Artikel 1 Begripsbepalingen
Deze verordening verstaat onder:
a. vaartuig: alle soorten van drijvende lichamen, die wegens hun drijfvermogen worden gebezigd, danwel bestemd of geschikt zijn voor het dragen en eventueel vervoeren van personen, dieren en/of stoffen, goederen en/of voorwerpen, al dan niet met het vaartuig één geheel uitmakende, alsmede houtvlotten, e.d.
b. pleziervaartuig: een gangbare motor-, roei- of zeilvaartuig dat is bestemd voor of wordt gebezigd voor het vervoer van personen - anders dan tegen betaling en niet zijnde bedrijfsvervoer - ter beoefening van de pleziervaart of de amateurvisserij.
c. schipper: degene die aan boord van enig vaartuig voortdurend of tijdelijk het gezag voert, of - in het geval noch de gezagvoerder noch diens plaatsvervanger aanwezig is - de eigenaar c.q. de gebruiker van het vaartuig.
d. haven:
1. de gemeentelijke haven, gelegen in de wijk Klein Plaspoelpolder, globaal begrensd door de Vliet, de Plaspoelkade en de zgn. Zandsloot, ook wel genaamd ´de Haven Klein Plaspoelpolder´,
2. de gemeentelijk haven, gelegen in de wijk de Rietvink, globaal begrensd door de Vliet, Laurentiusweer en de Wickelaan, ook wel genaamd ´de Rietvinkhaven´,
3. de gemeentelijke haven, gelegen in de wijk Voorburg Oud, globaal begrensd door de Vliet en de oude haven, ook wel genaamd ´de Oude Haven´.
4. de kleine gemeentelijke insteekhaven (of voormalige spoorhaven), gelegen in de wijk Voorburg Oud, globaal begrensd door de Vliet en het parkeerterrein direct gelegen aan de westzijde van het NS-station Leidschendam-Voorburg, ook wel genaamd ´de Insteekhaven´.
e. ligplaats: een door het college voor huurders, kopers of passanten bestemde ligplaats in één van de onder d vermelde havens.
f. passantenligplaats: de door het college als zodanig aan te wijzen en met een bord als zodanig aangegeven ligplaats welke voor slechts maximaal 24 uur gebruikt mag worden.
g. havenmeester: de door het college aangewezen ambtenaar belast met het toezicht op de naleving van deze verordening.
|
Artikel 1 Begripsbepalingen
Deze verordening verstaat onder:
a. vaartuig: alle soorten van drijvende lichamen, die wegens hun drijfvermogen worden gebezigd, danwel bestemd of geschikt zijn voor het dragen en eventueel vervoeren van personen, dieren en/of stoffen, goederen en/of voorwerpen, al dan niet met het vaartuig één geheel uitmakende, alsmede houtvlotten, e.d.
b. pleziervaartuig: een gangbare motor-, roei- of zeilvaartuig dat is bestemd voor of wordt gebezigd voor het vervoer van personen - anders dan tegen betaling en niet zijnde bedrijfsvervoer - ter beoefening van de pleziervaart of de amateurvisserij.
c. schipper: degene die aan boord van enig vaartuig voortdurend of tijdelijk het gezag voert, of - in het geval noch de gezagvoerder noch diens plaatsvervanger aanwezig is - de eigenaar c.q. de gebruiker van het vaartuig.
d. haven:
1. de gemeentelijke haven, gelegen in de wijk Klein Plaspoelpolder, globaal begrensd door de Vliet, de Plaspoelkade en de zgn. Zandsloot, ook wel genaamd ´de Haven Klein Plaspoelpolder´,
2. de gemeentelijk haven, gelegen in de wijk de Rietvink, globaal begrensd door de Vliet, Laurentiusweer en de Wickelaan, ook wel genaamd ´de Rietvinkhaven´,
3. de gemeentelijke haven, gelegen in de wijk Voorburg Oud, globaal begrensd door de Vliet en de oude haven, ook wel genaamd ´de Oude Haven´.
4. de kleine gemeentelijke insteekhaven (of voormalige spoorhaven), gelegen in de wijk Voorburg Oud, globaal begrensd door de Vliet en het parkeerterrein direct gelegen aan de westzijde van het NS-station Leidschendam-Voorburg, ook wel genaamd ´de Insteekhaven´.
5. de gemeentelijke aanlegplaatsen of aanlegstrook, gelegen in de wijk De Rietvink, langs de Vliet in Park Rozenrust, ook wel genaamd ‘Passantenplaatsen Park Rozenrust’.
e. ligplaats: een door het college voor huurders, kopers of passanten bestemde ligplaats in één van de onder d vermelde havens.
f. passantenligplaats: de door het college als zodanig aan te wijzen en met een bord als zodanig aangegeven ligplaats welke voor slechts maximaal 3 x 24 uur gebruikt mag worden.
g. havenmeester: de door het college aangewezen ambtenaar belast met het toezicht op de naleving van deze verordening.
|