Gemeenteblad van Haarlemmermeer
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Haarlemmermeer | Gemeenteblad 2017, 695 | Verordeningen |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Haarlemmermeer | Gemeenteblad 2017, 695 | Verordeningen |
Verordening op de raadscommissie 2005
Verordening op de raadscommissie 2005
Hoofdstuk 1 Algemene Bepalingen
Hoofdstuk 2 Instelling, taken en samenstelling
Paragraaf 1 Tijdstip van vergaderen, voorbereiding, stukken
Paragraaf 2 Vergaderorde, spreken, beraadslagingen
Hoofdstuk 5 Beslotenheid en geheimhouding
Hoofdstuk 2 Instelling, taken en samenstelling
Artikel 2 Instelling raadscommissie
De raad stelt conform artikel 82 van de Gemeentewet een raadscommissie in die in raadssessies kan vergaderen.
Een lid kan zowel raadslid als niet-raadslid zijn. De artikelen 10, 11, 12, 13,14 en 15 van de Gemeentewet zijn van overeenkomstige toepassing op een lid van de raadscommissie. Elk lid dient daarnaast tijdens de laatste verkiezingen van de raad geplaatst te zijn op de kandidatenlijst van een fractie. Per fractie kunnen maximaal twee niet-raadsleden (fractieassistenten) worden afgevaardigd.
Per zelfstandig lid, zoals bedoeld in het reglement van orde voor de vergaderingen en andere werkzaamheden van de gemeenteraad van Haarlemmermeer 2016, kan maximaal één niet-raadslid (commissielid) worden afgevaardigd. De artikelen 10, 11, 12, 13 en 15 van de Gemeentewet zijn van overeenkomstige toepassing op een lid van de raadscommissie. Elk lid dient, tijdens de laatste verkiezingen van de raad, geplaatst te zijn op de kandidatenlijst waarvan het zelfstandig lid afkomstig is.
Paragraaf 1 Tijdstip van vergaderen, voorbereiding, stukken
Artikel 13 Ter inzage leggen van stukken
Stukken, die ter toelichting van de onderwerpen of voorstellen op de agenda dienen, worden gelijktijdig met het verzenden van de schriftelijke oproep voor een ieder op het gemeentehuis ter inzage gelegd. Het presidium maakt van de terinzagelegging melding in de openbare kennisgeving, bedoeld in artikel 12. Indien na het verzenden van de schriftelijke oproep stukken ter inzage worden gelegd, wordt hiervan mededeling gedaan aan de leden en zo mogelijk in een openbare kennisgeving.
Verslagen worden geacht te zijn vastgesteld tenzij een commissielid of iemand anders die in de betreffende raadssessie het woord heeft gevoerd binnen 10 werkdagen na verzending schriftelijk bij de griffier aangeeft wijzigingen te wensen, waarbij een tekstvoorstel wordt gedaan. De voorgestelde wijzigingen worden in dat geval schriftelijk aan de leden van de raad gestuurd en besproken in de eerstvolgende raadsvergadering na het aflopen van de termijn van 10 werkdagen. Na bespreking van de wijzigingsvoorstellen vindt vaststelling van het verslag plaats.
Paragraaf 2 Vergaderorde, spreken, beraadslagingen
Het presidium stelt per raadssessie of deel daarvan spreektijden vast. Spreektijden worden in alle raadssessies gehanteerd.
Elke fractie, zelfstandig lid en zelfstandige groep krijgt een gelijk aantal basisminuten. De resterende tijd wordt naar rato van het aantal raadsleden per fractie, zelfstandig lid en zelfstandige groep toegekend. Het college krijgt, indien betrokken in de beraadslagingen, 15% van de totale spreektijd.
Indien het een raadssessie betreft waarin een stuk aan de orde is dat door een fractie, zelfstandig lid of zelfstandige groep naar de raadssessie gevraagd is, krijgt de fractie, het zelfstandig lid of de zelfstandige groep die hiertoe het initiatief heeft genomen vijf minuten spreektijd ter inleiding op het onderwerp.
Artikel 21 Handhaving orde; schorsing
Indien een spreker zich beledigende of onbetamelijke uitdrukkingen veroorlooft, afwijkt van het in behandeling zijnde onderwerp, een andere spreker herhaaldelijk interrumpeert, dan wel anderszins de orde verstoort, wordt hij door de voorzitter tot de orde geroepen. Indien de betreffende spreker hieraan geen gevolg geeft, kan de voorzitter hem gedurende de raadssessie waarin zulks plaats heeft, over het aanhangige onderwerp, het woord ontzeggen.
Op verzoek van een lid of op voorstel van de voorzitter kan de vergadering besluiten de beraadslaging voor een door hem te bepalen tijd te schorsen teneinde het college of de leden de gelegenheid te geven tot onderling nader beraad. De beraadslagingen worden hervat nadat de schorsingsperiode verstreken is.
Als de voorzitter vaststelt dat een onderwerp of voorstel voldoende is behandeld of geen der spreekgerechtigde leden het woord vraagt stelt hij voor de beraadslagingen te sluiten. Zolang de vastgestelde eindtijd niet bereikt is en fracties nog beschikken over spreektijd, kan de vergadering besluiten de beraadslagingen voort te zetten.
Elke inspreker krijgt maximaal vijf minuten het woord. De voorzitter verdeelt de spreektijd evenredig over de sprekers als de totaal beschikbare spreektijd daar aanleiding toe geeft. De voorzitter kan tevens in bijzondere gevallen afwijken van de maximale lengte van de spreektijd. Naar oordeel van de voorzitter kan per onderwerp de spreektijd per persoon worden gelimiteerd.
Het presidium kan op eigen initiatief of op voorstel van een vergadering van raadssessie of raad een raadssessie beleggen als hoorzitting om de opvattingen onder de bevolking te peilen, dan wel om nadere informatie in te winnen. Hiertoe wijst het presidium een voorzitter en plaatsvervangend voorzitter aan die in overleg met het presidium de hoorzitting organiseert en personen en organisaties uitnodigt, die in verband met het aan de orde te stellen onderwerp voldoende gekwalificeerd en representatief zijn.
Hoofdstuk 5 Beslotenheid en geheimhouding
Verslagen worden geacht te zijn vastgesteld tenzij een deelnemer aan de raadssessie binnen 20 werkdagen na verzending bij de griffier aangeeft wijzigingen te wensen, waarbij een tekstvoorstel wordt gedaan. De voorgestelde wijzigingen worden onder geheimhouding schriftelijk aan de leden van de commissie gezonden en besproken in een besloten deel van de eerstvolgende raadsvergadering na het aflopen van de termijn van 10 werkdagen. Na bespreking van de wijzigingsvoorstellen vindt vaststelling van het betreffende verslag plaats.
De vergadering beslist voor afloop van de besloten raadssessie overeenkomstig artikel 86, eerste lid, van de Gemeentewet of omtrent het behandelde geheimhouding zal gelden. De vergadering kan besluiten de geheimhouding op het behandelde op te heffen indien minimaal 5 fracties in de raadssessie vertegenwoordigd zijn.
Deze geheimhouding dient in de eerstvolgende vergadering van de raad bekrachtigd te worden (GW art. 25 lid 3). Deze geheimhouding geldt voor allen die bij raadsbehandeling aanwezig zijn en allen die van het behandelde of de stukken kennis dragen, totdat het orgaan dat de verplichting heeft opgelegd of de raad haar opheft. (GW art. 25 lid 1 en 4)
Bij besluit van de raad nr.2016/1522320 zijn de wijzigingen op deze verordening op de raadscommissie vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 19 mei 2016.
de voorzitter,
Th.L.N. Weterings
De griffier,
J. van der Rhee
Toelichting op de Verordening op de Raadscommissies 2005.
Dit artikel behoeft geen toelichting.
Artikel 2 Instelling raadscommissie
Om het mogelijk te maken ook met betrekking tot raadssessies beslotenheid en geheimhouding op basis van de Gemeentewet op te kunnen leggen, is gekozen voor het instellen van een overkoepelende raadscommissie conform artikel 82 van de Gemeentewet. Deze raadscommissie vergadert in deelvergaderingen, genaamd raadssessies.
De keuze voor een artikel 82 commissie heeft gevolgen voor het voorzitterschap. Dit wordt bij artikel 6 nader toegelicht.
In dit artikel worden de taken van de sessies omschreven.
Sessies dienen in het teken van meningsvorming en debat te staan. Informatieve en/of technische vragen horen bij voorkeur niet in een sessie thuis.
Informatieve bijeenkomsten maken geen onderdeel van het raadsplein en de raadssessies uit.
De onderwerpen genoemd onder c betreffen brieven aan de raad, onderwerpen waarover het college vroegtijdig de meningen in de raad wil peilen en brainstorm-onderwerpen, alsmede inlichtingen zoals bedoeld in artikel 169, lid 3, en 180, lid 3 GW.
Uitgangspunt van dit artikel is dat ieder raadslid automatisch ook lid is van de raadscommissie en daarmee dus het recht heeft om raadssessies bij te wonen. Conform de Commissieverordening 2004 zijn dit naast raadsleden in elk geval ook fractieassistenten, zodat ook de kleinste fracties in staat zijn om deel te nemen aan de vergaderingen van de raadscommissie. Een zelfstandig lid, als bedoeld in het reglement van orde voor de vergaderingen en andere werkzaamheden van de gemeenteraad, kan maximaal één niet-raadslid (commissielid) afvaardigen. Dit lid dient geplaatst te zijn op de kandidatenlijst waarvan het zelfstandig lid afkomstig is. Een zelfstandige groep kan geen enkel niet-raadslid (commissielid) afvaardigen. Daarnaast houdt de raad ook de mogelijkheid om anderen te benoemen.
Fractieassistenten, commissieleden en eventuele andere leden worden door de raad benoemd; fractieassistenten en commissieleden op voordracht van respectievelijk een fractie of zelfstandig lid.
Op grond van het derde lid moeten leden voldoen aan hetgeen bepaald is in de artikelen 10, 11, 12, 13 en 15 van de Gemeentewet. Dit betekent onder andere dat zij achttien jaar moeten zijn, over een geldige verblijfstitel moeten beschikken, hun nevenfuncties openbaar moeten maken, geen functie als bedoeld in artikel 13 mogen vervullen en niet in strijd mogen handelen met artikel 15.
Artikel 5 Zittingsduur en vacatures
De zittingsperiode van de leden, de eventuele buitengewone leden, de voorzitters en hun plaatsvervangers is even lang als de zittingsperiode van de raadsleden, in principe dus vier jaar. De benoeming eindigt derhalve van rechtswege, de raad hoeft hen niet te ontslaan.
Raadsleden kunnen geen ontslag nemen. Zij kunnen er vanzelfsprekend wel voor kiezen geen raadssessies bij te wonen. Anderen kunnen wel ontslagen worden; fractieassistenten en commissieleden alleen op voordracht van de respectievelijk de fractie of het zelfstandige lid welke zij vertegenwoordigen. Ook is geregeld dat als een fractie of zelfstandig lid niet meer in de raad vertegenwoordigd is, op voordracht van die fractie benoemde fractie-assistenten of commissieleden automatisch ontslagen zijn.
Aangezien gekozen is voor het instellen van een (overkoepelende) artikel 82 commissie, moet voldaan worden aan de wettelijke vereisten voor wat betreft het voorzitterschap van die commissie. Dit betekent dat slechts 1 voorzitter, zijnde een raadslid benoemd wordt. Om er voor te zorgen dat het presidium voor de raadssessies de keus heeft uit meerdere voorzitters, is de volgende constructie gekozen:
De raad benoemt uit de raad een commissievoorzitter die voor de Gemeentewet voorzitter is van de overkoepelende raadscommissie. Daarnaast worden (eveneens uit de raad) meerdere plaatsvervangend commissievoorzitters benoemd. Per raadssessie kunnen uit deze groep van (plaatsvervangend) commissievoorzitters een voorzitter en plaatsvervangend voorzitter benoemd worden. In de verordening wordt de aangewezen voorzitter van een raadssessie als ‘voorzitter’ aangeduid.
Per raadssessie wordt een raadssessiegriffier aangewezen. Dit biedt de mogelijkheid om op basis van de achtergrond van de griffiemedewerkers een medewerker voor een specifieke raadssessie aan te wijzen.
Het parallel aan een andere raadsessie of raadsvergadering inplannen van een raadssessie is aan de volgende voorwaarden verbonden:
- Er vinden nooit meer dan twee vergaderingen tegelijkertijd plaats;
- De onderwerpen die parallel worden behandeld zijn inhoudelijk duidelijk verschillend;
- Raadssessies worden bij voorkeur parallel aan de raadsvergadering ingepland, als dat niet mogelijk is worden ze zoveel mogelijk parallel aan een andere raadssessie geagendeerd;
- Er worden nooit twee politiek zware onderwerpen parallel behandeld; een politiek zwaar onderwerp kan zo worden ingepland dat geen parallelle raadssessie plaatsvindt.
Het verzoek om een raadssessie op een locatie buiten het raadhuis te organiseren dient het onderwerp en de voorziene locatie te bevatten. Het presidium toetst dit verzoek aan de volgende criteria:
- het onderwerp is wijk- of kerngebonden
- een sessie over het onderwerp kan 1½ tot 2 uur vullen
- de geschiktheid van de locatie
Artikel 10 Uitnodiging en vergaderstukken
Het presidium vergadert op de donderdagen tussen raadsvergaderingen in. De dag erna worden de stukken verstuurd. Dus voor raadssessies op tussenliggende donderdagen 2 weken (10 werkdagen) van te voren, voor raadssessies parallel aan de raadsvergadering 3 weken van te voren.
Stukken worden maar 1 keer verstuurd.
Artikel 11 Vaststellen van agenda’s
Het presidium speelt in dit stelsel een centrale rol. De raad heeft de mogelijkheid om besluiten van het presidium met betrekking tot de agenda (korte en lange termijn) te herzien. Wijzigingen hebben alleen betrekking op planning en agendering.
Deze herziening kan alleen plaatsvinden in de eerstvolgende raadsvergadering na het verzenden van de stukken; dit is dus 1 week voor raadssessies op de tussenliggende donderdag en 2 weken voor de parallel aan een raadsvergadering gehouden raadssessies. Herziening vindt plaats na schriftelijke voordracht van wijzigingen, indien deze tijdig zijn ingediend en voldoende steun vinden of de voorzitter op inhoudelijke gronden besluit het voorstel over te nemen. Wijzigingen doorvoeren tijdens de raadsvergadering is daardoor niet meer mogelijk. In de raadsvergadering worden de wijzigingsvoorstellen enkel nog vastgesteld.
Artikel 12 Openbare kennisgeving
Met dit artikel wordt invulling gegeven aan artikel 82, vijfde lid, van de Gemeentewet.
Artikel 13 Ter inzage leggen van stukken
Dit artikel behoeft geen toelichting
Aangezien de samenstelling van raadssessies per keer wisselt, kunnen verslagen alleen door de raad als geheel worden vastgesteld. Hierbij is gekozen voor een procedure waarbij de verslagen stilzwijgend worden vastgesteld tenzij wijzigingen van te voren worden doorgegeven. De ontwerpnotulen worden zo snel mogelijk na ontvangst bij de griffie verstuurd aan alle raadsleden, fractieassistenten en het college van burgemeester en wethouders. Zij krijgen 10 werkdagen de tijd om wijzigingen door te geven. Deze wijzigingen worden aan het eind van die termijn aan de raadsleden gemaild en in de eerstvolgende raadsvergadering behandeld, waarna de verslagen zijn vastgesteld. Indien geen wijzigingen zijn doorgegeven, is het verslag na het aflopen van de termijn van 20 werkdagen automatisch vastgesteld.
In principe kiest iedere deelnemer aan een raadssessie zelf zijn zitplaats. Bij bijvoorbeeld grote drukte of ten behoeve van genodigden heeft de voorzitter echter de mogelijkheid om zitplaatsen toe te wijzen.
Artikel 16 Opening raadssessie
Raadssessies kennen geen quorum en worden dus ook geopend als behalve de voorzitter geen deelnemers aanwezig zijn. Aangezien de voorzitter zelf commissielid is heeft hij het recht om alleen te vergaderen. In lid 2 van dit artikel is echter vastgelegd dat hij in dat geval alleen constateert dat verdere behandeling van het voorstel conform de stappen zoals aangegeven op de oplegnotitie plaats vindt.
Dit artikel behoeft geen toelichting.
Artikelen 18 en 19 Aantal spreektermijnen en spreektijd
Deze artikelen geven het presidium ruimte om te bepalen op welke wijze een onderwerp behandeld wordt. Voor sessies in debatvorm is artikel 17 van toepassing.
Spreektijden worden toegepast als middel om alle deelnemers tot een evenredige bijdrage aan het debat te laten komen, niet als doel op zich.
Over het algemeen worden twee spreektermijnen gehanteerd. Het college van B&W voert bij raadssessies in beginsel enkel in de eerste spreektermijn van de raadscommissie het woord. De voorzitter sluit de eerste spreektermijn af door bij de leden expliciet te vragen of er nog vragen aan het college onbeantwoord zijn gebleven. In de tweede termijn krijgt het college niet het woord, tenzij de voorzitter dit voor het onderwerp dat behandeld wordt wenselijk acht. Een verzoek van een lid na afloop van de tweede termijn om nog een korte reactie te geven, dient de voorzitter niet te honoreren. Indien de raadscommissie van mening is, dat na de tweede termijn verdere beraadslaging nodig is, kan hij daartoe uitdrukkelijk besluiten.
In lid 4a van artikel 18 wordt bedoeld andere commissies dan de overkoepelende raadscommissie.
Artikel 20 Voorstellen van orde
Dit artikel behoeft geen toelichting.
Artikel 21 Handhaving orde; schorsing
Het eerste lid verzekert dat leden van een raadscommissie vrijelijk kunnen spreken. Wel zijn interrupties uiteraard toegestaan voor zover de voorzitter bij een overvloed aan interrupties of in het belang van de voortgang van de beraadslagingen niet bepaalt dat een spreker zijn betoog zonder verdere interrupties afrondt. Om te bevorderen dat leden van raadscommissies zich niet belemmerd voelen om hun mening te uiten bepaalt artikel 82, vijfde lid, van de Gemeentewet bovendien dat artikel 22 van overeenkomstige toepassing is op leden van raadscommissies. Hierdoor zijn leden van raadscommissies niet in rechte te vervolgen, aan te spreken of verplicht getuigenis af te leggen over hetgeen zij in de vergadering zeggen of schriftelijk overleggen. Dit geldt voor zowel raadsleden als niet-raadsleden.
Onder interruptie is overigens niet te verstaan het geven van tekenen van goed- of afkeuring; deze uitingen worden beschouwd als verstoringen van de orde. Voor wat betreft de handhaving van de orde op de publieke tribune wordt verwezen naar artikel 29 van deze verordening.
Om de duur van vergaderingen niet te beperken wordt over een voorstel dat in onderdelen of artikelen is verdeeld, in principe in zijn geheel beraadslaagd. In het eerste lid is een uitzonderingsmogelijkheid opgenomen. Zowel de voorzitter als de leden hebben het recht om voor te stellen een voorstel gesplitst te behandelen. Het eerste lid brengt daarmee tot uitdrukking dat een raadscommissie zijn eigen werkwijze bepaalt. Het recht wordt aan ieder individueel lid toegekend.
Lid 3 is een handhavingsartikel op basis waarvan de voorzitter de vastgelegde spreektijden en tijdsblokken kan bewaken.
Lid 5: Basis hiervoor is de planning zoals vermeld op de oplegnotitie. De sessie kan zich uitspreken over de gewenste vervolgstappen; het presidium wordt verzocht een planning voor deze vervolgstappen vast te stellen.
Lid 6: Debat kan alleen als stap in de planning worden opgenomen als daarbij discussiepunten vermeld worden. Als het presidium debat als stap heeft ingepland, staan al discussiepunten op de oplegnotitie waar de sessie wijzigingen op kan aanbrengen. Als de sessie zelf besluit tot het inplannen van een raadsdebat, geeft de sessie aan welke discussiepunten op de oplegnotitie kunnen worden opgenomen. De voorzitter doet hiertoe een voorstel, op basis van de beraadslagingen.
Artikel 23 Deelname aan de beraadslaging door anderen
Deelnemen aan beraadslagingen houdt in dat inhoudelijk kan worden meegesproken. De deelnemer kan geen ordevoorstel indienen en spreekt niet mee over ordevoorstellen of over eventuele verdere stappen in de behandeling van een voorstel of discussiepunten voor het debat.
Uiteraard hebben deze andere sprekers niet dezelfde rechten als de leden. Een andere spreker heeft onder meer geen recht om een voorstel te doen tot wijziging van de notulen, een voorstel over de spreektijd of over de orde van de vergadering.
Het spreekrecht is beperkt gehouden tot geagendeerde onderwerpen, omdat burgers op die manier een doeltreffende bijdrage kunnen leveren aan de beraadslagingen van een raadssessie. Doordat het spreekrecht betrekking heeft op geagendeerde onderwerpen, kan een burger alleen inspreken over onderwerpen die de raadscommissie aangaan.
De spreektijd kan naar oordeel van de voorzitter per onderwerp worden aangepast, bijvoorbeeld als er veel insprekers zijn over eenzelfde onderwerp.
De voorzitter kan de volgorde van de agenda van een raadssessie wijzigen, bijvoorbeeld wanneer in een langere sessie meerdere onderwerpen geagendeerd zijn.
De voorzitter kan de inspreker toestaan om na de eerste termijn nog een korte toelichting te geven, bijvoorbeeld wanneer de voorzitter de indruk heeft dat voor een goede verdere behandeling van een onderwerp aanvullende informatie van de inspreker nodig is.
Dit artikel behoeft geen toelichting.
Hoofdstuk 5 Beslotenheid en geheimhouding
Artikel 27: het vierde lid van artikel 23 van de Gemeentewet schrijft voor dat van een besloten vergadering een afzonderlijk verslag wordt opgemaakt, dat niet openbaar wordt gemaakt tenzij de raad en in casu dus de raadscommissie anders beslist.
Artikel 28, lid 2: hetgeen besproken wordt in een besloten vergadering, valt niet van rechtswege onder de geheimhoudingsplicht. Daarvoor is toepassing van de procedure volgens artikel 86 van de Gemeentewet nodig. In artikel 28, lid 2, wordt afgeweken van het uitgangspunt dat voor raadssessies geen quorum vereist is. Aangezien de commissieleden aanwezig in een raadssessie in dat geval een besluit kunnen nemen dat ook voor externen verstrekkende gevolgen kan hebben, is vastgelegd dat hier tenminste vijf fracties bij betrokken moeten zijn.
Geheimhouding geldt ten aanzien van ieder die aanwezig is bij een besloten vergadering of die kennis draagt van stukken ten aanzien waarvan geheimhouding geldt.
Artikelen 29 Toehoorders en pers
Aangezien raadssessies deelvergaderingen zijn van een raadscommissie, kan op basis van lid 3 de toegang ontzegd worden tot alle bijeenkomsten van deze raadscommissie en daarmee dus alle raadssessies.
Artikel 30 Geluid- en beeldregistraties
Aangezien de vergaderingen van de raadscommissie in principe openbaar zijn, kunnen radio- en tv-stations geluids- en beeldregistraties maken. Dit is uiteraard niet het geval als het een besloten vergadering betreft.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/gmb-2017-695.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.