Uitvoeringsbesluit van burgemeester en wethouders van Heerlen houdende bepalingen voor grafbedekkingen. (Uitvoeringsbesluit voor de grafbedekkingen)

Artikel 1 Begripsbepalingen

In dit uitvoeringsbesluit wordt verstaan onder:

a. grafbedekking: gedenkteken en grafbeplanting op een graf, gedenkplaats of verstrooiingsplaats;

b. gedenkteken: degelijk aard en nagelvast verankerd onderdeel van de grafbedekking waar tekens en opschriften op zijn aangebracht;

c. grafbeplanting: beplanting welke door de rechthebbende, de gebruiker en/of de gemeente op een graf wordt aangebracht;

d. los voorwerp: voorwerp, niet verankerd aan het gedenkteken, ter decoratie van het graf en/of ter nagedachtenis aan de overledene;

e. duurzame materialen: vaste, van natuursteen, glas, hout, keramiek, kunststof en metaal, welke van nature of middels een daartoe speciale behandeling weerbestendig zijn en niet breukgevoelig of buigzaam. Materiaal bestaat uit één geheel en waarvan de praktische toepasbaarheid zoals het opnemen en verplaatsen gewaarborgd is;

f. grafveldtype: gedeelte van de begraafplaats omsloten door begroeiing dat zich kenmerkt door toepassing van soortgelijke grafbedekkingen ;

g. afdekplaat: liggend onderdeel van de grafbedekking;

 

Artikel 2. Afmetingen graven

1. De voorgeschreven afmetingen van het grafoppervlak bedragen voor:

a. een volwassenengraf 1.00m x 2.00m;

b. een kindergraf 0.50m x 1.50m;

c. een grafkelder 1.25m x 2.75m(prefab-element deksel 2.62m x 1.10m x 65mm);

d. een urnengraf 0.60m x 0.60m.

e. een galerijgraf

 

Artikel 3. Materiaal gebruik en toepassing

1. Voor de gedenktekens mogen alleen duurzame materialen worden gebruikt. Metselwerk is niet toegestaan, met uitzondering van de bestaande gedenktekens op de keuzegraven;

2. Voor de gedenkstenen gelden de volgende bepalingen:

a. de gedenktekens dienen qua vorm, materiaalgebruik en afwerking passend te zijn bij de reeds aanwezige gedenktekens;

b. de kleur van het toegepaste materiaal mag niet te veel afwijken van de reeds aanwezige gedenktekens;

 

Artikel 4. Afmetingen en uitvoering gedenkteken

1. gedenktekens op graven:

a. Een gedenkteken kan bestaan uit meerdere delen: een staand deel dat meestal bestaat uit een voet- en letterstuk en een afdekplaat;

b. Het staande gedeelte van het gedenkteken mag uitsluitend worden aangebracht aan de hoofdzijde van het graf.

2. Op een algemeen graf wordt door de gemeente 1 gedenkteken geplaatst waar de namen van de begraven personen op worden vermeld.

3. Afmetingen van gedenktekens.

a. Op grafveld type A zijn alleen staande gedenktekens toegestaan die worden geplaatst op een bestaande fundering. Vóór dit element kan een plantvak worden aangebracht met een maximale diepte van 70cm gemeten van de achterkant van de fundering;

b. Op grafveldtype B zijn staande en liggende gedenktekens toegestaan;

c. Op grafveldtype C worden nabestaanden vrij gelaten in de vorm van het gedenkteken;

d. De afmeting van het gedenkteken mogen de lengte en breedte van het graf niet overschrijden. De afmetingen van de raamwerken c.q. randen worden buitenwerks gemeten:

1. De hoogte van staande elementen is maximaal 150 cm boven het maaiveld.

2. De bovenkant van liggende elementen bevindt zich maximaal 50 cm boven het maaiveld.

e. De dikte van staande gedenktekens dienen minimaal 6 cm en maximaal 20 cm (de maximale dikte geldt alleen voor grafveldtype A en B) te bedragen;

f. Liggende gedenktekens, uitgevoerd in steen, dienen minimaal 8 cm dik te zijn;

g. Een gedenkteken in de urnenvloer bestaat uit een liggende tegel van 60 cm bij 60 cm met een dikte die kan variëren tussen 5 en 10 cm;

h. Staande en liggende gedenktekens worden gemerkt met het betreffende vak- en grafnummer op de rechterzijkant van het gedenkteken en bij een tegel op de rechterbovenzijde.

4. Uitvoeringsvoorschriften:

a. Voor gedenktekens met een voetstuk gelden dezelfde afmetingen als voor de staande gedenktekens. De breedte van deze gedenktekens en de afmetingen van de voetstukken dienen in de juiste verhouding staan tot de hoogte;

b. Staande gedenktekens tot 80 cm hoog moeten minimaal 35 cm in de grond worden geplaatst;

c. Staande gedenktekens hoger dan 80 cm moeten minimaal 50 cm in de grond worden geplaatst;

d. Gedenktekens en afdekplaten dienen te worden gefundeerd door een betonnen of natuurstenen plaat of raamwerk van voldoende zwaarte; de raamwerken moeten drie- of vierdelig zijn;

e. Op of aan gedenktekens van particuliere en keuzegraven aan te brengen hardstenen platen moeten tenminste 3cm dik zijn en te worden bevestigd op een deugdelijke wijze;

f. Grind en steenslag aangebracht als raamvulling mag niet kleiner zijn dan 1 cm;

g. Op de begraafplaatsen Imstenrade en Randweg dient het staande element te zijn voorzien van een penverbinding ten behoeve van de verbinding met het fundament;

h. Het grafnummer moet duidelijk zichtbaar op het gedenkteken aanwezig te zijn.

 

Artikel 5. Gedenksteen urnennis

1. Urnennissen worden afgesloten met een reeds aanwezige afdekplaat;

2. Op de afsluitsteen van een urnennis kan een tekstplaatje worden aangebracht, dat bij de urnennissen niet groter kan zijn dan de afsluitsteen zelf. Dit plaatje met de gewenste tekst kan worden aangevraagd via de gemeente;

3. In een urnennis kunnen sierurnen worden geplaatst;

4. Het plaatsen van de afdekplaat op een urnennis dient te geschieden onder toezicht van de beheerder van de begraafplaats.

 

Artikel 6. Verwijderen en herplaatsen grafbedekking

1. Voor het bijzetten van asbussen en het bijbegraven van overledenen kan het nodig zijn dat het monument of deel daarvan tijdelijk dient te worden verwijderd. Dit dient te geschieden door of op verantwoordelijkheid van de rechthebbende of de gebruiker;

2. Indien lid 1 van toepassing is, dient de fundering ten behoeve van de grafbedekkingen op aanwijzing van de beheerder genummerd naar een locatie gewezen te worden.

 

Artikel 7 Losse voorwerpen

1. Op graven kunnen potplanten en bloemen in vazen alsmede beelden of andere losse voorwerpen worden geplaatst. Tevens is het toegestaan op een graf losse bloemen te leggen.

2. Voor een urnennis geldt dat bloemen en andere elementen alleen op de daarvoor bestemde plaatsen voor of in de buurt van de muur mogen worden geplaatst.

3. Rechthebbenden en gebruikers dienen zelf voor het onderhoud van de grafdecoratie te zorgen. Planten en bloemen op een graf die in een verwaarloosde staat verkeren of zijn afgestorven, kunnen door de beheerder worden verwijderd zonder dat aanspraak kan worden gemaakt op schadevergoeding.

4. Het aanbrengen van kettingen en hekwerken op of aan gedenktekens is niet toegestaan, met uitzondering van keuzegraven waarbij dit reeds aanwezig is en bij gedenktekens in het grafveldtype C.

5. Het is niet toegestaan rondom een graf grind, matten of een andere bodembedekking aan te brengen

 

Artikel 8 Firmanaam

Het vermelden van een firmanaam of reclame op een gedenkteken of onderdeel daarvan is verboden.

 

Artikel 9 Tijdstip van plaatsing

1. Het tijdstip van plaatsing van het gedenkteken dient tenminste 2 werkdagen van tevoren kenbaar te worden gemaakt aan de beheerder van de begraafplaats. In overleg met de beheerder wordt bepaald wanneer en onder welke voorwaarden de werkzaamheden dienen te worden uitgevoerd. Eventuele aanwijzingen dienen stipt te worden opgevolgd.

2. Het plaatsen van de gedenktekens dient plaats te vinden op werkdagen van maandag t/m vrijdag tussen 9.00 uur en 15.00 uur.

3. De uitgevoerde werkzaamheden dienen ter goedkeuring te worden gemeld bij de beheerder dan wel bij het daartoe aangewezen personeel. Eventueel geconstateerde onvolkomenheden of gebreken dienen alsnog te worden uitgevoerd of verholpen.

4. De beheerder kan in bijzondere gevallen van de tijden genoemd in lid 2 van dit artikel afwijken.

 

Artikel 10 Afval en beschadigingen

1. Afval ontstaan ten gevolge van werkzaamheden op of aan de gedenktekens dienen van de begraafplaats te worden meegenomen;

2. Beschadigingen, ontstaan ten gevolge van werkzaamheden op of aan gedenktekens moeten worden hersteld, in overleg met de beheerder van de begraafplaats.

 

Artikel 11 Afmetingen en beplanting

1. De oppervlakte van een graf kan door de rechthebbende of gebruiker van het graf worden voorzien van begroeiing. Beplanting mag, ook in volwassen staat, de voor de grafbedekking beschikbare oppervlakte, zoals in artikel 3 is beschreven, niet overschrijden of moet door snoei binnen de gestelde grenzen worden gehouden. De begroeiing mag niet hoger zijn dan 100 cm.

2. Gewassen die buiten bovengenoemde ruimte geplant worden of overhangen, kunnen van gemeentewege verwijderd worden, zonder dat de gemeente tot enige vergoeding verplicht is.

 

Artikel 12 Onderhoud door gemeente

De gemeente voorziet in het algemeen onderhoud van de begraafplaatsen met uitzondering van het onderhoud van de grafbedekking.

 

Artikel 13 Slotbepalingen

1. Deze nadere regels kunnen worden aangehaald als: “Uitvoeringsbesluit grafbedekkingen gemeentelijke begraafplaatsen, gemeente Heerlen 2017".

2. Deze nadere regels treden in werking op de achtste dag na de datum van bekendmaking.

Aldus besloten door burgemeester en wethouders van de gemeente Heerlen op 4 april 2017.

wnd. secretaris,

drs. D. Schipperheijn

burgemeester,

R.K.H. Krewinkel

Naar boven