Gemeente Brummen - Evenementenbeleid

 

Kenmerk: BW16.0243

 

Burgemeester en wethouders van Brummen hebben besloten om de nota Evenementenbeleid vast te stellen. Dit besluit is ter kennisneming naar de gemeenteraad gestuurd.

 

Inwerkingtreding

Dag na publicatie met terugwerkende kracht tot en met 1 januari 2017, onder gelijktijdige intrekking van de Nota Evenementenbeleid gemeente Brummen 2013 (INT13.0332).

 

Nota Evenementenbeleid

 

1. Inleiding

In de gemeente Brummen worden regelmatig evenementen georganiseerd. Evenementen zijn belangrijk voor een gemeente. Ze dragen onder meer bij aan de ‘verlevendiging’ , zorgen voor een ‘platform’ waar burgers hun ‘sociale contacten’ kunnen onderhouden. Tevens zorgen evenementen in de regel voor extra besteding bij/in winkels, horeca en voor werkgelegenheid. Zij bepalen mede het imago van de gemeente: een gemeente waar het fijn wonen, werken en recreëren is. Evenementen moeten ook veilig worden georganiseerd. Veiligheidsaspecten moeten daarom vooraf worden geïnventariseerd en gecontroleerd. De gemeentelijke doelstelling bestaat daarom o.a. uit het vinden van een goede balans tussen stimuleren enerzijds en reguleren anderzijds.

 

 

1.1 Aanleiding 

Vanuit het bestuur is de wens geuit om initiatiefnemers een ‘podium’ te bieden voor het organiseren van evenementen. Met name vanuit de organisatoren is de behoefte ontstaan aan heldere kaders: wat mogen we van elkaar verwachten. Om die redenen wordt met deze nota het evenementenbeleid nader te geactualiseerd. Dit is een dynamisch document: het beleid zal dus, naar gelang daar behoefte aan is, met enige regelmaat geactualiseerd worden.

 

De afgelopen jaren hebben we de Brummense samenleving zien veranderen. Steeds meer mensen willen meedenken over onderwerpen die voor hen belangrijk zijn. Er is ook veel kennis, ervaring en daadkracht in Brummen waar we gebruik van kunnen en willen maken. Inwoners, ondernemers en maatschappelijke organisaties kunnen en willen veel vraagstukken zelf oplossen. We willen dan ook ruimte geven aan een samenleving die meer zelf wil oppakken. En helpen waar dat kan.

 

In deze nota wordt in hoofdzaak ingegaan op evenementen en de wijze waarop de gemeente Brummen hiermee omgaat. Ofschoon er een relatie is met onder meer drank en horeca-, alcoholmatiging-, standplaatsen-, markt-, reclame-, toerisme en recreatiebeleid, vallen deze onderwerpen in beginsel buiten de reikwijdte van voorliggende nota. Wel is zo veel als mogelijk ‘aansluiting’ gezocht bij, resp. voort geborduurd op eerder vastgestelde visies, c.q. beleid op de hiervoor genoemde terreinen.

 

Evenementen kunnen helaas ook leiden tot overlast op gebied van de openbare orde en veiligheid.  Niet zelden ondervindt de directe omgeving  bijvoorbeeld geluidsoverlast. Maar ook overlast als gevolg van mindere bereikbaarheid c.q. toegankelijkheid van woningen en/of andere bestemmingen. Een tijdelijke vermindering van parkeerplaatsen, verkeersopstoppingen en vervuiling c.q. beschadiging van de openbare ruimte zijn te beschouwen als (negatieve) gevolgen van een evenement.

 

Een evenement, dat niet past bij de gemeente of de locatie kan het imago van de gemeente nadelig beïnvloeden. Vandaar dat de gemeente ook meer en meer wenst te sturen op de vraag wat het evenement toevoegt (of afbreekt) aan de reputatie/imago van de gemeente. Hierbij zou bijvoorbeeld getoetst kunnen worden op de mate, waarin het evenement past bij de gekozen locatie qua omvang, of het woon- en leefklimaat op de locatie of in de omgeving van het evenement niet te sterk belast wordt.

 

 

1.2. Doelstelling evenementenbeleid

Het gemeentebestuur hecht veel belang aan het verlevendigen van de gemeente.  Initiatiefnemers willen we dus graag de gelegenheid geven om hieraan een positieve invulling te geven. Daar waar mogelijk zullen we ons uiterste best doen om initiatiefnemers een helpende hand te bieden. Met name als evenementen aansluiten bij onze kernwaarden: Veluwe, Natuur, Papier, Landgoederen en de IJssel.

 

Activiteiten bieden een aantoonbaar maatschappelijk belang voor de Brummense samenleving. De geplande activiteiten richten zich op het vergroten van de bekendheid van de gemeente Brummen en het stimuleren van de recreatie en toerisme in de gemeente Brummen. Dit komt ten goede aan de Brummense samenleving. Het is in samenhang daarmee dus ook van groot belang dat aandacht besteed wordt aan een goede promotie. Met de Stichting Visit Brummen Eerbeek is daarvoor een overeenkomst gesloten in de aanpak van gebiedsmarketing en ‘branding’.

 

Doel van het evenementenbeleid is ook te zorgen voor  (meer) evenwicht tussen de positieve effecten van evenementen en de leefbaarheid in de gemeente. Met het evenementenbeleid wordt ook beoogd, dat de huidige bestuurspraktijk, nader geformaliseerd wordt en ‘in lijn’ wordt gebracht met hetgeen in regionaal verband, op beleidsmatig niveau is vastgelegd (door overige betrokken partijen/hulpverleningsdiensten).

 

Daarnaast is het beleid zodanig geformuleerd, dat het voor een ieder (i.c. evenementenorganisatoren, betrokken hulpdiensten, burgers etc.) duidelijk is, hoe de gemeente om gaat met evenementen en in welke gevallen een aanvraag om vergunning/ontheffing leidt tot vergunningverlening, respectievelijk een weigering.

 

Subdoelen:

  • 1.

    Zorgen dat overlast zo veel als mogelijk beperkt wordt;

  • 2.

    Optimale spreiding van evenementen door het jaar heen en over diverse locaties;

  • 3.

    Een jaarlijkse evenementenkalender, aan de hand waarvan inzicht kan worden gegeven aan o.a. inwoners van de gemeente.

 

 

1.3 Rol van de gemeente 

 

Deze doelstelling vertaalt zich vervolgens in de gemeentelijke rollen zoals hieronder geschetst.

  • -

    Verbinder / faciliteerder

    In het Bestuursprogramma ‘Schakelen naar de toekomst’ is vastgelegd dat de rol van de gemeente gezien moet worden als verbindend, stimulerend en faciliterend. We richten ons op het beter zichtbaar maken en verbinden van bestaande en nieuwe initiatieven.

  • .

    Facilitering in vorm van een (project)subsidie

    Brummen heeft  zijn inwoners en bezoekers veel te bieden op het gebied van cultuur, recreatie, sport en toerisme en wil zich verder ontwikkelen tot een nog bruisender en levendiger gemeente.

    Om potentiële initiatiefnemers tegemoet te komen, kan het college een subsidie toekennen voor nieuwe (jaarlijkse) evenementen. De nadere regels hieromtrent zijn in de ‘Subsidieregeling evenementen Brummen’. 

  • .

    Facilitering Stichting Visit Brummen Eerbeek

    Met de Stichting Visit Brummen Eerbeek is overeengekomen dat zij invulling geven aan het lokaal gastheerschap.

  • .

    Facilitering door aan de Raad voor te stellen om de leges voor het in behandeling nemen van een vergunningaanvraag af te schaffen.

    Voor het in behandeling nemen van een aanvraag zijn normaliter leges verschuldigd. Om de organisatoren van evenementen enigszins tegemoet te komen is het college voornemens om aan de raad voor te stellen om geen leges meer te heffen voor de evenementenvergunningaanvraag.

    De kosten verbonden aan o.a. verkeersmaatregelen, Drank- en Horeca-ontheffing etc. blijven echter gehandhaafd. Voor 2017 zijn hiervoor de volgende bedragen vastgesteld (Legesverordening/ Tarieventabel 2017):

  • Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verlenen van een

    -  ontheffing als bedoeld in artikel 35 van de Drank- en Horecawet: € 25,10; -  een tijdelijke gebruiksvergunning (o.a. brandveiligheid tent) : € 82,45.

    Voor het treffen van verkeersmaatregelen (o.a. afsluiten openbare weg) € 39,45

     

     

     

  • .

    Evenementencoördinator

    Door de gemeente is een evenementencoördinator aangesteld. Deze coördinator is het aanspreekpunt voor de organisatoren. Hij/zij legt de verbinding tussen de organisatoren en de betrokken medewerkers van de gemeente en de evt. betrokken hulpdiensten.

    Contactgegevens coördinator: Ingrid Grouwstra, i.grouwstra@brummen.nl, 0575 – 56 82 33

  • .

    2016/2017: facilitering in vorm van verstrekken Nix18! Polsbandjes (zie hiervoor onder 2.3.2) en posters.

    De gemeente hecht er waarde aan het alcoholgebruik door 18-minners te voorkomen. Daarom zijn in 2016 zgn. NIX18! bandjes beschikbaar gesteld aan organisaties. Ook voor 2017 (zolang de voorraad strekt)  zullen wij deze ter beschikking stellen. Verder zal in 2017 steekproefsgewijs het alcoholgebruik door 18-minners gecontroleerd worden en met de organisatoren afgestemd worden.

  • .

    De gemeente als leverancier van voorzieningen t.b.v. evenementen

    De gemeente draagt zorg voor de (voorbereiding van) vergunningverlening en het toezicht op de verleende vergunningen/ontheffingen. Andere taken die bij de gemeente liggen zijn bijvoorbeeld het regelen van wegomleidingen c.q. het nemen van verkeersmaatregelen, het leveren van gemeentelijke voorzieningen, zoals dranghekken en evenementencontainers.  

    De gemeente is bereid om als proef 120 dranghekken beschikbaar te stellen. Deze kunnen gratis afgehaald worden wanneer aan de onderstaande voorwaarden wordt voldaan.

    Voorwaarden gratis dranghekken:

    • .

      De organisator haalt de dranghekken de werkdag vóór het evenement zelf op tussen 09:00 uur en 16:00 uur (met uitzondering van vrijdag dan tot 12:00 uur)

    • .

      De organisator brengt de dranghekken de werkdag ná het evenement zelf terug tussen 09:00 uur en 16:00 uur (met uitzondering van vrijdag dan tot 12:00 uur)

    •  

In alle andere gevallen kan de gemeente de dranghekken brengen en halen en dan zijn de kosten €2,80 per dranghek.

 

  • -

    Vergunningverlener en –handhaver

    De gemeente is in alle gevallen betrokken bij evenementen vanuit haar verantwoordelijkheid voor het verlenen van allerlei vergunningen, ontheffingen en dergelijke. Steeds vaker wordt daarbij ook het toezicht op het evenement en de handhaving betrokken. Aspecten zoals (brand-)veiligheid en gezondheid, milieuaspecten en openbare orde krijgen, zoals al aangegeven, steeds meer aandacht.

    En tot slot ook een rol als:

  • -

    Organisator: participeren of zelf tot stand brengen van een evenement.  

 

 

1.4 Burgerparticipatie/inspraak

 

Betrokkenen, waaronder evenementen-organisatoren, ondernemersverenigingen,  horecaondernemers, wijkraden zijn en blijven  uitgenodigd om hun wensen, eisen, voorstellen etc. kenbaar te maken. In februari hebben we een zgn. inspraakavond gehad. Diverse organisaties en burgers zijn hierbij aanwezig geweest. De input die hieruit naar voren is gekomen, is zo veel als mogelijk/ wenselijk verwerkt in voorliggende nota. 

 

 

1.5 Risico’s en veiligheid

 

Evenementen brengen veiligheidsvraagstukken met zich mee. De aanwezigheid van grote mensenmassa's op een relatief beperkt oppervlak vormt een veiligheidsrisico. Risico's kunnen er bijvoorbeeld zijn op het gebied van openbare orde en veiligheid, brandveiligheid, verkeer en vervoer en volksgezondheid. De veiligheid bij evenementen is van meerdere factoren afhankelijk, zoals de mate van voorbereiding, de locatie waar het evenement plaatsvindt en de professionaliteit van de evenementenorganisatie.

 

Daarnaast zijn er ontwikkelingen zichtbaar die om actualisatie van het beleid en de werkprocessen vragen. Hierbij kan worden gedacht aan:

- de veranderde houding van burgers ten opzichte van gezagsdragers en hulpverleners;

- de impact van ‘social media’ via internet (denk aan Project X Haren).

 

Om bovengenoemde redenen spelen het beheersen van risico’s en waarborgen van veiligheid een belangrijke rol in de voorliggende uitvoeringsnota.

 

Bij de vergunningverlening zal de gemeente ook de veiligheid van het publiek betrekken.. Crisissituaties zoals bij de Monstertruck in Haaksbergen willen we immers voorkomen. Vanuit de nota van bevindingen, opgesteld door de Veiligheidsraad, is een aantal aanbevelingen gedaan. Met name gericht op het herkenning en beheersen van bijzondere risico’s. Niet alleen bij bijvoorbeeld stunts, maar ook bij snel veranderende weersomstandigheden moet de gemeente/ vergunningverlener in staat zijn om de risico’s te herkennen en passende maatregelen voor te stellen. Daarvoor is expertise noodzakelijk. Daarom zal m.n. de inbreng van de hulpdiensten bij de vergunningverlening een cruciale rol spelen. Het is immers onze gezamenlijk taak zicht te krijgen op de evt. risico’s  van evenementen.

 

Regionale afstemming

Vanuit de Veiligheidsregio wordt gewerkt aan het harmoniseren van het evenementenbeleid binnen de regio. Bij hen is de opdracht neergelegd om, in samenwerking met alle betrokkenen, te komen tot een uniform evenementenkader: invoeren van een minimale basis set van gegevens (in de vorm van een standaard aanvraagformulier) en het uniformeren van de risicoscan.

 

Daar waar mogelijk is afstemming gezocht met het evenementenbeleid van omliggende gemeenten zodat we een zo groot mogelijke uniformiteit kunnen aanhouden. Daarbij moet u denken aan voorschriften op gebied van o.a. brandveiligheid, EHBO, Drank- en horeca etc.

Voorbeelden van de regionaal afgesproken voorschriften zijn in de bijlage 3 opgenomen.

 

De burgemeester heeft in het proces van de vergunningverlening een centrale rol. Hij moet een doorlopend zicht houden op de kwaliteit van de vergunningverlening. Tegelijkertijd moeten de behandelend ambtenaren zich er actief van vergewissen dat de organisator de risico’s kent en deze zodanig beheerst dat de openbare veiligheid niet in gevaar komt.

 

 

2. Vergunningverlening

 

2.1.1. Vergunningencheck

 

Om te kunnen bepalen of er sprake is van een ‘vergunningplichtig’ evenement, wordt momenteel gebruik gemaakt van een zogenaamde “vergunningencheck”. Dit is een checklist aan de hand waarvan bepaald kan worden of een vergunning nodig is, dan wel kan worden volstaan met een melding.

 

NB. Nu meer evenementen onder de meldingplichtige/vergunningsvrije categorie worden gebracht, wordt de huidige checklist geactualiseerd.

 

 

2.1.2. Categorisering

 

  • -

    Categorie 1: Vergunningsvrij (zie ook pagina 15)

 

  • -

    Categorie 2: Meldingsplichtig

zeer kleinschalig met akoestische muziek of slechts in beperkte mate mechanisch versterkte muziek. Hierbij kan gedacht worden aan kleinschalige klassieke concerten, kleine theaterproducties, straat- en buurtfeesten en dergelijke, resulterend in maximaal 75 dB(A) / 88 dB(C)

 

- Categorie 3: Vergunningplichtig  

3.1   kleinschalig (tot circa 500 toeschouwers) met lagere bronvermogens van de geluidsinstallaties. Het primaat bij een 3.1-evenement ligt bij de beleving van een feestelijke en gezellige uitgaansomgeving. In eerste instantie dient de muziek als achtergrond voor bezoekers, resulterend in maximaal 75 dB(A) / 88 dB(C)

  

3.2   grootschalig, tussen de 500 en 7.500 toeschouwers tegelijkertijd en/of met hoge bronvermogens van de geluidsinstallaties, resulterend in maximaal 80 dB(A) en 93 dB(C) op de aanwezen meetplekken.

 

  3.3  zeer grootschalig, meer dan 7.500 toeschouwers tegelijkertijd en/of met hoge bronvermogens van de geluidsinstallaties, resulterend in maximaal 85 dB(A) en 98 dB(C) op de aanwezen meetplekken.

Bijvoorbeeld de pinkstermarkt of een dancefeest. Een dergelijk evenement heeft een groot fysiek ruimtebeslag, met name vanwege de grote publieksaantallen; er zijn maar weinig locaties waar voldoende ruimte is voor dit soort evenementen.

 

Voorschrift geluidsmeting

Het maximale geluidsniveau (LAeq) van de muziek en/of apparaten mag, gemeten op 1,5 meter uit de gevel van dichtstbijzijnde woningen of op 50 meter van de geluidsbron, op 1,5 meter hoogte niet meer bedragen dan de hiervoor per categorie evenement genoemde dB(A) en dB(C)’s.

 

 

2.1.3 Meerjarenvergunning

 

Sinds enige jaren kon de burgemeester, in het kader van deregulering, categorieën aanwijzen waarvoor een meerjarige vergunning verleend kon worden. In het kader van openbare orde en veiligheid is dit echter niet meer gewenst (zie ook onder 1.5)

Vanaf 2016 worden daarom geen meerjarenvergunningen meer verstrekt.

Met de organisatoren van nog lopende meerjaren vergunningen is afgestemd wat dit voor hen betekent. Al het mogelijke is gedaan om  de administratieve handelingen voor de organisatoren tot een minimum kunnen beperken. Vanuit de organisaties is begripvol gereageerd op deze maatregel.

 

 

2.1.4 Samenvallende evenementen en festiviteiten

Als er aanvragen binnenkomen die bij gezamenlijk doorgaan kunnen leiden tot onoverkomelijke

bezwaren, moet een goede afweging worden gemaakt. Denk hierbij bijvoorbeeld aan

problemen in het kader van het toezicht op openbare orde en veiligheid en verkeersproblemen.

Een oplossing kan zijn dat de organisatoren van de desbetreffende evenementen benaderd worden met het verzoek te bezien of verplaatsing van het evenement naar een andere datum tot de mogelijkheden

behoort. Indien dit geen resultaten oplevert, kan een vergunning geweigerd worden.

Als uitgangspunt hierbij geldt dan dat een jaarlijks terugkerend evenement voor een nieuw te

organiseren evenement gaat. Evenementen die aansluiten bij onze kernwaarden krijgen ook voorrang.  In overige gevallen geldt het principe van volgorde van binnenkomst van de aanvraag.

 

Regionale afstemming

Als een evenement in de categorie B of  C evenement (zie hieronder : risico evenement) valt, wordt ook regionaal gekeken of de inzet van de regionale hulpdiensten verzekerd is. Als inzet vanuit die organisaties niet gegarandeerd kan worden, kan het zijn dat een vergunning niet verleend kan worden.

 

 

2.1.5 Risicoscan evenementen

 

Regionaal wordt het uitgangspunt gehanteerd, dat - qua categorieën evenementen - aansluiting wordt gezocht bij het regionale evenementenbeleid (en de bijbehorende risicoscan). In beginsel wordt onderscheid gemaakt tussen de volgende categorieën:

  • 1.

    Reguliere evenementen (A evenement’);

  • 2.

    Aandachtevenementen (B evenement);

  • 3.

    Risico evenementen   (C evenement). 

 

De risico evenementen worden afgehandeld, conform het regionale evenementenbeleid (Handreiking Multidisciplinair Evenementenbeleid). Concreet betekent dit, dat het Veiligheidsbureau (VNOG) de advisering, risico inventarisatie en een multi-draaiboek voor haar rekening neemt. De gemeente voert de regie. Onder risico evenement wordt verstaan: een evenement, waarvan aard of de publieksaantrekkelijke werking - vanuit oogpunt van de openbare orde, veiligheid of gezondheid - dusdanig risicovol is, dat zonder nadere regels niet in de borging van de veiligheid kan worden voorzien.

Met betrekking tot de reguliere en aandacht evenementen is het regionale evenementenbeleid niet van toepassing. In deze gevallen maakt de gemeente Brummen van de voorschriften die vanuit de Politie, Brandweer en GHOR zijn vastgesteld.

Wanneer een evenementenvergunningaanvraag wordt ingediend, wordt een ‘risicoscan’ toegepast. De risicoscan is een instrument (van het VNOG), waarmee op basis van een ruimtelijk, activiteiten- en publieksprofiel evenementen naar ‘zwaarte’ geclassificeerd worden. De classificatie heeft als doel om in een vroegtijdig stadium inzicht te krijgen in de mogelijke risico’s van het evenement en de benodigde capaciteit van de gemeenten en hulpverleningsdiensten voor de voorbereiding en uitvoering van het evenement.

 

2.1.6 Regionale evenementenkalender

 

De evenementen, geclassificeerd als aandacht- en risico evenement worden opgenomen in de regionale evenementenkalender. Via de kalender hebben politie, brandweer en overige hulpverleningsdiensten overzicht van de activiteiten, die plaatsvinden in de regio. Daarnaast wordt de kalender ook gebruikt om te voorkomen, dat meerdere grotere evenementen op eenzelfde moment in de regio worden gehouden/georganiseerd.

 

 

2.1.7 Publicaties verleende evenementenvergunningen

 

Alle verleende evenementenvergunningen (inclusief de in dit kader genomen verkeersmaatregelen/-besluiten worden wekelijks gepubliceerd in een gemeentelijk huis-aan-huis blad en via de gemeentelijke website.

 

 

2.2 Het juridisch kader

 

2.2.1. APV 

 

De burgemeester is vanuit diens functie verantwoordelijk voor de openbare orde en veiligheid en het beschermen van de gezondheid van de bevolking. De regels, die de gemeente verbindt aan evene-menten zijn vastgelegd in de Algemene plaatselijke verordening (m.n. in Hoofdstuk 2 afdeling 7 APV). De APV  van de gemeente Brummen bepaalt o.a., dat het verboden is om zonder vergunning van de burgemeester een evenement te organiseren. Onder evenement wordt verstaan elke voor publiek toegankelijke verrichting van vermaak, met uitzondering van: 

  • 1.

    Bioscoopvoorstellingen (in bioscoop, openlucht voorstellingen worden wel onder ‘evenement’ gerangschikt);

  • 2.

    Markten als bedoeld in de Gemeentewet en de APV

  • 3.

    Kansspelen als bedoeld in de Wet op de kansspelen;

  • 4.

    Dansgelegenheden in de zin van de Drank en horecawet;

  • 5.

    Betogingen, samenkomsten, herdenkingen en vergaderingen als bedoeld in de Wet openbare manifestaties;

 

NB. In de APV wordt geen onderscheid gemaakt tussen evenementen op publieke en private terreinen. Betreft de locatie een privaat terrein, dan is uitsluitend sprake van een evenement voor zover het gaat om een al dan niet met enige beperking voor publiek toegankelijke activiteit. Besloten privé feesten worden niet als evenement beschouwd.

 

 

2.2.2. Overige van toepassing zijnde APV voorschriften

Naast deze hierboven genoemde specifieke evenementenartikelen zijn vaak nog andere bepalingen uit de APV van belang. Hierbij kan worden gedacht aan de voorschriften, gelieerd aan de Drank en Horecawet. Ook andere regelingen kunnen van toepassing op (het reguleren van) evenementen, zoals onder meer de Wet ruimtelijke ordening,  de Wet op de Kansspelen, de Wegenverkeerswet, de Bouwverordening en Brandveiligheidverordening. (Zie ook paragraaf 2.3. Overige wet- en regelgeving en bijlage 1).

 

 

2.3. Overige wet- en regelgeving 2.3.1. Wet ruimtelijke ordening (Wro) / Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) / Besluit omgevingsrecht (Bor).  

 

Het organiseren van evenementen past veelal niet binnen het bestemmingsplan, uitgezonderd speciaal daartoe aangewezen terreinen. Evenementen kunnen derhalve niet zomaar overal worden gehouden. Als evenementen terugkerend zijn, moet hiervoor iets geregeld worden in planologische zin.

 

In de Wet algemene bepalingen omgevingrecht (Wabo) en het Besluit omgevingsrecht (Bor) is een regeling opgenomen, die voorziet in de mogelijkheid om hieraan - in afwijking van het bestemmingsplan - medewerking te verlenen. Artikel 4, lid 11, bijlage II Bor voorziet in de mogelijkheid om voor jaarlijks terugkerende evenementen een omgevingsvergunning voor een planologische afwijking te verlenen van de (gebruiks-) bepalingen van het bestemmingsplan.

 

 

2.3.2. Drank- en horecawet

 

Voor het mogen schenken c.q. verstrekken van zwak alcoholische drank (op de openbare weg) is een ontheffing noodzakelijk op grond van artikel 35 van de Drank- en Horecawet. Deze ontheffing kan worden verstrekt bij bijzondere gelegenheden van tijdelijke aard (maximaal twaalf aaneengesloten dagen). Indien evenementen worden gehouden in een inrichting, als bedoeld in de DHW, vervalt in de regel de evenementenbepaling van de APV. De burgemeester kan tijdens een bijzondere gelegenheid - zoals een evenement - ontheffing verlenen van de DHW, mits verstrekking van alcohol geschiedt onder onmiddellijke leiding van een leidinggevende en deze bij voorkeur  beschikt over een Verklaring Sociale Hygiëne.

 

Conform eerder regionaal afgesproken over schenken:

Schenken zwakalcoholhoudende drank, gelet op artikel 35 Drank- en Horecawet

A. De burgemeester weigert de ontheffing:

- indien het schenken van alcohol naar het oordeel van de burgemeester niet past binnen het karakter van het evenement of de activiteit (bijv. sportevenementen, een kinderspelmiddag|) en het gaat om evenement die zich met name richten op de jeugd onder de 18 jaar;

- indien het verlenen van de ontheffing naar het oordeel van de burgemeester gevaar oplevert voor de openbare orde en veiligheid.

 

B. Gedurende de tijd dat van een ontheffing gebruik wordt gemaakt moet er voor het publiek telkens alcoholvrije drank beschikbaar zijn.

 

C. Het schenken van de zwakalcoholhoudende drank is slechts toegestaan vanaf 13.00 uur.

Per evenement kan de burgemeester besluiten om de schenkperiode van zwakalcoholhoudende drank verder te beperken.

 

D. Het schenken van zwakalcoholhoudende drank is in principe niet toegestaan in breekbare glazen, bekers of flesjes.

 

E. Zwakalcoholhoudende drank mag niet gratis worden verstrekt, ook verkoop bevorderende activiteiten van alcoholhoudende drank (happy hours of alcohol goedkoper dan frisdrank) zijn niet toegestaan.

 

F. Per evenement of evenementenlocatie kan een maximum worden gesteld aan het aantal tappunten.

 

G. Tijdens optochten is geen alcoholhoudende drank toegestaan op de wagens.

 

H. De burgemeester kan, voor zover bijzondere omstandigheden daartoe aanleiding geven, gemotiveerd afwijken van deze beleidsregels. Voor de enkele traditionele/ historische evenementen wordt al enige jaren afgeweken van gestelde onder lid c, bijvoorbeeld voor  de St. Jansgilde: kermismaandag vogelschieten.

 

 

NIX18

 

Vanwege het feit dat (overmatig) alcoholgebruik op jonge leeftijd zowel op korte als op lange termijn schadelijk  is, willen we voor jongeren onder de 18, het verkrijgen van alcohol minder gemakkelijk maken. Hierop zal ook handhavend worden opgetreden.

 

Als er geen leeftijdsgrens gehanteerd wordt voor het evenement, zal de organisator ervoor moeten zorgen dat het duidelijk is wie 18+ is, dus aan wie alcoholhoudende drankjes verstrekt mag worden. Dit d.m.v. bijvoorbeeld gebruik te maken van de zgn. ‘nix18”-polsbandjes.

 

Voor evenementen die in 2016 georganiseerd werden heeft de gemeente hierin gefaciliteerd door het beschikbaar stellen van polsbandjes en posters. Dit zal in 2017 doorgezet worden zolang de voorraad strekt.

 

 

2.3.3. Besluit Horeca-, sport en recreatieve inrichtingen milieubeheer

 

De bedrijven, die genoemd worden in het “Besluit Horeca-, Sport-, en Recreatie-inrichtingen milieu-beheer” vervullen vaak een maatschappelijke functie bij de viering van bepaalde festiviteiten. Omdat het dan niet altijd mogelijk zal zijn aan de gestelde geluidsvoorschriften te voldoen, biedt het Besluit de mogelijkheid dat de gemeenteraad bij verordening vaststelt gedurende welke dagen of dagdelen de gestelde geluidsvoorschriften niet gelden. De aanwijzing van de dagen of dagdelen geeft elk bedrijf (dat onder het Besluit valt) in beginsel de gelegenheid hiervan te profiteren. Van deze mogelijkheid kan bijvoorbeeld gebruik worden gemaakt tijdens carnaval of overige culturele-, sport- en recreatieve manifestaties/evenementen (ook wel aangeduid als “collectieve festiviteiten”).

 

In de APV is geregeld, dat het college per kalenderjaar collectieve festiviteiten kan aanwijzen, waar-voor de geluidsnormen uit het Besluit niet gelden, gedurende de daarbij aan te wijzen dagen c.q. dagdelen. In de afgelopen jaren zijn door het Brummense college als collectieve festiviteiten o.a. aangewezen: Koningsdag en het oud- en nieuwjaarsfeest.

 

 

3. Kaders/categorisering 

 

Evenementen worden ingedeeld in drie categorieën. Niet elk evenement veroorzaakt immers evenveel hinder en behoeft dezelfde aandacht bij vergunningverlening en toezicht/handhaving. Maatstaf voor de indeling vormt de zogenaamde ‘belasting’ voor de omgeving (en een gerichte actie van de gemeente). ‘Belastende’ evenementen zijn in ieder geval evenementen, die gelet op hun aard, omvang, geluidsproductie, eindtijden en/of door deelname van de horeca aan het evenement een aanwijsbare impact hebben op de omgeving.

 

Categorie 1: vergunningsvrije evenementen

Het betreft hier kleinschalige evenementen, die nauwelijks tot geen hinder veroorzaken voor de omgeving. Deze evenementen worden aangemerkt als ‘klein’ evenement en behoeft geen vergunning, mits ze voldoen aan de volgende voorwaarden (APV hoofdstuk 2, afdeling 7)::

a. Het aantal aanwezigen bedraagt minder dan 100 personen.

b. Het evenement vindt plaats tussen 09:00 en 24:00 uur.

c. Er wordt geen muziek ten gehore gebracht na 23:00 uur.

d. Het evenement vindt niet plaats op de rijbaan, (brom)fietspad/voetpad of vormt anders zins een belemmering voor het verkeer en hulpdiensten.

e. Er worden slechts kleine objecten (bijvoorbeeld partytenten) geplaatst met een totaal oppervlakte van minder dan 50 m2.

f.  Het evenement vindt  niet plaats op de zondag vóór 13:00 uur.

g. Er hoeven geen doorgaande  wegen afgesloten te worden c.q. verkeersmaatregelen getroffen te worden.

h. Er is een organisator.

i.  Er geen sprake is van verkoop/schenken van alcohol.

 

Categorie 2: meldingsplichtige evenementen

Het betreft hier kleinschalige evenementen, die nauwelijks tot geen hinder veroorzaken voor de omgeving, maar waar de gemeente wel genoodzaakt is om een eenvoudige verkeersmaatregel te treffen, zonder de noodzaak van een wegomleiding (bijvoorbeeld het afsluiten van een of meerdere wegen). Deze evenementen worden eveneens aangemerkt als ‘klein’ evenement en behoeven slechts ‘gemeld’ te worden. Voorwaarde is, dat zij wel voldoen aan de criteria, zoals gesteld onder categorie 1, met uitzondering van de bepaling onder g en met de volgende aanvullende voorwaarde:  

 

  • -

    De organisator dient uiterlijk 21 dagen, voorafgaande aan het evenement daarvan, melding te doen aan de burgemeester.

 

Het melden van een dergelijk evenement is nodig om de gemeente in staat te stellen om tot een gedegen besluitvorming te komen, te voldoen aan de publicatieplicht met bieden van mogelijkheid tot bezwaar indienen en, bij benodigde wegafsluitingen,  ‘tijdig’ verkeersmaatregelen te (kunnen) treffen.

  

Categorie 3: vergunningsplichtige - evenementen

Evenementen, die een belasting vormen voor de omgeving, zijn vergunningplichtig. Het betreft hier met name de grotere evenementen met (veelal) muziek, zowel versterkt als onversterkt, waarbij veelal maatregelen voor de verkeers- en brandveiligheid en maatregelen ter voorkoming van problemen met de openbare orde e.d. moeten worden getroffen.  Waarbij er vaak sprake is van de verkoop van alcohol via 1 of meerdere tappunten. De toegestane norm is afhankelijk van de categorie en zal in de evenementenvergunning worden vastgelegd.

Per evenement zullen indien nodig aanvullende voorschriften worden opgenomen, zoals over de wijze van de opstelling van de geluidsboxen, podia e.d.. Hierdoor zal de geluidshinder voor de omgeving beperkt kunnen worden.

Een vergunningaanvraag wordt beoordeeld op de in de APV opgenomen criteria: openbare orde, openbare veiligheid, volksgezondheid en bescherming milieu.

 

 

3.1. Maximum stelsel 

 

Een juiste balans vinden tussen enerzijds het laten plaatsvinden van een evenement en anderzijds het beperken van de hiermee gepaard gaande overlast naar de directe omgeving, is de uitdaging waar de gemeente voor staat. Zo zijn er locaties aanwijsbaar – o.a. het Marktplein te Brummen – waar als gevolg van een evenement, de nodige (verkeers)voorzieningen getroffen moeten worden. Hierbij kan onder meer worden gedacht aan het zorg dragen voor diverse wegomleidingen, met als gevolg dat de bereikbaarheid van o.a. winkeliers en bewoners minder wordt. Het omliggend gebied krijgt dan te maken met omgeleid verkeer, dat door minder geschikte woonstraten moet. De impact op de omgeving is relatief groot. De druk op de omgeving is dan zodanig, dat enige terughoudendheid met het ongelimiteerd toestaan van evenementen op deze locaties op zijn plaats is.

 

De opgave is nu om enerzijds de mogelijkheid te geven c.q. randvoorwaarden te scheppen om evenementen te kunnen (blijven) organiseren en anderzijds de overlast zo adequaat mogelijk te beperken voor de directe omgeving.

 

Binnen de gemeente Brummen zijn twee locaties bekend, waarop evenementen worden georgani-seerd, die de nodige impact hebben op de omgeving. Om deze impact op de omgeving enigszins te beheersen, wordt voorgesteld om het aantal evenementen op deze locaties te maximaliseren. Het gaat dan heel expliciet om evenementen, waarvoor het nodig is om bepaalde wegen/pleinen voor minimaal een dag volledig af te sluiten. Het gaat heel concreet om het Marktplein te Brummen en de Stuijvenburchstraat te Eerbeek.

 

Met betrekking tot de genoemde pleinen wordt voor vergunningplichtige evenementen per categorie in principe een maximum ingesteld van :

vergunningplichtig categorie 3.1 (kleinschalig)  : 10

vergunningplichtig categorie 3.2 (grootschalig) : 5

vergunningplichtig categorie 3.3 (zeer grootschalig: 3

Evenementen die aansluiten bij onze kernwaarden verdienen hierbij de voorkeur.

Het college behoudt zich het recht voor om, indien gewenst, af te wijken van deze gestelde maxima.

 

Voor zover in de praktijk situaties voordoen, dat het maximum op het Marktplein resp. Stuijvenburch-straat overschreden dreigt te worden, zal in contact worden getreden met de evenementenorganisator van het evenement om nader te bespreken welke alternatieve locaties voor handen zijn.  Daarnaast zal bij de beoordeling van (concept)vergunningaanvragen voor (zeer) grootschalige evenementen nadrukkelijk gekeken worden naar het moment, waarop de evenementen gehouden worden. We willen deze zo veel als mogelijk  ‘spreiden’. Concreet betekent dit, dat we voor die twee categorieën in principe een periode van minimaal 4 weken aanhouden als tijd/periode tussen twee evenementen. Hiermee voorkomen we, dat in een kort tijdsbestek meerdere (zeer) grootschalige evenementen achter elkaar georganiseerd worden op een en dezelfde locatie, waardoor de druk op de omgeving ‘onverantwoord’ groot wordt.

 

 

3.2. Aanvangs- en sluitingstijden

 

Overlast als gevolg van een evenement zal op de doordeweekse avonden en nachtelijke uren (van zondag tot en met woensdag) eerder als overlast worden ervaren dan op de donder- t/m zaterdagen.

Aanvangstijden:

  • .

    Op maandag t/m zaterdag is een start van een evenement voor 8.00 uur niet toegestaan;

  • .

    Op zondag is een start van een evenement voor 13.00 uur niet toegestaan, tenzij ontheffing van de Zondagswet is verleend.

 

Indien een evenement meerdere dagen duurt, geldt het hiervoor genoemde voor elke dag van het evenement. Afhankelijk van het evenement kan met toestemming van het bestuursorgaan voor aanvang worden gestart met de opbouw.

 

Sluitingstijden: Met het hanteren van sluitingstijden wordt bewerkstelligd, dat het voor een ieder duidelijk is wanneer een evenement is afgelopen. De organisator van een evenement, maar ook omwonenden weten op welk tijdstip de muziek moet stoppen. Bovendien beperkt het de overlast, die een evenement met zich mee kan brengen. Het hanteren van geleidelijke sluitingstijden bevordert een rustiger en geleidelijker afloop van het evenement en heeft als voordeel dat het publiek geleidelijk en rustig het terrein verlaat.  

  

  • Zondag t/m donderdag

    vrijdag en zaterdag en (dag voorafgaande aan) de algemeen erkende feestdagen [1]

    23:30 uur einde muziek en drankverstrekking[2]

    00:30 uur einde muziek en drankverstrekking2

    24:00 uur einde evenement

    01:00 uur einde evenement

 

Indien een evenement meerdere dagen duurt, geldt het hiervoor genoemde voor elke dag van het evenement. Als algemeen erkende zon- en feestdagen worden beschouwd: Hemelvaartsdag, eerste en tweede Kerstdag, eerste en tweede Paasdag, eerste en tweede Pinksterdag, Nieuwjaarsdag en Koningsdag. De burgemeester kan, indien de omstandigheden zich daartoe lenen, afwijken van de bovengenoemde tijden.

[1]Met uitzondering van kermis, oranjefeesten en oud en nieuw (eindtijd 2.00 uur)

[2] Deze tijden dienen afgestemd te zijn op de te hanteren tijden in de ontheffing DHW, voor zover van toepassing

 

 

3.3. Evenementenkalender  

 

Naast de regionale evenementenkalender (ivm regionale afstemming) werken we met een lokale kalender. Deze kalender geeft inzicht in waar en wanneer, welke publieksevenementen plaatsvinden. In de regel zal deze kalender voornamelijk de reguliere evenementen bevatten. Ze is er enerzijds voor de afstemming van evenementen, anderzijds om belanghebbenden vroegtijdig te kunnen informeren over aankomende evenementen.

 

In de kalender zullen bekende jaarlijkse evenementen voortdurend gepubliceerd worden. Daarnaast zal inzicht gegeven worden over lopende aanvragen voor welke periode van het jaar zodat potentiële organisatoren inzicht krijgen in wanneer welke evenementen reeds plaats vinden of waarvoor een vergunning is aangevraagd.

 

 

3.4. Publiciteit/reclame 

 

Volledigheidshalve wordt in het kader van publiciteit/reclame inzake een evenement, verwezen naar het Brummens reclamebeleid.

 

 

3.5. Verkeersmaatregelen/verkeersregelaars

3.5.1 Verkeersmaatregelen

Indien een evenement plaatsvindt op de openbare weg kan het voorkomen dat de rijweg moet worden afgezet en tijdelijk voor het verkeer wordt afgesloten. De gemeente beoordeelt bij de aanvraag aan de hand van een overgelegde verkeersplan of zich onaanvaardbare belemmeringen voordoen voor bewoners, hulpdiensten en/of vervoersbedrijven.

Indien bij de aanvraag geen verkeersplan is bijgevoegd, wordt de aanvraag opgeschort en wordt de aanvrager in de gelegenheid gesteld  deze alsnog aan te leveren.

Besluiten omtrent tijdelijke verkeersmaatregelen worden indien mogelijk tenminste een week voorafgaande aan het evenement gepubliceerd.

 

De te treffen verkeersmaatregelen moeten voldoen aan de wettelijke voorschriften. De gemeente blijft, als wegbeheerder, te allen tijde aansprakelijk. De wegafzetting dient geplaatst te worden conform het door de gemeente goedgekeurde verkeersplan en moet voldaan aan de  wettelijke normen die zijn vastgelegd in de Wegenverkeerswet en CROW-publicatie 96b.

 

De zorg voor de realisatie van wegafzettingen ligt bij de vergunninghouder van het evenement. Via toezicht controleert de gemeente of alles conform de wettelijke- en vergunningsvoorschriften wordt/is uitgevoerd.

 

3.5.2 Verkeersregelaars en verkeerscirculatie

Bij iedere activiteit op of aan de openbare weg waarbij het verkeer voor de veiligheid van de deelnemers, bezoekers en overige weggebruikers geregeld moet worden, zijn verkeersregelaars vereist. Of er verkeersregelaars moeten worden ingezet, wordt door de gemeente (eventueel in overleg met de politie) bepaald.

 

Het werven van verkeersregelaars en het afsluiten van een verzekering (conform de Regeling Verkeersregelaars) valt onder de verantwoordelijkheden van de vergunninghouder.

 

Bij evenementen waarbij meerdere wegafzettingen en/of overige verkeersmaatregelen nodig zijn, moet de organisator bij de aanvraag voor een evenementenvergunning een verkeerscirculatieplan en/of postenplan overleggen. Het verkeerscirculatieplan en/of postenplan wordt voor advisering aangeboden aan de betrokken adviseurs.

 

3.5.3 Parkeren en bereikbaarheid

Met betrekking tot parkeren en bereikbaarheid kunnen, indien noodzakelijk, voorschriften worden opgenomen in de vergunning. Vooral bij grote(re) evenementen vormt parkeren en bereikbaarheid een belangrijk aandachtspunt. Aan de aanvrager kan worden verzocht zijn/haar aanvraag aan te vullen met een concreet parkeerplan. De vergunninghouder is verantwoordelijk voor voldoende en adequate parkeergelegenheid voor bezoekers.

Bij de parkeergelegenheid moeten medewerkers van de organisatie aanwezig zijn om het parkeren in goede banen te leiden en toezicht te houden. Ook moet de vergunninghouder zorgen voor voldoende bewegwijzering naar de parkeergelegenheid.

De hulpdiensten moeten te allen tijde vrije doorgang hebben en omwonenden mogen gedurende het evenement geen onevenredige overlast ondervinden van geparkeerde auto's van bezoekers.

 

Het heffen/ innen van parkeergelden voor parkeren in  openbare ruimten is niet toegestaan.

 

 

3.6 Volksgezondheid

 

Regionaal zijn voorschriften afgesproken over aanwezigheid van EHBO, toiletvoorzieningen etc.

De organisator dient in het kader van de vergunning verder te voldoen aan de algemene richtlijnen voor publieksevenementen van het Landelijk Centrum voor Hygiëne en Veiligheid (LCHV). De volledige richtlijnen zijn beschikbaar via www.lchv.nl.

 

 

3.7  Circussen

Een circus is een reizend gezelschap dat optreedt in een grote tent en bestaat uit optredens van acrobaten, jongleurs, clowns, dierentemmers en goochelaars. In het laatste decennium van de 20ste eeuw zijn er door een aantal circussen doorontwikkelingen gemaakt naar circustheater. Deze circusgroepen combineren circus met muziek, zang, dans en comedy. De gemeente staat een circusgezelschap waarbij ook wilde dieren betrokken dan wel aanwezig zijn, niet toe.

 

 

3.8 Sportgala’s

 

Sportwedstrijden, sportgala’s of sporttoernooien die niet worden georganiseerd door een bij de NOC*NSF aangesloten sportbond of een bij een dergelijke bond aangesloten vereniging worden gezien als een evenement. Hier dient de organisator dus een evenementenvergunning voor aan te vragen.

 

 

3.9 Vechtsportwedstrijden

 

Een vechtsportwedstrijd of vechtsportgala wordt altijd gezien als een evenement. Hiervoor dient daarom altijd een evenementenvergunning voor aangevraagd te worden. Organisatoren van vechtsportwedstrijden moeten daarnaast altijd aangesloten zijn bij de NOC*NSF.

 

 

4. Procedure vergunningaanvraag

 

 

4.1. De aanvraag

Per evenement is één organisator (eind)verantwoordelijk voor de totale gang van zaken tijdens het evenement. In de regel vraagt de organisator een evenementenvergunning (op grond van artikel 2:25 APV) aan bij/aan de burgemeester. Dit doet hij/zij middels een door de gemeente beschikbaar gestelde aanvraagformulier. Via onze website is digitale aanvraag op een zo eenvoudige wijze mogelijk gemaakt. Hij/zij levert alle gegevens aan, die noodzakelijk zijn voor een goede beoordeling van de aanvraag en vormt het aanspreekpunt voor hulpdiensten. De gemeente Brummen hanteert een eigen (digitaal) aanvraagformulier, waarop tevens staat vermeld welke gegevens nodig zijn.

 

Het kan voorkomen, dat naast een evenementenvergunning ook een of meerdere andere (al dan niet gemeentelijke) toestemmingen (i.c. vergunningen/ontheffingen) nodig zijn. Hierbij kan onder andere worden gedacht aan een tijdelijke gebruiksvergunning, een ontheffing o.g.v. (artikel 35) Drank- en Horecawet, een melding/vergunning o.g.v. Wet op de Kansspelen, melding reclame-uitingen.

 

Om ervoor zorg te dragen, dat alle benodigde toestemmingen – voor zover mogelijk - gelijktijdig worden aangevraagd, wordt reeds tijdens een eerste intake gesprek, dan wel via het evenementen-vergunningaanvraag-formulier een aanvrager hierop geattendeerd en wordt hij/zij zo veel als mogelijk gestimuleerd om zijn aanvragen/verzoeken gelijktijdig in te dienen.

 

Daarnaast is de insteek om alle benodigde, resp. aangevraagde toestemmingen t.b.v. één en hetzelfde evenement integraal te behandelen, resp. te beoordelen. Hiermee wordt zo veel als mogelijk voorkomen, dat de ene toestemming wel wordt verleend, terwijl een andere dient te worden geweigerd. Daarnaast wordt hiermee bereikt, dat mogelijke - aan de toestemmingen te verbinden voorschriften - niet tegenstrijdig zijn (aan elkaar).  

 

 

4.2 Vooroverleg

 

Indien gewenst kan een organisator van een evenement om een vooroverleg verzoeken. Een vooroverleg kan ook op initiatief van de gemeente plaatsvinden, bijvoorbeeld op grond van ervaringen uit het verleden of omdat er een onduidelijk verzoek wordt ingediend. In het vooroverleg kunnen verschillende onderdelen worden besproken, zoals locatiebepaling, (brand)veiligheid, mogelijke overlast en mogelijke samenloop met andere evenementen.

 

 

4.3 Termijnen

 

Het afhandelen van een vergunningaanvraag kost tijd voor zowel de gemeente als voor de lokale en/of regionale hulpdiensten. De indieningstermijn is van belang voor een zorgvuldige afhandeling van de vergunning te waarborgen.

 

 

Aspecten die hierbij aan de orde komen zijn:

  • .

    voldoende tijd voor het uitzetten van een adviesaanvraag aan de hulpdiensten (politie, brandweer, GHOR of Veiligheidsregio);

  • .

    externe afstemming met de hulpdiensten over de inzetbaarheid van hulpdiensten (capaciteitsvraagstuk);

  • .

    interne afstemming met het Team van o.a. Handhaving en Beheer;

  • .

    voldoende tijd om het openbaar vervoer te informeren over mogelijke wegafzettingen en/of omleidingen zodat hierop tijdig geanticipeerd kan worden (voorkomen van vertraging of uitval van het openbaar vervoer);

  • .

    voldoende tijd om besluiten op tijd te publiceren, zodat belanghebbenden in de gelegenheid worden gesteld om evt. bezwaar te kunnen maken.

     

 

Voor organisatoren lijkt de gestelde termijn wellicht onnodig  lang. Zoals hierboven reeds genoemd is de periode noodzakelijk. Zeker in relatie met de beschikbare capaciteit. Bij de beoordeling is immers niet alleen de gemeentelijke organisatie betrokken maar vooral ook de hulpdiensten en andere  externe partijen. Daarnaast gelden er  wettelijke verplichtingen. Een goede beoordeling van de aanvraag kost dus  tijd. De noodzaak van voldoende informatie voor de beoordeling van de aanvraag en het afwegen van de risico’s is immers in ieders belang.

 

4.3.1 Meldingstermijn

Omdat meldingen door de cumulatie met andere meldingen en/of vergunningen impact kunnen hebben op de inzet van de hulpdiensten en de te treffen maatregelen, is het van belang dat deze tijdig worden gemeld bij de gemeente. De bestaande indieningstermijn voor een melding is minimaal 21 dagen en maximaal 26 weken voorafgaand aan het evenement (Artikel 2:25a, lid 2 APV).

 

4.3.2 Indieningstermijn evenementenvergunning

De indieningstermijn voor een evenementenvergunning is acht weken (artikel 1:2 APV). Als bij een evenement de inzet van de politie/hulpdiensten gewenst/noodzakelijk is, moet de vergunning minstens 12 weken van te voren aangevraagd worden.

Deze termijn kan zo nodig met maximaal acht weken worden verlengd.

 

4.3.3 Consequentie van (te) late indiening

Ingevolge artikel 1:3 APV kan een vergunning of ontheffing door het bevoegde gezag worden geweigerd indien de aanvraag voor een vergunning of ontheffing niet binnen de gestelde termijn is ingediend. Dit betekent concreet dat de vergunningsaanvraag kan worden geweigerd. Het is ter beoordeling van het bestuursorgaan of bij termijnoverschrijding de vergunning of ontheffing zal worden geweigerd.

 

 

4.4 Ontvankelijkheid

 

Het aanvraagformulier vermeldt dat de aanvrager verantwoordelijk is voor de juiste en volledige verstrekking van de gegevens en een tijdige indiening van de aanvraag. Indien aanvragen niet volledig zijn ingevuld of incompleet zijn, wordt de aanvrager in de gelegenheid gesteld om de aanvraag binnen een redelijke termijn aan te vullen. Indien de aanvraag niet, niet tijdig plaatsvindt of onvoldoende wordt aangevuld, kan worden besloten om de aanvraag niet in behandeling te nemen.

 

4.4.1 Ontvankelijkheid bij grensoverschrijdende evenementen

Indien een evenement op het grondgebied van twee of meerdere gemeenten plaatsvindt moet de organisator de aanvraag indienen bij elke gemeente afzonderlijk voor hetgeen op het grondgebied van desbetreffende gemeente zal plaatsvinden. De vergunningverlening zal in deze specifieke gevallen, indien dat noodzakelijk wordt geacht, door de betreffende gemeenten worden afgestemd.

 

 

4.5 Weigeringsgronden

 

De burgemeester kan een evenementenvergunning weigeren, dan wel intrekken als de openbare orde, verkeersveiligheid, veiligheid van personen, brandveiligheid, de zedelijkheid of gezondheid in gevaar komt.

 

Ook het voorkomen of beperken van overlast kan een reden zijn om een evenementenvergunning niet te verlenen/ dan wel in te trekken. In voorkomende gevallen (en specifiek wanneer er sprake is van een risico evenement) zal de burgemeester worden geadviseerd door de hulpdiensten. Een dergelijk advies wordt in de regel opgevolgd door de burgemeester. In uitzonderlijke gevallen kan hij/zij hier gemotiveerd van afwijken.

 

Aanvragen om een evenementenvergunning worden door de burgemeester getoetst op een aantal in de APV opgenomen weigeringsgronden :

  • 1.

    de openbare orde;

  • 2.

    de openbare veiligheid;

  • 3.

    de volksgezondheid;

  • 4.

    de bescherming van het milieu. 

 

Weigering van een evenementenvergunning is mogelijk op grond van een van deze weigeringscriteria.

 

Ad.1. Bij het openbare orde criterium wordt getoetst hoe groot de kans is op ongeregeldheden, die de orde en rust in het openbare leven verstoren en wat de mogelijkheden zijn om hiertegen afdoende maatregelen te nemen. Ook wordt nagegaan wat de mogelijkheden zijn om overlast te beperken, resp. tot een minimum terug te brengen. Het gaat hier onder andere om overlast in de vorm van geluid, stank, afval(stoffen), overige milieuhinder en verkeer (verkeerscirculatie en parkeeroverlast).

Indien er niet voldoende maatregelen kunnen worden getroffen om verstoring van de openbare orde, resp. om overlast tot een aanvaardbaar niveau terug te brengen, kan worden besloten om vergunning voor het voorgenomen evenement te weigeren en/of het evenement te verbieden/ te beëindigen

 

Ad.2. Bij het openbare veiligheidscriterium wordt getoetst in hoeverre door het evenement de openbare veiligheid in het gedrang kan komen en of hiertegen afdoende maatregelen kunnen worden getroffen. Het gaat hier onder andere om afzettingen op en rond het evenemententerrein, het veilig (ver)plaatsen van voorwerpen op of aan de openbare weg, het veilig omleiden van overig verkeer, het waarborgen van voldoende zicht voor het overige verkeer en het afdoende kunnen scheiden van verschillende verkeersstromen. Daarnaast dient het evenemententerrein voor hulpdiensten voldoende bereikbaar te zijn en te blijven. Ook wordt vanuit brandveiligheidsoptiek het evenement beoordeeld. Indien er niet voldoende maatregelen kunnen worden getroffen om de openbare veiligheid afdoende te kunnen waarborgen, kan worden besloten om vergunning voor het voorgenomen evenement te weigeren en/of het evenement te verbieden.

 

Ad.3. Bij het gezondheidscriterium wordt getoetst of er mogelijk sprake is van een gevaar voor de gezondheid van deelnemers, toeschouwers en ander betrokkenen bij het evenement en welke maatregelen getroffen kunnen worden om de volksgezondheid te kunnen (blijven) borgen. Het gaat hier onder andere om het gebruik van (verboden) stimulerende en verslavende middelen, algemene hygiënische zaken, sanitaire- en drinkwatervoorzieningen, medische voorzieningen, voedsel- en drankverstrekking. Ook weersinvloeden (extreme hitte of extreme neerslag) kunnen van invloed zijn op de gezondheid van bezoekers. Indien er niet voldoende maatregelen kunnen worden getroffen om de volksgezondheid te kunnen borgen, kan worden besloten om vergunning voor het voorgenomen evenement te weigeren en/of het evenement te verbieden/ te beëindigen

 

Ad.4. Bij de bescherming van het milieucriterium wordt getoetst of er mogelijk sprake is van aantasting van het groen van de gemeente, vervuiling van openbare plaatsen door afval, aantasting van het afvalwater, resp. nadelige gevolgen voor het milieu door het verkeer van personen of goederen van en naar het evenement. Indien er niet voldoende maatregelen kunnen worden getroffen om de bescherming van het milieu te kunnen waarborgen, kan worden besloten om vergunning voor het voorgenomen evenement te weigeren en/of het evenement te verbieden/ te beëindigen.

 

Een vergunning wordt bovendien geweigerd indien bij een eerdere aanvraag ter verkrijging daarvan:

- onjuiste of onvolledige gegevens zijn verstrekt dan wel;

- de aan de vergunning of ontheffing verbonden voorschriften en beperkingen niet zijn nagekomen.

 

 

4.6. Wijzigings- /Intrekkingsgronden

 

Op grond van artikel 1.6 van de APV kan een vergunning of ontheffing worden ingetrokken of gewijzigd indien:

- ter verkrijging van de vergunning onjuiste of onvolledige gegevens zijn verstrekt;

- veranderde omstandigheden intrekking of wijziging noodzakelijk maken, en;

- nieuwe of veranderde inzichten, opgetreden nadat de ontheffing of vergunning is verleend,

om intrekking of wijziging van de ontheffing of vergunning vragen.

 

 

4.7 Aansprakelijkheid/ verzekering

 

De organisator is ten opzichte van zowel de bezoekers als de gemeente verantwoordelijk voor een goed en ordelijk verloop van het evenement. De vergunningverlener aanvaardt geen aansprakelijkheid van door derden geleden schade die het gevolg is van de feitelijke ingebruikname van openbare gemeentegrond, en of het plaatsen/hebben/gebruiken/onderhouden/ verplaatsen of verwijderen van objecten. Dit betekent dat de organisator hiervoor te allen tijde aansprakelijk is.

Om deze aansprakelijkheid te dekken wordt de vergunninghouder aangeraden om een afzonderlijke aansprakelijkheidsverzekering af te sluiten.

Voor evenementen vallende onder het hoogste risico-profiel is het afsluiten van een aansprakelijkheidsverzekering een verplichting. De organisator van het betreffende evenement wordt vroegtijdig hiervan op de hoogte gebracht.

 

 

5. Handhaving

 

Het is de verantwoordelijkheid van de gemeente om te controleren of de organisator zich houdt aan de voorwaarden, zoals opgenomen in zijn/haar vergunning. Voor, tijdens en na een evenement wordt er door de gemeente (in voorkomende gevallen bijgestaan door de brandweer en de politie) gecontroleerd/gehandhaafd. Dat wil zeggen, dat er wordt gecontroleerd op de naleving van de regels en voorschriften door de organisator.

 

Het toezicht gebeurt door inzet van eigen gemeentelijke toezichthouders. De gemeentelijke toezichthouders/handhavers, resp. de bijzondere opsporingsambtenaren (boa’s) van de gemeente Brummen zijn door het college, resp. de burgemeester aangewezen om onder meer toe te zien op de (naleving van de voorschriften uit de) APV.

 

In dit kader kunnen zij worden ingeschakeld om te controleren of er sprake is van een verleende vergunning en of er conform de voorschriften, behorende bij de vergunning, is/wordt ‘gehandeld’.

 

In sommige gevallen, met name wanneer een evenement plaatsvindt op het terrein van een inrichting in de zin van de Wet milieubeheer, kunnen ook (namens de gemeente Brummen) controles worden uitgevoerd door toezichthouders van de Omgevingsdienst Veluwe IJssel (OVIJ). Het zal daarbij vooral gaan om controles op naleving van geluidsregels. De uitvoerende milieutaken van het college van B&W zijn voor een groot deel gemandateerd aan de OVIJ en beperken zich meestal tot milieuovertredingen binnen inrichtingen in de zin van de Wet milieubeheer. Het college blijft echter bevoegd gezag.

 

Voor zover een overtreding geconstateerd wordt, kunnen volgens het gemeentelijke handhavingsbeleid nadere stappen worden ondernomen. De wijze waarop de hierboven genoemde toezichthouders invulling geven aan de aan hen opgedragen taken, is opgenomen in het uitvoerings-/werkprogramma handhaving, dat jaarlijks wordt opgesteld en dat gebaseerd is op het Vergunningen, toezicht en handhavingsbeleid fysieke leefomgeving 2015-2019.

 

Sinds enkele jaren werken we op het gebied van Vergunningen, Toezicht en Handhaving (VTH-taken) samen met de gemeente Voorst. Onderdeel van het convenant is de onderlinge uitwisselbaarheid van de boa’s.

 

 

6. Monitoring en evaluatie

 

Jaarlijks zullen zowel het (uitvoerings)proces als de resultaten (i.e. vergunningen resp. ontheffingen) worden geëvalueerd. Enerzijds wordt hiermee beoogd, dat het proces, waar nodig en gewenst – op basis van de evaluatieresultaten – nader geoptimaliseerd kan worden. Anderzijds wordt hiermee beoogd, dat de kwaliteit van de genomen besluiten naar een gewenst niveau wordt getild. Dit evaluatiemoment kan gekoppeld worden aan de (jaarlijkse) actualisatie van de APV. Hierdoor wordt een ‘natuurlijk’ moment benut voor de evaluatie van het voorliggend beleid.

 

 

Brummen, 20 december 2016

Burgemeester en wethouders van Brummen,

de gemeentesecretaris, M. Klos

de burgemeester, A.J. van Hedel

Naar boven