Verordening van de gemeenteraad van de gemeente Deventer houdende regels omtrent het archief Archiefverordening gemeente Deventer 2017

De raad van de gemeente Deventer,

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 11 april 2017,

gelet op artikel 30, eerste lid en 32, tweede lid van de Archiefwet 1995,

 

BESLUIT

 

vast te stellen de navolgende:

Verordening betreffende de zorg van het college van burgemeester en wethouders voor het beheer van de (analoge en digitale) informatie van de gemeentelijke organen alsmede betreffende het interne toezicht daarop (Archiefverordening 2017).

 

Hoofdstuk I Definities

Artikel 1

In deze verordening en de daarop berustende voorschriften wordt verstaan onder:

  • a.

    de wet: de Archiefwet 1995

  • b.

    informatie: de informatie zoals vervat in archiefbescheiden als bedoeld in artikel 1 onder c van de wet, zijnde het geheel van op één of meer informatie-dragers vastgelegde met elkaar samenhangende gegevens, die worden ontvangen of gecreëerd op grond van de taken en/of de werkprocessen van de gemeentelijke organen

  • c.

    archivaris: de in artikel 32 van de wet bedoelde gemeentearchivaris

  • d.

    beheerder: degene die verantwoordelijk is voor het beheer (van de informatie) van een gemeentelijk orgaan of een nader aan te wijzen organisatieonderdeel

  • e.

    archiefruimte: een in artikel 1 onder e van de wet bedoelde archiefruimte

  • f.

    de archiefbewaarplaats: de in artikel 1 onder f en artikel 31 van de wet bedoelde archief-bewaarplaats, waaronder begrepen een e-depot

Hoofdstuk II De zorg voor het beheer van de informatie

Artikel 2
  • 1.

    Het college van burgemeester en wethouders draagt zorg voor het vervaardigen, bewaren en, voor zover wettelijk bepaald vernietigen van de informatie zodanig dat de duurzaamheid, ordening en toegankelijkheid gedurende de bewaartermijn is gewaarborgd en de authenticiteit ervan kan worden aangetoond.

  • 2.

    Ingeval sprake is van - deelname in - Verbonden Partijen draagt het college er zorg voor dat de betreffende partij het informatie- en archiefbeheer inricht conform de wet.

Artikel 3

Het college van burgemeester en wethouders stelt voor het beheer van de informatie een kwaliteitssysteem vast, waarbij op basis van gestelde normen de kwaliteit van dat beheer wordt ge-audit of gecontroleerd.

Artikel 4

Het college van burgemeester en wethouders draagt er zorg voor dat jaarlijks op de gemeentebegroting voldoende middelen worden opgevoerd om de kosten te dekken die zijn verbonden aan het beheer van de informatie.

Artikel 5

Het college van burgemeester en wethouders draagt zorg voor het aanstellen of aanwijzen van voldoende deskundig personeel voor de uitvoering van de werkzaamheden verbonden aan het beheer van informatie.

Artikel 6

Het college van burgemeester en wethouders draagt zorg voor het vaststellen of doen vaststellen van voorschriften voor het beheer van informatie.

Artikel 7
  • 1.

    Het college van burgemeester en wethouders wijst de beheerders aan belast met de uitvoering van de voorschriften als bedoeld in artikel 6 alsmede welke specifieke verantwoordelijkheden en rollen in de organisatie nodig zijn om het beheer van de informatie te reguleren en regisseren.

  • 2.

    Tenzij anders bepaald is de griffier de beheerder voor de gemeenteraad en voor de door de gemeenteraad ingestelde (bestuurs)commissies, projecten ed.

Artikel 8

Het college van burgemeester en wethouders wijst archiefruimtes aan en regelt het aanwijzen van de archiefbewaarplaats.

Hoofdstuk III Het toezicht op het beheer van informatie voor zover die niet is overgebracht naar de archiefbewaarplaats

Artikel 9

De archivaris is belast met het toezicht op het bij of krachtens de wet bepaalde ten aanzien van het beheer van de informatie.

Artikel 10

De archivaris kan de uitoefening van het toezicht op het beheer van de informatie opdragen aan voldoende - en deskundige medewerkers.

Artikel 11

De beheerder verstrekt aan de archivaris of aan degene(n) aan wie de uitoefening van het toezicht is opgedragen, alle schriftelijke en mondelinge informatie die nodig is voor een goede taakvervulling.

Artikel 12

De archivaris en degenen aan wie de uitoefening van het toezicht is opgedragen hebben toegang tot de archiefbescheiden en tot de ruimten en digitale systemen waarin de archiefbescheiden zich bevinden en met behulp waarvan de archiefbescheiden beheerd worden.

Artikel 13

De archivaris brengt de beheerder in kennis van de resultaten van de uitoefening van het toezicht. Bij voldoende aanleiding stelt de archivaris tevens het college van burgemeester en wethouders hiervan in kennis. De archivaris geeft daarbij aan welke handelingen, voorzieningen en maatregelen moeten worden getroffen om weer aan de (wettelijke) eisen te voldoen.

Artikel 14

De archivaris doet eenmaal per jaar verslag aan burgemeester en wethouders betreffende de uitoefening van het toezicht.

Hoofdstuk IV Het afleggen van verantwoording door burgemeester en wethouders aan de raad

Artikel 15

Het college van burgemeester en wethouders informeert de gemeenteraad jaarlijks over het beheer van de informatie. Daarbij voegen zij de verslagen en rapporten die zijn opgesteld in het kader van de uitgevoerde audits of controles als bedoeld in artikel 3 alsmede de verslagen van de archivaris met betrekking tot de uitoefening van het toezicht en het beheer van de archiefbewaarplaats.

Hoofdstuk V Slotbepalingen

Artikel 16

De Archiefverordening gemeente Deventer 2014 wordt ingetrokken.

Artikel 17

Deze verordening treedt in werking op de dag na publicatie.

Artikel 18

Deze verordening wordt aangehaald als Archiefverordening gemeente Deventer 2017.

Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 3 mei 2017

De raad voornoemd,

de griffier,

drs. S.J. Peet

de voorzitter,

ir. A.P. Heidema

Memorie van toelichting

 

Binnen de informatiehuishouding (het geheel van voorzieningen en kaders t.b.v. het in goede, geordende en toegankelijke manier beheren van informatie) heeft het college van burgemeester en wethouders, als dagelijks bestuur van de gemeente, de zorg voor het informatiebeheer van de gemeentelijke organen; de bestuurlijke verantwoordelijkheid.

De zorg van het college is voorgeschreven in de Archiefwet 1995 en verder uitgewerkt in het Archief-besluit 1995 en de Archiefregeling 2010.

Op basis van onderhavige verordening, gebaseerd op artikel 30, lid 1 en 32, lid 2 van de Archiefwet 1995, bepaalt de gemeenteraad nog eens met nadruk wat burgemeester en wethouders in het kader van de zorgplicht behoren te doen en te regelen voor het beheren van de informatie die de gemeente ontvangt en zelf vervaardigt in het kader van al haar werkprocessen, taken en verantwoordelijkheden.

Vanuit de zorg voor de informatie geeft het college de kaders aan waarbinnen die beheerwerkzaamheden worden uitgevoerd: in het Besluit Informatiebeheer. Dit alles om te zorgen dat de informatie wordt vervaardigd en bewaard zodanig dat de duurzaamheid, ordening en toegankelijkheid gedurende de voorgeschreven bewaartermijn zijn gewaarborgd en de authenticiteit ervan kan worden aangetoond. Met het informatiebeheer op orde wordt een efficiënte en effectieve bedrijfsvoering mogelijk gemaakt, kent de gemeente haar eigen rechtspositie en die van anderen, is het mogelijk verantwoording af te leggen voor het gemeentelijk handelen, en kan de blijvende bewaring van cultuurhistorische informatie worden gegarandeerd.

Deze verordening bestaat, naast definities en slotbepalingen, uit drie gedeelten. Hoofdstuk II geeft aan welke aspecten van informatiebeheer door burgemeester en wethouders geregeld moeten worden. Hoofdstuk III regelt de wijze van (het interne) toezicht door de archivaris. Hoofdstuk IV regelt de wijze van verantwoording afleggen, waarop m.n. de gemeenteraad jaarlijks wordt geïnformeerd over de stand van zaken met betrekking tot het informatiebeheer en de zorg daarover; de informatiehuishouding.

Artikelsgewijze toelichting

 

Artikel 1

Begrippen als ‘archiefbescheiden’ en ‘archief’ suggereren ten onrechte dat het slechts om oudere, papieren documenten zou gaan. Vandaar het gebruik van het begrip informatie voor zover de informatie de status van archief ‘verdient’. Informatie die dergelijke status niet (meer) heeft, ‘verdient’ het niet om gedurende een bepaalde periode bewaard te blijven.

De gemeentelijke organen zijn de gemeenteraad, het college van burgemeester en wethouders en de burgemeester. Als er andere (tijdelijke) organen worden ingesteld vallen deze ook onder de bepalingen van deze verordening en de bestuurlijke verantwoordelijkheid van het college. Andere organen kunnen zijn bestuurscommissies ingesteld op basis van de Gemeentewet.

Met de archivaris wordt bedoeld de functionaris die op basis van artikel 32, lid 1 van de wet de archiefbewaarplaats Deventer (het openbaar historisch archief) beheert en daaraan gekoppeld het interne toezicht over het beheer van de (nog) niet overgebrachte informatie uitvoert onder ‘de bevelen van’ het college. Een en ander zoals bedoeld in artikel 32, lid 2 van de wet.

Met de toetreding tot de gemeenschappelijke regeling Historisch Centrum Overijssel (GR HCO) per 1 juli 2016 heeft het college besloten diverse archieftaken onder te brengen bij het HCO. Dat betreft in hoofdzaak het aanwijzen van de gemeentelijke archiefbewaarplaats, het beheren van het historisch archief, het benoemen van de archivaris en het daaraan gekoppelde interne toezicht.

Formeel wordt met een archiefruimte bedoeld een ruimte waar de blijvend te bewaren analoge informatie wordt bewaard totdat deze naar de archiefbewaarplaats wordt overgebracht. In praktische zin dient er in een analoge omgeving aandacht te zijn voor alle ruimtes waar fysieke bestanden zijn opgeslagen of neergezet. Centraal - of decentraal beheerde ruimtes voor actuele archiefbestanden zullen ook aan eisen moeten voldoen.

De archiefbewaarplaats is de locatie waarheen blijvend te bewaren informatie conform de wet moet worden overgebracht. Voor permanente bewaring, beheer en algehele (openbare) beschikbaarstelling. De informatie wordt daarmee tot ‘cultureel historisch erfgoed’ verheven onder verantwoordelijkheid van een archivaris(rol).

In geval het digitale informatie betreft noemen we een archiefbewaarplaats een e-depot.

 

Artikel 2

Het eerste lid is gebaseerd op artikel 3 van de wet.

Het tweede lid van dit artikel zorgt er voor dat bij Verbonden Partijen het informatie- en archiefbeheer plaatsvindt conform wet- en regelgeving. Dit is zeker noodzakelijk waar het college bestuurlijk verant-woordelijk blijft voor het archiefbeheer dat is opgedragen aan de betreffende Verbonden Partij.

 

Artikel 3

De verplichting tot het hanteren van een kwaliteitssysteem voor het informatiebeheer vloeit voort uit artikel 16 van de Archiefregeling. Het informatiebeheer moet voldoen aan de toetsbare eisen van dit systeem. Wat dan ook geregeld ge-audit dient te worden.

 

Artikel 4

Onder kosten van het beheer zijn begrepen salariskosten voor de specialisten, de kosten voor systeemaanschaf, beheer en onderhoud, materialen, technische voorzieningen etc.

 

Artikel 5

In een digitale werkomgeving (volledig digitaal werken) voeren alle medewerkers in de primaire werk-processen de werkzaamheden t.a.v. registreren, indexeren en bewaren van informatie uit. De mede-werkers dienen dus niet alleen op de hoogte te zijn van procedures en methodieken om te archiveren, ze zullen daar ook naar moeten handelen en er dus ‘tijd voor vrij moeten maken’. Dit laat onverlet dat er ook in een volledig digitale omgeving specialisten nodig zijn om een en ander te begeleiden en te sturen (regie) zoals bedoeld in artikel 7, lid 1 of te controleren en auditen zoals bedoeld in artikel 3 (Kwaliteitssysteem).

Zolang er nog analoog archiefbeheer plaatsvindt blijven deskundige specialisten nodig voor de uitvoering van die werkzaamheden.

 

Artikel 6

Dit betreft het Besluit Informatiebeheer, waarin burgemeester en wethouders kaders en richtlijnen beschrijven met betrekking tot het beheer (de beheeraspecten). Aangezien de gehele organisatie informatie beheert (via creatie, verwerking en verzending vanuit de werkprocessen) zullen deze kaders ook bij een ieder bekend moeten zijn.

Met name de verplichting om na een bepaalde gebruiksperiode ‘iets’ met de informatie te moeten doen verdient aandacht. In dit kader spelen aspecten als selectie, vernietiging en overbrenging (naar een historisch archief) een rol. Een wettelijk verplicht overlegorgaan (ook wel een Strategisch Informatie Overleg genoemd) zal daarin moeten worden opgevoerd.

Het Besluit Informatiebeheer wordt door het college van burgemeester en wethouders vastgesteld en ter kennisname aan de gemeenteraad gestuurd.

 

Artikel 7

Op basis van de organisatie-inrichting worden de ambtelijk verantwoordelijke beheerders aangewezen. Hierbij zou verwezen kunnen worden naar een Organisatieverordening of – besluit. Om te zorgen dat de organisatie zo goed mogelijk wordt ondersteund met expertise op het vlak van informatie- en archiefmanagement, records management, functioneel beheer en systeembeheer worden daarvoor hele specifieke rollen toegewezen. Zoals een CIO (Chief information officer), CISO (Chief information security officer), Records manager ed. Dit behoeft niet in het Besluit Informatiebeheer, zoals bedoeld in het vorige artikel, te worden geregeld maar kan in ‘losse’ besluiten. Algemeen of specifiek.

Voor het beheer van de informatie van de gemeenteraad is de Griffier de beheerder. Bij voorkeur in het Reglement van Orde voor de gemeenteraad nader te regelen. De griffier is ook de beheerder voor de door de gemeenteraad ingestelde commissies zoals een Rekenkamercommissie of Auditcommissie, tenzij in een specifieke regeling anders is bepaald.

 

Artikel 8

Voor het bewaren van – zowel de analoge als digitale - informatie worden speciale ruimtes aangewezen. Het beschermen van de informatie tegen calamiteiten en onbevoegde raadpleging is van groot belang. Dat geldt zeker als de informatie wordt aangemerkt als historisch waardevol of dat al is. In dat laatste geval dient de informatie dan ook overgebracht te worden (conform artikel 12 van de Archiefwet 1995) naar een ruimte die als archiefbewaarplaats (of bij digitale informatie een e-depot) wordt aangewezen. Een en ander zoals bedoeld in artikel 31 van de wet.

Conform de GR HCO heeft het college bepaald dat de archiefbewaarplaats wordt aangewezen door het algemeen bestuur van het HCO.

Ten aanzien van digitale - historische - informatie zal dit naar een e-depotvoorziening moeten worden overgebracht.

 

Artikel 9

Ook met de aansluiting bij de GR HCO heeft het college bepaald dat de archivaris voor onze gemeente niet meer rechtstreeks door het college wordt benoemd (op basis van artikel 32, lid 3 van de wet), maar wordt benoemd door het algemeen bestuur van de GR HCO.

Het (interne) toezicht (op het beheer van de informatie die nog niet is overgebracht naar de archiefbewaarplaats) is één op één gekoppeld aan de archivarisfunctie en wordt ‘onder de bevelen van het college’ uitgevoerd conform het bepaalde in artikel 32, lid 2 van de wet.

Vandaar dat er in de onderhavige Archiefverordening enkele bepalingen zijn opgenomen.

 

Artikel 10

De uitvoering van het toezicht kan door de archivaris aan een andere deskundige (archiefinspecteur) worden overgelaten.

 

Artikel 11 en 12

Met betrekking tot het zo volledig mogelijk uit kunnen voeren van het toezicht zijn er enkele specifieke ‘rechten’ benoemd.

 

Artikel 13

Van uitgevoerd toezicht / inspectie ontvangt de betreffende beheerder een rapport met aanbevelingen tot verbetering.

 

Artikel 14

De archivaris legt jaarlijks verantwoording af over het door hem of haar uitgevoerde toezicht op het informatiebeheer in de organisatie. Dit inspectieverslag gebruikt het college weer als input voor het afleggen van verantwoording zoals bedoeld in artikel 15.

 

Artikel 15

Met de Wet Revitalisering Generiek Toezicht (2013) is het afleggen van verantwoording door het college aan de gemeenteraad nadrukkelijker in beeld gekomen. Op basis van die wet is het interbestuurlijk toezicht van Provincie op gemeenten gewijzigd; het specifieke toezicht geregeld in diverse aparte wetten is vervangen voor generiek toezicht in de Gemeentewet. De Provincie bepaalt nu op basis van de ‘horizontale’ verantwoording die door het college aan de gemeenteraad wordt afgelegd en aan de Provincie wordt toegezonden jaarlijks welk toezichtregime men gaat toepassen.

Naar boven