Gemeenteblad van Beuningen
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Beuningen | Gemeenteblad 2017, 85425 | Verordeningen |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Beuningen | Gemeenteblad 2017, 85425 | Verordeningen |
ALGEMENE SUBSIDIEVERORDENING Gemeente Beuningen 2017
De raad van de gemeente Beuningen,
gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 7 februari 2017, nr. BW17.00041; gelet op artikel 149 van de Gemeentewet; gezien het advies van de commissie Financiën/Algemene zaken d.d. 12 april 2017;
Vast te stellen de volgende verordening:
Algemene subsidieverordening Gemeente Beuningen 2017
Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:
Artikel 6 Aanvraag- en beschikkingstermijnen
Een aanvraag van een subsidie die per kalenderjaar wordt aangevraagd (‘jaarsubsidie’) wordt uiterlijk 1 juni voor het begin van het betrokken jaar ingediend. Daarop beschikt het college uiterlijk op 1 oktober van het jaar waarin de aanvraag is ingediend . In bijzondere gevallen kunnen burgemeester en wethouders deze termijn met vier weken verlengen.
Artikel 7 Algemene weigerings- en terugvorderingsgronden
– om uit gepleegde strafbare feiten verkregen of te verkrijgen, op geld waardeerbare voordelen te benutten, of
– om strafbare feiten te plegen, een en ander als bedoeld in artikel 3 van de Wet bevordering integriteitsbeoordelingen openbaar bestuur;
Is een jaarsubsidie verleend voor een in de loop van een kalenderjaar uit te voeren activiteitenplan en blijkt dat daarvoor niet de gehele subsidie nodig was, dan vormt de subsidieontvanger een egalisatiereserve van ten hoogste tien procent van het subsidiebedrag. Bedraagt het overschot meer dan tien procent, dan kan het meerdere door het college worden teruggevorderd.
Artikel 11 Wijzigen en intrekken subsidie
– om uit gepleegde strafbare feiten verkregen of te verkrijgen, op geld waardeerbare voordelen te benutten, of
– om strafbare feiten te plegen, een en ander als bedoeld in artikel 3 van de Wet bevordering integriteitsbeoordelingen openbaar bestuur.
Artikel 12 Aanvraag om vaststelling
Een aanvraag om vaststelling van een andere subsidie wordt ingediend uiterlijk acht weken nadat de laatste gesubsidieerde activiteit heeft plaatsgevonden. Burgemeester en wethouders kunnen de termijn verlengen. Op de aanvraag wordt zo mogelijk binnen vier maar in elk geval binnen acht weken beschikt. In bijzondere gevallen kunnen burgemeester en wethouders deze termijn verlengen.
Artikel 13 Verantwoording subsidies tot aan € 50.000,-
€ 50.000,- dient de subsidieontvanger uiterlijk 8 weken nadat de gesubsidieerde activiteiten zijn verricht, een aanvraag tot vaststelling in.
4.De aanvraag bevat een inhoudelijk verslag waaruit blijkt in hoeverre de gesubsidieerde activiteiten zijn verricht en aan de verplichtingen is voldaan. Dit verslag gaat gepaard met een financieel verslag. Subsidies tot ten hoogste € 50.000,- worden ambtshalve vastgesteld.
Artikel 14 Hardheidsclausule termijnen
1.Als een bij of krachtens deze verordening gestelde termijn voor een subsidieaanvrager of -
ontvanger gevolgen zou hebben die wegens bijzondere omstandigheden onevenredig zijn in verhouding tot de daarmee te dienen doelen, kan het college een andere termijn vaststellen.
2.In een beleidsregel kan worden bepaald dat het college van een of meer bepaalde artikelen of artikelleden van die regeling kan worden afgeweken als daaraan vasthouden voor een subsidieaanvrager of –ontvanger gevolgen zou hebben die wegens bijzondere omstandigheden onevenredig zouden kunnen zijn tot de daarmee in te dienen belangen.
Artikel 1 Toepasselijkheid van deze verordening
Artikel 2 Subsidieplafond en begrotingsvoorbehoud
Artikel 4 Bevoegdheden burgemeester en wethouders
Artikel 6 Aanvraag-en beschikkingstermijnen
Artikel 7 Algemene weigerings- en terugvorderingsgronden
Artikel 8 Verplichting subsidieontvanger
Artikel 11 Wijziging en intrekking subsidie
Waarom een nieuwe Algemene subsidieverordening?
De gemeente Beuningen streeft naar deregulering. Het doel van deze subsidieverordening is een doelmatige en samenhangende verordening met minder regels die beter aansluit bij de behoefte en financiële mogelijkheden. De verordening sluit aan op de beoogde maatschappelijke effecten.
Opzet van de nieuwe verordening: de ASV vormt de kapstok, beleid wordt vastgesteld in beleidsregels.
De ASV geeft de raad de bevoegdheid om beleidsregels vast te stellen; daarmee wordt bepaald welke activiteiten kunnen worden gesubsidieerd. Een beperkt aantal regels dat in de meeste gevallen zal kunnen worden toegepast, is vervolgens in de ASV zelf opgenomen:
In de nu volgende artikelsgewijze toelichting wordt over artikelen en onderdelen daarvan alleen iets opgemerkt waar dat nodig is.
Artikel 1, Toepasselijkheid van deze verordening
De ASV is rechtstreeks toepasselijk op de krachtens deze verordening zelf te verstrekken of verstrekte subsidies. Subsidie is ook mogelijk conform artikel 4:23, derde lid, Algemene wet bestuursrecht (Awb). Dit artikel stelt dat subsidie zonder grondslag in een wettelijke regeling kan worden verleend als uit de begroting al blijkt wie de beoogde subsidieontvanger is en wat het maximumbedrag is, alsmede incidentele subsidies die voor hooguit vier jaren worden verleend.
Artikel 2, Subsidieplafond en begrotingsvoorbehoud
Een subsidieplafond (tweede lid, onderdeel c) is nodig als de subsidieregeling een ‘open’ aanspraak op subsidie geeft. Bij een subsidieplafond hoort een tevoren bekendgemaakt verdelingssysteem, zo wil artikel 4:26 Awb. Subsidies worden op volgorde van binnenkomst behandeld en beschikt.
De raad stelt de subsidieplafonds vast en vermeld bij de bekendmaking de wijze van verdelen (eerste lid in combinatie met artikel 4:26, tweede lid, van de AWB). Als dit niet geregeld is kan het plafond niet worden tegengeworpen aan aanvragers die hun aanvraag hebben ingediend voor bekendmaking (artikel 4:2327, tweede lid, van de Awb). Bij de bekendmaking van de plafonds door de raad wordt er, indien van toepassing, gewezen op de mogelijkheid het plafond te verlagen.
De verlaging van een subsidieplafond heeft in beginsel geen gevolgen voor aanvragen die vóór bekendmaking van de verlaging zijn ingediend (artikel 4:27, tweede lid, van de Awb). Dat is anders als aan de drie voorwaarden genoemd in artikel 4:28 van de Awb is voldaan:
1) aanvragen voor de desbetreffende subsidie moeten worden ingediend voordat de begroting is vastgesteld of goedgekeurd,
2) de verlaging vloeit voort uit vaststelling van de begroting, en
3) de mogelijkheid van verlaging is aangekondigd bij de vaststelling van het oorspronkelijke subsidieplafond.
Om te waarborgen dat de raad alleen overgaat tot verlaging van subsidieplafonds als die verlaging ook daadwerkelijk kan worden gebruikt zijn het tweede en derde lid opgenomen. Het komt er op neer dat een subsidieplafond alleen kan worden verlaagd als het oorspronkelijke subsidieplafond is vastgesteld voordat de begroting voor het betrokken jaar is vastgesteld én de aanvragen voor de vaststelling van de begroting moesten zijn ingediend én er bovendien op de mogelijke verlaging wordt gewezen bij de bekendmaking van het plafond.
Dit artikel omschrijft de bevoegdheid van de raad om in nadere regels, hierna beleidsregels genoemd, de te subsidiëren activiteiten te bepalen. Voor zover de raad geen gebruik maakt van deze bevoegdheid is het slechts in beperkte mate mogelijk om subsidies te verstrekken. De hoofdregel van de Awb is namelijk dat subsidieverstrekking gebaseerd moet zijn op een wettelijk voorschrift, zoals een subsidie of beleidsregeling, waarin te subsidiëren activiteiten staan vermeld. Op grond van artikel 4:23, derde lid, van de Awb, bestaan hierop maar vier uitzonderingen:
Bevoegdheden Burgemeester en wethouders
Dit artikel kent het college o.a. de bevoegdheid toe per beleidsterrein uitvoeringsregels vast te stellen. Deze regels zijn primair bedoeld om het subsidieproces duidelijker te maken. Zij mogen uiteraard niet strijdig zijn met de door de raad vastgestelde beleidsregels.
Voor subsidieaanvragen gelden naast de vereisten van artikel 5 en van het eventuele aanvraagformulier, de eisen waaraan elke aanvraag om een beschikking moet voldoen volgens artikel 4:2 Awb:
Alleen rechtspersonen kunnen een subsidie aanvragen. De ASV is bedoeld voor ondersteuning van maatschappelijk initiatieven. De begripsbepalingen bevatten de voornaamste inhoudelijke criteria (gezamenlijke activiteit, maatschappelijk belang etc.). Bij een rechtspersoon biedt de beschrijving van de doelstelling van de rechtspersoon handvatten voor de beoordeling of het initiatief echt een maatschappelijk initiatief is. Bovendien bestaat een rechtspersoon vaak uit een groep personen, zodat er minder snel sprake zal zijn van een initiatief dat zich richt op een privébelang.
Deze voorwaarde kan het effect hebben dat initiatiefnemers elkaar opzoeken om hieraan te voldoen en waaruit nieuwe samenwerkingsverbanden ontstaan. Bijv. een groep bewoners die een plaatselijke belangenvereniging opzoekt.
Een rechtspersoon kan in vergelijking met natuurlijke personen eenvoudiger verantwoordelijk worden gesteld voor het niet nakomen van de prestaties. Mocht om welke reden dan ook de subsidie teruggevorderd worden dan wordt een terugvordering opgelegd.
Artikel 6, Aanvraag – en beschikkingstermijnen
De indienings- en beschikkingstermijn voor de jaarsubsidie voor het nieuwe jaar lopen gelijk aan die voor de vaststellingsbeschikking van het vorige jaar. De vroege indiening is van belang omdat met deze aanvragen rekening moet kunnen worden gehouden bij het voorbereiden van de begroting; het gaat soms om aanzienlijke bedragen, die én voor de instelling én voor de gemeente van gewicht zijn. Doordat op 1 juni ook de stukken voor de afrekening over het vorige jaar moeten zijn ingeleverd, kunnen de gegevens over jaar n-1 worden betrokken bij de beslissing over jaar n+1.
Voor de subsidieaanvrager is het ook van belang, ruim vóór het nieuwe jaar te weten waarop men waarschijnlijk (zie het begrotingsvoorbehoud van artikel 4) mag rekenen. Daarom is de beschikkingstermijn gesteld op vier maanden, een termijn die normaliter moet kunnen worden gehaald. Zijn er problemen – bijvoorbeeld over de afrekening over het voorgaande jaar, waar partijen eerst uit moeten proberen te komen –, dan is zo nodig de rest van het jaar hiervoor beschikbaar.
Maakt de door de raad vastgestelde begroting het nodig dat minder subsidie kan worden verleend dan genoemd in de eerdere verleningsbeschikking (of zelfs dat in het geheel geen subsidie kan worden gegeven), dan wordt een ‘rectificerende beschikkingen’ zo spoedig mogelijk na de vaststelling van de begroting genomen en aan de betrokkenen worden toegezonden.
De termijn van ‘vier weken tevoren’ in andere gevallen (lid 2) is soms onhaalbaar, bijv. als om goede redenen heel plotseling het idee opkomt om iets op héél korte termijn te organiseren waarvan ook het college vindt dat dit wenselijk is. Dan zijn er twee mogelijkheden. Soms zal de beleidsregels al een kortere termijn geven. En ten tweede is er het voorgestelde artikel 13, de algemene hardheidsclausule voor te knellende termijnen.
Artikel 7, Algemene weigerings- en terugvorderingsgronden
In het eerste lid worden de algemeen geldende weigeringsgronden van artikelen 4:25, tweede lid, en 4:35 van de Awb, met nadere verplichte gronden aangevuld.
Subsidie aan een onderneming, kan staatssteun opleveren, indien de subsidie niet open staat voor alle ondernemingen die deze activiteiten uitoefenen. Deze vorm van staatssteun is geoorloofd indien zij valt onder één van de vrijstellingsmogelijkheden zoals opgenomen in de vrijstellingsverordening. Het college moet dan deze subsidie melden bij de Europese Commissie via een zogeheten kennisgevingsprocedure. Valt de subsidie niet binnen de reikwijdte van deze vrijstellingsverordening, dan is voor de subsidie toestemming nodig van de Europese Commissie. Als de Europese Commissie de steun (subsidie) niet goedkeurt, dan moet het college overgaan tot weigering zoals bedoeld in art. 7 lid 1 onder a.
De weigeringsgrond in art. 7, lid 1 onder b betekent dat indien subsidie is aangevraagd en tegen die aanvrager is in verband met een andere reeds verleende subsidie een bevel tot terugvordering is uitgevaardigd, het college de aangevraagde subsidie kan weigeren.
Weigeringsgronden voor subsidies zijn denkbaar op drie niveaus.
Artikel 7 betreft in hoofdzaak het tweede niveau. Het geeft dan – in aanvulling op de Awb – algemene weigeringsgronden die altijd van belang zijn. Als een weigeringsgrond spreekt van ‘voor zover...’, betekent het dat de geconstateerde situatie niet tot weigering van de gehele subsidie hoeft te leiden, namelijk als de aanvraag, zou ze alleen de ‘onbesmette’ activiteiten hebben omvat, wel voor subsidie in aanmerking zou zijn gekomen.
Het tweede lid, aanhef en onder h, bepaalt ten slotte dat ook geweigerd kan worden ‘als de aanvrager een bij of krachtens deze verordening gestelde verplichting niet nakomt of niet voldoet aan een daar gestelde voorwaarde om voor de subsidie in aanmerking te kunnen komen’ – het derde niveau.
Als de Europese Commissie tot het oordeel is gekomen dat een subsidie niet in overeenstemming is met de artikelen 107 en 108 van het Verdrag betreffende de Werking van de Europese Unie, dan moet de verleende subsidie ingetrokken en teruggevorderd worden (inclusief rente). Het vierde lid geeft het college de bevoegdheid om hier uitvoering aan te geven.
Artikel 8, Verplichtingen subsidieontvanger
Artikel 4:37, eerste lid, van de Awb noemt een aantal verplichtingen die aan een subsidieontvanger kunnen worden opgelegd. De wet staat ook andere verplichtingen toe, maar eist daarvoor een basis in een wettelijk voorschrift; vandaar lid 1.
Artikel 11, Wijzigen en intrekken subsidie
De Awb geeft in de artikelen 4:48 – 4:51 een in beginsel gesloten stelsel van wijzigings- en intrekkingsgronden. Buiten de Awb zijn ook andere gronden voor intrekking mogelijk
geworden; het betreft met name ‘verboden staatssteun’ (het eerste lid) en de Wet Bibob (tweede lid).
Wijzigen of intrekken van een reeds verleende subsidie als blijkt dat die heeft geleid tot verboden staatssteun, is verplicht op grond van de artikelen 107 en 108 VWEU en het daarmee samenhangende beginsel van de ‘Unietrouw’, zo volgt uit de jurisprudentie van het Hof van Justitie van de EU.
Artikel 13, Verantwoording subsidies tot aan € 50.000,-
Bij de vaststelling van het uiteindelijke subsidiebedrag kan blijken dat dit bedrag lager uitvalt dan wat reeds aan voorschotten is betaald. Artikel 4:57 Awb voorziet dan in de mogelijkheid van terugvordering of verrekening.
In de hardheidsclausule is aangegeven op welke onderdelen van de regeling deze clausule van toepassing is. Deze hardheidsclausule is opgenomen omdat in uitzonderlijke gevallen vasthouden aan een termijn in de ASV of de toepasselijke subsidieregeling wegens bijzondere omstandigheden onevenredig kan zijn tot de daarmee te dienen belangen. Op grond van het eerste lid kunnen burgemeester en wethouders dan een andere termijn vaststellen.
Op grond van het tweede lid kunnen burgemeester en wethouders bovendien in een subsidieregeling een hardheidsclausule opnemen die ziet op nader in die subsidieregeling aangegeven bepalingen. De Een te treffen voorziening, die niet in de verordening of subsidieregeling is voorzien, dient altijd binnen de doelstellingen van de subsidie te passen.
Artikel 15, Inwerkingtreding en overgangsrecht
De nieuwe regeling is alleen van toepassing op de subsidies die betrekking hebben op activiteiten in 2018 of latere jaren, waarvoor de middelen ter beschikking worden gesteld met de begrotingen voor 2018 en later. De aanvragen voor jaarsubsidies voor 2018 moeten dan uiterlijk 1 juni 2017 zijn ingediend – zie artikel 5, eerste lid –. In de maanden na 1 juni kan er vervolgens op deze aanvragen worden beschikt; die subsidies kunnen dan alleen met een begrotingsvoorbehoud worden verleend, zie artikel 3.
In het voorgestelde derde lid wordt bepaald dat de oude subsidieverordening van toepassing blijft op de subsidies over 2017. Dat geldt ook voor de vaststellingsbeschikkingen die in 2017 nog moeten worden genomen en voor de beslissingen op bezwaarschriften die betrekking hebben op ‘oude’ subsidies, ook als ze pas na 1 januari 2018 kunnen worden genomen.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/gmb-2017-85425.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.