Rechtspositieregeling voor de buitengewoon ambtenaar van de burgerlijke stand van de gemeente Montfoort 2017

Burgemeester en wethouders van de gemeente Montfoort,

  • -

    gelet op het reglement houdende bepalingen ten aanzien van de ambtenaren van de burgerlijke stand, de buitengewone ambtenaren van de burgerlijke stand en de openstelling van het bureau van de burgerlijke stand, kortweg ‘ het Reglement op de burgerlijke stand’ genoemd, zoals vastgesteld in de vergadering van burgemeester en wethouders d.d. 04-04-2017,

  • -

    gelet op de bereikte overeenstemming in de commissie voor georganiseerd overleg, d.d. 09-03-2017, 

Besluiten : 

vast te stellen de volgende:

Rechtspositieregeling voor de buitengewoon ambtenaar van de burgerlijke stand van de gemeente Montfoort 2017

Artikel 1 Begripsbepaling

In deze regeling wordt verstaan onder:

  • -

    buitengewoon ambtenaar: de bezoldigd buitengewoon ambtenaar van de burgerlijke stand, zoals bedoeld in het Reglement op de burgerlijke stand.:

    de ambtenaar in de zin van artikel 1:1 lid 1 sub a van de CAR-UWO.

  • -

    CAR/UWO:

    de Collectieve arbeidsvoorwaardenregeling en Uitwerkingsovereenkomst zoals die van toepassing is op de medewerkers van UW Samenwerking

Artikel 2 Aanstelling

  • 1.

    Aanstelling geschiedt in vaste dienst of in tijdelijke dienst voor bepaalde tijd.

  • 2.

    Een aanstelling voor bepaalde tijd eindigt van rechtswege.

Artikel 3 Salaris

  • 1.

    De buitengewoon ambtenaar ontvangt een salaris in de vorm van een vergoeding per voltrokken huwelijk of geregistreerd partnerschap gelijk aan vijfmaal het uurloon behorende bij het hoogste bedrag van schaal 8, bijlage IIa van de CAR/UWO.

  • 2.

    Bij voltrekking van een huwelijk of geregistreerd partnerschap in het weekend wordt de vergoeding bedoeld in het eerste lid opgehoogd:

    • op zaterdag met een percentage van 75% van tweemaal het uurloon behorende bij het hoogste bedrag van schaal 8, bijlage IIa van de CAR/UWO,

    • op zondag met een percentage van 100% van tweemaal het uurloon behorende bij het hoogste bedrag van schaal 8, bijlage IIa van de CAR/UWO.

  • 3.

    De vergoeding bedoeld in het eerste en tweede lid, wordt opgehoogd met het percentage van de opbouw IKB zoals dat wordt genoemd in artikel 3:28 lid 2 a, lid 2 b en lid 3 a van de CAR/UWO.

  • 4.

    De vergoeding bedoeld in het eerste en tweede lid wordt opgehoogd met een percentage van 7,8% ter compensatie van het niet genieten van het vakantieverlof.

Artikel 4 Aanspraken bij ziekte

  • 1.

    Bij ziekte van de buitengewoon ambtenaar jonger dan de pensioengerechtigde leeftijd zijn de artikelen 7:1 tot en met 7:3 (definities, begeleiding en recht op salaris bij ziekte), 7:9 tot en met 7:14 (verplichtingen en sancties) en 7:19 tot en met 7:21 (samenloop doorbetaling salaris en uitkering) van de CAR/UWO van overeenkomstige toepassing.

  • 2.

    Voor toepassing van dit artikel wordt onder salaris verstaan: het gemiddelde van het totaal aan vergoedingen bedoeld in artikel 3, over de 12 maanden onmiddellijk voorafgaande aan de eerste dag van ongeschiktheid van de buitengewoon ambtenaar. Voor zover de ambtenaar op deze datum zijn betrekking nog geen 12 maanden heeft vervuld, wordt gerekend met het bedrag dat hem gemiddeld per maand is toegekend over de periode waarin hij in dienst is.

  • 3.

    Voor de toepassing van dit artikel wordt onder de eerste dag van ongeschiktheid van de buitengewoon ambtenaar verstaan: de dag waarop de ambtenaar is aangewezen om een huwelijk of geregistreerd partnerschap te voltrekken, waarvoor hij wegens ziekte is verhinderd.

  • 4.

    De ambtenaar meldt zich tijdig ziek bij het bureau burgerlijke stand én bij HR via verzuim@uwsamenwerking.nl,

    Een huwelijksvoltrekking of partnerschapsregistratie die de ambtenaar wegens ziekte niet heeft kunnen uitvoeren, kan op dezelfde wijze als een wel uitgevoerde voltrekking worden gedeclareerd, o.v.v. ziekte.

  • 4.

    Burgemeester en wethouders kunnen nadere regels stellen.

Artikel 5 Ontslag en schorsing

  • 1.

    Ontslag kan worden verleend overeenkomstig de artikelen 8:1 (op verzoek), 8:2 en 8:2a (na ouderdomspensioen), 8:4 (wegens reorganisatie), 8:5 (wegens arbeidsongeschiktheid), 8:6 (wegens onbekwaamheid of ongeschiktheid), 8:7 en 8:8 (overige ontslaggronden), 8:12 en 8:12:1 (van rechtswege en tussentijdse ontslag uit tijdelijke aanstelling) en 8:13 (als disciplinaire straf) van de CAR/UWO

  • 2.

    Schorsing van de buitengewoon ambtenaar vindt plaats overeenkomstig artikel 8:15:1 en 8:15:2 van de CAR/UWO.

Artikel 6 Overige rechten en verplichtingen

De artikelen 15:1, 15:1b tot en met 15:1g (verplichtingen rond integriteit), 15:1:12 (vergoeding van schade), 15:1:15 (beoordeling van de ambtenaar),15:1:16 (uniform of dienstkleding), 15:1:19 (verbod betreden arbeidsterrein), 15:1:20 (infectieziekten), 15:1:23 tot en met 15:1:25 (vergoeden van schade) en 15:2 van de CAR/UWO zijn van overeenkomstige toepassing.

Artikel 7 Plichtsverzuim

De buitengewoon ambtenaar die de hem opgelegde verplichtingen niet nakomt of zich overigens schuldig maakt aan plichtsverzuim, kan disciplinair worden gestraft, overeenkomstig hoofdstuk 16 van de CAR/UWO.

Artikel 8 Slotbepalingen

  • 1.

    De rechtspositieregeling treedt in werking op de dag volgende op die van de bekendmaking en werkt terug tot en met 1 januari 2017 en wordt aangehaald als ‘de rechtspositieregeling voor de buitengewoon ambtenaar van de burgerlijke stand van de gemeente Montfoort 2017’.

  • 2.

    De Rechtsrechtspositieregeling voor de buitengewoon ambtenaar van de burgerlijke stand van de gemeente Montfoort, in werking getreden op 1 januari 2015, wordt met terugwerkende kracht tot 1 januari 2017 ingetrokken.

Aldus vastgesteld in de vergadering van het college van Burgemeester en Wethouders van de gemeente Montfoort op 04-04-2017.

drs. M.P.C. Gadella-van Gils

De gemeentesecretaris

mr. P.J. van Hartskamp-de Jong

De burgemeester

Toelichting op de rechtspositieregeling voor de buitengewoon ambtenaar van de burgerlijke stand Montfoort 2017

Toelichting artikel 1 Begripsomschrijving

De buitengewoon ambtenaar burgerlijke stand (babs) wordt aangesteld door het college van burgemeester en wethouders (Burgerlijk Wetboek, Boek 1: artikel 16).

Gemeenten hebben een Reglement burgerlijke stand. Daarin kan geregeld zijn welke benoemingsmogelijkheden er zijn. Gemeenteambtenaren, en ook burgemeester en wethouders kunnen tot (buitengewoon) ambtenaar van de burgerlijke stand benoemd worden. Tot buitengewoon ambtenaar van de burgerlijke stand (babs) kunnen bovendien anderen, niet werkzaam bij de gemeente, benoemd worden.

De gemeenteambtenaar, de burgemeester en de wethouders worden beschouwd als onbezoldigd buitengewoon ambtenaar van de burgerlijke stand. De vergoeding voor de werkzaamheden is in het algemeen alleen op de medewerkers van buiten de gemeentelijke organisatie van toepassing.

De babs is een ambtenaar in de zin van de Ambtenarenwet. Omdat de CAR/UWO niet op hem van toepassing is, dient een afzonderlijke rechtspositieregeling te gelden (art. 125 Ambtenarenwet). Doorgaans is de functie van babs een nevenfunctie, die in omvang sterk kan variëren.

Toelichting artikel 2 Aanstelling

In het lokale Reglement burgerlijke stand kan een benoemingstermijn geregeld zijn, vaak is dat 5 of 10 jaar. Het kan wenselijk zijn om kortere aanstellingen te verlenen. Het gevolg van een kortere aanstellingsduur is onder meer dat de verplichtingen van de gemeente jegens de ambtenaar in het kader van ziekte (doorbetaling salaris, re-integratie) eerder ophouden te bestaan, namelijk bij einde van het dienstverband. Bovendien geldt voor de duur van het nog resterende dienstverband dat van de werkgever geen onredelijke inspanningen gevergd worden door het UWV. Op de toepasselijkheid van de arbeidsongeschiktheidswetgeving op de babs wordt verder ingegaan bij de toelichting op artikel 4.

De aanstelling kan opnieuw tijdelijk verleend worden. De flexwetbepaling geldt niet omdat noch de CAR/UWO, noch het Burgerlijk Wetboek (7:615 BW) van toepassing is.

Bij het benoemen van een personeelslid of raadslid (dan wel andere politieke ambtsdrager) tot babs is het raadzaam de benoeming te beperken tot de periode waarin het (politieke) ambt wordt vervuld.

Toelichting artikel 3 Salaris

Artikel 125 van de Ambtenarenwet stelt dat voor ambtenaren nadere regels voor het salaris moeten worden getroffen. Artikel 3 van deze regeling voorziet hierin.

Om voor de babsen in de gemeenten IJsselstein en Montfoort zoveel mogelijk dezelfde arbeidsvoorwaarden te realiseren, zijn bij de vaststelling van de regelingen dezelfde uitgangspunten gehanteerd die golden bij de opstart van UW Samenwerking: de ambtenaren mogen er niet op achteruit gaan en de voor de ambtenaar meest voordelige regeling is gekozen.

Dit heeft erin geresulteerd dat per huwelijk of geregistreerd partnerschap 5 uren worden vergoed; hierin is de tijd opgenomen voor het intakegesprek, de voorbereiding, de voltrekking zelf en eventuele reistijd naar een locatie op afstand. Ook de onkostenvergoeding die de babsen in IJsselstein in het verleden ontvingen, is in deze uren verdisconteerd; de babsen ontvangen dus geen afzonderlijke onkostenvergoeding.

De babs die in Montfoort de gratis huwelijken/geregistreerde partnerschappen voltrekt, ontvangt daarvoor de helft van de vergoeding. Dit heeft te maken met het feit dat er tijdens de voltrekking geen speech wordt gehouden en daarmee de voorbereidingstijd sterk verminderd wordt.

De babs die op grond van artikel 8 lid 3 en de toelichting op artikel 3 van het reglement Burgerlijke stand een onervaren babs begeleidt, ontvangt daarvoor de helft van de vergoeding. Dit heeft te maken met het feit dat de voorbereidingstijd minimaal is.

Per huwelijk of geregistreerd partnerschap wordt een vergoeding uitbetaald waarin de opbouw van het IKB, zoals vastgelegd in de CAR/UWO artikel 3:28 lid 2 a (8%), 2 b (6%) en lid 3 (0,8%) is verdisconteerd. De berekeningssystematiek is dezelfde als die in de CAR/UWO.

De beloning voor voltrekkingen van huwelijk of geregistreerd partnerschap op zaterdag of zondag is geharmoniseerd met de buitendagvenstervergoeding in de CAR/UWO, die ook voor de reguliere ambtenaren van toepassing is.

Afkopen niet genoten vakantie

In het vierde lid wordt het recht op vakantie-uren, dat de ‘normale’ gemeenteambtenaar heeft op grond van artikel 6:2 van de CAR, afgekocht door het toekennen van een vergoeding van 7,8%. Dit percentage is gebaseerd op de breuk tussen het aantal vakantie-uren per jaar (144 uren) en de arbeidsduur per jaar (1836 uren) van de gemeenteambtenaar. Vakantie-aanspraken worden afgekocht vanwege het oproepkarakter van de werkzaamheden.

Het aanspraak maken op wettelijke vakantiedagen in het uurloon is niet meer toegestaan sedert de uitspraak van het Europese Hof van 16 maart 2006. In deze rechtspositieregeling babs is de afkoop van vakantie desalniettemin gehandhaafd. Reden daarvoor is dat de babs in verband met zijn hoofdfunctie al gebonden zal zijn aan het opnemen van het wettelijk minimum aan vakantie. In de praktijk zijn babsen bovendien veelal vrij om huwelijken in te plannen. Wij kiezen op basis van het bovenstaande voor handhaven van de afkoop. De uitspraak van het Hof brengt echter wel met zich mee dat een babs formeel niet het recht ontzegd kan worden om de in zijn nevenfunctie opgebouwde vakantie daadwerkelijk op te nemen, ondanks het feit dat deze reeds is afgekocht. Per verrichting (gelijkgesteld aan 3 uur) wordt 0,24 uur vakantie opgebouwd, om de duur van de door afkoop onbezoldigde vakantie wel te kunnen vaststellen.

Toelichting artikel 4 Aanspraken bij ziekte

De regeling verklaart de CAR/UWO op het punt van doorbetaling salaris bij ziekte van toepassing op de babs die de pensioengerechtigde leeftijd nog niet heeft bereikt.

Achtergrond hiervan is het dwingende karakter van de sociale wetgeving die zieke werknemers (voor zover die de pensioengerechtigde leeftijd nog niet is bereikt) rechten en plichten toekent. Artikel 76a van de Ziektewet geeft de persoon “krachtens publiekrechtelijke aanstelling gehouden tot het verrichten van arbeid” bij ziekte het recht op 104 weken (of zolang als het dienstverband nog duurt) doorbetaling van 70% van het salaris of, indien het salaris op een ander wijze dan naar tijdruimte vastgesteld wordt, het gemiddelde salaris dat betrokkene, wanneer hij niet verhinderd was geweest, gedurende die tijd had kunnen verdienen. De CAR/UWO geeft aanspraak op een hoger doorbetalingpercentage dan 70%.

Eerste dag van ongeschiktheid: in lid 3 is bepaald (conform de Ziektewet) welke dag als eerste ziektedag geldt. Het is niet de bedoeling dat de babs direct bij aanvang van het ziekteverzuim salaris krijgt doorbetaald, maar pas vanaf het tijdstip dat hij een huwelijk zou sluiten als hij niet ziek was geweest.

Ook het tijdstip van uitbetalen van de doorbetaling is identiek aan die van wel voltrokken huwelijken/geregistreerde partnerschappen: maandelijks na declaratie.

De babs is verplicht zo spoedig mogelijk zijn verhindering tot werken door te geven; in artikel 6 van deze regeling is artikel 15:1d van de CAR/UWO op de babs van toepassing verklaard. Ook het artikel 7:9 lid 4 (verzuimprotocol) van de CAR/UWO is van toepassing verklaard op de babs.

Naast het recht op doorbetaling van salaris staat de verplichting van werkgever en werknemer (die de pensioengerechtigde leeftijd nog niet heeft bereikt) zich in te spannen tot re-integratie in het arbeidsproces. In de praktijk wordt deze verplichting niet altijd als wenselijk beschouwd. De babs is op grond van het Burgerlijk Wetboek immers uitsluitend benoemd tot het verrichten van de formaliteiten rondom en sluiting van het huwelijk/geregistreerd partnerschap.

Bovendien heeft de babs in de regel een hoofdfunctie waar van uit re-integratieverplichtingen bestaan.

In de praktijk zal bezien moeten worden hoe arbodienstverleners en het UWV omgaan met de verplichting tot re-integratie van de gemeente ten aanzien van een zieke babs.

Toelichting artikel 5 Ontslag en schorsing

De babs wordt geschorst en ontslagen door het college van burgemeester en wethouders (Burgerlijk Wetboek, Boek 1: artikel 16). Artikel 125 van de Ambtenarenwet stelt dat voor schorsing, ontslag en uitkering nadere regels worden getroffen. Er wordt een limitatieve opsomming gegeven van de ontslaggronden voor de babs, onder verwijzing naar de CAR/UWO.

Opgemerkt wordt dat ontslag na ouderdomspensioen niet verplicht is. Artikel 8:2 tweede lid en 8:2a bieden de mogelijkheid om een gepensioneerde in dienst te houden dan wel te nemen. Het dienstverband met een gepensioneerde is op grond van artikel 8:2a eenvoudig te beëindigen.

Toelichting artikel 6 Overige rechten en verplichtingen

De rechten en plichten van hoofdstuk 15 van de CAR/UWO worden hier voor een groot gedeelte ook op de babs van toepassing verklaard. Voor de inhoud van de artikelen wordt verwezen naar de CAR/UWO. Enkele opmerkingen hierover:

De eed of belofte is niet van toepassing verklaard op de babs omdat eedaflegging reeds op grond van het BW verplicht is.

De personeelsbeoordeling is van toepassing omdat in de ontslaggrond onbekwaamheid/ ongeschiktheid anders dan’ aan de orde kan zijn. Een beoordeling kan bij toepassing van die ontslaggrond van belang zijn, evenals bij een weigering om opnieuw een aanstelling te verlenen.

De reguliere bepalingen over schadevergoeding door en aan de ambtenaar zijn van toepassing verklaard. In het algemeen kan gezegd worden dat de gemeente aansprakelijk is voor fouten van ondergeschikten en een zorgplicht heeft ten aanzien van de ondergeschikten zelf. Gemeenten kunnen bij aansprakelijkheid voor schade terugvallen op de aansprakelijkheidsverzekering die personenschade, zaakschade en vermogensschade dekt. Onder deze verzekering valt een ruime groep van ondergeschikten van de gemeente, waaronder de babs. Ook valt hieronder de babs die slechts voor één enkele gelegenheid werkzaamheden verricht.

Geen toelichting opgenomen bij de artikelen 7 en 8.

Naar boven