Beleidsregels maatschappelijke opvang voor dak- en thuislozen

 

Artikel 1 Doel en reikwijdte van deze beleidsregels

  • -

    De gemeente Delft is tot nader orde centrumgemeente maatschappelijke opvang voor de regio Delft Westland Oostland. De regio omvat naast Delft, de regiogemeenten Westland, Midden-Delfland en Pijnacker-Nootdorp. De regiogemeenten hebben Delft in het kader van de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) gemandateerd voor het ontvangen van meldingen, het doen van onderzoek en het bepalen van de toegang tot maatwerkvoorzieningen ten behoeve van maatschappelijke opvang.

  • -

    Doel van de maatschappelijke opvang is: onderdak en begeleiding bieden aan personen, die de thuissituatie hebben verlaten en niet in staat zijn zich op eigen kracht (met gebruikelijke hulp, met mantelzorg of met hulp van andere personen uit zijn sociale netwerk) te handhaven in de samenleving. Opvang wordt verstrekt door het college.

  • -

    Het beleid van de gemeente Delft is erop gericht om degenen die daarvoor in aanmerking komen passende, kortdurende maatschappelijke opvang te geven en hen via de gemeentelijk Toegang te begeleiden naar zo groot mogelijke zelfredzaamheid.

  • -

    In het kader van de Participatiewet is de gemeente Delft verplicht om aan adreslozen met een bijstandsuitkering een briefadres te geven. De gemeente geeft hier ten behoeve van dak- en thuislozen vorm aan door middel van het beschikbaar stellen van een Postadres voor daklozen bij de instelling voor maatschappelijke opvang. Dit postadres is tevens beschikbaar voor niet-uitkeringsgerechtigde daklozen.

  • -

    Maatschappelijke opvang is landelijk toegankelijk. Dit betekent dat elke dak- en thuisloze persoon zich in Delft kan aanmelden voor maatschappelijke opvang. Bij het bepalen of betrokkene binnen de regio DWO de beste kansen op herstel heeft volgt de gemeente Delft de handreiking “Landelijke toegang maatschappelijke opvang” (december 2014) van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG).

  • -

    Deze beleidsregels beschrijven de gemeentelijke taken en verantwoordelijkheden voor het verschaffen van een postadres voor daklozen, de toegang tot maatschappelijke opvang en het begeleiden naar herstel/zelfredzaamheid.

Artikel 2 Aanmelding en onderzoek

  • -

    Iedere dak- of thuisloze dient zich te melden of dient te worden aangemeld bij de gemeente bij het Spreekuur voor dak- en thuislozen. Daar vindt telefonisch een eerste uitvraag plaats, waarna betrokkene wanneer zo nodig uitgenodigd wordt een aanvraag in te dienenen Meldingsgesprek te voeren.

  • -

    Tijdens het eerste Telefonische gesprek wordt gevraagd naar:

  • .

    NAW gegevens

  • .

    de reden van de aanvraag;

  • .

    de ernst van de situatie;

  • .

    de mogelijkheden om binnen het eigen netwerk tot oplossingen te komen.

  • -

    Afhankelijk van de uitkomsten hiervan  wordt betrokkene al- dan niet uitgenodigd voor een Meldingsgesprek en geïnformeerd over de verdere procedure. Indien geen slaapplek beschikbaar is, wordt een machtiging voor Nachtopvang verstrekt.

  • -

    Indien daklozen zich buiten kantoortijden rechtstreeks melden bij de organisatie voor maatschappelijke opvang, mag  deze toestemming geven tot verblijf in de Nachtopvang tot de eerstvolgende werkdag.  De organisatie voor maatschappelijke opvang  meldt betrokken op de eerst volgende werkdag aan bij het Daklozenspreekuur.

  • -

    Indien blijkt dat er sprake is van huiselijk geweld of een gezin met minderjarige kinderen zonder tijdelijk onderdak wordt direct opgeschaald naar Veilig Thuis of het Sociaal Team.

  • -

    Tijdens het Meldingsgesprek wordt samen met betrokkene overlegd of hij of zij een aanvraag indient voor toelating tot de maatschappelijke opvang. Zijn situatie wordt besproken en worden de toelatingscriteria voor maatschappelijke opvang, zoals geregeld in artikel 3, toegepast. Het Spreekuur voor dak- en thuislozen draagt zorg voor voorlichting over de rechten en plichten van de aanvrager. De aanvrager kan zich bij laten staan door een vertrouwenspersoon of een hulpverlener/verwijzer.

  • -

    De aanvrager vult samen met de daklozenconsulent een Meldingsformulier in. Dit formulier bevat vragen over financiën, dagbesteding, huisvesting, huiselijke relatie/sociaal netwerk, geestelijke gezondheid, lichamelijke gezondheid, verslaving, maatschappelijke participatie en justitiële bemoeienis.

  • -

    Tijdens het Meldinggesprek wordt tevens bepaald in hoeverre verwijzing en overdracht naar een andere gemeente wenselijk is of onderzocht moet worden zoals geregeld in artikel 7.

  • -

    Op grond van de uitkomsten van het Meldingsgesprek, zoals vastgelegd in het Meldingsformulier, beoordeelt de daklozenconsulent in hoeverre er aanleiding is voor toeleiding naar een van de onderdelen van Toegang Delft voor verdere hulpvraagverheldering en het maken van een plan van aanpak. In dat geval wordt er een afspraak met de Toegang ingepland en wordt het ingevulde Meldingsformulier overgedragen aan de Toegang. De aanvrager is verplicht mee te werken aan dit traject. Het eerste hulpvraag-verhelderingsgesprek binnen de Toegang moet plaatsvinden voorafgaand aan het vervolggesprek bij het Daklozenspreekuur.

  • -

    In geval van een zwerfjongere tot 23 jaar en zwerfjongeren tot 27, die onder de Participatiewet vallen, vindt direct aansluitend een gesprek met de medewerker Jongerenacademie plaats.

  • -

    In geval van een dakloos gezin is een coach Sociaal Team aanwezig bij het meldingsgesprek. Wanneer het dakloze gezin is aangemeld vanuit een van de regiogemeenten, wordt betreffende gemeente uitgenodigd om bij het meldingsgesprek aanwezig te zijn. De begeleidingsregie blijft in principe bij betreffende regiogemeente.

  • -

    Het ingevulde Meldingsformulier wordt ondertekend door de betreffende consulent en de aanvrager. De aanvrager geeft hiermee toestemming voor het uitwisselen van gegevens die noodzakelijk zijn voor de beoordeling van de aanvraag, toestemming voor de toeleiding naar de Toegang en werkt actief mee aan de vraagverheldering en aan een plan van aanpak, gericht op herstel.

  • -

    De aanvrager dient aan te tonen geen vast verblijfadres te hebben. Op het Meldingsformulier wordt vermeld waar betrokkenen de afgelopen periode heeft geslapen. Daarnaast krijgt de aanvrager een adreslijst mee, waarop aangegeven moet worden op welke adressen de aanvrager in de periode tot het volgende gesprek slaapt.

  • -

    Bovendien dient de aanvrager 10 nachten te verblijven in de Nachtopvang, tenzij er is vastgesteld dat betrokkene daadwerkelijk dakloos is en de Nachtopvang vanwege somatische, psychiatrische of andere redenen niet geschikt is voor verblijf.

  • -

    Als er geen plaats is in de Nachtopvang, vermeldt de instelling voor maatschappelijke opvang dit op de adressenlijst en mag de aanvrager ergens anders slapen.

  • -

    Indien de aanvrager onvoldoende eigen inkomen heeft om zelf de Nachtopvang te bekostigen, ontvangt hij van de gemeente een schriftelijke machtiging voor de overnachtingen.

  • -

    Zo nodig zet de gemeente bijzonder onderzoek in om na te gaan of betrokkene daadwerkelijk dakloos is.

  • -

    Wanneer de aanvrager, zonder opgave van redenen niet verschijnt bij het meldingsgesprek, wordt hij opnieuw uitgenodigd. Bij opnieuw niet verschijnen wordt het dossier afgesloten. In geval het een zwerfjongere betreft, wordt de Toegang hiervan op de hoogte gebracht.

  • -

    Minimaal 10 dagen na het Meldingsgesprek volgt een Vervolggesprek bij het Daklozenspreekuur. Tijdens het Vervolggesprek wordt beoordeeld of de aanvrager voldoet aan de toelatingscriteria van artikel 3. Wanneer hieraan voldaan is wordt een besluit toegekend, waarmee schriftelijke toestemming is verkregen om gebruik te maken van een postadres voor daklozen en de Nachtopvang.

  • -

    Bij geen- of onvoldoende inkomsten maakt de consulent van het Spreekuur voor dak- en thuislozen een afspraak voor een intake om een uitkering aan te vragen.

  • -

    In geval de aanvrager de verplichtingen met betrekking tot het aantonen van dakloosheid niet of onvoldoende is nagekomen, wordt hij alsnog in de gelegenheid gesteld dit aan te tonen en wordt er een 2e Vervolggesprek gepland.

  • -

    In geval de aanvrager niet is verschenen bij het eerste gesprek binnen de Toegang of onvoldoende wenst mee te werken aan een hersteltraject vanuit de Toegang, wordt het besluit tot toelating in de maatschappelijke opvang opgeschort en volgt overleg met de aangewezen coach van de Toegang over de te nemen maatregelen.

 

Artikel 3 Toelatingscriteria maatschappelijke opvang

  • -

    Om toegang te kunnen krijgen tot de maatschappelijke opvang, dient de aanvrager te voldoen aan de toelatingscriteria. Het verkrijgen van een postadres voor dak- en thuislozen en de toegang tot maatschappelijke opvang zijn gekoppeld aan de volgende criteria:

  • .

    De aanvrager dient 18 jaar of ouder te zijn;

  • .

    De aanvrager verblijft rechtmatig in Nederland;

  • .

    Uit onderzoek blijkt dat de aanvrager geen vast verblijfadres heeft;

  • .

    De aanvrager kan binnen de regio Delft Westland Oostland het beste maatschappelijke opvang krijgen. Om dit vast te stellen worden de volgende beoordelingscriteria gehanteerd:

    >de aanwezigheid van een positief sociaal netwerk (familie en vrienden);

    >voorwaarden voor een succesvol traject (zoals bijvoorbeeld actieve schuldhulpverlening, bestaande relatie met hulpverlenende instellingen);

    >bekendheid bij politie binnen de regio;

    >de aanvrager heeft gedurende drie jaar voorafgaand aan het moment van aanmelding minimaal twee jaar aantoonbaar, zijn of haar hoofdverblijf in de centrumgemeente of regio gehad. Dit moet blijken uit inschrijving in de gemeentelijke basisadministratie-, of bekend en geregistreerd zijn bij zorginstellingen

    >als contra-indicatie om een aanvrager te plaatsen in een bepaalde regio gelden sociale netwerk te halen, of agressie tegen medewerkers van betrokken partijen in de betreffende regio

Artikel 4 Toetsingscriteria na verblijf in het buitenland

  • -

    a. Wanneer de aanvrager langer dan 2 jaar in het buitenland verbleef, dan onderzoekt het spreekuur voor dak- en thuislozen allereerst de redenen van vertrek en verblijf:

  • .

    Wanneer de reden van langer dan 2 jaar verblijf in het buitenland detentie betreft wordt de procedure gevolgd volgens artikel 2, 3, 5 en 8.

  • .

    Wanneer de reden van verblijf in het buitenland wonen, werken of studeren betrof of wanneer er sprake is van schulden en er is geen sprake van regiobinding, dan worden de volgende bewijsstukken gevraagd:

    >bewijs van verblijf in Nederland, gedurende 3 maanden voorafgaand aan de aanvraag;

    >bewijs van uitschrijving uit de woonplaats in het buitenland;

    >bewijs van inkomsten betreffende de 3 maanden voor de aanmelding;

    >bewijs van inkomsten betreffende de laatste 3 maanden van het verblijf in het buitenland;

    >bewijs van stopzetting van de inkomsten in het buitenland;

    >bewijs van stopzetten zorgverzekering in het buitenland.

    Indien de aanvrager deze bewijzen kan overleggen wordt de procedure gevolgd volgens artikel 2, 3, 5 en 8.

  • -

    b. Wanneer de aanvrager korter dan 2 jaar in het buitenland verbleef, dan worden de volgende bewijsstukken gevraagd:

    >bewijs van uitschrijving uit de woonplaats in het buitenland;

    >bewijs van inkomsten betreffende de 3 maanden voor de aanmelding;

    >bewijs van inkomsten betreffende de laatste 3 maanden van het verblijf in het buitenland;

    >bewijs van stopzetting van de inkomsten in het buitenland;

    >bewijs van stopzetten zorgverzekering buitenland.

    Indien de aanvrager deze bewijzen kan overleggen wordt de procedure gevolgd volgens artikel 2, 3, 5 en 8.

Artikel 5 Postadres voor daklozen

  • -

    Indien de aanvrager voldoet aan de toelatingscriteria en aangetoond heeft dat hij daadwerkelijk dakloos is, wordt een besluit toegekend, waarmee schriftelijke toestemming is verkregen om voor 3 maanden gebruik te maken van een postadres voor daklozen bij de instelling voor maatschappelijke opvang en volgt inschrijving in de gemeentelijke basisadministratie.

  • -

    De aanvrager moet zich binnen 3 dagen na toestemming melden bij de maatschappelijke opvang, anders vervalt de toestemming.

  • -

    Iedere 3 maanden wordt gecontroleerd of de aanvrager nog steeds aan de voorwaarden voldoet en is er een mogelijkheid om de inschrijving te verlengen.

  • -

    Voor degenen met een bijstandsuitkering voert het Daklozenloket de controle uit. Voor de overige wordt dit gedaan door de instelling voor maatschappelijke opvang.

  • -

    Wanneer betrokkene zijn post 4 weken niet komt ophalen volgt ambtshalve uitschrijving uit de gemeentelijke basisadministratie. Afhankelijk van de ernst van de situatie, kan betrokkene, na overleg met de Toegang, 3 maanden de toelating tot de maatschappelijke opvang worden ontzegd.

  • -

    Personen met een postadres voor daklozen zijn verplicht gebruik te maken van de Nachtopvang.

  • -

    Als er geen plaats is, vermeldt PerspeKtief dit op de adressenlijst en mag de aanvrager ergens anders slapen.

  • -

    Wanneer blijkt dat een aanvrager, die geen bijstandsuitkering ontvangt, op een adres van een particulier verblijft, wordt toestemming gegeven om dit als briefadres te gebruiken.

Artikel 6 Relatie met het gemeentelijk briefadres

  • -

    Delftse burgers, die om verschillende redenen tijdelijk geen vast woonadres hebben, kunnen zich in laten schrijven op een briefadres in de gemeentelijke basisadministratie. De gemeente kan nader onderzoek doen naar de juistheid van de aangeleverde gegevens door de aanvrager. Aanvragers met dakloosheidsproblematiek worden verwezen naar het spreekuur voor dak- en thuislozen.

Artikel 7 Overdracht naar andere gemeenten voor maatschappelijke opvang

  • -

    Iedere dak- en thuisloze persoon kan zich aanmelden voor maatschappelijke opvang. Na aanmelding wordt nagegaan of betrokkene tot de doelgroep behoort en wordt zo spoedig mogelijk een onderzoek uitgevoerd om te bepalen in welke gemeente de maatschappelijke opvang het beste kan plaatsvinden. Dat is in eerste instantie de gemeente waar de voorwaarden voor een succesvol traject optimaal zijn of waar de aanvrager aantoonbare binding heeft.

  • -

    Indien daarover geen duidelijkheid ontstaat, is de centrumgemeente van aanmelding de aangewezen gemeente die de aanvrager toelaat.

  • -

    Wanneer tijdens het Meldingsgesprek blijkt dat de aanvrager bij een andere gemeente betere kansen op herstel heeft of dat er contra-indicaties zijn voor opvang in Delft onderzoekt het spreekuur voor dak- en thuislozen, samen met de aanvrager, naar welke centrumgemeente de aanvrager het beste kan worden overgedragen.

  • -

    Dit onderzoek duurt bij voorkeur niet langer dan twee weken. Het spreekuur voor dak- en thuislozen neemt vervolgens met betreffende gemeente contact op voor het organiseren van een overdracht. In afwachting van de overdracht kan de gemeente Delft zo nodig opvang bieden.

  • -

    Indien betreffende gemeenten niet tot akkoord kunnen komen bestaat de mogelijkheid dit voor te leggen aan de door de VNG en de Federatie voor Opvang ingestelde geschillencommissie, waarvan het besluit vervolgens bindend is.

  • -

    De gemeente Delft staat open voor overdracht van daklozen vanuit andere gemeenten, mits het verzoek voor opvang, naar oordeel van het Spreekuur voor dak- en thuislozen, voldoende onderbouwd en haalbaar is. De overdragende gemeente dient aan te geven waarom zij de aanvrager niet kunnen helpen en waarom zij van mening zijn dat de aanvrager meer kansen op herstel heeft in de regio DWO.

Artikel 8 Hersteltrajecten vanuit de Toegang

  • -

    Binnen de Toegang worden alle casussen van de dak- en thuislozendoelgroep behandeld door de het team Wmo behalve:

  • .

    wanneer tijdens het invullen van het meldingsformulier blijkt, dat er sprake is van 6 of meer problemen op de benoemde leefgebieden. In dat geval komt de regie te liggen bij het Sociaal Team. Er wordt een afspraak ingepland bij het Sociaal Team;

  • .

    bij gezinnen met minderjarige kinderen. In dat geval komt de regie te liggen bij het Sociaal Team. Het Sociaal Team wordt uitgenodigd om bij het Meldingsgesprek aanwezig te zijn;

  • .

    bij zwerfjongeren 18-27 jaar, die onder de Participatiewet vallen. In dat geval komt de regie te liggen bij fr Jongerenacademie. De Jongerenacademie voert een intakegesprek in aansluiting op het Meldingsgesprek. De medewerker van de Jongerenacademie bepaalt of betrokken zwerfjongere toegeleid moet worden naar het Sociaal Team.

  • -

    De Toegang is verantwoordelijk voor verdere hulpvraagverheldering, het benoemen van een coach/casemanager en het maken van een plan van aanpak. Daarbij zijn de bestaande werkwijzen van de verschillende toegangsonderdelen leidend. Begeleidingstrajecten voor daklozen omvatten in de meeste gevallen een opstartfase, een stabilisatiefase en een herstelfase.

  • -

    Zolang betrokkene gebruik maakt van de maatschappelijke opvang, vindt afstemming plaats met de aanbieder van maatschappelijke opvang.

  • -

    Het niet willen meewerken aan een begeleidings-/herstel traject kan leiden tot tijdelijke uitsluiting van maatschappelijke opvang en uitschrijving uit het Postadres voor daklozen.

  • -

    Wanneer daklozen die rechtsreeks afkomstig zijn cq. zijn aangemeld vanuit een van de regiogemeenten DWO een hersteltraject volgen in Delft, wordt vanuit de Toegang Delft contact gelegd met betreffende gemeente.

Artikel 9 Hardheidsclausule

  • -

    Het college kan in bijzondere gevallen gemotiveerd afwijken van de bepalingen in deze regeling. Dit doet het college als dat, gelet op alle omstandigheden voor betrokkene, dringend noodzakelijk is of wanneer als gevolg van jurisprudentie evident is, dat de gemeente een zorgplicht

Artikel 10 Inwerkingtreding

  • -

    Deze beleidsregels treden in werking op 1 januari 2017

Artikel 11 Citeertitel

  • -

    De gemeente haalt deze regeling aan als ‘Beleidsregels maatschappelijke opvang voor dak- en thuislozen’.

Delft, 20 december 2016.

Het college van burgemeester en wethouders van Delft,

J.M. van Bijsterveldt-Vliegenthart , burgemeester

J. Krul , secretaris

 

Naar boven