Wijziging Algemene plaatselijke verordening Goeree-Overflakkee 2016

De raad van de gemeente Goeree-Overflakkee;

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 22 november 2016;

gelet op de artikelen 149 en 151c, eerste lid, van de Gemeentewet;

besluit vast te stellen de volgende wijziging van de Algemene plaatselijke verordening Goeree-Overflakkee 2016.

Artikel I

De Algemene plaatselijke verordening Goeree-Overflakkee 2016 wordt gewijzigd als volgt:

• A. Artikel 1:3 komt te vervallen. 

• B. Artikel 1:8 komt te luiden:

Artikel 1:8 Weigeringsgronden

• 1. Een vergunning of ontheffing kan in ieder geval worden geweigerd in het belang van:

• a. de openbare orde;

• b. de openbare veiligheid;

• c. de volksgezondheid;

• d. de bescherming van het milieu.

• 2. Een vergunning of ontheffing kan ook worden geweigerd als de aanvraag daarvoor minder dan drie weken voor de beoogde datum van de beoogde activiteit is ingediend en daardoor een behoorlijke behandeling van de aanvraag niet mogelijk is.

• C. Aan artikel 2:1 wordt een nieuw lid toegevoegd, dat luidt:

• 1. Op de ontheffing is paragraaf 4.1.3.3. van de Algemene wet bestuursrecht (positieve fictieve beschikking bij niet tijdig beslissen) niet van toepassing. 

D. Aan artikel 2:9 wordt een nieuw lid toegevoegd, dat luidt:

• 5. Op de ontheffing is paragraaf 4.1.3.3. van de Algemene wet bestuursrecht (positieve fictieve beschikking bij niet tijdig beslissen) van toepassing.

• E. In artikel 2:10 worden de volgende wijzigingen aangebracht:

• a. Het eerste lid, onder a en b, komt te luiden:

- a. het gebruik schade toebrengt of kan toebrengen aan de weg, de bruikbaarheid van de weg belemmert of kan belemmeren, dan wel een belemmering vormt of kan vormen voor het beheer of onderhoud van de weg; of

- b. het gebruik niet voldoet aan redelijke eisen van welstand.

• b. In het vierde lid wordt “vierde” vervangen door “derde”.

• c. In het vijfde lid, onder b, wordt “5:19.” vervangen door “5:18; en”.

• d. Aan het vijfde lid wordt een onderdeel c toegevoegd, dat luidt:

- c. overige gevallen waarin krachtens een wettelijke regeling een vergunning voor het gebruik van de weg is verleend.

• e. Het zevende lid wordt geschrapt.

• f. Het achtste lid wordt vernummerd tot lid 7.

• F. Artikel 2:12 komt te luiden:

  Artikel 2:12 Maken, veranderen van een uitweg

• 1. Het is verboden zonder omgevingsvergunning van burgemeester en wethouders een uitweg te maken naar de weg of verandering te brengen in een bestaande uitweg naar de weg.

• 2. In afwijking van het bepaalde in artikel 1:8 wordt de vergunning slechts geweigerd:

• - a. ter voorkoming van gevaar voor het verkeer op de weg;

• - b. indien de uitweg zonder noodzaak ten koste gaat van een openbare parkeerplaats;

• - c. indien door de uitweg het openbaar groen op onaanvaardbare wijze wordt aangetast; of

• - d. indien er sprake is van een uitweg van een perceel dat al door een andere uitweg wordt ontsloten, en de aanleg van deze tweede uitweg ten koste gaat van een openbare parkeerplaats of het openbaar groen; of

• - e. indien er sprake is van strijd met het bestemmingsplan.

• 3. Het verbod in het eerste lid is niet van toepassing op situaties waarin wordt voorzien door de Wet beheer rijkswaterstaatswerken, de waterschapskeur of de provinciale wegenverordening of het provinciaal wegenreglement.

• G. Aan artikel 2:23b wordt een nieuw lid toegevoegd, dat luidt:

• 6. Op de ontheffing is paragraaf 4.1.3.3. van de Algemene wet bestuursrecht (positieve fictieve beschikking bij niet tijdig beslissen) niet van toepassing.

• H. Aan artikel 2:23k wordt een nieuw lid toegevoegd, dat luidt:

• 6. Op de ontheffing is paragraaf 4.1.3.3. van de Algemene wet bestuursrecht (positieve fictieve beschikking bij niet tijdig beslissen) niet van toepassing.

• I. Aan artikel 2:25 wordt een nieuw lid toegevoegd, dat luidt:

• 6. Op de ontheffing is paragraaf 4.1.3.3. van de Algemene wet bestuursrecht (positieve fictieve beschikking bij niet tijdig beslissen) niet van toepassing.

J. Aan artikel 2:28 wordt een nieuw lid toegevoegd, dat luidt:

• 6. Op de ontheffing is paragraaf 4.1.3.3. van de Algemene wet bestuursrecht (positieve fictieve beschikking bij niet tijdig beslissen) niet van toepassing.

• K. Aan artikel 2:29 wordt een nieuw lid toegevoegd, dat luidt:

• 5. Op de ontheffing is paragraaf 4.1.3.3. van de Algemene wet bestuursrecht (positieve fictieve beschikking bij niet tijdig beslissen) niet van toepassing.

• L. In artikel 2:39 worden de volgende wijzigingen aangebracht:

• a. Het tweede lid, onder b, komt te luiden:

- b. speelgelegenheden waarvoor de raad van bestuur van de kansspelautoriteit bevoegd is vergunning te verlenen; en

• b. Toegevoegd wordt een nieuw lid, dat luidt:

• 4. Op de ontheffing is paragraaf 4.1.3.3. van de Algemene wet bestuursrecht (positieve fictieve beschikking bij niet tijdig beslissen) niet van toepassing. 

• M. In artikel 2:57 worden de volgende wijzigingen aangebracht:

• a. In het eerste lid wordt onderdeel c geletterd d.

• b. Toegevoegd wordt een nieuw onderdeel, dat luidt:

- c. buiten de bebouwde kom op een door burgemeester en wethouders aangewezen plaats indien de hond niet is aangelijnd; of

c. In het derde lid wordt “onder a en b” vervangen door “onder a tot en met c”.

• N. Aan artikel 2:60 wordt een nieuw lid toegevoegd, dat luidt:

• 1. Op de ontheffing is paragraaf 4.1.3.3. van de Algemene wet bestuursrecht (positieve fictieve beschikking bij niet tijdig beslissen) niet van toepassing.

• O. Aan artikel 2:64 wordt een nieuw lid toegevoegd, dat luidt:

• 6. Op de ontheffing is paragraaf 4.1.3.3. van de Algemene wet bestuursrecht (positieve fictieve beschikking bij niet tijdig beslissen) niet van toepassing.

• P. Aan artikel 2:67 wordt een nieuw lid toegevoegd, dat luidt:

• 4. Op de vrijstelling is paragraaf 4.1.3.3 van de Algemene wet bestuursrecht (positieve fictieve beschikking bij niet tijdig beslissen) van toepassing.

• Q. Aan artikel 2:72 wordt een nieuw lid toegevoegd, dat luidt:

• 2. Op de ontheffing is paragraaf 4.1.3.3. van de Algemene wet bestuursrecht (positieve fictieve beschikking bij niet tijdig beslissen) niet van toepassing.

• R. Artikel 2:77, eerste lid, komt te luiden:

• 1. De burgemeester is bevoegd overeenkomstig artikel 151c van de Gemeentewet te besluiten tot plaatsing van camera’s voor een bepaalde duur ten behoeve van het toezicht op een openbare plaats.

• S. In artikel 3:3 worden de volgende wijzigingen aangebracht:

• a. De leden 4, 5 en 6 worden vernummerd tot 5, 6 en 7.

• b. Toegevoegd wordt een nieuw lid, dat luidt:

• - 4. Paragraaf 4.1.3.3. van de Algemene wet bestuursrecht is niet van toepassing. 

T. Aan artikel 4:6 wordt een nieuw lid toegevoegd, dat luidt:

• 4. Op de ontheffing is paragraaf 4.1.3.3 van de Algemene wet bestuursrecht (positieve fictieve beschikking bij niet tijdig beslissen) niet van toepassing.

• U. Aan artikel 4:6c wordt een nieuw lid toegevoegd, dat luidt:

• 3. Op de ontheffing is paragraaf 4.1.3.3. van de Algemene wet bestuursrecht (positieve fictieve beschikking bij niet tijdig beslissen) niet van toepassing.

• V. Aan artikel 4:6d wordt een nieuw lid toegevoegd, dat luidt:

• 3. Op de ontheffing is paragraaf 4.1.3.3. van de Algemene wet bestuursrecht (positieve fictieve beschikking bij niet tijdig beslissen) niet van toepassing.

• W. Aan artikel 4:11 wordt een nieuw lid toegevoegd, dat luidt:

• 6. Op de ontheffing is paragraaf 4.1.3.3. van de Algemene wet bestuursrecht (positieve fictieve beschikking bij niet tijdig beslissen) niet van toepassing.

• X. Aan artikel 4:18 wordt een nieuw lid toegevoegd, dat luidt:

• 5. Op de ontheffing is paragraaf 4.1.3.3. van de Algemene wet bestuursrecht (positieve fictieve beschikking bij niet tijdig beslissen) niet van toepassing.

• Y. Aan artikel 5:2 wordt een nieuw lid toegevoegd, dat luidt:

• 5. Op de ontheffing is paragraaf 4.1.3.3. van de Algemene wet bestuursrecht (positieve fictieve beschikking bij niet tijdig beslissen) niet van toepassing.

• Z. In artikel 5:3 worden de volgende wijzigingen aangebracht:

• a. In het tweede lid wordt het woord “kan” vervangen door “kunnen”.

• b. Toegevoegd wordt een nieuw lid, dat luidt:

• - 3. Op de ontheffing is paragraaf 4.1.3.3. van de Algemene wet bestuursrecht (positieve fictieve beschikking bij niet tijdig beslissen) niet van toepassing. 

• AA. In artikel 5:4 wordt “dan op drie” vervangen door “dan drie”. 

• BB. Aan artikel 5:6 wordt een nieuw lid toegevoegd, dat luidt:

• 4. Op de ontheffing is paragraaf 4.1.3.3. van de Algemene wet bestuursrecht (positieve fictieve beschikking bij niet tijdig beslissen) van toepassing.

CC. Aan artikel 5:7 wordt een nieuw lid toegevoegd, dat luidt:

• 3. Op de ontheffing is paragraaf 4.1.3.3. van de Algemene wet bestuursrecht (positieve fictieve beschikking bij niet tijdig beslissen) van toepassing.

DD. Aan artikel 5:8 wordt een nieuw lid toegevoegd, dat luidt:

• 6. Op de ontheffing is paragraaf 4.1.3.3. van de Algemene wet bestuursrecht (positieve fictieve beschikking bij niet tijdig beslissen) van toepassing.

EE. In artikel 5:11 worden de volgende wijzigingen aangebracht:

• a. In het derde lid wordt “kan” vervangen door “kunnen”.

• b. Toegevoegd wordt een nieuw lid, dat luidt:

• - 4. Op de ontheffing is paragraaf 4.1.3.3. van de Algemene wet bestuursrecht (positieve fictieve beschikking bij niet tijdig beslissen) niet van toepassing. 

FF. Aan artikel 5:13 wordt een nieuw lid toegevoegd, dat luidt:

Op de ontheffing is paragraaf 4.1.3.3. van de Algemene wet bestuursrecht (positieve fictieve beschikking bij niet tijdig beslissen) van toepassing.

GG. Aan artikel 5:18 wordt een nieuw lid toegevoegd, dat luidt:

• 1. Op de ontheffing is paragraaf 4.1.3.3. van de Algemene wet bestuursrecht (positieve fictieve beschikking bij niet tijdig beslissen) niet van toepassing.

HH. Aan artikel 5:33 wordt een nieuw lid toegevoegd, dat luidt:

• 6. Op de ontheffing is paragraaf 4.1.3.3. van de Algemene wet bestuursrecht (positieve fictieve beschikking bij niet tijdig beslissen) niet van toepassing.

II. Aan artikel 5:34 wordt een nieuw lid toegevoegd, dat luidt:

6. Op de ontheffing is paragraaf 4.1.3.3. van de Algemene wet bestuursrecht (positieve fictieve beschikking bij niet tijdig beslissen) niet van toepassing.

Artikel II

Dit besluit treedt in werking op de eerste dag na die van zijn bekendmaking.

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de raad

van de gemeente Goeree-Overflakkee op 15 december 2016.

griffier, voorzitter,

drs. J. Mimpen mr. A. Grootenboer-Dubbelman