Verordening tot wijziging van de Re-integratieverordening gemeente Arnhem

 

 

Bekendmaking van het besluit van 29 mei 2017, zaaknummer 115803

 

DE RAAD VAN DE GEMEENTE ARNHEM

 

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 14 februari 2017 Cluster Beleid en Regie, nummer 115803;

 

gelet op artikel 147 van de Gemeentewet en de artikelen 6, tweede lid, 8a, eerste lid, aanhef en onder a, c, d en e, en tweede lid, en 10b, vijfde en zevende lid, van de Participatiewet;

 

besluit:

 

vast te stellen de

 

VERORDENING TOT WIJZIGING VAN DE RE-INTEGRATIEVERORDENING GEMEENTE ARNHEM

 

Artikel I Wijziging van de verordening

De verordening wordt als volgt gewijzigd:

A. In artikel 8 worden de volgende wijzigingen aangebracht:

  • a.

    De kop van het artikel komt te luiden: Participatieplaats / werkervaringsplaats.

  • b.

    Het zesde lid komt te luiden:

    6. Het college verstrekt elke zes maanden een premie aan personen met een uitkering op grond van de Participatiewet, IOAW of IOAZ, die 27 jaar of ouder zijn en die in het kader van een participatieplaats als bedoeld in artikel 10a van de wet arbeid verrichten. De hoogte van de premie houdt verband met het aantal te werken uur in het voorafgaande half jaar en bedraagt per jaar niet meer dan de laagste kostenvergoeding voor het verrichten van vrijwilligerswerk, bedoeld in artikel 7, onderdeel h, van de Regeling Participatiewet, IOAW en IOAZ of diens rechtsopvolger.

  • c.

    Na het achtste lid wordt een nieuw lid toegevoegd dat luidt:

    9. Dit artikel is van overeenkomstige toepassing op andere werkervaringsplaatsen, met dien verstande dat de in het eerste lid bedoelde subsidie ook verstrekt kan worden als de deelnemer onder de 27 jaar is. Onder werkervaringsplaats wordt hier verstaan een additionele werkplek, niet zijnde een participatieplaats, waarbij personen met behoud van uitkering werkervaring kunnen opdoen en het leeraspect centraal staat.

     

B. Artikel 9 komt te luiden:

 

Artikel 9 Beschut werk

  • 1.

    Het college biedt de voorziening beschut werk aan aan een persoon van wie is vastgesteld dat deze alleen in een beschutte omgeving onder aangepaste omstandigheden mogelijkheden tot arbeidsparticipatie heeft en deze persoon:

    • a.

      behoort tot de doelgroep; of

    • b.

      een persoon is aan wie het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen een uitkering verstrekt.

  • 1.

    Onverminderd het bepaalde in het eerste lid krijgt een persoon van wie is vastgesteld dat deze alleen in een beschutte omgeving onder aangepaste omstandigheden mogelijkheden tot arbeidsparticipatie heeft en die nog niet in aanmerking is gekomen voor een beschut werkplek omdat het aantal geraamde beschut werkplekken in één jaar al is gerealiseerd, voorrang op personen van wie later is vastgesteld dat zij alleen in een beschutte omgeving onder aangepaste omstandigheden mogelijkheden tot arbeidsparticipatie hebben.

  • 2.

    Om de in artikel 10b, eerste lid, van de wet, bedoelde werkzaamheden mogelijk te maken kan het college onder andere de volgende ondersteunende voorzieningen inzetten: loonkostensubsidie op grond van artikel 10d van de wet, fysieke aanpassingen van de werkplek of de werkomgeving, uitsplitsing van taken of aanpassingen in de wijze van werkbegeleiding, werktempo of arbeidsduur.

  • 3.

    Het college biedt de voorziening Activerend werk, Begeleid werk of een vergelijkbare voorziening aan tot het moment dat de dienstbetrekking beschut werk aanvangt.

  • 4.

    Bovenop het aantal geraamde beschut werkplekken realiseert het college geen extra dienstbetrekkingen beschut werk.

     

C . Artikel 10, eerste lid komt te luiden:

  • 1.

    Het college stelt op aanvraag of ambtshalve vast of een persoon behoort tot de doelgroep loonkostensubsidie, bedoeld in artikel 6, eerste lid, onder e, van de wet. Hierbij worden de volgende criteria in acht genomen:

    • a.

      die persoon moet behoren tot de doelgroep zoals omschreven in artikel 7, eerste lid, onderdeel a, van de wet, die persoon is niet in staat met voltijdse arbeid het wettelijk minimumloon te verdienen, en die persoon heeft mogelijkheden tot arbeidsparticipatie; of

    • b.

      een persoon moet behoren tot de doelgroep zoals omschreven in artikel 10d, tweede lid, van de wet.

       

D. Artikel 11 komt te luiden:

 

Artikel 11 Persoonlijke ondersteuning,werkgevers-/ jobcoaching

  • 1.

    Het college kan als een werkgever een dienstverband aangaat met een persoon die behoort tot de doelgroep en waarvan is vastgesteld dat hij zonder persoonlijke ondersteuning niet in staat is de door de werkgever opgedragen taken te verrichten, vanaf het moment van aanvang van het dienstverband de volgende voorzieningen op aanvraag inzetten:

    • a.

      het verstrekken van een subsidie aan de werkgever als tegemoetkoming in de kosten voor het inzetten van een interne begeleider;

    • b.

      het inzetten van externe werkgeverscoaching met als doel dat de werkgever op termijn zelf de persoon ten behoeve van wie ondersteuning nodig is kan begeleiden, of indien dit nog niet mogelijk is, externe jobcoaching van de werknemer.

  • 2.

    De in het eerste lid, aanhef en onder a bedoelde subsidie wordt alleen verstrekt indien de interne begeleider met succes een HARRIE-training of andere erkende jobcoachtraining heeft afgerond

  • 3.

    De in het eerste lid, aanhef en onder b bedoelde voorzieningen worden alleen verstrekt indien de externe werkgevers-/jobcoach werkzaam is bij een door het UWV erkende jobcoachorganisatie, of anderszins erkend of gecertificeerd is en het college van oordeel is dat de betreffende coach beschikt over voldoende kwaliteiten om de noodzakelijke ondersteuning te bieden.

  • 4.

    Indien het dienstverband vooraf gegaan wordt door een proefplaatsing van maximaal drie maanden, kan het college de voorzieningen bedoeld in het eerste lid inzetten vanaf het moment van aanvang van de proefplaatsing.

  • 5.

    Bij inzet van de in het eerste lid bedoelde voorzieningen wordt uitgegaan van de begeleidingsbehoefte met inachtneming van het volgende:

    • a.

      de in het eerste lid bedoelde voorzieningen worden verstrekt voor de duur van maximaal 1 jaar met de mogelijkheid van verlenging op aanvraag tot maximaal 3 jaar;

    • b.

      de in het eerste lid, aanhef en onder a bedoelde subsidie wordt bij een arbeidsovereenkomst voor een jaar of langer en voor 24 uur per week of meer, verstrekt tot een bedrag van maximaal €2.700,- per jaar. Bij een arbeidsovereenkomst voor minder dan 24 uur per week of voor korter dan een jaar, wordt dit bedrag naar rato naar beneden vastgesteld.

  • 6.

    Het college kan in incidentele gevallen als zij het noodzakelijk acht voor de arbeidsinschakeling van een persoon, besluiten af te wijken van de in het vorige lid genoemde maxima.

  • 7.

    Het college kan indien op grond van het eerste lid, aanhef en onder a een subsidie wordt verstrekt, voorschotten verstrekken.

  • 8.

    Het college stelt indien op grond van het eerste lid, aanhef en onder a een subsidie wordt verstrekt, de subsidie binnen twee maanden na afloop van het tijdvak waarvoor de subsidie werd verleend ambtshalve vast.

     

E . Artikel 13 komt te vervallen.

 

Artikel II Inwerkingtreding

Dit besluit treedt in werking op de dag na die waarop dit besluit wordt bekendgemaakt en werkt terug tot 1 januari 2017.

 

Aldus vastgesteld in de vergadering van 29 mei 2017.

De griffier, De voorzitter,

 

 

Toelichting op de wijzigingen

Artikel I Wijziging van de verordening

A. Toelichting op de wijziging van Artikel 8

In Arnhem kennen we sinds jaar en dag trajecten waarbij werkervaring opgedaan wordt met behoud van uitkering (werken voor de stad, leerbanen, werkervaringsplaatsen). De wet kent een specifieke vorm van werken met behoud van uitkering, de participatieplaats. Deze kan ingezet worden bij uitkeringsgerechtigden van 27 jaar of ouder. Er worden echter ook werkervaringsplaatsen niet zijnde participatieplaatsen, ingezet bij niet-uitkeringsgerechtigden en personen jonder dan 27 jaar. Om daarbij ook een subsidie voor begeleidingskosten te kunnen verstrekken, is het nodig de bepaling in de verordening aan te passen.

B. Toelichting op de wijziging van Artikel 9

Artikel 10b (beschut werk) van de Participatiewet is gewijzigd (Stb. 2016, 519). Het is hierdoor voor het college niet langer mogelijk geen beschut werk aan te bieden als daar behoefte aan is. Het college moet in een jaar, zover de behoefte daartoe bestaat, tenminste het aantal beschut werkplekken realiseren als waarvan in de ramingen is gegaan. Het college is verder verplicht om personen die een positief advies beschut werk van UWV hebben gekregen een beschut werkplek aan te bieden op het moment dat het voor de gemeente geraamde aantal beschut werkplekken in een jaar nog niet is gehaald.

Naar aanleiding van deze wijzigingen in de wet, is het noodzakelijk de bepaling over beschut werk in de verordening aan te passen.

C.Toelichting op de wijziging van Artikel 10, eerste lid

Artikel 10d (loonkostensubsidie) van de Participatiewet is gewijzigd (Stb. 2016, 444). Het is o.a. mogelijk geworden een loonkostensubsidie te verstrekken voor schoolverlaters afkomstig uit het voortgezet speciaal onderwijs, het praktijkonderwijs of de entreeopleiding MBO die al zijn gaan werken bij een werkgever. Deze aanpassing maakt een uitzondering op het generieke uitgangspunt dat de Participatiewet in beginsel alleen geldt voor mensen met recht op een uitkering en niet-uitkeringsgerechtigden op grond van de Participatiewet.

Naar aanleiding van deze wijziging in de wet, is het noodzakelijk de bepaling over loonkostensubsidie in de verordening aan te passen.

D. Toelichting op de wijziging van Artikel 11

De jobcoachregeling is afgestemd met de partners in het Werkbedrijf (VNO-NCW, FNV, CNV, UWV en gemeenten) en het WSP. Het wordt mogelijk om de werkgever te subsidieren voor de inzet van een interne begeleider (interne jobcoaching). Verder wordt - ongewijzigd - ingezet op bij voorkeur de persoonlijke ondersteuning van de werkgever door een externe coach (werkgeverscoaching) zodat deze de werknemer op termijn zelf kan gaan begeleiden en indien dat nog niet mogelijk is kan ook gekozen worden voor bgeleiding van de werknemer door een externe jobcoach. De externe jobcoach gaat echter vanaf nu (net als door het UWV) ingekocht worden door de gemeente.

Het artikel over jobcoaching is om die reden volledig herschreven.

E.Toelichting op de wijziging van Artikel 13

Vanaf 1 januari 2016 kan het UWV de kosten van een no-riskpolis vergoeden aan de werkgever of aan de werkgever een no-riskpolis verstrekken. Hiermee is de gemeentelijke no-riskpolis (en de verordeningsplicht daaromtrent) komen te vervallen. Inkopen van de no-risk polis door de gemeente is ook niet meer mogelijk. Dit artikel vervalt om die reden.

Artikel II Inwerkingtreding

De wijziging betreft begunstigend beleid en treedt met terugwerkende kracht in werking op 1 januari 2017.

 

Opmerking:Ter verduidelijking van bovengenoemde wijzigingen zijn deze in de bijgevoegde geconsolideerde versie van de Re-integratieverordening (geel) gearceerd.

Naar boven