Gemeenteblad van Asten
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Asten | Gemeenteblad 2017, 79848 | Beleidsregels |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Asten | Gemeenteblad 2017, 79848 | Beleidsregels |
Beleidsregels krediethypotheek en pandrecht Asten 2016
Het college van burgemeester en wethouders,
Gelet op de artikelen 34, tweede lid, onder d, 48, derde lid, en 50 van de Participatiewet;
Ingevolge artikel 48, derde lid van de Participatiewet verbindt het college aan het verlenen van bijstand in de vorm van een geldlening, zoals bedoeld in artikel 50, tweede lid van de Participatiewet, verplichtingen die zijn gericht op meerdere zekerheid voor de nakoming van de aan deze bijstand verbonden rente- en aflossingsverplichtingen.
Artikel 3 Verstrekken van algemene bijstand in de vorm van een geldlening
Het college verstrekt de algemene bijstand in de vorm van een geldlening indien voldaan is aan de volgende voorwaarden:
Artikel 4 Verificatie eigendom en bewoning
Voorwaarde voor de verstrekking van algemene bijstand in de vorm van een geldlening is dat belanghebbende reeds bij de aanvang van de bijstand eigenaar is van de door hemzelf bewoonde woning. Het college verifieert:
Artikel 5 Tegeldemaking, bezwaring of verdere bezwaring kan in redelijkheid niet worden verlangd
Van de belanghebbende wordt tevens niet verlangd dat hij de woning verder bezwaart of de woning te gelde maakt, wanneer het (verder) belasten van de woning door middel van het afsluiten van een extra hypothecaire geldlening (financieel) niet redelijk is omdat bij toekenning reeds bekend is dat de bijstandsverlening 6 maanden of korter gaat duren. Deze bijstandsverlening vindt dan wel in de vorm van een renteloze geldlening plaats.
Artikel 6 Hypotheek bij een reguliere kredietinstelling
Wanneer een te gelde making van de woning niet mogelijk is, kan van de belanghebbende worden verlangd dat hij eerst probeert om een (extra) hypotheek te vestigen bij een reguliere kredietinstelling, zie ook artikel 5. Het op deze manier vrijgemaakte geld kan worden gebruikt om in de algemeen noodzakelijke kosten van het bestaan te kunnen voorzien en er bestaat dan geen recht op (bijzondere) bijstand. Hierbij wordt in acht genomen de hoogte van de hypotheek en daarmee de hoogte van een (eventueel) te verstrekken woonkostentoeslag. Het inkomen van de belanghebbende kan te laag zijn om daarmee de (extra) woonlasten te kunnen betalen.
Voor de periode ter overbrugging tot er een reguliere (extra) hypotheek gevestigd is, en er is geen sprake van een vermogen hoger dan de vermogensgrens genoemd in artikel 34, tweede lid, onder b van de Participatiewet, kan voor een periode van maximaal zes maanden bijstand verstrekt worden in de vorm van een geldlening.
Artikel 7 Minimumbedrag aan algemene bijstand
Er moet algemene bijstand in de vorm van een geldlening worden verstrekt indien de te verlenen algemene bijstand over een periode van een jaar, te rekenen vanaf de eerste dag waarover bijstand wordt verleend, naar verwachting meer dan het netto minimumloon (inclusief vakantiebijslag) per maand bedraagt.
Artikel 8 Minimumbedrag wordt niet overschreden
Indien, naar verwachting, de te verlenen algemene bijstand over een periode van een jaar, te rekenen vanaf de eerste dag waarover bijstand wordt verleend, naar verwachting minder bedraagt dan het netto minimumloon (inclusief vakantiebijslag) per maand, dient deze om niet te worden verleend. Als daarentegen een redelijke overwaarde in de woning van belanghebbende aanwezig is, dan kan dat een reden zijn om de bijstand te weigeren, ingeval belanghebbende vanwege die overwaarde een lening zou kunnen afsluiten, zie artikel 6.
Artikel 9 Extra vrijlating vermogen
Voor het vermogen dat gebonden is in de woning geldt een vrijlating.
Pas wanneer na toepassing van deze vrijlating nog een bedrag aan in de woning gebonden vermogen resteert, wordt de algemene bijstand verstrekt bij wijze van geldlening, waarbij eventueel een hypotheek- of pandrecht wordt gevestigd.
Artikel 10 Vaststellen waarde woning en taxatiekosten
Om tot bijstandsverlening in de vorm van een geldlening over te gaan moet de overwaarde van de woning meer bedragen dan het vrij te laten vermogen bij een eigen huis. De overwaarde is de waarde van de woning met bijbehorend erf, getaxeerd op basis van de vrije verkoopwaarde, minus de op de woning drukkende schulden.
Op verzoek van de belanghebbende kan van deze WOZ-beschikking worden afgeweken met een taxatie, indien de vastgestelde WOZ-waarde naar het oordeel van de belanghebbende geen recht doet aan de huidige waarde. Voor deze taxatie kan een recent taxatierapport gebruikt worden dat niet ouder is dan 12 maanden. Het rapport moet zijn uitgebracht door een beëdigd taxateur. Als er geen recent taxatierapport aanwezig is, vindt er een taxatie plaats door een beëdigd taxateur, die door het college in overleg met de belanghebbende wordt aangewezen.
Artikel 11 Bijzondere bijstand kosten vestiging zekerheidsrecht
Indien het college gebruik maakt van de in artikel 48, derde lid, Participatiewet gegeven bevoegdheid
om aan het verlenen van bijstand in de vorm van een geldlening, verplichtingen te verbinden die gericht zijn op meerdere zekerheid voor de nakoming van de aan deze bijstand verbonden rente en aflossingsverplichtingen, komen de kosten die zijn verbonden aan deze verplichtingen (het vestigen van een krediethypotheek/pandrecht) in beginsel voor rekening van belanghebbende. Voor deze kosten kan, indien aan alle voorwaarden voor het recht op bijzondere bijstand is voldaan, bijzondere bijstand worden verstrekt. Deze bijstand wordt om niet verstrekt. De kosten die voor deze bijzondere bijstandsverstrekking in aanmerking komen zijn de kosten verbonden aan de taxatie, de kosten voor de opmaak van de hypotheekakte cq pandovereenkomst, de kosten verbonden aan de inschrijving van voornoemde akte/overeenkomst en bijkomende kosten.
Met betrekking tot (op de woning drukkende) schulden gelden dezelfde eisen die in het algemeen gelden voor het meetellen van schulden bij vermogensberekeningen: het bestaan van de schulden moet worden aangetoond en er moet een daadwerkelijke terugbetalingsverplichting zijn.
Artikel 14 Onderbreking bijstand
Voor de toepassing van het eerste lid is het moment bepalend waarop de bijstand in de vorm van een geldlening (artikel 50, tweede lid van de Participatiewet) eindigt. Dit kan een moment zijn waarop er in het geheel geen recht meer bestaat op bijstand, maar ook het moment waarop de bijstand in de vorm van de geldlening wordt omgezet in bijstand om niet, omdat het plafond van de geldlening bereikt is.
Duurt de onderbreking van de bijstand in de vorm van een geldlening langer dan twee jaar dan zal opnieuw de hoogte van de geldlening vastgesteld moeten worden. Daarbij moet de woning, de woonwagen of het woonschip opnieuw worden getaxeerd en mag niet worden uitgegaan van de waarde in verband met een vorige periode van bijstandsverlening in de vorm van een geldlening.
Bewoont de belanghebbende een woning waarvoor een huurkoopovereenkomst is afgesloten, dan is deze woning pas zijn eigendom nadat aan alle huurkoopverplichtingen is voldaan. Tot dat moment blijft de huurverkoper eigenaar. Dit betekent dat verstrekken van bijstand in de vorm van een geldlening in verband met vermogen gebonden in de woning (nog) niet mogelijk is. Hiermee moet worden gewacht totdat de belanghebbende zelf eigenaar is geworden.
Artikel 16 Woning niet door eigenaar zelf bewoond
Bezit de belanghebbende (tevens) een woning die hij niet bewoont, dan zal het vermogen dat daarin gebonden is zonder meer aangewend moeten worden ter voorziening in de noodzakelijke kosten van het bestaan c.q. meetellen als vermogen. De waarde van de woning die niet door de eigenaar zelf wordt bewoond moet worden vastgesteld op de waarde genoemd in de WOZ-beschikking. De vrijlating van artikel 34, tweede lid, onderdeel d van de Participatiewet is hier niet van toepassing.
Artikel 17 Woning in het buitenland
Bezit de belanghebbende een woning in het buitenland dan dient in beginsel ter plekke een taxatie uitgevoerd te worden door een taxateur. Onder woning wordt mede verstaan een woonschip, woonboot of woonwagen. De kosten hiervan komen voor eigen rekening van de belanghebbende. De getaxeerde waarde van de buitenlandse woning telt mee als vermogen. Daarbij mag de waarde niet omgezet worden naar Nederlandse maatstaven.
Artikel 18 Bijzondere bijstand
Het vestigen van een zekerheidsrecht op een woning is niet van toepassing op bijzondere bijstand.
Artikel 21 Hoogte van de aflossing
Het af te lossen bedrag kan hoger zijn als het inkomen dit toelaat, of kan lager zijn als het inkomen niet toereikend is. Bij de feitelijke vaststelling van de maandelijkse aflossing in deze situatie wordt als volgt rekening gehouden met het aanwezige inkomen:
de beschikbare financiële ruimte is het verschil tussen het netto-inkomen en de toepasselijke bijstandsnorm die de belanghebbende zou hebben als hij recht zou hebben op bijstand. Verder worden noodzakelijke, voor eigen rekening komende, bijzondere bestaanskosten in mindering gebracht op het inkomen;
Als er rente verschuldigd is, dan wordt het bedrag aan rente bijgeschreven bij het nog niet afgeloste deel van de geldlening. Als de beschikbare financiële ruimte voldoende is, betaalt belanghebbende aflossing en rente. Is hij slechts in staat maandelijks een bedrag te betalen dat niet hoger is dan de verschuldigde maandrente, dan wordt dit bedrag aangemerkt als aflossing. De rente die daardoor niet wordt betaald, wordt bijgeschreven bij het nog niet afgeloste deel van de geldlening. Over deze bijgeschreven rente is de belanghebbende geen rente verschuldigd.
Artikel 22 Renteverplichting en jaarlijks opgave restantschuld en rentevorderingen
De eerste tien jaar dat de belanghebbende aflost, is er geen rente verschuldigd. Dit is alleen anders als de belanghebbende tijdens de aflossingsperiode van de eerste tien jaar verwijtbaar niet aan de aflossingsverplichting heeft voldaan. In dit geval is het nog niet afgeloste deel van de geldlening direct opeisbaar en is de belanghebbende over de (resterende) schuld wettelijke rente verschuldigd.
Artikel 23 Verkoop of vererving van woning in geval van leenbijstand
Wanneer de woning wordt verkocht wegens bijzondere omstandigheden van medische of sociale aard of wegens werkaanvaarding elders kan tot maximaal het (in het kader van de verkoop verplicht) afgeloste deel een nieuwe lening (onder verband van hypotheek of pand) worden verstrekt. De hypotheek- of pandovereenkomst kan dan als het ware worden meegenomen naar de nieuwe woning. Voorwaarde hiervoor is dat de belanghebbende het na afrekening vrijgekomen vermogen (inclusief het op grond van artikel 34, tweede lid, onderdeel b van de Participatiewet niet in aanmerking genomen vermogen) volledig inzet voor de aankoop van de nieuwe woning.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/gmb-2017-79848.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.