger regime bij een volgend evenement;

  • Het weigeren van een vergunning voor een volgend evenement.

De omstandigheden van het geval bepalen welke sanctie zal worden toegepast. Uitgangspunt is dat de overtreding direct wordt beëindigd of een volgende keer wordt voorkomen. Er zijn echter gevallen denkbaar waarbij het onmiddellijk beëindigen van de overtreding op gespannen voet staat met de handhaving van de openbare orde, of onevenredig zwaar is in verhouding tot de schade die door belanghebbenden wordt ondervonden. In die gevallen zullen er in beginsel slechts consequenties voor de toekomst aan de overtreding verbonden worden.

Er is kortom altijd wel een toets noodzakelijk of handhaving in dat individuele geval noodzakelijk is.

 

Naar boven