Gemeenteblad van Goeree-Overflakkee
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Goeree-Overflakkee | Gemeenteblad 2017, 95118 | Beleidsregels |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Goeree-Overflakkee | Gemeenteblad 2017, 95118 | Beleidsregels |
Gemeente Goeree-Overflakkee – Beleidsregel BIBOB
Burgemeester en wethouders en de burgemeester van Goeree-Overflakkee, ieder voor zover het hun bevoegdheden betreft;
overwegende dat de Wet bevordering integriteitsbeoordelingen door het openbaar bestuur (Wet Bibob) hun beleidsruimte verschaft bij de totstandkoming omtrent het toepassen van hun uit deze wet voortvloeiende bevoegdheden en dat voor de toepassing van deze bevoegdheden een beleidsregel wenselijk is;
vast te stellen de navolgende:
Beleidsregel voor de toepassing van de Wet bevordering integriteitsbeoordelingen door het openbaar bestuur Goeree-Overflakkee.
Artikel 1:1 Begripsomschrijvingen
In deze beleidsregel wordt verstaan onder:
beschikking: een beschikking ter zake van een vergunning, toekenning, erkenning of ontheffing, als bedoeld in artikel 1:3 van de Algemene wet bestuursrecht, waarop de wet kan worden toegepast dan wel een besluit dat krachtens mandaat is genomen overeenkomstig de Mandaatregeling Goeree-Overflakkee 2014 en daarna vastgestelde wijzigingen;
eigen onderzoek: de wijze van behandelen van een aanvraag, zoals beschreven in artikel 4:4 van de beleidsregel, waarbij met toepassing van de wet door het bestuursorgaan wordt beoordeeld of er redenen aanwezig zijn om de aanvraag te weigeren, respectievelijk de beschikking in te trekken of te beëindigen, daaraan voorschriften te verbinden dan wel een advies bij het Bureau aan te vragen;
de deelname aan een rechtspersoon, een commanditaire vennootschap of een vennootschap onder firma die het recht op eigendom of een zakelijk recht met betrekking tot die onroerende zaak heeft of die onroerende zaak huurt of verhuurt;
k.wet: Wet bevordering integriteitsbeoordelingen door het openbaar bestuur (Wet Bibob).
Hoofdstuk 2 Publiekrechtelijke beschikkingen
Artikel 2:1 Toepassing bij aanvragen om beschikkingen als bedoeld in het kader van de Drank- en Horecawet, APV en Wet op de kansspelen
Artikel 2:2 Toepassing bij aanvragen omgevingsvergunning (Omgevingsvergunning bouwen)
primair bij de aanvraag om een (omgevings)vergunning voor een bouwactiviteit de Bibob-
Voor zover er sprake is van twee verschillende (rechts)personen zal met betrekking tot de aanvraag voor een nieuwe exploitatie- en/of drank- en horecavergunning ook een Bibob-toetsing plaatsvinden;
middels een daartoe verstrekte vergunning);
a.Door burgemeester en wethouders bij (specifiek) besluit aangewezen aanvragers (bijv.
samenwerkingsconstructies van particuliere ondernemingen en overheid).
Artikel 2:3 Toepassingsbereikbijaanvragenomgevingsvergunning (Omgevingsvergunning Milieu)
Bij een aanvraag als bedoeld in artikel 2:1, eerste lid, aanhef en onder e, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, voor zover dat onderdeel betrekking heeft op een inrichting als bedoeld in artikel 1.1, eerste lid van die wet, (omgevingsvergunning inrichtingen Wet milieubeheer) vindt uitsluitend een Bibob-toets plaats bij inrichtingen, die vallen onder de categorie 3, 12 of 28 van bijlage 1 onder C van het Besluit omgevingsrecht en wordt die alleen uitgevoerd voor zover er:
Bij een aanvraag als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, aanhef en onder i, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, voor zover dat onderdeel betrekking heeft op een activiteit waarvoor bij algemene maatregel van bestuur op grond van artikel 2.17 van die Wet algemene bepalingen omgevingsrecht is bepaald, dat de beschikking in het geval en onder de voorwaarden, bedoeld in artikel 3 van de wet, kan worden geweigerd (omgevingsvergunning beperkte milieutoets) wordt uitsluitend een Bibob-toets uitgevoerd als er:
Artikel 2:5 Toepassingsbereik bij aanvragen drank- en horeca en/of exploitatievergunning op basis van de Drank- en Horecawet en/of APV
In afwijking van het bepaalde in artikel 2:1, eerste lid, onder b, d en e van deze beleidsregel vindt uitvoering van het eigen onderzoek, als bedoeld in artikel 1, tweede lid, onder g – in beginsel – plaats bij een aanvraag om een vergunning als bedoeld in artikel 3 Drank- en Horecawet en als bedoeld in artikel 2:28 van de APV voor zover het een commercieel bedrijf betreft.
Onverminderd het bepaalde in artikel 2:4, derde lid, zal een eigen onderzoek, als bedoeld in artikel 1, tweede lid, onder g, in ieder geval plaatsvinden als bij navraag door het bestuursorgaan bij het Bureau blijkt dat tegen de aanvrager van een beschikking elders in het land in de achterliggende periode van twee kalenderjaren een ernstige mate van gevaar is vastgesteld.
Artikel 2:6 Toepassingsbereik bij reeds verleende beschikkingen
bekend wordt, dat tegen betrokkene in een andere gemeente bij een Bibob-toets een ernstige mate van gevaar is geconstateerd en aan betrokkene alhier een soortgelijke beschikking is verstrekt. In geval aan betrokkene in meerdere gemeenten binnen het RIEC eerder al een soortgelijke beschikking is verleend, zal het bestuursorgaan het RIEC om coördinatie in de Bibob-toets verzoeken.
Bij een weigering om de Bibob-vragenformulieren volledig ingevuld te retourneren, zullen allereerst de daartoe gestelde regels als bedoeld in de Algemene wet bestuursrecht toegepast worden. Bij volharding zal de weigering worden beschouwd als een ernstige mate van gevaar als bedoeld in artikel 4 juncto artikel 3 van de wet. De verstrekte vergunning zal als gevolg daarvan worden ingetrokken.
Hoofdstuk 3 Privaatrechtelijke transacties en aanbestedingen
Artikel 3:1 Toepassingsbereik bij vastgoedtransacties
De rechtspersoon met een overheidstaak kande wet in beginsel toepassen met betrekking tot vastgoedtransacties zoals bedoeld in artikel 1:1, eerste lid, onder o, van de wet. Er vindt in beginsel geen toepassing van de wet plaats bij het verkopen van “snippergroen” en restpercelen aan particulieren of van de blote eigendom van in erfpacht uitgegeven gronden aan particulieren.
Artikel 3:2 Toepassingsbereik bij aanbestedingen
Het bestuursorgaan kan het eigen onderzoek als bedoeld in artikel 1:1, tweede lid, onder g, ten aanzien van een gegadigde of onderaannemer in de zin van de wet, in beginsel alleen uitvoeren bij overheidsopdrachten die vallen binnen de sectoren milieu, informatiecommunicatietechnologie (ICT) of bouw en die, conform het vigerende Inkoop- en Aanbestedingsbeleid voor aanbesteden van werk respectievelijk van diensten en leveringen, welke conform de Europese grensbedragen openbaar moeten worden aanbesteed.
In de Aanbestedingswet 2012 is de mogelijkheid opgenomen van een eigen integriteitsverklaring van een gegadigde opgenomen. Deze eigen integriteitsverklaring zal als zodanig onderdeel worden van het aanbestedingsbeleid van deze gemeente. Dit zal het uitvoeren van een eigen onderzoek in veruit de meeste gevallen overbodig maken.
Artikel 4:1 Bibob-vragenformulieren
Met betrekking tot de in deze beleidslijn bepaalde gevallen, zal betrokkene, naast de gebruikelijke aanvraagformulieren, de Bibob-vragenformulieren dienen in te vullen en in te leveren bij het bevoegde bestuursorgaan/rechtspersoon met een overheidstaak. Daarbij dienen ook de documenten te worden gevoegd, die in deze vragenformulieren zijn vermeld of bij de uitreiking van de formulieren door of namens het bestuursorgaan zijn genoemd.
Artikel 4:2 Weigering invullen Bibob-formulieren bij publiekrechtelijke beschikkingen
Wanneer het Bibob-vragenformulier niet volledig wordt ingevuld, wordt de aanvraag op grond van artikel 4:5 van de Algemene wet bestuursrecht buiten behandeling gesteld, mits de aanvrager de gelegenheid heeft gehad de aanvraag binnen een door het bestuursorgaan gestelde termijn aan te vullen. Een weigering om gevraagde extra informatie aan te leveren dan wel onvolledig aan te leveren, kan leiden tot het intrekken van de eventueel reeds verstrekte beschikking. Bij volharding zal de weigering worden beschouwd als een ernstige mate van gevaar als genoemd in artikel 3 juncto artkel 4 van de Wet Bibob.
Artikel 4:3 Weigeren invullen Bibob-formulieren bij privaatrechtelijke transacties
Wanneer het Bibob-vragenformulier niet volledig wordt ingevuld, wordt de aanbieding voor de overheidsopdracht of vastgoedtransactie op grond van artikel 4:5 van de Algemene wet bestuursrecht buiten behandeling gesteld, mits de aanvrager de gelegenheid heeft gehad de aanvraag binnen een het door het bestuursorgaan gestelde termijn aan te vullen. Een weigering om extra informatie aan te leveren dan wel onvolledig aan te leveren, leidt tot het uitsluiten van mededinging. Bij volharding zal de weigering worden beschouwd als een ernstige mate van gevaar als genoemd in artikel 4 juncto artikel 3 van de Wet Bibob.
Artikel 4:4 Eigen onderzoek als bedoeld in artikel 1:1, tweede lid, onder g
1.Alvorens het eigen onderzoek naar het zich voordoen van weigeringsgronden als bedoeld in artikel 3 van de wet wordt gestart, zal een aanvraag eerst beoordeeld worden conform de voorschriften van de Algemene wet bestuursrecht en de reguliere weigeringsgronden vanuit onderliggende wetgeving van de desbetreffende vergunning. Daarbij kunnen de volgende stappen worden onderscheiden:
Het onderzoek behelst in ieder geval de controle en analyse van de door de aanvrager/houder van:
1e de ingevulde BIBOB-vragenformulieren en de door hem/haar daarbij aangeleverde documenten
2e -eventueel extra op verzoek van het bevoegde gezag door aanvrager/houder overgelegde
3e open bronnen onderzoek (zoals Kamer van Koophandel, Kadaster, etc.)
Wanneer het Bibob-vragenformulier niet of niet volledig wordt ingevuld worden allereerst de daartoe gestelde regels van de Algemene wet bestuursrecht toegepast. Bij volharding zal de weigering of het toesturen van onvolledige informatie worden beschouwd als een ernstige mate van gevaar als genoemd in artikel 4 juncto artikel 3 van de wet.
Aanvullend op de controle en analyse van de (extra) versterkte informatie als hiervoor genoemd kan een advies bij het Bureau worden gevraagd, indien:
Een toetsing aan de wet met behulp van een advies van het Bureau geldt in beginsel als een uiterst middel om de integriteit van een betrokken (rechts)persoon te controleren. Bij deze zware inbreuk op de privacy moet het bevoegd gezag de eisen van subsidiariteit en proportionaliteit in acht nemen. Deze eisen brengen mee dat het bestuursorgaan of rechtspersoon met een overheidstaak:
In geval een van het Bureau ontvangen adviesverzoek leidt tot het voornemen om een gevraagde beschikking te weigeren dan wel een eerder verleende beschikking in te trekken, wordt aan betrokkene een kopie van het adviesrapport ter hand gesteld. Betrokkene wordt daarbij door het bestuursorgaan gewezen op zijn geheimhoudingsplicht als bedoeld in artikel 28 van de wet.
Indien het bestuursorgaan een advies aanvraagt bij het Bureau, wordt op grond van artikel 31 van de wet, de wettelijke termijn waarbinnen de beschikking dient te worden gegeven, opgeschort voor de duur van de periode die begint met de dag waarop het advies door het Bureau in behandeling wordt genomen en eindigt met de dag waarop het advies is ontvangen, met dien verstande dat deze opschorting niet langer duurt dan de termijn, zoals genoemd in artikel 15, eerste lid, van de wet.
Het bestuursorgaan of de rechtspersoon met een overheidstaak verleent aan de betrokkene geen overheidsopdracht of gaat met de betrokkene geen vastgoedtransactie aan, indien uit het eigen onderzoek en een eventueel daarop afgegeven advies van het Bureau blijkt, dat er sprake is van een ernstige mate van gevaar als bedoeld in artikel 3 van de wet. Daarbij zal in geval van een inschrijving op een overheidsopdracht, de geconstateerde ernstige mate van gevaar dienen als versterking van een n of meerdere uitsluitingsgronden als genoemd in de Aanbestedingswet 2012. Dit betreft de volgende situaties:
Indien het bestuursorgaan of de rechtspersoon met een overheidstaak voornemens is negatief te beschikken op de aanvraag op de beschikking dan wel inschrijving op een overheidsopdracht op grond van de wet, of het aangaan van een vastgoedtransactie wordt betrokkene in de gelegenheid gesteld daartegen zienswijze in te brengen.
Artikel 5:1 Intrekken oude beleidsregel
De Beleidsregel Wet bevordering integriteitsbeoordelingen door het openbaar bestuur Goeree-Overflakkee, vastgesteld bij besluit van 21 juli 2015, wordt hierbij ingetrokken.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/gmb-2017-95118.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.