Gemeente Landgraaf - Wijziging gemeenschappelijke regeling "Het Gegevenshuis"

Burgemeester en wethouders van Landgraaf maken bekend dat de colleges van burgemeester en wethouders van de gemeenten Kerkrade, Nuth, Onderbanken, Simpelveld, Voerendaal en Landgraaf, hebben besloten tot het wijzigen van de gemeenschappelijke regeling “Het Gegevenshuis”. De wijziging van de regeling houdt verband met toetreding van nieuwe gemeenten/openbare lichamen tot de regeling.

De gewijzigde gemeenschappelijke regeling luidt als volgt:

Gemeenschappelijke Regeling

“Het Gegevenshuis”

 

HOOFDSTUK 1 ALGEMENE BEPALINGEN

Artikel 1 Begripsbepalingen

1. In deze gemeenschappelijke regeling wordt verstaan onder:

a. de Wet: de Wet gemeenschappelijke regelingen (Stb. 1984, nr. 667) zoals laatstelijk gewijzigd bij de Wet afschaffing Plusregio’s (stb. 2014, nr. 557;

b. de Regeling: de gemeenschappelijke regeling “Het Gegevenshuis”;

c. de deelnemer A: de aan de gemeenschappelijke regeling “Het Gegevenshuis” deelnemende overheidsinstantie met uit de wet voortvloeiende verplichting inzake het beheer van basisregistratie(s) die het minimale basispakket afneemt;

d. de deelnemer B: de aan de gemeenschappelijke regeling “Het Gegevenshuis” deelnemende overheidsinstantie die geen uit de wet voortvloeiende verplichting inzake het beheer van basisregistraties heeft;

e. de afnemer: de overheidsinstantie of private organisatie die voor de uitvoering van haar taak in het publieke domein producten en diensten afneemt maar géén deelnemer is aan de gemeenschappelijke regeling “Het Gegevenshuis”.

f. Het minimale basispakket: de door het Dagelijks Bestuur vast te stellen minimale afname van producten of diensten om als deelnemer A toe te treden tot de Regeling; voor het 1e jaar na oprichting geldt als minimaal basispakket het beheer van de Basisregistratie Grootschalige Topografie (BGT).

2. Waar in de Regeling een wet of regeling van overeenkomstige toepassing worden verklaard, wordt in de plaats van de gemeente, de raad, het college, de burgemeester en de secretaris c.q. griffier onderscheidenlijk gelezen het openbaar lichaam “Het Gegevenshuis”, het Algemeen Bestuur, het Dagelijks Bestuur, de Voorzitter en de Secretaris van het openbaar lichaam “Het Gegevenshuis”.

Artikel 2 Doelstelling

1. “Het Gegevenshuis” heeft tot doel het ontzorgen van de deelnemers A op het gebied van het opzetten en het beheren van object- en ruimtegerelateerde (Basis-)registraties en geometrie, alsmede het daarmee samenhangende beeldmateriaal.

2. “Het gegevenshuis” draagt zorg ervoor dat de deelnemers A kunnen voldoen aan de wettelijke verplichtingen die voortvloeien uit het stelsel van basisregistraties.

3. “Het gegevenshuis” levert desgevraagd zorg voor maatwerk in de ondersteuning van de taken van de deelnemers A en de deelnemers B.

4. Naast inrichten en beheren van object- en ruimtegerelateerde (Basis-)registraties ligt de focus op permanente innovatie, verbetering van dienstverlening en kostenreductie. “Het Gegevenshuis” vertaalt innovatie in technologieën naar de toepassing van object- en ruimtegerelateerde data in het publieke domein.

5. “Het Gegevenshuis” dient het algemeen belang en kan ter ondersteuning van taken of doelstellingen die het publieke domein raken, producten en diensten leveren aan afnemers, niet zijnde deelnemers aan deze regeling.

Artikel 3 Deelname aan samenwerkingsvormen

1. “Het Gegevenshuis” kan deelnemen aan gemeenschappelijke regelingen overeenkomstig het bepaalde in de artikelen 93 tot en met 95 van de Wet.

2. “Het Gegevenshuis” kan deelnemen aan een Europese Groepering voor Territoriale Samenwerking (EGTS), overeenkomstig de Verordening (EG) nr. 1082/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 5 juli 2006 [Publicatieblad L 210 van 31.7.2006].

3. Het besluit daartoe wordt door een gekwalificeerde meerderheid van het Algemeen Bestuur genomen. Van een gekwalificeerde meerderheid is sprake bij 2/3 van het totaal aantal stemmen als bedoeld in artikel 7. Alvorens het Algemeen Bestuur een besluit kan nemen, dienen de gemeenteraden c.q. het Algemeen Bestuur van andere deelnemers dan gemeenten, te worden gehoord.

HOOFDSTUK 2 HET RECHTSPERSOONLIJKHEID BEZITTEND LICHAAM

Artikel 4 Openbaar lichaam

1. Er is een rechtspersoonlijkheid bezittend openbaar lichaam in de zin van artikel 8, eerste lid van de Wet, genaamd: ““Het Gegevenshuis”. Het is gevestigd te Landgraaf.

2. Het rechtsgebied van “Het Gegevenshuis” omvat het rechtsgebied van de aan de gemeenschappelijke regeling deelnemende Gemeenten en andere (lokale) overheden.

3. “Het Gegevenshuis” kan ook producten en diensten leveren aan niet-deelnemers aan de gemeenschappelijke regeling. Dit kunnen zowel publiekrechtelijke- als privaatrechtelijke organisaties zijn.

Artikel 5 Bestuursorganen

Het bestuur van “Het Gegevenshuis” bestaat uit het Algemeen Bestuur, het Dagelijks Bestuur en de Voorzitter.

Artikel 6 Het Algemeen Bestuur

1. Het Algemeen Bestuur bestaat uit de door de deelnemers A en deelnemers B afgevaardigde personen.

2. Iedere deelnemer vaardigt één persoon af in het Algemeen Bestuur.

3. De bevoegdheden van het Algemeen Bestuur volgen uit de Wet of de Regeling.

Artikel 7 Besluitvorming door het Algemeen Bestuur

1. Besluitvorming vindt plaats op basis van consensus, behoudens als:

a. een of meerdere leden van het Algemeen Bestuur om stemming verzoeken;

b. geen consensus wordt bereikt. In dat geval vindt stemming plaats.

2. Het aantal stemmen per lid van het algemeen bestuur is enerzijds gebaseerd op het al dan niet zijn van oprichter van deze gemeenschappelijke regeling en is anderzijds gerelateerd aan de taken die door “Het Gegevenshuis” voor de deelnemers worden uitgevoerd en het daarmee samenhangend financieel belang bij het openbaar lichaam.

3. De leden van het Algemeen Bestuur, aangewezen door de colleges van de gemeenten die deze Gemeenschappelijke Regeling oorspronkelijk hebben opgericht, hebben elk twee stemmen, alsmede één stem voor elke volle € 100.000,- welke de deelnemer aan producten en diensten afneemt van “Het Gegevenshuis” en dus als bijdrage aan de regeling levert; de leden van na de oprichting toetredende partijen hebben elk één stem, alsmede één stem voor elke volle € 100.000,- welke de deelnemer A of deelnemer B aan producten en diensten afneemt van “Het Gegevenshuis” en dus als bijdrage aan de regeling levert. De gemeenten die deze Gemeenschappelijke Regeling oorspronkelijk hebben opgericht zijn: Brunssum, Heerlen, Kerkrade, Landgraaf, Nuth, Onderbanken, Simpelveld en Voerendaal.

4. Voor de vaststelling van de in het vorige lid bedoelde bijdrage en daarmee het aantal stemmen geldt de vastgestelde begroting van inkomsten van “Het Gegevenshuis” als uitgangspunt. De in het vorige lid bedoelde stemverhouding geldt dan ook voor de begroting van dat jaar.

5. Een stemming is alleen geldig, indien meer dan de helft van het aantal leden dat zitting heeft en zich niet van deelneming aan stemming moet onthouden, daaraan heeft deelgenomen.

6. Het vorige lid vindt geen toepassing als hetzelfde voorstel, na agendering, in een volgende vergadering wordt behandeld.

7. Het Algemeen Bestuur vergadert zo vaak als het daartoe heeft besloten doch “jaarlijks tenminste tweemaal” en voorts indien de Voorzitter het nodig oordeelt of indien ten minste een vijfde van het aantal leden waaruit het Algemeen Bestuur bestaat schriftelijk, met opgave van redenen, daarom verzoekt.

8. De vergaderingen zijn openbaar. Datum, tijdstip en plaats van de vergadering worden door de Voorzitter bekend gemaakt.

9. De deuren worden gesloten, wanneer ten minste een vijfde van het aantal leden dat de presentielijst heeft getekend daarom verzoekt of de voorzitter het nodig oordeelt. Het Algemeen Bestuur beslist vervolgens of met gesloten deuren zal worden vergaderd. Van een vergadering met gesloten deuren wordt een afzonderlijk verslag opgemaakt, dat niet openbaar wordt gemaakt tenzij het Algemeen Bestuur anders beslist.

Artikel 8 Het Dagelijks Bestuur

1. Het Dagelijks Bestuur bestaat uit tenminste twee leden en de Voorzitter. Het Dagelijks Bestuur bestaat altijd uit een oneven aantal. Het Algemeen Bestuur kiest uit zijn midden de leden, met inachtneming van het gestelde in artikel 10, lid 1.

2. De bevoegdheden van het Dagelijks Bestuur volgen uit de wet, deze Regeling of zijn door de deelnemers A of deelnemers B overgedragen.

3. De leden en het aantal leden van het Dagelijks Bestuur worden zo gekozen dat zij gezamenlijk minder dan de helft van het totale stemrecht als bedoeld in artikel 7, derde lid, kunnen uitoefenen in het Algemeen Bestuur.

Artikel 9 Besluitvorming door het Dagelijks Bestuur

1. Besluitvorming vindt plaats op basis van consensus, behoudens als:

a. een of meerdere leden van het Dagelijks Bestuur om stemming verzoeken;

b. geen consensus wordt bereikt. In dat geval vindt stemming plaats.

2. De leden van het Dagelijks Bestuur hebben elk één stem.

3. Voor stemming is de aanwezigheid van tenminste 2 leden vereist.

4. Het Dagelijks Bestuur vergadert zo vaak als de Voorzitter of een van de leden van het Dagelijks Bestuur dit nodig oordelen.

5. Datum, tijdstip en plaats van een vergadering van het Dagelijks Bestuur worden door de Voorzitter aan de leden meegedeeld. De vergaderingen zijn besloten.

6. Het Dagelijks Bestuur kan besluiten dat een vergadering openbaar is.

Artikel 10 De Voorzitter

1. Het Algemeen Bestuur wijst uit zijn midden een voorzitter en een plaatsvervangend voorzitter aan met dien verstande dat alleen een voorzitter kan worden aangewezen die lid is van het Algemeen Bestuur namens een van de gemeenten die deze Gemeenschappelijke Regeling oorspronkelijk hebben opgericht, zijnde de gemeenten Brunssum, Landgraaf, Heerlen, Kerkrade, Nuth, Onderbanken, Simpelveld en Voerendaal.

2. De Voorzitter vertegenwoordigt “Het Gegevenshuis” in en buiten rechte. Hij kan deze vertegenwoordiging aan een door hem aan te wijzen gemachtigde opdragen.

3. De Voorzitter ondertekent de stukken die van het Algemeen Bestuur en het Dagelijks Bestuur uitgaan.

HOOFDSTUK 3 DE SECRETARIS EN HET PERSONEEL

Artikel 11 De secretaris

1. “Het Gegevenshuis” heeft een ambtelijke organisatie, met aan het hoofd de Secretaris.

2. De Secretaris wordt benoemd en ontslagen door het Algemeen Bestuur.

3. Het Dagelijks Bestuur wijst een plaatsvervanger voor de Secretaris aan, die de Secretaris in geval van verhindering of ontstentenis vervangt.

4. Het Algemeen Bestuur stelt de bezoldiging van de Secretaris vast.

5. Het Algemeen Bestuur stelt een instructie voor de Secretaris vast.

Artikel 12 Taken en bevoegdheden van de Secretaris

1. De Secretaris staat het Algemeen Bestuur, het Dagelijks Bestuur en de Voorzitter terzijde.

2. De Secretaris is aanwezig tijdens de vergaderingen van het Algemeen Bestuur en het Dagelijks Bestuur en draagt zorg voor de notulering daarvan.

3. Door de Secretaris worden alle stukken die van het Algemeen Bestuur en van het Dagelijks Bestuur uitgaan (mee-)ondertekend.

4. De Secretaris is belast met de leiding van de ambtelijke organisatie.

Artikel 13 Rechtspositie

1. Op het personeel van het openbaar lichaam “Het Gegevenshuis” zijn de rechtspositie en de overige arbeidsvoorwaarden, geldend voor het personeel van de Gemeente Heerlen, van toepassing.

2. Het Dagelijks Bestuur kan, gehoord een vertegenwoordiging van het personeel, besluiten om van het bepaalde in het vorige lid af te wijken.

Artikel 14 Personeel

1. Het Dagelijks Bestuur stelt regels voor de bezoldiging van het personeel vast binnen het door het Algemeen Bestuur vastgestelde budget.

2. Het Dagelijks Bestuur stelt de formatieomvang vast.

3. Het Dagelijks Bestuur benoemt en ontslaat het personeel, gehoord de Secretaris.

HOOFDSTUK 4 DIENSTVERLENINGSOVEREENKOMST

Artikel 15 “Het Gegevenshuis”: shared service center op basis van dienstverlenings- overeenkomsten

1. De deelnemers A en B kunnen in principe ieder voor zich bepalen welke producten of diensten in welke omvang en van welke kwaliteit zij wensen af te nemen van “Het Gegevenshuis”, waarbij voor de deelnemers A wel het minimale basispakket geldt. Uit oogpunt van efficiency ten behoeve van alle deelnemers kunnen standaardisaties gelden.

2. Het Dagelijks Bestuur van de deelnemers A en de deelnemers B sluit met het Dagelijks Bestuur van “Het Gegevenshuis” een dienstverleningsovereenkomst af;

3. Deze dienstverleningsovereenkomst omvat een algemeen gedeelte waarin nadere regels zijn gesteld die te maken hebben met opdrachtgever- en opdrachtnemerschap en bijbehorende productbladen waarin exact de door “Het Gegevenshuis” te leveren producten en diensten en bijbehorende prestaties zijn vastgelegd; de dienstverlenings-overeenkomsten omvat tevens de totale bijdrage van de deelnemer A of deelnemer B aan “Het Gegevenshuis” ter vergoeding van de geleverde producten en diensten.

4. Voor afnemers geldt dat een met lid 3 vergelijkbare dienstverleningsovereenkomst wordt opgesteld en afgesloten door het Dagelijks Bestuur.

Artikel 16 Dienstverleningsovereenkomsten basis voor begroting en verantwoording

1. De dienstverleningsovereenkomsten met de deelnemers A en deelnemers B worden jaarlijks vastgesteld. Conform artikel 15, lid 3, wordt hierin tevens bepaald wat de bijdrage per deelnemer A of deelnemer B is. Dit betekent dat de cyclus van jaarlijkse vaststelling vooraf gaat aan de jaarlijkse vaststelling van de begroting als bedoeld in Hoofdstuk 5. De dienstverleningsovereenkomsten met de afnemers kunnen worden vastgesteld voor de duur van de looptijd van de overeenkomst.

2. De dienstverleningsovereenkomsten met de deelnemers A, deelnemers B en afnemers vormen tevens de basis waarover “Het Gegevenshuis” verantwoording aflegt aan de deelnemers A en B: aantallen, kwaliteiten, levertijden, hoeveelheden en kosten van de geleverde producten en diensten. De verantwoording vindt plaats via de reguliere planning en control cyclus. Het afleggen van verantwoording aan de afnemers wordt bepaald in de dienstverleningsovereenkomst met de afnemer.

HOOFDSTUK 5 FINANCIËN

Artikel 17 Organisatie van beheer en administratie

1. Het Algemeen Bestuur stelt regels vast met betrekking tot de organisatie van de administratie en van het beheer van de vermogenswaarden van “Het Gegevenshuis”, alsmede regels met betrekking tot het toezicht daarop.

2. Artikelen 212 van de Gemeentewet is van overeenkomstige toepassing.

3. Het Algemeen Bestuur en het Dagelijks Bestuur gaan geen geldleningen aan, tenzij het voornemen daartoe aan de deelnemers A en deelnemers B is gemeld onder het stellen van een termijn van ten minste vier weken om blijk te geven van hun zienswijze.

Artikel 18 De begroting

Het Dagelijks Bestuur stelt jaarlijks een ontwerp-begroting van inkomsten en uitgaven op, voorzien van een toelichting en zendt dit ontwerp uiterlijk 1 april van het jaar voorafgaande aan het jaar waarop de begroting betrekking heeft, toe aan het bevoegd gezag van de deelnemers A en deelnemers B, die vervolgens binnen twee maanden na ontvangst aan het Algemeen Bestuur hun zienswijze kenbaar kunnen maken; een en ander overeenkomstig artikel 35 van de Wet.

Het Algemeen Bestuur stelt de begroting vast.

Artikel 19 De jaarrekening

1. Het Dagelijks Bestuur biedt de rekening van inkomsten en uitgaven over het afgelopen jaar met alle bijbehorende bescheiden ter vaststelling aan het Algemeen Bestuur aan.

2. Deze gaat vergezeld van een verslag van het onderzoek naar de deugdelijkheid van de rekening, ingesteld overeenkomstig de ingevolge de Gemeentewet aangewezen deskundige, en van hetgeen het Dagelijks Bestuur overigens te harer verantwoording dienstig acht.

3. Het Dagelijks Bestuur zendt de jaarrekening, met alle bijbehorende stukken, binnen twee weken na de vaststelling, doch in ieder geval vóór 15 juli van het jaar volgende op het jaar waarop de jaarrekening betrekking heeft, ter mededeling aan Gedeputeerde Staten.

4. In de jaarrekening wordt, met inachtneming van het bepaalde in artikel 20 van deze regeling, de door de deelnemers A en deelnemers B over het desbetreffende jaar verschuldigde bijdrage opgenomen, alsmede de inkomsten uit dienstverlenings-overeenkomsten met afnemers.

Artikel 20 Inkomstenbronnen

De begroting van “Het Gegevenshuis” wordt gevoed uit:

a. de bijdragen van de deelnemers A en deelnemers B op basis van de per deelnemer overeengekomen dienstverleningsoverkomst;

b. inkomsten van afnemers op basis van de met de afnemers afgesloten dienstverleningsovereenkomsten;

c. subsidies;

d. overige inkomsten.

Artikel 21 Betaling van bijdragen

De deelnemers A en deelnemers B betalen voor de vijftiende dag van de maanden januari, april, juli en oktober telkens een vierde deel van de voor het begrotingsjaar geraamde bijdrage. De betaling en bevoorschotting door afnemers wordt bepaald in de dienstverleningsovereenkomst met de afnemers.

Artikel 22 Borgstelling

1. De betaling van rente, aflossing en kosten van de door het openbaar lichaam “Het Gegevenshuis” aangegane geldleningen en op te nemen gelden in rekening–courant, wordt door de deelnemers A en deelnemers B gegarandeerd.

2. De deelnemers A en deelnemers B doen ter zake afstand van de voorrechten die het Burgerlijk Wetboek aan borgen toekent.

3. Voor de deelnemers A en de deelnemers B geldt dat de verplichtingen voortvloeiend uit de vorenstaande leden gelden in verhouding tot ieders bijdrage aan de Regeling.

 HOOFDSTUK 6 ARCHIEF

Artikel 23 Archivering

a. Het dagelijks bestuur is belast met de zorg voor de archiefbescheiden van de organen van het openbaar lichaam, overeenkomstig een door het algemeen bestuur, met inachtneming van artikel 40 van de Archiefwet 1995 vast te stellen regeling (Archiefverordening), die aan gedeputeerde staten moet worden medegedeeld.

b. Voor de door deelnemers gemandateerde taken berust de zorg voor de desbetreffende archiefbescheiden bij deze gemeenten.

c. Met het toezicht op de bewaring en het beheer van de archiefbescheiden van de gemandateerde taken is belast de archivaris van de desbetreffende gemeenten.

d. Bij opheffing van de gemeenschappelijke regeling wordt ten aanzien van de archiefbescheiden een voorziening getroffen conform artikel 4 lid 1 van de Archiefwet 1995.

Artikel 23 A

a. Voor de bewaring van de op grond van artikel 12, eerste lid en artikel 13 van de Archiefwet 1995 over te brengen archiefbescheiden van de in deze regeling genoemde bestuursorganen is aangewezen de archiefbewaarplaats van de gemeente waar “Het Gegevenshuis” is gevestigd.

b. De archivaris is belast met het toezicht op het beheer van de archiefbescheiden, voor zover deze archiefbescheiden niet zijn overgebracht naar de archiefbewaarplaats. De secretaris (- directeur) is belast met het beheer van de archiefbescheiden, voor zover deze archiefbescheiden niet zijn overgebracht naar de archiefbewaarplaats.

HOOFDSTUK 7 INLICHTINGEN, VERANTWOORDING EN TERUGROEPING

Artikel 24 Inlichtingenplicht voor de deelnemers A en deelnemers B

De besturen van de deelnemers A en B verstrekken op verzoek van het Algemeen Bestuur, of het Dagelijks Bestuur de benodigde inlichtingen en geven de medewerking, die voor de vervulling van de taken van het openbaar lichaam “Het Gegevenshuis” nodig is.

Artikel 25 Inlichtingen en verantwoording aan het Algemeen Bestuur

1. De leden van het Dagelijks Bestuur zijn tezamen en ieder afzonderlijk aan het Algemeen Bestuur verantwoording verschuldigd voor het door hen gevoerde bestuur.

2. Zij geven ongevraagd aan het Algemeen Bestuur alle informatie, die voor een juiste beoordeling van het door het Dagelijks Bestuur te voeren en gevoerde beleid nodig is. Deze informatie wordt verstrekt tijdens de vergaderingen van het Algemeen Bestuur.

3. Zij geven, tezamen dan wel afzonderlijk, aan het Algemeen Bestuur, wanneer of één of meer leden daarom verzoeken, alle gevraagde inlichtingen. Deze inlichtingen worden, behoudens strijdigheid met het algemeen belang, zo spoedig mogelijk, maar in ieder geval binnen twee maanden in een vergadering van het Algemeen Bestuur verstrekt.

Artikel 26 Inlichtingen door de leden van het Algemeen Bestuur en het Dagelijks Bestuur

1. Een lid van het Algemeen Bestuur of van het Dagelijks Bestuur verschaft de raad en het college van zijn Gemeente op de voor die gemeente/ organisatie gebruikelijke wijze alle inlichtingen, die door deze raad of dit college worden verlangd.

2. Deze inlichtingen worden, behoudens strijdigheid met het algemeen belang, zo spoedig mogelijk doch in ieder geval binnen twee maanden verstrekt.

3. De raad of het college kan een lid van het Algemeen Bestuur van “Het Gegevenshuis”, nadat de inlichtingen in een vergadering of schriftelijk zijn verstrekt of dienden te zijn verstrekt, ter verantwoording roepen voor het door hem in het Algemeen Bestuur van “Het Gegevenshuis” gevoerde beleid.

Artikel 27 Inlichtingen door de bestuursorganen

De bestuursorganen genoemd in artikel 5 verstrekken aan de raden en de colleges van de Gemeenten de door één of meer leden van de raden of de colleges gevraagde inlichtingen schriftelijk en zo spoedig mogelijk, voor zover dat niet strijdig is met het algemeen belang.

HOOFDSTUK 8 TOETREDING, UITTREDING, WIJZIGING EN OPHEFFING VAN DE REGELING

Artikel 28 Toetreding

1. Voor toetreding tot de Regeling kan worden volstaan met een besluit van het college van burgemeester en wethouders c.q. het Dagelijks Bestuur van de overheidsinstantie die wil toetreden na verkregen toestemming van de raad c.q. het algemeen bestuur van deze overheidsinstantie, mits het Algemeen Bestuur in die toetreding bewilligt. Een daartoe strekkend besluit van het Algemeen Bestuur kan slechts worden genomen met een meerderheid van twee/derde van het aantal stemmen. In het besluit van het Algemeen Bestuur kan de deelname aan de regeling afhankelijk worden gesteld aan specifieke voorwaarden.

2. Het vastleggen van specifieke voorwaarden is in ieder geval aan de orde als de toetredende overheidsinstantie onder gelijktijdige afname van producten en diensten personeel overdraagt aan “Het Gegevenshuis”.

3. Indien toetreding van een nieuwe deelnemer negatieve financiële consequenties heeft of kan hebben voor de bestaande deelnemers, legt het Algemeen Bestuur het besluit tot inwilliging van het verzoek voor aan het college c.q. dagelijks bestuur ter goedkeuring.

4. Een besluit tot inwilliging van het verzoek tot toetreding leidt in principe niet tot wijziging van deze gemeenschappelijke regeling.

Artikel 29 Uittreding of substantiële afname van producten en diensten

1. Een deelnemer A of deelnemer B kan uittreden door toezending aan het Algemeen Bestuur van het daartoe strekkende besluit van het bevoegd orgaan van deelnemer A of deelnemer B.

2. Voor het uittreden geldt een opzeggingstermijn van één jaar, met dien verstande dat behoudens een door het Algemeen Bestuur toe te stane afwijking, uittreding niet eerder plaats kan vinden dan op 1 januari van het vierde jaar volgend op dat, waarin de deelneming aan de Regeling formele rechtskracht heeft gekregen.

3. Desintegratiekosten en andere onvermijdelijke kosten die samenhangen met de uittreding komen voor rekening van de deelnemer A of deelnemer B die uittreedt.

4. Indien een deelnemer A of deelnemer B uittreedt, wordt een overeenkomst opgesteld over de gevolgen en kosten die samenhangen met de opzegging, zoals boventalligheid van personeel en aangegane meerjarenverplichtingen. In deze overeenkomst wordt geregeld op welke wijze en over welke periode de daarmee samenhangende kosten worden voldaan.

5. Als de deelnemer A of deelnemer B besluit tot het substantieel verlagen van de afname van producten en diensten, zijn de leden 3 en 4 overeenkomstig van toepassing. Van een substantiële verlaging van afname is sprake indien deze verlaging leidt tot een hogere productprijs voor de deelnemers A en/of deelnemers B als gevolg van volume-afname, boventallig personeel of lopende verplichtingen.

6. In de gevallen als bedoeld in het 4e en 5e lid kan een door beide partijen aan te wijzen externe deskundige worden ingeschakeld.

Artikel 30 Opheffing

1. De Regeling wordt ontbonden en het openbaar lichaam “Het Gegevenshuis” daarmee opgeheven, indien de colleges c.q. dagelijkse besturen van tenminste twee/derde van de deelnemers A plus deelnemers B daartoe besluiten.

2. In geval van ontbinding van de Regeling en daardoor opheffing van het openbaar lichaam “Het Gegevenshuis”, stelt het Algemeen Bestuur‚ de deelnemers gehoord hebbende, een liquidatieplan vast, waarin in elk geval een sociaal plan ten aanzien van het personeel is opgenomen. In het liquidatieplan kan van de bepalingen van de regeling worden afgeweken.

3. Zo nodig blijven de bestuursorganen van de Regeling ook na de ingangsdatum van de opheffingsbesluiten in functie, totdat de liquidatie is beëindigd.

Artikel 31 Wijziging

De Regeling kan, tenzij deze regeling anders bepaalt, worden gewijzigd indien de dagelijkse besturen van tenminste twee/derde van de deelnemers A plus deelnemers B daartoe besluiten.

HOOFDSTUK 9 SLOTBEPALINGEN

Artikel 32 Onvoorziene situaties

In alle gevallen waarin deze regeling niet voorziet beslist het Algemeen Bestuur, zoveel mogelijk analoog aan of in de geest van de bepalingen van de Gemeentewet, de Wet en de Regeling.

Artikel 33 Inwerkingtreden

1. De (gewijzigde) Regeling treedt in werking op de dag nadat deze door het college van de gemeente Landgraaf -mede namens de overige deelnemers- overeenkomstig artikel 26, tweede lid van de wet bekend is gemaakt door kennisgeving van de inhoud daarvan in de Staatscourant.

2. Zij wordt aangegaan voor onbepaalde tijd.

Artikel 34 Naam

De Regeling kan worden aangehaald als gemeenschappelijke regeling "Het Gegevenshuis”.

Naar boven