Wijziging Algemene Plaatselijke Verordening gemeente Weert

De raad van de gemeente Weert,

 

gezien het voorstel van burgemeester en wethouders van 28-03-2017;

 

gelet op de artikelen 149 en 151c, eerste lid, van de Gemeentewet;

 

gezien het advies van de Raadscommissie Bedrijfsvoering en Inwoners;

 

besluit:

  • A.

    In te stemmen met bijgevoegde “Evaluatie APV 2017”.

  

  • B.

    Op basis van de evaluatie de volgende wijziging van de Algemene Plaatselijke Verordening gemeente Weert vast te stellen:

 

Artikel 1

Artikel 1:3 komt te vervallen.

 

Artikel 2

Artikel 1:8 komt te luiden:

Artikel 1:8 Weigeringsgronden

  • 1.

    Een vergunning of ontheffing kan in ieder geval worden geweigerd in het belang van:

    • a.

      de openbare orde;

    • b.

      de openbare veiligheid;

    • c.

      de volksgezondheid;

    • d.

      de bescherming van het milieu.

  • 2.

    Een vergunning of ontheffing kan ook worden geweigerd als de aanvraag daarvoor minder dan drie weken voor de beoogde datum van de beoogde activiteit is ingediend en daardoor een behoorlijke behandeling van de aanvraag niet mogelijk is.

 

Artikel 3

Artikel 2:10a, lid 1, komt te luiden:

  • 1.

    Onder uitstalling wordt verstaan de opstelling, direct voor een bedrijf, van:

    • a.

      producten, die binnen worden verkocht en/of geleverd, en/of

    • b.

      reclame-uitingen ten behoeve van het betreffende bedrijf en/of

    • c.

      roerende zaken, die dienen ter aankleding van het bedrijfspand én de openbare ruimte.

 

Artikel 4

Artikel 2:12, lid 3, komt te luiden:

  • 3.

    De uitweg kan worden aangelegd indien het college niet binnen acht weken na ontvangst van de melding heeft beslist dat de gewenste uitweg wordt verboden.

 

Artikel 5

Artikel 2:24, lid 2, aanhef, onder e. komt te luiden:

  • e.

    een straatfeest of buurtfestiviteit op één dag (klein evenement).

 

Artikel 6

Artikel 2:27, aanhef, onder f, komt te luiden:

  • f.

    Zomer- en wintertijd: Bij de overgangen naar zomertijd en wintertijd wordt voor de geldende sluitingstijden de officieel landelijk geldende tijd aangehouden.

 

Artikel 7

Artikel 2:28, lid 1, aanhef, onder b, aanhef, onder 2, komt te luiden:

  • 2.

    die geopend is tussen 24.00 uur en 07.00 uur van de daaropvolgende dag.

  

Artikel 8

Artikel 2:39, lid 2, aanhef, onder b, komt te luiden:

  • b.

    speelgelegenheden waarvoor de raad van bestuur van de Kansspelautoriteit bevoegd is vergunning te verlenen;

 

Artikel 9

Artikel 2:62 komt te luiden:

De rechthebbende op vee, dat zich bevindt in een aan een weg liggend weiland of terrein, dat niet van die weg is afgescheiden door een deugdelijke veekering, is verplicht ervoor te zorgen dat zodanige maatregelen worden getroffen dat dit vee die weg niet kan bereiken.

 

Artikel 10

Artikel 2:78, lid 1, komt te luiden:

  • 1.

    De burgemeester is bevoegd, overeenkomstig artikel 151c van de Gemeentewet, te besluiten tot plaatsing/gebruik van camera's voor een bepaalde duur ten behoeve van het toezicht op een openbare plaats. Dit voor zover dit naar oordeel van burgemeester, politie en justitie, gerechtvaardigd is.

 

Artikel 11

Artikel 4:16, lid 3, komt te vervallen en artikel 4:16, lid 4, wordt lid 3 en komt te luiden:

  • 3.

    Onverminderd het bepaalde in artikel 1:8 kan een vergunning als bedoeld in het eerste lid worden geweigerd:

    • a.

      in het belang van de verkeersveiligheid;

    • b.

      in het belang van voorkoming of beperking van overlast of hinder voor de omgeving;

    • c.

      voor zover het handelsreclame betreft in een beschermd stads- en dorpsgezicht en die niet valt onder de uitzondering van lid 2 van dit artikel, indien de reclame op zichzelf of in verband met de omgeving niet voldoet aan redelijke eisen van welstand, waaronder de criteria voor reclames uit de geldende welstandsnota;

    • d.

      indien er geen directe relatie is tussen de reclame en het gebruik van de onroerende zaak, waar de reclame bij/aan is geplaatst.

 

Artikel 12

Artikel 5:11 komt te luiden:

Artikel 5:11 Aantasting groenvoorzieningen door voertuigen

  • 1.

    Het is verboden met een voertuig te rijden door of deze te doen of te laten staan in een park of plantsoen of een van gemeentewege aangelegde beplanting of groenstrook.

  • 2.

    Dit verbod is niet van toepassing:

    • a.

      op voertuigen die worden gebruikt voor werkzaamheden door of vanwege de overheid;

    • b.

      op voertuigen, waarmee standplaats wordt of is ingenomen op terreinen die voor dit doel zijn bestemd.

  • 3.

    Het college kan van het verbod ontheffing verlenen.

 

Artikel 13

Artikel 5:13, lid 3, komt te luiden:

  • 3.

    Het in het eerste lid gestelde verbod geldt niet voor het inzamelen door een organisatie of instelling die beschikt over een CBF-erkenning, welke collecte tevoren is gemeld en in overeenstemming is met het (landelijk) collectenrooster zoals dat wordt gehanteerd door de gemeente Weert.

 

Artikel 14

Artikel 6:2, lid 1, aanhef, onder g komt te luiden:

  • g.

    alle politieambtenaren van de eenheid Limburg (artikel 141 en 142 Wetboek van Strafvordering Opsporingsambtenaren en Buitengewoon Opsporingsambtenaren), voor zover het betreft het houden van toezicht op de naleving van het bepaalde bij of krachtens Hoofdstuk 3 (seksinrichtingen, sekswinkels, straatprostitutie e.d.) van deze verordening.

  

  • C.

    Te bepalen dat deze verordening in werking treedt de dag na die van de bekendmaking.

 

In afwijking van het collegevoorstel is in de openbare vergadering van 17 mei 2017 als volgt besloten:

 

wijzigt het voorstel als volgt 

  • -

    artikel 10 van de wijziging APV wordt geschrapt;

  • -

    de artikelen 11, 12, 13, en 14 wordt vernummerd tot 10, 11, 12 en 13;

De griffier,

M.H.R.M. Wolfs-Corten

De voorzitter,

A.A.M.M. Heijmans

Naar boven