Vaststelling Horecagebiedsplan Pernis 2017–2022

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Rotterdam,

 

Gelezen het voorstel van de Directeur Veiligheid van 12 mei 2017 met kenmerk 2240397;

 

overwegende dat:

  • een horecabedrijf een openbare inrichting is in de zin van de Algemene Plaatselijke Verordening Rotterdam 2012 (hierna APV);

  • het op basis van artikel 2:28 eerste lid van de APV verboden is een dergelijke inrichting zonder vergunning van de burgemeester te exploiteren;

  • het college van burgemeester en wethouders bevoegd is om horecagebiedsplannen vast te stellen;

  • in horecagebiedsplannen de gewenste koers van een gebied qua horeca-ontwikkeling voor minimaal de komende twee jaar wordt vastgelegd;

  • aanvragen voor een exploitatievergunning aan het geldende horecagebiedsplan worden getoetst;

  • de geldigheid van de horecagebiedsplannen 2015–2016 bij besluit van het college van burgemeester en wethouders d.d. 21 juni 2016 met een periode van zes maanden, tot 1 juli 2017, is verlengd;

besluit:

Artikel 1 Vaststelling

Het Horecagebiedsplan Pernis 2017–2022 (bijlage 1) vast te stellen.

Artikel 2 Inwerkingtreding

Dit besluit treedt in werking de dag na publicatie daarvan in het gemeenteblad.

Artikel 3 Citeertitel

Dit besluit wordt aangehaald als: Vaststelling Horecagebiedsplan Pernis 2017–2022.

Artikel 4 Intrekking verlenging Horecagebiedsplan Pernis 2015–2016

Het besluit Horecagebiedsplannen 2015–2016 d.d. 7 april 2015 en het verlengingsbesluit d.d. 21 juni 2016 worden ingetrokken, voor zover deze besluiten betrekking hebben op het gebied Pernis.

 

Aldus vastgesteld in de vergadering van 23 mei 2017.

De secretaris,

Ph.F.M. Raets

De burgemeester,

A. Aboutaleb

Belanghebbenden kunnen tegen dit besluit binnen zes weken na datum van verzending ervan een bezwaarschrift indienen bij het college van Burgemeester en Wethouders.

 

Dit bezwaarschrift moet ondertekend zijn en ten minste bevatten:

  • naam en adres van de indiener

  • telefoonnummer van de indiener, zodat contact opgenomen kan worden om samen te bespreken wat de beste aanpak van het bezwaarschrift is

  • datum bezwaarschrift

  • de gronden van het bezwaar

  • een omschrijving van het besluit waartegen het bezwaar zich richt.

U wordt verzocht tevens een kopie van dit besluit mee te zenden.

 

Het bezwaarschrift moet worden gezonden naar:

Het college van Burgemeester en Wethouders, t.a.v. de Algemene Bezwaarschriftencommissie, postbus 1011, 3000 BA te Rotterdam.

Faxnummer Algemene Bezwaarschriftencommissie: (010) 2676300.

 

U kunt uw bezwaarschrift ook via internet indienen via het webformulier. Dit is te vinden onder het kopje ‘Formulier’ op de website www.rotterdam.nl/pdc:bezwaar_indienen. U heeft daarvoor wel een DigiD-code, of als bedrijf E-herkenning, nodig. Deze kunt u aanvragen via www.digid.nl, respectievelijk www.eherkenning.nl.

 

U kunt, indien u een bezwaarschrift bij de burgemeester heeft ingediend, een verzoek om voorlopige voorziening (o.a. schorsing) indienen bij:

Rechtbank Rotterdam, sector Bestuursrecht, Postbus 50591, 3007 BM te Rotterdam.

Voor een dergelijk verzoek is griffierecht verschuldigd.

HORECAGEBIEDSPLAN 2017–2022 GEBIED PERNIS

Inleiding

Voor u ligt het horecagebiedsplan voor het gebied Pernis.

 

Om te zorgen dat Rotterdam een aantrekkelijke, veilige stad is en vooral blijft, wordt gebiedsgericht gewerkt. Dit is een van de uitgangspunten uit het coalitieakkoord en het programma #Veilig010. Deze werkwijze, waarbij maatwerk en flexibiliteit centraal staan, heeft in de afgelopen jaren reeds z’n vruchten afgeworpen op het gebied van horeca. Door per wijk en/of buurt een duidelijke visie en/of ambitie te hebben en daaraan vestigingsvoorwaarden te stellen kunnen bekende en nog onbekende horeca ontwikkelingen worden beoordeeld en gerealiseerd.

 

Het horecagebiedsplan is zowel een visie- als uitvoeringsdocument. Dat wil zeggen dat enerzijds op basis van de aard en het karakter van het gebied het perspectief voor de ontwikkeling van horeca in de komende jaren wordt geschetst. De ruimtelijke ontwikkeling, de economische stand van zaken c.q. het vestigingsklimaat en de veiligheidssituatie worden hierin meegenomen. Anderzijds wordt ook aangegeven hoe die ontwikkeling concreet vormgegeven en uitgevoerd kan worden.

 

De specifieke invulling wordt verwerkt in een horecagebiedsplan zoals in dit geval het gebied Pernis. Een uitnodigend horecabeleid dat ruimte biedt voor (nieuwe) ondernemers en horecaconcepten die bijdragen aan het aantrekkelijke leefklimaat. Ook binnen de gemeente Rotterdam (net als in andere steden) is sprake van diverse nieuwe concepten waarbij horeca onderdeel is van een breder aanbod van een onderneming of waarvan de horeca- activiteiten niet permanent op één locatie plaatsvinden. Dit vraagt steeds meer flexibiliteit in het (horeca)beleid. In dit horecagebiedsplan zijn zoveel mogelijk voorziene horeca- ontwikkelingen opgenomen.

 

In de beschrijvingen per gebied wordt nader ingegaan op de ontwikkelruimte die wordt geboden voor nieuwe ondernemers. Op basis van de ontwikkelingen die we zien of beogen is opgenomen wat we toestaan aan horeca- activiteiten. De gebiedsbeschrijving is verder noodzakelijk om te bepalen welke exploitatiecategorie wenselijk is in een gebied, wijk of buurt. Daarnaast kan zo vastgelegd worden welke mix van horeca-activiteiten gewenst is. Om de gewenste ontwikkeling richting te kunnen geven (door bijvoorbeeld de mogelijkheid tot het verlenen van de exploitatievergunning of de bestaande situatie ter plaatse zo te behouden) wordt in het horecagebiedsplan gewerkt met een aantal begrippen (zie §2.3. Ontwikkelrichtingen). De gekozen ontwikkelrichting wordt ondersteund door redenen van fysieke en ruimtelijke aard en openbare orde en veiligheid.

 

Hoe meer activiteiten horeca-inrichtingen aanbieden, hoe zwaarder de belasting voor de wijk en/of buurt. De balans tussen levendigheid en een prettig woon- en leefklimaat staat dan ook in alle plannen centraal. Het doel is een goede en duurzame match tussen wijk, buurt of straat en horeca-ontwikkeling te bewerkstelligen.

 

Het horecagebiedsplan is niet het enige waaraan een aanvraag voor een exploitatievergunning getoetst wordt. Daarnaast wordt een aanvraag ook nog getoetst aan onder meer de bestemming van het pand. De bestemming moet de horeca-activiteiten toestaan. Er dient dus wel een duidelijk onderscheid gemaakt te worden tussen een bestemmingsplan (waar kan horeca zich vestigen) en een horecagebiedsplan (wat voor horeca kan zich daar vestigen).

Proces totstandkoming horecagebiedsplan

Inleiding

In de Horecanota 2017–2021 staat de balans tussen levendigheid en een aantrekkelijk woon- en leefklimaat centraal. In deze nota wordt het stedelijke en algemeen geldende beleid beschreven dat hieraan invulling geeft. Gebiedsgericht werken, een verdere vereenvoudiging van het vergunningstelsel, verfijning van het handhavingskader en stimulering van eigen initiatief door experimenten zijn hiervan de elementen.

 

In het horecagebiedsplan wordt er meer ingezoomd op het gebied zelf.

Op deze manier wordt invulling gegeven aan het uitgangspunt dat een wijk bepalend is voor wat mogelijk is qua horeca-ontwikkeling. Meer concreet, in dit plan wordt de gewenste ontwikkeling van horeca in het gebied Pernis van de gemeente Rotterdam beschreven en op hoofdlijnen uitgewerkt.

 

In dit hoofdstuk wordt het proces van totstandkoming in algemene zin toegelicht en daarnaast wordt meer specifiek kort op een aantal onderwerpen in gegaan, die van belang zijn bij het opstellen van een horecagebiedsplan.

 

Het opstellen van het horecagebiedsplan wordt gedaan door de gebiedscommissies van de Rotterdamse gebieden, onder leiding van de gebiedsadviseurs horeca. Deze functionaris is de spin in het web. Deze adviseur fungeert binnen de gemeente Rotterdam als het (eerste) aanspreekpunt voor nieuwe en bestaande ondernemers.

Op die manier is de lokale kennis bepalend voor wat er in een wijk, buurt en/of straat mogelijk is en is maatwerk de norm, in plaats van uitzondering.

Alle plannen worden vastgesteld door het college van Burgemeester & Wethouders. Aanvragen voor een nieuwe exploitatievergunning of wijzigingen van een bestaande exploitatievergunning worden door de burgemeester hieraan getoetst1.

 

Om tot een gedegen, gedragen en toekomstbestendig horecagebiedsplan te komen is participatie van bewoners, ondernemers, pandeigenaren en gemeentelijke en toezichthoudende instanties essentieel. Het gehele proces wordt begeleid door de gebiedsadviseurs horeca van de Directie Veiligheid van de gemeente. Dit zorgt voor een eenduidige werkwijze en uniforme opmaak en insteek van de horecagebiedsplannen.

 

Na vaststelling is een horecagebiedsplan minimaal twee jaar en maximaal tot een half jaar na afloop van de Horecanota 2017–2021 geldig. Gebieden mogen bij het opstellen zelf bepalen hoe lang hun horecagebiedsplan van kracht is. Tot vaststelling van een nieuw plan door het college van Burgemeester en Wethouders, blijft het vorige horecagebiedsplan van kracht.

Algemene kaders

Voordat een specifieke invulling kan worden gegeven aan de gewenste ontwikkeling van horeca in een gebied, is het in de eerste plaats van belang wijken, buurten en/of straten binnen een gebied te karakteriseren. Dit vindt plaats aan de hand van een algemeen gebiedskader. Hierbij vormt het integrale gebiedsplan, dat door de gebiedscommissies wordt opgesteld, een belangrijk referentiekader. Het karakter, aard en functie van een wijk, buurt of straat bepaalt primair hoeveel en welke soort horeca gerealiseerd kan worden. Er worden vijf algemene kaders onderscheiden.

Wonen

Dit zijn wijken, buurten en/of straten waar het accent ligt op de woonfunctie, alsmede op functies die complementair zijn of inherent verbonden zijn aan het wonen van mensen. Op deze plekken mag de positie van de horeca niet de overhand krijgen ten opzichte van de overige maatschappelijke functies. Balans en rust in de avond en nacht zijn van cruciaal belang. In deze wijken, buurten en/of straten wordt behoudend met nieuwe inrichtingen omgegaan, tenzij de horeca-inrichting bijdraagt aan het kwaliteitsniveau in de omgeving en de balans en rust worden gerespecteerd. Tenzij anders bepaald zijn nieuwe inrichtingen die vrijgesteld zijn van de vergunningplicht (categorie 0) mogelijk. Afhankelijk van de situatie kunnen bestaande inrichtingen meestal beperkt in afmeting of activiteiten uitbreiden als dit geen negatieve gevolgen heeft op het woon- en leefklimaat.

Gemengd

Gemengde wijken, buurten en/of straten kenmerken zich door een mix van diverse functies zoals wonen, werken, winkelen, cultuur en horeca. Voorbeelden hiervan zijn de Witte de Withstraat, en het CS-kwartier. Uitbreiding van horeca is meestal mogelijk, waarbij expliciet wordt gekeken of dit ondersteund is aan c.q. een positieve werking heeft op de andere functies en de straat en/of buurt als geheel. Tenzij anders bepaald zijn nieuwe inrichtingen mogelijk met ten hoogste een categorie 1 vergunning. Het moet in elk geval niet leiden tot een te grote druk van de horeca op de openbare orde en het woon- en leefklimaat.

Uitgaan

Rotterdam kent enkele drukke straten en pleinen waar horeca en leisure de belangrijkste functies zijn. Ook toekomstige ontwikkelingen, zoals het nieuwe stadiongebied, kunnen worden bestempeld als uitgaansgebied. Uiteraard betekent het niet dat er in deze wijken, buurten en/of straten geen bewoners wonen. Net als voor gemengde wijken en buurten geldt dat uitbreiding van horeca meestal mogelijk is, tenzij een te grote druk op de openbare orde en het woon- en leefklimaat is/zal ontstaan. Tenzij anders bepaald zijn nieuwe inrichtingen mogelijk met ten hoogste een categorie 2 vergunning.

Publieksintensieve recreatie

In publieksintensieve recreatiegebieden, zoals het Kralingse Bos en het Zuiderpark, komen mensen voor ontspanning in de vrije tijd. De horeca ter plaatse sluit aan op dit specifieke karakter. Balans tussen natuur en vertier is belangrijk. Tenzij anders bepaald zijn nieuwe inrichtingen mogelijk met ten hoogste een categorie 1 vergunning.

Bedrijventerreinen en haven

Een bedrijventerrein en havengebied is primair bedoeld voor de vestiging van commerciële bedrijven. De inrichting van het gebied is hierop afgestemd. Ze liggen vaak aan grote uitvalswegen. Veelal richt de horeca zich op deze zakelijke markt. Sommige bedrijventerreinen lenen zich daarnaast ook goed voor de vestiging van feestzalen. De panden zijn groot, eenvoudig te bereiken en er is voldoende parkeergelegenheid. Daarbij ontbreekt (veelal) de woonfunctie waardoor de overlast beperkt is. Tenzij anders bepaald zijn nieuwe inrichtingen mogelijk met ten hoogste een categorie 1 vergunning.

Ontwikkelrichtingen vergunde horeca

In de beschrijvingen per gebied wordt nader ingegaan op de ontwikkelruimte die we bieden voor nieuwe ondernemers. Op basis van de ontwikkelingen die we zien of beogen staat opgenomen wat we toestaan aan horeca-activiteiten. Concreet kunnen de volgende ontwikkelrichtingen worden onderscheiden:

 

Ontwikkelen: Uitbreiding van het aantal horeca inrichtingen alsmede de uitbreiding van het aantal m2 terras van bestaande inrichtingen is mogelijk. Een verdere differentiëring is mogelijk door specifieke exploitatie categorieën en/of activiteiten te benoemen.

 

Consolideren: Er zijn geen nieuwe horeca inrichtingen toegestaan. Ook is een verzwaring van activiteiten en/of categorieën niet mogelijk en kan het vloeroppervlakte en terras van bestaande inrichtingen in principe niet toenemen. Dit tenzij het een gering2 aantal m2 inpandig betreft of eisen worden gesteld in landelijke wetgeving waardoor ondernemers gedwongen worden aanpassingen in het pand aan te brengen.

 

Verminderen: Bij het wijzigen of beëindigen van een horeca-exploitatie wordt ingezet op het terugdringen van het aantal horeca-inrichtingen, vloeroppervlakte en terras of het terugdringen van specifieke exploitatiecategorieën en activiteiten. Indien is gekozen om een bepaalde exploitatiecategorie te verminderen, dan geldt voor al het overige de ontwikkelrichting consolideren, tenzij expliciet anders bepaald. Daar de basis voor een verminderingsbeleid altijd gelegen is in het feit dat de openbare orde en/of het woon- en leefklimaat zwaar onder druk staan, kan bij beëindiging van een exploitatie, een nieuwe ondernemer zich slechts vestigen met horeca van maximaal exploitatievergunning categorie 1. Ook zal in een dergelijk geval met de pandeigenaar gesproken worden over een alternatieve invulling (anders dan horeca) van het pand.

 

Exploitatie categorieën: De combinatie van activiteiten die in een horeca-inrichting wordt aangeboden bepaalt in welke exploitatiecategorie de inrichting valt. Daarbij is relevant in hoeverre de activiteiten effect hebben op de openbare orde en het woon- en leefklimaat in de omgeving van het horecabedrijf. Hoe meer effect, des te zwaarder de exploitatiecategorie. Hoe zwaarder de categorie, des te zwaarder de toets bij vergunningverlening. Elke ondernemer kan gebruik maken van de voor hem of haar geldende vrijstelling van de exploitatievergunningplicht (categorie 0). Indien meer of zwaardere activiteiten worden aangeboden is een exploitatievergunning vereist in de categorie 1 t/m 4+.

Categorie 1 (licht)

Inrichtingen die in aanvulling op de voor hen geldende categorie 0:

  • geopend zijn van 7.00 uur of tot 23.00 uur;

    • een terras exploiteren van 07.00 tot 23.00 uur;

  • en/of een gevelterras exploiteren van meer dan 3m uit de gevel en/of een overterras tot 23.00 uur;

  • en/of alcoholhoudende drank schenken;

  • en/of in een straat gevestigd zijn waar vrijgesteld exploiteren door de burgemeester is uitgesloten.

Categorie 2 (regulier)

Inrichtingen die in aanvulling op categorie 1:

  • geopend zijn vóór of vanaf 07.00 tot 01.00 / 02.00 uur

    • een terras exploiteren van 07.00 tot 01.00 / 02.00 uur;

  • en/of kansspelautomaten aanwezig hebben;

  • en/of amusement aanbieden, anders dan door middel van twee kansspelen;

  • en/of gelegenheid bieden tot het roken van rookwaar met gebruikmaking van waterpijpen (shisha);

  • en/of gelegenheid bieden tot het uitvoeren van seksuele handelingen anders dan tegen betaling.

Categorie 3 (middelzwaar)

Inrichtingen die in aanvulling op categorie 2:

  • 24 uur geopend zijn;

  • óf meer dan achtergrondmuziek willen produceren.

Categorie 4 (zwaar)

Inrichtingen die in aanvulling op categorie 3:

  • 24 uur geopend zijn;

  • en meer dan achtergrondmuziek willen produceren;

  • en/óf zaalverhuur aanbieden (minder dan 2500 bezoekers).

Categorie 4+ (buiten categorie)

Inrichtingen die in aanvulling op categorie 4:

  • grootschalige evenementen faciliteren (meer dan 2500 bezoekers)

Exploitatievergunning: activiteiten

Binnen een horeca-inrichting kunnen verschillende activiteiten worden uitgevoerd. Het kan gaan om het verstrekken van etenswaren (restaurantfunctie), maar ook om het gelegenheid bieden tot amusement en ontspanning, bijvoorbeeld in de vorm van kansspelautomaten of roken van rookwaren met behulp van waterpijpen. Op de exploitatievergunning staat aangegeven welke van onderstaande activiteiten in het horecabedrijf zijn toegestaan. Sommige combinaties van activiteiten zijn niet mogelijk.

 

Hoe zwaarder de gekozen activiteiten, hoe groter de impact van de horeca-inrichting op de openbare orde en het woon- en leefklimaat in de omgeving van de inrichting. Van ondernemers die horecabedrijven exploiteren in de zwaarste horecacategorie wordt dan ook een grote verantwoordelijkheid gevraagd. Ook de toets die plaatsvindt bij een aanvraag van een vergunning voor een zware categorie is zwaarder.

Overzichtstabel activiteiten

  • 1.

    binnenruimte (oppervlakte in m2)

  • 2.

    terras (oppervlakte in m2)

  • 3.

    ochtendhoreca: openingstijden binnen van 04.00 tot 23.00 uur

  • 4.

    daghoreca: openingstijden binnen van 07.00 tot 23.00 uur

  • 5.

    avondhoreca:

    openingstijden binnen van 07.00 tot 01.00 uur op zondag t/m donderdag

    openingstijden binnen van 07.00 tot 02.00 uur op vrijdag en zaterdag

  • 6.

    nachthoreca: vrije openings- en sluitingstijden (24-uur)

  • 7.

    gebruik terras van 07.00 tot 23.00 uur

  • 8.

    gebruik terras van 07.00 tot 01.00 uur zondag t/m donderdag

    gebruik terras van 07.00 tot 02.00 uur op vrijdag en zaterdag

  • 9.

    verstrekken van direct voor consumptie geschikte etenswaren voor gebruik ter plaatse en/of het verstrekken voor gebruik elders (afhaal)

  • 10.

    verstrekken van niet-alcoholhoudende drank

  • 11.

    verstrekken van alcoholhoudende drank (tevens Drank- en Horecawetvergunning vereist)

  • 12.

    het ten gehore brengen van meer dan achtergrondmuziek

  • 13.

    beschikbaar stellen van de inrichting voor evenementen georganiseerd door derden voor maximaal 2500 bezoekers (zaalverhuur)

  • 14.

    beschikbaar stellen van de inrichting ten behoeve van grootschalige evenementen voor meer dan 2500 bezoekers

  • 15.

    gelegenheid bieden tot het roken van rookwaar met gebruikmaking van waterpijpen (shisha)

  • 16.

    aanwezig hebben van maximaal twee kansspelautomaten (aanwezigheidsvergunning volgens de Wet op de Kansspelen vereist)

  • 17.

    gelegenheid bieden tot het uitvoeren van seksuele handelingen anders dan tegen betaling (ontmoetingsplekken)

  • 18.

    aanbieden van amusement, anders dan door middel van maximaal twee kansspelautomaten

Onvergunde horeca

In Rotterdam bestaan meerdere categorieën exploitatievergunningen. De aard van de activiteiten die in de horeca-inrichting worden aangeboden bepaalt welke categorie vereist is. Hoe uitbundiger de bedrijfsvoering van een horeca-inrichting, hoe uitgebreider de vereiste exploitatievergunning. Dit geeft tevens de mogelijkheid om een deel van de ondernemers die beperkte en/of zeer lichte vormen van horeca exploiteren vrij te stellen van de vergunningplicht (categorie 0). Dit is de afgelopen jaren een duidelijke lastenverlichting gebleken en sluit aan bij de high trust (high penalty) aanpak.

 

Naast bedrijven waar horeca de primaire bedrijfsvoering is, kent Rotterdam ook talloze bedrijven, instellingen en clubhuizen waar horeca slechts een ondersteunende functie heeft. Ook hiervan kan een groot deel gebruik maken van de vrijstelling van de vergunningplicht. Omdat er op basis van landelijke wetgeving, zoals de Winkeltijdenwet, ruimtelijke ordeningswet en de Drank- en Horecawet nu eenmaal verschil zit tussen deze vormen van zeer lichte en/of ondersteunende horeca, onderscheiden we in Rotterdam drie varianten die vrijgesteld van de vergunningplicht mogen exploiteren; aangegeven als exploitatiecategorie 0.

Het betreft:

Basis vrijstelling (0.1)

  • Geopend tussen 07.00 en 22.00 uur;

  • alleen achtergrondmuziek aanbieden;

  • alleen een gevelzitplaats (max. 1 m uit de gevel over de breedte van de gevel) exploiteren;

  • geen kansspelen, seks en/of drugs gerelateerde activiteiten aanbieden en/of gelegenheid bieden tot het roken met gebruik een waterpijpen;

  • de horeca-activiteiten passen binnen de bestemming van het object3

  • de openbare inrichting niet vergunningplichtig is op grond van de Drank- en Horecawet.

Indien een horeca-inrichting een horecabestemming heeft, dan worden de basis voorwaarden verruimd en deels vervangen met onderstaande voorwaarden. De overige voorwaarden blijven gelijk.

Vrijstelling met horecabestemming (0.2)

  • Geopend tussen 07.00 en 23.00 uur;

  • een gevelterras exploiteren tot max. 3 m uit de gevel over de breedte van de gevel;

  • alcoholische drank schenken indien zij in het bezit zijn van een Drank- en Horecawetvergunning.

Ook als er geen sprake is van een horecabestemming kan het zijn dat er ruimere voorwaarden gelden. Sommige instellingen en voorzieningen hebben traditiegetrouw een aanzienlijk horecadeel, maar waarbij de openbare orde niet in het geding komt. Dit is een verzamel categorie van instellingen en bijzondere objecten: muziek- en sportverenigingen4, musea, theaters, filmhuizen, hotels/hostels, rouwcentra, ziekenhuizen, bejaarden- en verzorgingshuizen, gebedshuizen, bedrijfskantines en instelling voor hoger onderwijs. De overige voorwaarden blijven gelijk aan de basisvoorwaarden.

Vrijstelling voor bijzondere objecten & instellingen (0.3)

  • Geopend tussen 07.00 en 23.00 uur;

  • een gevelterras exploiteren tot max. 3 m uit de gevel over de breedte van de gevel;

  • alcoholische drank schenken indien zij in het bezit zijn van een Drank- en Horecawetvergunning5.

Indien het woon- en leefklimaat in een straat of buurt onder grote druk staat, kan de burgemeester verbieden dat horeca zich daar zonder vergunning vestigt. In die gevallen is dus altijd een exploitatievergunning vereist om horeca-activiteiten te exploiteren.

In de meeste gebieden van de stad is het geen probleem als deze zich zonder exploitatievergunning vestigen in panden waar horeca geen strijdigheid met de bestemming oplevert. In enkele uitzonderlijke gevallen kan een concentratie van deze horeca toch tot problemen leiden. Om dit te voorkomen kan de burgemeester delen van de stad aanwijzen waar deze vorm van horeca niet gewenst is. Hij doet dit op basis van dit horecagebiedsplan en in ieder geval in gebieden waar de ontwikkelrichting verminderen is vastgesteld. Indien dit leidt tot een situatie waarbij een pand dat exclusief voor horeca bestemd is niet meer geëxploiteerd kan worden, is maximaal een exploitatievergunning in categorie 1 mogelijk.

Leegstaande panden

Als op het moment van vaststelling van het horecagebiedsplan een pand lange tijd leegstaat of niet wordt geëxploiteerd, geldt de ontwikkelrichting zoals deze voor het gebied en/of de straat waar het pand gelegen is, is bepaald. Als dat consolideren is, dan is geen nieuwe exploitatie meer mogelijk (tenzij de bestemming van het pand exclusief horeca toestaat, dan is maximaal een vergunning in exploitatiecategorie 1 mogelijk). Bepalend hierbij is het feit dat één jaar voor de vaststelling van het horecagebiedsplan de exploitatie is gestopt (uitschrijving KvK en/of inleveren exploitatievergunning) en nadien niet is hervat. Is het minder dan een jaar geleden dan spreken we over het hervatten van exploitatie. Deze exploitatie kan niet groter of zwaarder (qua activiteiten) zijn dan de vorige exploitatie.

Terrasvlonders

Gedurende de zomerperiode (15 mei t/m 15 oktober) worden ondernemers in de gelegenheid gesteld om tijdelijk op één of meerdere parkeerplaatsen voor de horeca-inrichting een terrasvlonder te plaatsen en te exploiteren. Aanvragen kunnen vanaf 1 april voor het betreffende kalenderjaar ingediend worden, waarbij een behandeltermijn van 2 weken geldt. Voor de behandeling van de aanvraag terrasvlonders zijn leges verschuldigd.

 

De uitgangspunten voor het mogen plaatsen van een terrasvlonder zijn dat een terrasvlonder een meerwaarde moet hebben voor de omgeving. De terrasvlonder moet bijdragen aan het verlevendigen van de stad en is iets extra’s in een straat waar bezoekers gebruik van kunnen maken. Daarnaast is het belangrijk dat bezoekers die gebruik maken van een terrasvlonder daar veilig op moeten kunnen verblijven. Ook andere gebruikers van de openbare ruimte, zoals auto’s, fietsen en voetgangers mogen hier geen hinder van ondervinden.

 

Terrassen en daarmee ook tijdelijke terrasvlonders maken onderdeel uit van de openbare inrichting, waarvoor een vergunningplicht geldt. Het horecavergunningstelsel is de basis waarbinnen terrasvlonders worden vergund. Voor de terrasvlonders zal gewerkt worden met een tijdelijke aanvulling op de reeds bestaande exploitatievergunning en eventueel verleende drank- en horecawetvergunning. Hiermee is het gebruik van de terrasvlonder gebonden aan dezelfde voorwaarden als de rest van de inrichting en het eventueel aanwezige reguliere terras.

 

Voor de aanvraagprocedure inclusief voorwaarden wordt verwezen naar de Horecanota 2017–2021.

Aanvulling op het horecagebiedsplan

Een gedegen participatieproces moet leiden tot een toekomstbestendig horecagebiedsplan, waarin een duidelijke visie en ambitie per wijk, buurt en/of straat wordt verwoord. Desondanks heeft de praktijk ons de afgelopen jaren geleerd dat toch niet alle mogelijke ontwikkelingen ondervangen kunnen worden. Wanneer een horecagebiedsplan voor een bepaalde wijk, buurt of straat niet toereikend is vanwege de grote dynamiek van het gebied of juist het uiterst fragiele evenwicht van (voormalig) probleemwijken die langzaamaan opkrabbelen, dan kan de burgemeester advies vragen aan een adviescommissie. In deze gevallen geeft het horecagebiedsplan slechts de algemene kaders, maar wordt de daadwerkelijke invulling per geval getoetst door een adviescommissie. Deze werkwijze is slechts voorbehouden aan gebieden met een unieke horecaconcentratie of wanneer er in bepaalde wijken, buurten en/of straten sprake is van een situatie waar de openbare orde dusdanig onder druk staat dat een nieuwe horeca-ontwikkeling deze kan helpen of juist nog verder verstoren; een fragiel evenwicht. Het overgrote deel van een gebied dient gewoon in het horecagebiedsplan opgenomen te worden. Werken met een speciale adviescommissie wordt slechts bij hoge uitzondering voorzien.

Adviescommissie

Een adviescommissie heeft als taak aanvragen voor nieuwe exploitatievergunningen en/of wijzigingen van bestaande horeca-inrichtingen integraal te beoordelen en de burgemeester hierover te adviseren. De burgemeester neemt uiteraard zelf het uiteindelijke besluit om een vergunning te verlenen of te weigeren.

 

Het instellen van een adviescommissie wordt gedaan op basis van het horecagebiedsplan. De burgemeester kan ook op eigen initiatief een gebied aanwijzen waar hij, bij aanvragen voor een exploitatievergunning, een integraal advies van een adviescommissie ontvangt. Het belangrijkste verschil met de reguliere werkwijze op basis van het horecagebiedsplan is dat een adviescommissie geacht wordt gezamenlijk tot één advies te komen waarin alle actuele, lokale ontwikkelingen zijn meegenomen.

Werkwijze en samenstelling

In een adviescommissie hebben in elk geval plaats medewerkers van de gemeente6, het gebied en de politie. In de basis is het gebied verantwoordelijk voor de consultatie van bewoners en ondernemers. Indien het voor een specifieke aanvraag noodzakelijk is kunnen ondernemers(verenigingen) en bewoners ook rechtstreeks gevraagd worden om deel te nemen aan een adviescommissie. Ditzelfde geldt voor andere toezichthoudende instanties zoals de DCMR en de brandweer. Door deze samenstelling is lokale en recente kennis gewaarborgd, zonder op inhoudelijke expertise in te boeten.

Een adviescommissie wordt, namens de burgemeester, door Directie Veiligheid van de gemeente voorbereid en voorgezeten. De frequentie van overleggen is afhankelijk van de aard van het gebied, het aantal aanvragen en eventuele actualiteiten.

Horecagebiedsplan in relatie tot de bestemming

Het horecagebiedsplan is niet het enige waaraan een aanvraag voor een exploitatievergunning getoetst wordt. Naast andere onderdelen waaraan wordt getoetst, moet ook de bestemming van het pand de horeca-activiteiten toestaan. Grofweg is het onderscheid dat in het bestemmingsplan staat waar horeca zich kan vestigen en in het horecagebiedsplan wat voor horeca zich daar kan vestigen.

 

Als een ondernemer een horeca-inrichting wil starten op een plek waar de bestemming geen horeca toestaat, dan kan hij een ontheffingsaanvraag doen via een omgevingsvergunning. Bij positief besluit op deze aanvraag krijgt de ondernemer toestemming om horeca-activiteiten te ontplooien. Bij het beoordelen van een ontheffingsaanvraag zal worden nagegaan welke horecaontwikkeling op basis van het horecagebiedsplan wenselijk is. Indien ontwikkelen van horeca in dat gebied gewenst is, zal waarschijnlijk positief worden besloten op de aanvraag. Andersom, wanneer in het horecagebiedsplan de ontwikkelrichting verminderen of consolideren is gekozen, zal waarschijnlijk negatief worden besloten.

Het verkrijgen van een omgevingsvergunning betekent niet dat de ondernemer automatisch ook een exploitatievergunning krijgt. Deze aanvraag wordt getoetst aan de hand van andere criteria.

Gebied Pernis

Pernis is een dorp met circa 4800 inwoners, gevestigd midden in het haven en industriegebied met een oppervlakte van 1,6 vierkante kilometer.

Pernis is goed bereikbaar via het water, de weg en het spoor. De groene gordel, de historische lintbebouwing en de ligging aan het water maken Pernis tot een aantrekkelijk dorp om in te wonen en te recreëren.

In het Pernisser park bevindt zich een groot aantal voorzieningen verspreid over het park, zoals de kinderboerderij, het zwembad, het Kinderbos, de speeltuin en het hertenkamp. Daarnaast is er in Pernis een bloeiend verenigingsleven, zoals de ruiter-, voetbal- en een tennisverening. Er zijn veel inwoners lid van een vereniging echter deelname aan culturele en sportieve activiteiten is lager dan in geheel Rotterdam. Dit komt onder andere door de vergrijzing en een verlaging van het aantal inwoners. Doel is om het inwonersaantal op termijn te stabiliseren.

 

Voorheen was de belangrijkste prioriteit gericht op het realiseren van de wijksportvoorziening genaamd de Bonte Koe, inmiddels is er al gestart met de bouw. De voorziening wordt gebouwd op het terrein naast het openluchtzwembad. Er wordt een dubbele gymzaal gebouwd (één deel zal gebruikt worden als een volwaardige gymzaal en het andere deel als multifunctionele zaal voor bijvoorbeeld theatervoorstellingen). Tevens wordt dit ook het Huis van de Wijk (een huis voor en door de bewoners waar iedereen terecht kan). In de toekomst zullen hier allerlei sociaal-culturele activiteiten worden georganiseerd. Er wordt een koppeling gemaakt met het buitenzwembad van Pernis. De bedoeling is dat het gebouw uiterlijk in het eerste kwartaal van 2018 wordt opgeleverd.

De belangrijkste prioriteiten in het gebied Pernis voor de periode 2016–2018:

  • Pernis heeft een woonzorgzone, waar het verzorgingshuis het Havenlicht en het servicepunt Zorg deel van uitmaken. Deze woonzorgzone wordt aangepast aan de nieuwe situatie van gescheiden wonen en zorg. In het servicepunt Zorg zijn twee huisartsen, de vraagwijzer, het CJG en het wijkteam Zorg en Welzijn gehuisvest. Ook het programma Langer Thuis wordt uitgerold in Rotterdam. Om er voor te zorgen dat ouderen en minder validen in Pernis kunnen blijven wonen, ook als zij zorgbehoevend zijn, wordt in de komende periode een aantal acties uitgevoerd. Op deze manier is in 2018 de woonzorgzone aangepast aan de nieuwe situatie en zijn de faciliteiten voor ouderen eveneens hierop aangepast.

  • Het Arie den Arendplein; herstructurering van het plein is een van de belangrijkste prioriteiten. Het schoolgebouw is gesloopt en een aantal panden staat leeg. Er is een dansstudio bij gekomen en de fysiotherapeut is uitgebreid. Er blijft een zorg dat de winkels stand kunnen houden op hun huidige locatie. Het plein is opgeknapt en geschikt gemaakt voor evenementen en andere activiteiten. Het is belangrijk dat ook de omgeving van het plein, dat het hart van het dorp is, weer levendig wordt en leegstand wordt ingevuld.

  • Het aantrekkelijker maken van de unieke Pernisser waterkant en het Pernisserpark. Nagedacht wordt om een hardloop-, fiets- en skateroute aan te leggen. Hierbij zullen ook kleine ontmoetingsplekken of rustplaatsen worden gerealiseerd, waarbij inwoners/gebruikers kunnen genieten van het uitzicht. Door veel inwoners van Pernis wordt de Pernisser waterkant als hun favoriete plek gezien. Een goede aansluiting op het netwerk van (recreatieve) water-, wandel- en fietsvoorzieningen zal de Pernisser waterkant nog aantrekkelijke maken.

Een belangrijke inspanning in Pernis is gericht op verminderen van alcohol en drugs onder de jongeren en hier dient ook aandacht voor te blijven. De integrale aanpak samen met maatschappelijke ontwikkeling, de verengingen en de horeca zal ook worden voortgezet. Er is een plan van aanpak geformuleerd om het alcoholgebruik onder jongeren terug te dringen.

 

Op dit moment zijn er 14 exploitatievergunningen geldig in Pernis en 2 horecazaken die vrijgesteld van de vergunningsplicht exploiteren.

 

De wensen van zowel de oudere bewoners als jongere bewoners hebben ertoe geleid dat de balans tussen rust en verlevendiging de laatste jaren enigszins onder druk kwam te staan. De woonfunctie blijft hierdoor fragiel. Door gemeente en politie is ingezet om het (tuin)dorpse karakter weer terug te brengen naar het niveau zoals dit eerder werd ervaren. Om de balans de komende jaren tussen (enige) verlevendiging en de woonfunctie te behouden, zijn bepaalde vormen van horeca die niet direct passen bij een (tuin)dorps karakter, en op dit moment ook niet worden geëxploiteerd, in het gebied niet toegestaan. Het gaat in dit geval om 24-uurs vergunningen (activiteit 6), ochtendhoreca (activiteit 3), het gebruik van waterpijpen (activiteit 15) en inrichtingen waarbij gelegenheid wordt geboden om seksuele handelingen te verrichten anders dan tegen betaling (activiteit 17).

 

Om in Pernis de functie wonen en horeca in balans te houden geldt voor het gehele gebied Pernis de volgende ontwikkelrichting:

Nieuwe en bestaande inrichtingen

Consolideren met uitzondering van de wijken die in hoofdstuk 3.1 tot en met 3.4 worden beschreven

Activiteit 3 en 6

Niet toegestaan

Activiteit 15 en 17

Niet toegestaan

Vrijgesteld van de vergunningsplicht

Niet toegestaan met uitzondering van de wijken die in hoofdstuk 3.1 tot en met 3.4 worden beschreven

De Horecanota Rotterdam 2017–2021 vormt het kader van het horecagebiedsplan Pernis 2017–2022. Voor het horecagebiedsplan Pernis is er gekozen om dezelfde periode aan te houden als de periode van de Horecanota. Dit betekent dat de termijn loopt tot ongeveer een half jaar na afloop van de Horecanota.

Pernisser waterkant en omgeving Pernisserplein

Beschrijving Pernisser waterkant en omgeving Pernisserplein

Het Pernisserplein ligt in het gebied waar de oude haven zich bevond en wordt begrensd door de Nieuwedijk, Pastoriedijk en Uiterdijk. Voor de inwoners van Pernis is het plein een begrip, de rechthoek met gras, bankjes, een monument, bomen en het basketbalveld. Het gebied kan gezien worden als de dorpskern. De parkeerdruk op het plein en in de omgeving is hoog.

 

De Pernisser Waterkant is gelegen aan de Nieuwe Maas in het verlengde van het Pernisserplein en het Pernissehoofd. De waterkant biedt een prachtig uitzicht over de Maas, Schiedam en Rotterdam en door de bewoners van Pernis wordt de waterkant als één van de meest favoriete plek van Pernis beschouwd. Er bevindt zich een steiger voor een watertaxi en er is een aantal zitplaatsen gecreëerd aan de waterkant.

Aan de rechterzijde van het Pernisserplein ligt de Uiterdijk, waarbij appartementencomplex de Zwaan gevestigd is. De ligging van de het appartementencomplex aan de Uiterdijk is langs de Nieuwe Maas en aan de voet van de gedempte haven. De Regiobank zal van de Vroomstraat verhuizen naar de begane grond van het appartementencomplex de Zwaan.

Sinds september 2015 is er een kiosk geplaatst aan de Pernisser waterkant die bij evenementen voor volwassen en kinderen aan de waterkant open is. Als er een evenement is bij de kiosk trekt deze veel publiek en wordt dit ook als zeer prettig ervaren door de bewoners.

 

Gewenste ontwikkelrichting

Om de oude haven te behouden en de Pernisser Waterkant uitnodigend te maken, past hier bijzondere horeca. De wens is dat deze locatie gezinnen uit het dorp en zelfs uit de omgeving van Pernis aantrekt.

Nieuwe en bestaande inrichtingen

Ontwikkelen tot en met categorie 2, met uitzondering van activiteit 15 en 17.

Vrijgesteld van de vergunningsplicht

Toegestaan.

Omgeving G.A. Soetemanweg

 

Beschrijving omgeving G.A. Soetemanweg

Het gebied ligt in het centrum van het dorp en vormt het oostelijk deel van de voorzieningen as. Het winkelgebied aan de G.A. Soetemanweg en Van Byemontsingel is een plint met zowel winkelvoorzieningen als horecavoorzieningen.

Aan de Velsenaerstraat is op dit moment een zaal gelegen die wordt gebruikt als gymzaal. De gymzaal wordt afgebroken en volgens het bestemmingsplan kan hier woningbouw worden gerealiseerd.

 

Gewenste ontwikkelrichting

Het is wenselijk om de winkel- en horecaplint met daghoreca te ontwikkelen. Dit om het winkelgebied levendiger te maken en ter ondersteuning van de woonfunctie die hier wordt uitgebreid.

De meeste bewoners van Pernis komen naar deze plint toe om hun boodschappen te halen. Door het stimuleren van daghoreca wordt hen de mogelijkheid geboden om de verblijfsduur in deze plint te vergroten. In deze plint aan de G.A. Soetemanweg nummer 83 is een restaurant gevestigd, welke voldoende toereikend is voor Pernis.

Nieuwe inrichtingen

Ontwikkelen tot en met categorie 1.

Bestaande inrichtingen

Consolideren.

Alleen ontwikkelen mogelijk voor het gevestigde restaurant tot en met categorie 2, met uitzondering van activiteit 15 en 17.

Vrijgesteld van de vergunningsplicht

Toegestaan.

Omgeving Boonstraat

 

Beschrijving omgeving Boonstraat

Het gebied ligt in het centrum van het dorp en vormt het westelijk deel van de voorzieningen as. Het winkelgebied Boonstraat is een plint met winkelvoorzieningen. Voor de winkels ligt het Arie den Arendplein, welke centraal gelegen is in Pernis. Het plein wordt gebruikt voor het houden van evenementen. Basisschool het Waterschip aan de Cornelius van Dijckstraat is verplaatst en het gebouw is gesloopt.

 

Gewenste ontwikkelrichting

De gebiedscommissie heeft in het gebiedsplan opgenomen om het Arie den Arendplein als centraal plein van het dorp te versterken. Aangezien basisschool ’t Waterschip is afgebroken zal volgens het bestemmingsplan hier woningbouw mogelijk worden gemaakt. Aangezien er aan de bovenzijde van de plint woningen zijn gevestigd is het wenselijk om dit gedeelte te ontwikkelen met daghoreca. Dit ter ondersteuning voor het winkelende publiek.

Nieuwe en bestaande inrichtingen

Ontwikkelen tot en met categorie 1.

Vrijgesteld van de vergunningplicht

Toegestaan.

Omgeving Pastoriedijk en de Ring

 

Beschrijving Pastoriedijk en de Ring

Het midden van het dorp wordt omgeven door de Pastoriedijk en de Ring. Aan de Pastoriedijk zijn grotendeels dijkwoningen gevestigd.

 

Gewenste ontwikkelrichting

Er is begonnen met de bouw voor de wijksportvoorziening, genaamd de Bonte Koe, aan de Ring 216. Hierbij wordt de mogelijkheid geboden voor muziekuitvoeringen en repetities. Deze uitvoeringen zullen voornamelijk plaatsvinden tot 23:00 uur, maar er zullen ook uitvoeringen zijn die langer doorgaan. Deze ontwikkeling is wenselijk en er wordt ruimte voor geboden.

Nieuwe inrichtingen

Ontwikkelen tot en met categorie 1 aan de Ring en Pastoriedijk.

Aan de Ring is ontwikkelen met één inrichting tot en met categorie 3 mogelijk, met uitzondering van activiteiten 6, 15 en 17.

Bestaande inrichtingen

Ontwikkelen tot en met categorie 2, met uitzondering van activiteit 6, 15 en 17.

Vrijgesteld van de vergunningplicht

Toegestaan

Dit gemeenteblad 2017, nummer 67, is uitgegeven op 24 mei 2017 en ligt op dins-, woens- en donderdagen van 9.00 tot 13.00 uur ter inzage bij het Bestuurlijk Informatiecentrum Rotterdam (BIR), locatie Wachtruimte Timmerhuis, Halve Maanpassage 1 (trap op, melden bij Informatiebalie)

(Zie ook: www.bis.rotterdam.nl – Regelgeving of Gemeentebladen chronologisch)


1

Het horecagebiedsplan is niet de enige toetsingsgrond. Alle aanvragen worden onder meer getoetst aan de Algemene Plaatselijke Verordening en het geldende bestemmingsplan, ook zal de burgemeester adviezen inwinnen bij politie en toezichthouders.

2

Onder geringe uitbreiding wordt verstaan: een interne uitbreiding van het voor publiektoegankelijke vloeroppervlakte van niet meer dan 10% ten opzichte van de bestaande situatie, met een maximum van 20m2.

3

Deze eis vloeit voort uit de wettelijke kader omtrent ruimtelijke ordening en geldt voor alle vormen van horeca. Indien geen sprake is van een ‘horecabestemming’ zullen de activiteiten in de regel een sterk ondergeschikt karakter moeten hebben.

4

Voor muziek- en sportverenigingen geldt dat uit de bestemming dient te volgen dat sport en/of muziek de primaire functie van het object is.

5

In Rotterdam mogen sportvereniging, jeugdorganisaties, onderwijsinstellingen en bioscopen geen sterke drank schenken, tenzij de burgemeester daar schriftelijk een ontheffing voor heeft verleend.

6

Tenminste bestaande uit directie Veiligheid, Stadsontwikkeling en Stadsbeheer.

Naar boven