Structuurvisie Binnenmaas 2020

Voorwoord

Voor u ligt de Structuurvisie Binnenmaas 2020. Dit document is dé agenda voor de toekomst van Binnenmaas. Het opstellen ervan betekende vooral ook weer goed nadenken over de toekomst van Binnenmaas. Er is al veel gezegd en geschreven over die toekomst. Denk aan de regionale structuurvisie Hoeksche Waard, het Visiedocument Binnenmaas Vitaal en recent het ambitiedocument 't Ideale Ommeland en het in ontwikkeling zijnde masterplan voor de noordrand van de Hoeksche Waard. Doordat er al zo veel bekend is konden wij relatief snel en met beperkte kosten deze structuurvisie opstellen.

Naast de agenda voor de toekomst van Binnenmaas zorgt deze structuurvisie er voor dat bijdragen aan de fondsen ruimtelijke ontwikkelingen worden geborgd. Met deze bijdragen kunnen wij belangrijke (ruimtelijke) initiatieven ondersteunen of realiseren. Ook biedt deze structuurvisie een afwegingskader om nieuwe initiatieven te beoordelen.

Door stil te staan bij de toekomst van onze prachtige gemeente hebben wij ons weer gerealiseerd hoe mooi Binnenmaas eigenlijk is. Met deze structuurvisie willen wij dit koesteren en waar mogelijk versterken door nieuwe initiatieven. Wij nodigen initiatiefnemers van harte uit om samen met ons te werken aan de toekomst van Binnenmaas. De gemeente treedt daarbij indien nodig op als regisseur en verbinder tussen partijen en ontwikkelingen.

Wij wensen u veel leesplezier.

Namens het college van burgemeester en wethouders,

H.C.J. van Etten

wethouder Ruimtelijke Ordening

1 Inleiding

1.1 Aanleiding

Sinds 1 juli 2008 zijn gemeenten verplicht om een structuurvisie op te stellen. Met de regionale Structuurvisie Hoeksche Waard voldoet de gemeente Binnenmaas aan deze wettelijke verplichting. Het college van burgemeester en wethouders heeft, gelet op de meerwaarde van een eigen structuurvisie, besloten om naast de regionale structuurvisie een eigen gemeentelijke structuurvisie op te stellen. Het borgen van de bijdragen aan ruimtelijke ontwikkelingen is voor het college een belangrijke aanleiding voor dit besluit geweest.

1.2 Low profile benadering

Voor het opstellen van de structuurvisie is nadrukkelijk gekozen voor een low profile benadering: een low profile participatietraject, een beperkte ambtelijke inzet, een beperkt budget en zoveel mogelijk aansluiten bij bestaand beleid en recent tot stand gekomen (gebieds)visies. Vooral de Structuurvisie Hoeksche Waard, het Visiedocument Vitaal Binnenmaas en het ambitiedocument en het nog in ontwikkeling zijnde masterplan voor de noordrand zijn belangrijke basisdocumenten. De structuurvisie is van toepassing op het gehele grondgebied van de gemeente Binnenmaas.

De in recent vastgestelde visies gemaakte keuzes vormen de uitgangspunten voor de gemeentelijke structuurvisie. Wat betreft de hoofdlijnen van de ruimtelijke ontwikkeling van de gemeente wordt aangesloten bij de regionale Structuurvisie Hoeksche Waard. De gemeentelijke structuurvisie zal de regionale structuurvisie op bepaalde onderwerpen verder uitwerken of waar nodig actualiseren. Alle lopende gemeentelijke én regionale projecten worden in ieder geval opgenomen in de gemeentelijke structuurvisie.

1.3 Agenda voor de toekomst

De Structuurvisie Binnenmaas 2020 vormt hét integrale ruimtelijke ontwikkelings- en toetsingskader van de gemeente Binnenmaas. Op basis van de in de structuurvisie gemaakte keuzes wordt aangegeven welke ontwikkelingen gewenst zijn en welke ontwikkelingen ongewenst zijn. Wij kijken daarbij vooruit naar het jaar 2020. De structuurvisie vormt daarmee dé agenda voor de toekomst van de gemeente Binnenmaas tot 2020.

In de structuurvisie gaan wij uit van de veranderende verantwoordelijkheid van de gemeente: niet meer als sturende en bepalende overheid, maar vooral als regisseur en verbinder tussen ontwikkelingen en partijen. Met deze structuurvisie willen wij vooral duidelijk maken welke mogelijkheden er in de gemeente Binnenmaas zijn. Wij nodigen initiatiefnemers uit om samen met ons te werken aan de toekomst van Binnenmaas.

1.4 Proces en communicatie

Op 22 november 2011 heeft het college het plan van aanpak om te komen tot een gemeentelijke structuurvisie vastgesteld. De gemeenteraad heeft het plan van aanpak op 26 januari 2012 voor kennisgeving aangenomen.

Als eerste stap bij het opstellen van de structuurvisie hebben wij in beeld gebracht waar Binnenmaas de komende jaren mee te maken heeft. Welke ruimtelijke opgaven liggen er? Wat zijn kansen waarop kan worden ingespeeld? Deze opgaven en kansen zijn in hoofdlijnen opgeschreven in een verkenningenschets. Deze verkenningenschets is op 13 maart 2012 door het college vastgesteld. De teksten van de verkenningenschets maken integraal onderdeel uit van hoofdstuk drie van deze structuurvisie.

Op 12 april 2012 heeft de gemeenteraad de verkenningenschets voor kennisgeving aangenomen.

Na het vaststellen van de verkenningenschets zijn wij gestart met het schrijven van de voorontwerpstructuurvisie. Voor het schrijven hiervan hebben wij input gekregen van de volgende partijen: provincie Zuid-Holland, Samenwerkingsorgaan Hoeksche Waard, Drechtsteden, Waterschap Hollandsche Delta, Kamer van Koophandel Rotterdam, LTO Noord, Ondernemersvereniging Hoeksche Waard, Ondernemingskring 's-Gravendeel, HW Wonen en Hoeksche Waards Landschap. Het college heeft op 31 juli 2012 de voorontwerpstructuurvisie vastgesteld. Op 6 september 2012 heeft de gemeenteraad de voorontwerpstructuurvisie voor kennisgeving aangenomen.

Het college heeft op 25 september 2012 ingestemd met de ontwerpstructuurvisie en besloten de ontwerpstructuurvisie ter inzage te leggen. De ontwerpstructuurvisie heeft vervolgens van 1 september 2012 tot 12 november 2012 ter inzage gelegen. Op [datum] heeft het college ingestemd met de structuurvisie.

1.5 Leeswijzer

De Structuurvisie Binnenmaas 2020 bestaat uit vier hoofdstukken. Na deze inleiding (hoofdstuk één) gaan we in op onze visie voor Binnenmaas in 2020 (hoofdstuk twee). Hier treft u ook de integrale plankaart van deze structuurvisie aan. Vervolgens wordt deze visie uitgewerkt in acht thema's (hoofdstuk drie). Tenslotte wordt beschreven hoe wij de komende jaren uitvoering willen geven aan deze structuurvisie en hoe het kostenverhaal hierbij is gewaarborgd (hoofdstuk vier).

2 Binnenmaas 2020

2.1 Inleiding

In dit hoofdstuk beschrijven wij onze visie voor de gemeente Binnenmaas in 2020. Hiervoor schetsen wij eerst in het kort het karakter van de gemeente en de karakters van de dorpen. De visie wordt tenslotte samengevat in een ruimtelijk ontwikkelingsbeeld.

2.2 Binnenmaas in het kort

De gemeente Binnenmaas heeft een oppervlakte van 75,6 vierkante kilometer, waarvan ruim 6 vierkante kilometer water. Binnenmaas telt ongeveer 29.000 inwoners. De gemeente Binnenmaas is gevormd door samenvoeging van de voormalige gemeenten Heinenoord, Maasdam, Mijnsheerenland, Puttershoek, 's-Gravendeel en Westmaas.

Het karakter van Binnenmaas is voor een groot deel het karakter van de Hoeksche Waard. De gemeente Binnenmaas kan immers niet los van haar omgeving worden gezien. Met de vier andere gemeenten van de Hoeksche Waard zijn wij sinds de Sint Elisabethsvloed van 1421 verbonden op alle denkbare gebieden: economisch, sociaal, cultureel, enzovoorts.

De Hoeksche Waard is een polderlandschap van opwas- en aanwaspolders dichtbij het stedelijk gebied. Dijken, dorpsgezichten, geploegde akkers en kreken bepalen het landschap. Het buitendijkse gebied is bijzonder door de getijdenwerking, wilgencultuur en sedimentatie. Voor veel mensen is het polderlandschap van de Hoeksche Waard zo vertrouwd en gewoon, dat men vergeet hoe bijzonder dit landschap is. De aanwijzing van de Hoeksche Waard in 2004 tot nationaal landschap maakt duidelijk hoe bijzonder het polderlandschap van de Hoeksche Waard in Nederland is.

Binnenmaas maakt ook onderdeel uit van nog grotere verbanden. Allereerst van een recreatief landschappelijk verband waarin het provinciaal landschap IJsselmonde, de recreatiestructuur Bernisse op Voorne Putten, het deltapoortgebied en de Biesbosch een rol vervullen. Daarnaast vormt Binnenmaas een open groene oase in een corridor van economische bedrijvigheid tussen de havensteden Rotterdam en Antwerpen. Snel-, spoor- en waterwegen verbinden deze twee wereldhavens. Tenslotte vormt Binnenmaas de schakel tussen stad en land: de stedelijke zuidvleugel van de Randstad en het open landschap van de zuidwestelijke delta. Het stedelijk gebied is prominent aanwezig in de horizon van de gemeente: in het noordwesten de hoogbouw van Barendrecht met daarachter de skyline van Rotterdam en in het noordoosten de havens en bebouwing van Zwijndrecht en Dordrecht.

Een groot deel van de bevolking van Binnenmaas werkt in de omliggende stedelijke gebieden, maar kiest – mede door de goede bereikbaarheid – voor het dorps en landelijk wonen in Binnenmaas. Vanuit het omliggende stedelijke gebied is er een ruimtelijke druk op het open landschap.

2.3 Het karakter van de dorpen

De inwoners van Binnenmaas voelen zich vooral inwoner van hun eigen dorp. De dorpen hebben ieder een heel eigen karakter. Hieronder volgt een korte karakterschets van de zes dorpen.

Heinenoord

Heinenoord is door haar ligging een typisch forenzendorp met een sterke oriëntatie op Rotterdam en Oud-Beijerland. Heinenoord kent een paar relatief onbekende karakteristieke elementen, waaronder het streekmuseum. Het dorp ligt nabij de Oude Maas, en heeft met het haventje, de veerstoep en het buitendijkse griendgebied nog een (beperkte) relatie met de rivier.

Maasdam

Maasdam is een rustig groen woondorp waarin nog minimale voorzieningen aanwezig zijn. Met zijn unieke ligging en bebouwing direct aan de kom van de Binnenbedijkte Maas en de nabijheid van de oudste polder in de Hoeksche Waard (Sint Anthoniepolder) is het de poort naar het midden en zuiden van de Hoeksche Waard.

Mijnsheerenland

Mijnsheerenland is het enige dorp dat niet aan een dijk ligt, maar zich rond een lange oude dorpslaan heeft ontwikkeld. Mijnsheerenland is het haagje van de Hoeksche Waard en heeft daardoor een heel eigen uitstraling. Het dorp ligt aan de Binnenbedijkte Maas. De molens, de kerktoren en de bebouwing langs de oevers van de Binnenbedijkte Maas zijn beeldbepalend.

Puttershoek

Putterhoek is een dijkdorp met een pittoresk haventje aan de Oude Maas en enkele karakteristieke locaties. De in 2004 deels gesloten suikerfabriek heeft het karakter van het dorp getekend. De suikersilo's en de monumentale fabrieksschoorsteen zijn beeldbepalend voor het dorp. Puttershoek heeft een ruim aanbod aan voorzieningen en voorziet daarbij in een regionale behoefte.

's-Gravendeel

's-Gravendeel is het grootste dorp van Binnenmaas. Alle voorzieningen zijn aanwezig. Sommige voorzieningen voorzien in een regionale behoefte. Ook heeft 's-Gravendeel een haven met watergebonden bedrijvigheid en kent het een rijke agrarische historie (vlasindustrie). Sporen van het verleden zijn nog ruim aanwezig. Het dorp ligt aan de Dordtsche Kil, is rijk aan monumenten en heeft een vitaal karakter.

Westmaas

Westmaas is het kleinste dorp van Binnenmaas en vormt de westelijke kom van de Binnenbedijkte Maas. Het dorp heeft een aantal basisvoorzieningen. In het midden van het dorp staan een beeldbepalende molen en een prachtige oude kerk.

2.4 Binnenmaas geeft je ruimte!

Binnenmaas vormt de schakel tussen stad en land en bestaat uit zes vitale dorpen in een prachtig nationaal landschap. Binnenmaas wordt gekenmerkt door ruimte. Ruimte tussen dijken en kreken, ruimte in een agrarisch landschap, ruimte op en rond de Binnenbedijkte Maas en ruimte met uitzicht op de silhouetten van de zes dorpen in het landschap. Wij willen deze ruimte koesteren, maar ook ruimte bieden voor nieuwe initiatieven. Wij geven initiatiefnemers de ruimte als ontwikkelingen het karakter van Binnenmaas versterken en bijdragen aan de doelstellingen van deze structuurvisie. De gemeente treedt hierbij vooral op als regisseur en verbindt partijen en initiatieven.

De kernkwaliteiten van het nationaal landschap Hoeksche Waard zijn behouden en waar mogelijk versterkt. De kernkwaliteiten van het landschap zijn mede het uitgangspunt voor nieuwe ruimtelijke en economische ontwikkelingen in Binnenmaas.

De zes dorpen van Binnenmaas zijn vitale dorpen, elk met hun eigen dynamiek en mogelijkheden. De dorpen hebben elk een eigen identiteit. De leefbaarheid van de dorpen wordt gekoesterd en is waar mogelijk versterkt. Het woon- en leefklimaat voor inwoners is verder ontwikkeld op basis van huidige en verwachte behoeften.

Bedrijven in Binnenmaas hebben op bedrijventerreinen voldoende ruimte en zorgen voor werkgelegenheid. Daarnaast dragen zij bij aan een levendig en vitaal Binnenmaas. Ook recreatief staat Binnenmaas op de kaart. Fietsers en wandelaars genieten onder andere van de rust, de natuur, de herontdekte historische dorpskernen en het bijzondere polderlandschap.

Voor 2020 is onze visie dan ook: 'Binnenmaas geeft je ruimte' ruimte om te wonen, ruimte om samen te leven, ruimte om te ondernemen en ruimte om te recreëren. Op de volgende pagina treft u het ruimtelijk ontwikkelingsbeeld voor de gemeente Binnenmaas in 2020 aan.

3 Thematische uitwerking

3.1 Inleiding

In dit hoofdstuk werken wij de visie 'Binnenmaas geeft je ruimte' verder uit in acht inhoudelijke thema's. De titel van een thema is een belangrijke aanwijzing voor het gewenste toekomstbeeld:

  • 1.

    Zes vitale dorpen met elk hun eigen dynamiek

  • 2.

    Nationaal landschap: open polders, kreken en dijken

  • 3.

    Wonen voor iedereen in een aantrekkelijke omgeving

  • 4.

    Binnenmaas op de kaart!

  • 5.

    Ruimte voor bedrijvigheid: kwalitatief én functioneel

  • 6.

    Erfgoed voor de toekomst

  • 7.

    Natuurlijk en bewust duurzaam

  • 8.

    Bereikbaar en verbonden

Per thema geven wij antwoord op de volgende drie vragen:

  • 1.

    Waar hebben we mee te maken?

  • 2.

    Wat willen we bereiken?

  • 3.

    Hoe willen we dit bereiken?

Om een antwoord te kunnen geven op de eerste vraag hebben wij in de verkenningenschets de vragen: Welke opgaven liggen er? en Wat zijn kansen waarop kan worden ingespeeld? op hoofdlijnen beantwoord. De teksten uit de verkenningenschets zijn integraal overgenomen in de structuurvisie. Onder 'Wat willen we bereiken?' wordt de situatie beschreven vanuit het gewenste toekomstbeeld in 2020. Vervolgens wordt onder 'Hoe willen we dit bereiken?' aangegeven op welke wijze wij het gewenste toekomstbeeld in 2020 willen bereiken.

3.2 Zes vitale dorpen met elk hun eigen dynamiek

Waar hebben we mee te maken?

Binnenmaas heeft een rijk verenigings- en kerkelijk leven. De sociale banden tussen mensen in de dorpen zijn sterk. Samen met de sociale infrastructuur, de maatschappelijke organisaties en de vele particuliere initiatieven zorgt dit voor een vitaal Binnenmaas. De dorpen kenmerken zich door ieder een verschillende mix van functies: wonen, werken en voorzieningen. Vergeleken met andere gemeenten heeft Binnenmaas een hoog voorzieningenniveau. Door verschillende ontwikkelingen staan er voorzieningen onder druk.

De landelijke trend van ontgroening en vergrijzing zorgt ervoor dat het aantal kinderen afneemt. Dit betekent dat het aantal leerlingen in het basisonderwijs daalt en ook het ledenaantal van sportverenigingen zal naar verwachting afnemen. Daartegenover staat de trend dat ouderen steeds vitaler blijven en mee blijven doen in de samenleving.

Er ligt een opgave om een aantal bestaande scholen te vervangen door nieuwbouw. Verder is het beter benutten van voorzieningen wenselijk. Met de verschillende WWZ projecten is voorzien in – of wordt gewerkt aan – de toekomstbestendigheid van de zorgvoorzieningen in Binnenmaas.

Door onder andere de schaalvergroting van winkels, de neiging van winkels om zich te vestigen op (goedkopere) locaties buiten de centra, internetverkopen en de demografische ontwikkelingen staan de winkelvoorzieningen onder druk: het aantal winkels neemt af en de leegstand van winkels neemt toe.

Functiemenging, dubbelgebruik, het ondersteunen en verbinden van particuliere initiatieven, maar ook recreatie en toerisme, bieden een kans om de vitaliteit van de dorpen te behouden of te versterken en een bredere basis te leggen voor commerciële- en maatschappelijke voorzieningen.

Wat willen we bereiken?

De dorpen in Binnenmaas zijn vitale dorpen, elk binnen hun eigen dynamiek en mogelijkheden. Het voorzieningenniveau van de dorpen verschilt van elkaar. Voorzieningen worden waar mogelijk gecombineerd zodat sprake kan zijn van dubbelgebruik en functiemenging.

Vanuit de WWZ complexen in Puttershoek, Heinenoord, Mijnsheerenland en 's-Gravendeel zijn woonservicezones ingericht. Vanuit deze zones wordt zorg verleend. Levensloopbestendige woningen zijn vooral binnen deze zones aanwezig. Door fysieke of digitale mobiliteit kunnen ook mensen die buiten deze zones wonen gebruik maken van de zorg. Mensen kunnen in hun eigen dorp oud worden.

Een aantal verouderde schoolgebouwen is op basis van het Integraal Huisvestingsplan Onderwijs Binnenmaas vervangen door nieuwe toekomstbestendige en duurzame gebouwen. Deze gebouwen worden niet alleen door (meerdere) scholen, maar ook voor allerlei andere activiteiten benut. Hierdoor zijn de scholen belangrijke ontmoetingsplekken in de dorpen. De dorpen bieden een veilige omgeving voor opgroeiende kinderen.

In de centrumgebieden van Puttershoek en 's-Gravendeel wordt ruimte geboden voor nieuwe initiatieven die de centrumfunctie ondersteunen. Daarnaast is in Mijnsheerenland en Westmaas een nieuwe levendige ontmoetingsplek voor het dorp gerealiseerd.

Door de gemaakte keuzes in deze structuurvisie en het concentreren van winkels zijn toekomstbestendige centra ontstaan. Hierdoor is de leegstand van winkels laag gebleven.

Hoe willen we dit bereiken?

Samen met maatschappelijke partners worden woonservicezones rond de WWZ complexen ingericht. Binnen deze zones wordt een bepaald niveau van zorg en welzijn gegarandeerd. Wij ondersteunen de ontwikkeling van vraagafhankelijk vervoer en van een glasvezelnetwerk zodat zorg ook op afstand (digitaal) bereikbaar wordt. Hiervoor worden levensloopbestendige woningen uitgerust met mogelijkheden voor het toepassen van elektronica in huis (domotica).

Bij de herbouw van scholen worden duurzame gebouwen gebouwd die voor meerdere doeleinden gebruikt kunnen worden: brede scholen. Ook andere voorzieningen worden zoveel mogelijk met elkaar gecombineerd om efficiënt gebruik van de voorziening mogelijk te maken.

Buiten de centra wordt geen nieuwe detailhandel toegestaan behalve de verkoop van streekproducten in het buitengebied, kleinschalige detailhandel in karakteristieke gebieden en – zeer beperkt – perifere detailhandel, die niet past in de centra van dorpen, aan de randen van bedrijventerreinen. Wij faciliteren het planologisch herbestemmen van locaties buiten de centra, waarbij het nieuwe gebruik vanzelfsprekend wel moet passen binnen het ruimtelijk toetsingskader.

Wij staan positief tegenover initiatieven om de centrumfunctie van 's-Gravendeel en Puttershoek verder te versterken. Indien nodig treden wij hierbij op als regisseur of verbinder. Ook in Mijnsheerenland en Westmaas werken wij aan nieuwe ontmoetingsplekken. Uitgangspunt in alle dorpen is het mengen van de winkelfunctie met de markt, horeca en een ontmoetingsplek voor het dorp.

3.3 Nationaal landschap: open polders, kreken en dijken

Waar hebben we mee te maken?

Binnenmaas ligt in het nationaal landschap Hoeksche Waard. Kernkwaliteiten van dit landschap zijn het polderpatroon, het reliëf van kreken en dijken en de openheid van het landschap. Door de vruchtbare zeekleigronden wordt het landschap door de landbouw gedragen. Verder zijn de rivieren belangrijke landschappelijke elementen in Binnenmaas.

Het vergt aandacht om de kernkwaliteiten te behouden of waar mogelijk te versterken. Het is een kans nieuwe ontwikkelingen toe te staan door deze te verbinden aan bestaande ruimtelijke structuren en deze te behouden, te versterken en te verbinden. Een goede overgang tussen de bebouwing en het landschap is belangrijk.

Het landschap in Binnenmaas zorgt voor de beleving van rust en ruimte en heeft daarmee een eigen identiteit ontwikkeld. Gezien de ligging van Binnenmaas ten opzichte van de verstedelijkte gebieden ten noorden en ten oosten zijn deze rust en ruimte bijzondere onderscheidende ruimtelijke kwaliteiten. De afwisseling van de kreken, dijken en het agrarische aspect zorgt voor een boeiend landschap. Het landschap biedt kansen voor wonen, werken, recreatie en toerisme.

Langs de Oude Maas vinden we natuurgebieden die door hun grote ecologische waarde een beschermde status hebben. Door het verbeteren van de toegankelijkheid van natuurgebieden liggen er kansen op het gebied van recreatie en toerisme en het versterken van de aantrekkelijke woonomgeving.

Kenmerkend is verder dat alle dorpen van Binnenmaas aan een groot water liggen. Het verbeteren van de toegankelijkheid tot het water biedt kansen voor het landschap, voor onze inwoners en voor recreatie en toerisme.

Wat willen we bereiken?

Het open polderlandschap van Binnenmaas is én blijft vooral een agrarisch landschap. Een gezonde agrarische sector is als bedrijfstak medebeheerder van het open landschap. De agrarische sector is hierbij ook van belang voor de biodiversiteit.

De kernkwaliteiten van het nationaal landschap zijn behouden en waar mogelijk versterkt. Nieuwe ontwikkelingen zijn op basis van de principes uit de regionale structuurvisie gekoppeld aan de dijken en kreken.

Verspreid liggende glastuinbouwbedrijven op kwetsbare locaties zijn gesaneerd zodat het open karakter van het landschap van Binnenmaas is versterkt.

De bestaande krekenstructuur is verder versterkt en beter toegankelijk gemaakt om te wandelen, te fietsen en te varen. Er wordt gewerkt aan een verdere uitbreiding van de krekenstructuur in de noordrand van de Hoeksche Waard.

De toegankelijkheid van de natuurgebieden langs de Binnenbedijkte Maas en langs de Oude Maas is verbeterd. Langs de Oude Maas is de bestaande natuur uitgebreid. De waterkwaliteit van kreken en van de Binnenbedijkte Maas is goed.

De beleving van het water is in elk dorp aanwezig. In Puttershoek, Heinenoord en 's-Gravendeel betreft dit met name de beleving van de rivier. De Binnenbedijkte Maas is zoveel mogelijk openbaar toegankelijk vanuit Maasdam, Westmaas en Mijnsheerenland.

De dorpsranden zijn landschappelijk goed ingepast zodat er een goede overgang is gerealiseerd tussen de dorpen en het landschap.

Hoe willen we dit bereiken?

Het is vooral de schaal van de Hoeksche Waard waarbinnen initiatieven voor dit onderwerp moeten worden opgepakt. In de regionale structuurvisie zijn veel projecten opgenomen die mede invulling geven aan de genoemde opgaven. Regionaal wordt de komende jaren onder andere uitvoering gegeven aan de volgende projecten: dorpsrondjes en groene verbindingen, sociaal economische visie, sanering glastuinbouw, kreekontwikkeling, bomen beheerplan en de regeling voor groenblauwe diensten.

Voor nieuwe bebouwing ontwikkelt de regio een streekeigen identiteit. Hierbij kan bijvoorbeeld gedacht worden aan het opstellen van een inspiratieboek en beeldkwaliteitplan. Om het open polderlandschap te behouden staan wij solitaire bebouwing niet toe in het landschap. Ook de bouw van grote losse reclamemasten staan wij niet toe. Nieuwe bebouwing in of grenzend aan het landschap wordt landschappelijke ingepast volgens de principes uit de regionale structuurvisie. In gebieden met bijzondere landschapswaarden wordt hieraan extra aandacht besteed.

Wij zoeken naar mogelijkheden om samen met partners het landschapsbeeld te versterken door dijkbeplantingen die de polderstructuur weer leesbaar maken te restaureren. De primaire waterkeringen blijven vrij van bomen. Er wordt zoveel mogelijk gebruik gemaakt van streekeigen bomen en beplanting. Wij gaan na of het mogelijk is een verbinding te maken tussen de krekenstructuur in de noordrand en de Binnenbedijkte Maas. In de Zomerlandse polder realiseren wij gekoppeld aan ontwikkelingen nieuwe kreken.

Wij gaan op zoek naar mogelijkheden om de natuur langs de Oude Maas uit te breiden. Hierbij denken wij in eerste instantie aan polder De Buitenzomerlanden ten oosten van de Boonsweg. Verder gaan wij na hoe de beleving van het water in Heinenoord, Puttershoek en 's-Gravendeel versterkt kan worden. Bij ontwikkelingen langs de Binnenbedijkte Maas streven wij naar zoveel mogelijk openbaar toegankelijke oevers.

3.4 Wonen voor iedereen in een aantrekkelijke omgeving

Waar hebben we mee te maken?

In Binnenmaas woon je in één van de zes dorpen, aan een dijklint of in het landelijk gebied. Binnenmaas heeft te maken met een vergrijzende, ontgroenende bevolking. Van een grote daling van inwoners is geen sprake, maar ook niet van een sterke groei in de komende jaren. Een daling van het aantal huishoudens wordt niet voorzien.

De woningvoorraad is onvoldoende afgestemd op de veranderende behoefte. Uit recent woningbehoeftenonderzoek blijkt dat er een overschot is aan eengezinswoningen in de koopsector (met name rijwoningen), er behoefte is aan betaalbare huur- en koopwoningen voor senioren en starters en dat er een markt is voor vrijstaande woningen.

Daarbij komt dat door de demografische ontwikkelingen en de economische crisis de woningmarkt op slot zit waardoor de doorstroming stokt en nieuwbouwwoningen minder afgezet worden. Woningbouwprojecten komen maar mondjesmaat van de grond waardoor de sturingsmogelijkheden geringer zijn dan voorheen.

De gemeente staat voor de opgave om met een beperkt aantal woningbouwontwikkelingen aan te sluiten bij de kwalitatieve gedifferentieerde woningvraag uit de markt. Een evenwichtige fasering van de woningbouwontwikkelingen verdient hierbij aandacht. Ook zal het steeds meer gaan om de kwaliteit van de woning en de kwaliteit van de woonomgeving. Het nationaal landschap en het dorpse leven zorgen voor een onderscheidende woonomgeving.

Landelijk wonen biedt kansen. Dit is vooral kansrijk voor woningen die de doorstroming binnen de Hoeksche Waard bevorderen. Daarnaast is ervanuit de Zuidvleugel van de Randstad vraag naar hoogwaardige landelijke woonmilieus. Ook innovatieve zorgconcepten kunnen kansrijk zijn.

Wat willen we bereiken?

De gemeente Binnenmaas is een kwalitatief aantrekkelijke woonomgeving waar in elk dorp woningen worden gebouwd voor elke doelgroep. Gelet op de demografische ontwikkelingen en het feit dat nieuwbouw maar een heel klein percentage is van de totale woningvoorraad ligt de focus veel meer dan voorheen op de bestaande woningvoorraad. De huidige woningvoorraad voldoet door herstructurering of het opknappen van woningen aan de behoeften van verschillende doelgroepen.

Binnen de rode contouren is voldoende ruimte om in elk dorp woningen te bouwen. Woningen worden gebouwd voor een goede afronding van de dorpen, bij de herstructurering van bestaande woningen en op locaties die om een andere invulling vragen. In het laatste geval gaat het bijvoorbeeld om locaties waar nu nog solitaire bedrijven zijn gevestigd, vrijkomende agrarische bebouwing of vrijkomende locaties van voorzieningen.

De vraag en het aanbod van de woningbouw zijn op elkaar afgestemd. Woningbouwplannen die niet voldoen aan de marktvraag zijn opnieuw bekeken en zo nodig aangepast, gefaseerd of geschrapt. Er zijn voldoende levensloopbestendige woningen (waaronder mantelzorgwoningen) in de buurt van voorzieningen. De gemeente biedt volop ruimte aan particulier opdrachtgeverschap. Dit geldt onder voorwaarden ook voor innovatieve zorgconcepten.

De landschappelijke kwaliteiten van het nationaal landschap Hoeksche Waard worden benut voor landelijk wonen met een streekeigen karakter. Voor het landelijk wonen wordt zoveel mogelijk aangesloten bij de kernkwaliteiten van de Hoeksche Waard: kreken en dijken. Nieuwe bebouwing in de dorpsranden en in de dijklinten is landschappelijk goed ingepast. Woningen in Binnenmaas zijn nadrukkelijk verbonden met het karakter van het dorp, het landschap of het water.

Hoe willen we dit bereiken?

Wij staan positief tegenover initiatieven die betrekking hebben op het herstructureren van oudere woningen, op de aanpak van locaties die vragen om een andere invulling of op een goede afronding van de dorpen. De woningbouw in Binnenmaas is vraaggericht. Woningbouwplannen die hier niet in passen worden aangepast, gefaseerd of geschrapt.

Wij zullen de komende jaren met name inzetten op de bouw of renovatie van levensloopbestendige woningen. Deze woningen worden bij voorkeur rond de voorzieningen en ontmoetingsplekken in de dorpen gebouwd. Op deze manier waarborgen wij dat vraag en aanbod goed op elkaar worden afgestemd. Daarnaast zorgen wij ervoor dat ons woningbouwbeleid regionaal wordt afgestemd.

In Binnenmaas willen wij de wensen van onze inwoners, maatschappelijke partijen en projectontwikkelaars op elkaar afstemmen. Wij faciliteren particuliere initiatieven en particulier opdrachtgeverschap zoveel mogelijk. Hierbij bieden wij met een pilotproject ook ruimte voor innovatieve ideeën of welstandsvrij bouwen. Wij zullen bij woningbouwprojecten ook aandacht besteden aan de combinatie van wonen en werken, aan de bouw van betaalbare woningen voor starters en aan de bouw van mantelzorgwoningen.

Om de kwaliteit van de dorpsranden en het landschap te behouden of waar mogelijk te versterken willen wij een proactieve benadering hanteren. Wij onderzoeken regionaal of een streekeigen woningbouwtype kan worden ontwikkeld zodat er typisch Hoeksche Waardse woningen kunnen worden gebouwd.

Bij de afronding van de dorpen en op locaties in het buitengebied die om een andere invulling vragen zetten wij in op landelijk wonen. De woningen moeten aansluiten op de kernkwaliteiten van het landschap en deze waar mogelijk versterken. Het kan hierbij ook gaan om de realisatie van nieuwe landgoederen.

3.5 Binnenmaas op de kaart!

Waar hebben we mee te maken?

De gemeente Binnenmaas is een gebied waar, vooral door fiets- en wandelliefhebbers, goed gerecreëerd kan worden, met name rondom de Binnenbedijkte Maas en de Oude Maas. Het vergroten van de bekendheid van de Hoeksche Waard (branding) op het gebied van recreatie en toerisme is een opgave. Hetzelfde geldt voor de toegankelijkheid van het gebied vanuit het omliggende stedelijke gebied.

De vraag naar kwaliteit, luxe en gemak in een aantrekkelijk landschap groeit. Dit biedt, samen met de ligging van de gemeente dichtbij het stedelijk gebied, waar veel potentiële bezoekers wonen, kansen voor de ontwikkeling van recreatie en toerisme in Binnenmaas.

De Binnenbedijkte Maas, maar ook bijvoorbeeld de kreken, bieden kansen om de watersport nog meer te benutten. Kamperen is in Binnenmaas mogelijk op een klein aantal kleine kampeerterreinen. Verder zijn er weinig mogelijkheden om te overnachten. Naast een hotel in Maasdam is er slechts een beperkt aantal bed & breakfasts aanwezig.

Binnenmaas heeft vooral een functie voor dagrecreatie en trekt voornamelijk mensen uit de directe omgeving. Er lig een opgave om bestaande recreatieve structuren te verstevigen en om leuke (nieuwe) plekken, om even te stoppen tijdens het wandelen of fietsen, mogelijk te maken.

De dorpskernen in Binnenmaas hebben veelal een historisch karakter. Deze historische dorpskernen kunnen een aantrekkelijk verblijfsgebied voor inwoners en recreanten bieden. Bekendheid geven aan deze kwaliteiten biedt kansen voor het verblijfstoerisme in Binnenmaas. Meer terras en horecavoorzieningen bieden kansen om de historische dorpskernen aantrekkelijker te maken.

Wat willen we bereiken?

De gemeente Binnenmaas heeft als onderdeel van het merk Hoeksche Waard een sterk toeristisch-recreatief profiel. Onder andere de natuur langs de Oude Maas en de Binnenbedijkte Maas, de herontdekte historische dorpskernen en het bijzondere polderlandschap dragen bij aan dit nieuwe profiel.

De fiets is het beste verplaatsingsmiddel om de Hoeksche Waard te verkennen. Een fijnmazige fietsnetwerk dat recreatieve voorzieningen met elkaar verbindt is grotendeels gereed. Langs dit netwerk vind je faciliteiten zoals plekken om even te pauzeren en oplaadpunten voor elektrische fietsen en scooters.

Recreatie- en horecaondernemers hebben samen met de gemeenten van de Hoeksche Waard een recreatieve website opgestart. Recreanten en toeristen kunnen zo snel informatie vinden over zaken als fiets- en kanoverhuur, openingstijden en fietsroutes. Binnenmaas heeft voldoende verschillende soorten overnachtingsmogelijkheden voor recreanten en toeristen. Deze mogelijkheden passen goed bij het karakter van de regio.

De recreatieve bestemming van het recreatieoord heeft verder invulling gekregen. Het recreatieoord is één van de recreatieve knooppunten in de gemeente Binnenmaas. Door een trekpontje is de overzijde van de Binnenbedijkte Maas met het buurtschap Sint Anthoniepolder makkelijk bereikbaar. Het recreatieve gebruik van de Binnenbedijkte Maas en de kreken is in combinatie met natuur-en landschapsontwikkeling een magneet voor de watersport in het zomerseizoen. In de winter vormen de Binnenbedijkte Maas en de kreken mooie schaatsroutes.

Het streekmuseum is samen met de historische dorpskern van Heinenoord een belangrijk maatschappelijk, educatief ontmoetingscentrum van en voor de Hoeksche Waard.

Hoe willen we dit bereiken?

Het toeristisch recreatieve profiel van Binnenmaas hangt sterk samen met het profiel zoals we dat als Nationaal Landschap Hoeksche Waard naar buiten dragen en vorm geven. Belangrijk is dan ook om aan te haken bij het uitvoeringsprogramma van de Structuurvisie Hoeksche Waard. Hierin wordt de komende jaren uitvoering gegeven aan een groot aantal projecten waaronder: paden en routes, toeristische veerdienst, informatievoorzieningen, knooppunten en nieuwe picknickplekken.

Samen met de andere gemeenten in de Hoeksche Waard en met recreatie- en horecaondernemers werken wij actief aan de branding van het merk Hoeksche Waard.

Op basis van het masterplan voor de noordrand onderzoeken wij samen met partners/ondernemers de mogelijkheid om een aantal recreatieve knooppunten in Binnenmaas te ontwikkelen. In deze structuurvisie is een eerste inventarisatie van punten opgenomen.

Samen met onze partners realiseren wij een fijnmazig fiets-, wandel- en kanonetwerk met bijbehorende voorzieningen in de Hoeksche Waard. Hiervoor worden ontbrekende verbindingen gerealiseerd, plekken aan elkaar verbonden en barrières geslecht. De verbindingen tussen stad en landschap en tussen dorp en landschap worden verbeterd. Hetzelfde geldt voor de toegankelijkheid van de natuurgebieden langs de Oude Maas en langs de Binnenbedijkte Maas.

Wij stimuleren en faciliteren recreatieve initiatieven in de dorpen en in het buitengebied. Dit biedt onder andere mogelijkheden voor agrariërs om hun bedrijfsactiviteiten te verbreden (bijvoorbeeld verkooppunten bij de boer) en voor het realiseren van horeca en terrasjes in de historische dorpskernen. Regionaal doen wij nader onderzoek naar het realiseren van voldoende overnachtingsmogelijkheden om helder te krijgen welke behoefte er is en hoe wij hierin met een streekeigen invulling zouden kunnen voorzien.

3.6 Ruimte voor bedrijvigheid: functioneel én kwalitatief

Waar hebben we mee te maken?

Het werken in Binnenmaas vond vanouds vooral plaats in de agrarische sector. Tegenwoordig zijn veel inwoners forenzen. De goede landbouwstructuur en de gunstige ligging van de gemeente ten opzichte van belangrijke distributiecentra en afzetmarkten bieden kansen voor de agrarische sector. Door schaalvergroting en de afname van het aantal bedrijven ontstaan opgaven ten aanzien van vrijkomende agrarische bebouwing en de inpassing van nieuwe agrarische bebouwing in het landschap.

In regionaal verband hebben wij een opgave om het regionaal verspreide glas te saneren en ruimte te bieden aan glastuinbouwbedrijven die geconcentreerd door willen groeien.

De leegstand op-, en herstructurering van, bedrijventerreinen is een opgave. Met name de herontwikkeling van het suikerfabriekterrein in Puttershoek is een grote opgave. Er is ruim voldoende uitgeefbaar bedrijventerrein beschikbaar of in voorbereiding. Een goede inpassing van de terreinen in het landschap is belangrijk. Door de verdienstelijking van de economie neemt de vraag naar hoogwaardige werklocaties toe en groeit het aantal ZZP-ers sterk. Er wordt steeds meer vanuit huis gewerkt. Deze ontwikkelingen zorgen daarnaast voor een toenemende behoefte aan kleinschalige bedrijfshuisvesting.

De ligging van Binnenmaas nabij de Randstad biedt kansen voor onze bedrijven. Maar hierdoor ontstaat ook een druk op het aantal arbeidskrachten, terwijl de beroepsbevolking in Binnenmaas zelf ook krimpt. In sommige sectoren (bijvoorbeeld de technische sector) ontstaat een tekort aan werknemers.

Economische ontwikkelingen vanuit een ketenbenadering zijn mogelijk ook kansrijk in Binnenmaas. De agrarische sector zou hiervoor een interessante basis kunnen vormen.

Wat willen we bereiken?

Binnenmaas biedt een aantrekkelijk ondernemingsklimaat met voldoende ruimte voor bedrijvigheid. Ondernemers zijn veelal verbonden met de dorpen. Zij dragen door hun werkgelegenheid en door de sponsoring van verenigingen en activiteiten bij aan een levendig, maar vooral ook vitaal Binnenmaas.

De agrarische sector heeft voldoende ruimte om zich te kunnen ontwikkelen. Nieuwe agrarische bebouwing is landschappelijk goed ingepast. Agrarische bedrijven maken optimaal gebruik van de goede landbouwstructuur en de gunstige ligging van de gemeente. Gekoppeld aan de agrarische sector is de Hoeksche Waard uitgegroeid tot een onderscheidende agro valley. Vrijkomende agrarische bebouwing is gesaneerd of heeft een nieuwe, in het landschap passende, invulling gekregen. Glastuinbouwbedrijven die door wilden groeien hebben hiervoor de ruimte gekregen op een duurzaam glastuinbouwcluster. Verspreid liggende glastuinbouw is zoveel als mogelijk gesaneerd.

Bedrijventerreinen worden efficiënt benut en zijn kwalitatief goed ingepast in het landschap. De bedrijventerreinen in Binnenmaas zijn functionele locaties om te ondernemen. De leegstand van bedrijfspanden is mede hierdoor laag. Het buitendijkse deel van de suikerfabriek in Puttershoek en bedrijventerrein Klein Koninkrijk in 's-Gravendeel worden vooral benut voor bedrijvigheid die gebruik maakt van het water. Bedrijven uit Binnenmaas maken voor de aan- en afvoer van goederen ook gebruik van deze terreinen, mits dit geen belastende verkeersbewegingen veroorzaakt voor de omgeving.

Door onze aantrekkelijke woonomgeving telt Binnenmaas veel ZZP-ers die vanuit huis werken: van internetwinkeliers en bouwvakkers tot makelaars en accountants. Kleinschalige bedrijvigheid aan huis en werken vanuit huis zijn vanzelfsprekend.

Hoe willen we dit bereiken?

Bestaande bedrijventerreinen die zijn aangeduid op pagina 24 worden niet omgezet naar andere functies. Op bedrijventerreinen is geen ruimte voor nieuwe detailhandel (met uitzondering van beperkte perifere detailhandel), nieuwe zelfstandige kantoren of nieuwe woningen. Voor efficiënt gebruik faciliteren wij intensief ruimtegebruik. Wat betreft de ruimte voor hogere milieucategorieën is het waarborgen van de leefbaarheid van de omgeving het uitgangspunt én de bestaande categorie het maximum.

Wij werken niet mee aan nieuwe voornemens om bedrijventerreinen uit te breiden. Aan de tweede fase van het bedrijvenpark gaat een grondig onderzoek vooraf. In dit onderzoek moet gekeken worden naar de verwachte regionale vraag en de (her)ontwikkeling van bedrijventerreinen in de Hoeksche Waard (inclusief het suikerfabriekterrein). In Binnenmaas worden beperkt én alleen kleinschalige zelfstandige kantoren (tot 1.000 m2) gerealiseerd.

Wij faciliteren het ontstaan van een agro valley met landbouw gerelateerde bedrijvigheid, research & development, educatie, innovatieve producten en diensten. Nieuwe agrarische bebouwing wordt conform de regionale structuurvisie landschappelijk ingepast. Vrijkomende agrarische bebouwing kan omgezet worden naar andere functies. Deze functies mogen de bedrijfsvoering van andere agrarische bedrijven echter niet beperken. Een recreatieve of zorg gerelateerde invulling heeft onze voorkeur. Door een individuele en regionale ‘ruimte voor ruimte’ of ‘glas voor glas’ aanpak wordt een aantal glastuinbouwbedrijven gesaneerd. Op de bezinkingsvelden van de suikerfabriek faciliteren wij de ontwikkeling van een duurzaam glastuinbouwcluster.

Op initiatief van de grondeigenaren faciliteren wij een (nieuwe) watergerelateerde benutting van Klein Koninkrijk en van het buitendijkse deel van het suikerfabriekterrein. Wij leggen zo min mogelijk beperkingen op aan kleinschalige bedrijvigheid aan huis en werken vanuit huis zolang het wonen de primaire functie blijft en het werken geen overlast voor de omgeving veroorzaakt.

3.7 Erfgoed voor de toekomst

Waar hebben we mee te maken?

Cultuurhistorische waarden zijn uniek, onvervangbaar en van grote waarde voor Binnenmaas. Eenmaal verdwenen, zijn de waarden niet meer te herstellen. De cultuurhistorische elementen laten het karakter van de gemeente zien: van oude dorpskerken, historische boerderijen en molens tot (gedempte) haventjes en veerstoepen.

De vele kerktorens, molens en watertorens zijn herkenbare bakens van de verschillende dorpen in het open landschap. Het behouden van deze functie en van de karakteristieke dorpssilhouetten is een belangrijk aandachtspunt.

In het verleden bestond Binnenmaas uit een dynamisch getijdengebied met stroomgeulen, zandplaten en kreken. Hierdoor is een groot deel van de gemeente archeologisch waardevol. Bij ruimtelijke ontwikkelingen wordt hier rekening mee gehouden.

Het zichtbaarder en beleefbaarder maken van cultuurhistorische elementen zoals boerderijen, molens en kerken, maar misschien ook wel van archeologische elementen of van het voormalige tramnetwerk, biedt kansen op het gebied van recreatie en toerisme, maar ook voor het versterken van de aantrekkelijke woonomgeving.

Cultuurhistorie speelt een steeds grotere rol bij inrichting en beheer van groen en de openbare ruimte, ruimtelijke ordening, volkshuisvesting, onderwijs, recreatie en toerisme en communicatie.

Belangrijke opgave bij het behoud van cultuurhistorisch erfgoed is bij leegstand het vinden van een nieuwe functie voor het gebouw die goed in de omgeving past. Hierbij kan ook gedacht worden aan functiemenging, bijvoorbeeld met een recreatieve voorziening.

Wat willen we bereiken?

De cultuurhistorische elementen die het karakter van de gemeente laten zien zijn zoveel mogelijk bewaard. Deze elementen hebben een nieuwe passende invulling gekregen: wonen, werken of recreëren. Hierdoor is leegstand voorkomen.

De kerktorens, molens en watertorens vormen herkenbare bakens in het landschap. De dorpen hebben nog steeds hun karakteristieke silhouetten.

Nieuwe ontwikkelingen sluiten aan bij cultuurhistorische elementen en respecteren de historische opbouw van de dorpen en het landschap. Bij nieuwe ontwikkelingen is ook aandacht voor bijzondere bomen en voor archeologische vondsten.

Het streekmuseum in Heinenoord wordt benut als maatschappelijk educatief centrum van en voor de Hoeksche Waard. Ook de historische dorpskern met het oude haventje van Heinenoord is hierbij betrokken. Dit gebied is één van de recreatieve knooppunten in Binnenmaas.

Nieuwe recreatieve routes sluiten aan bij cultuurhistorische en archeologische elementen. Fietsers kunnen bijvoorbeeld het oude tramnetwerk volgen en pauzeren op de plek waar vroeger de halteplaatsen van de tram waren. Ook de vele cultuurhistorische elementen worden benut voor recreatief gebruik.

Nieuwe ontwikkelingen in de karakteristieke gebieden van de gemeente worden extra zorgvuldig ingepast zodat deze ontwikkelingen het karakter van deze gebieden versterken in plaats van verstoren.

Hoe willen we dit bereiken?

Wij hechten waarde aan het behoud van cultuurhistorisch erfgoed. Dit uit zich onder andere in het onderstrepen van het belang van lokaal cultuurhistorisch erfgoed door het aanwijzen van gemeentelijke monumenten. Gelet op de beperkte middelen van de gemeente zijn vooral derden aan zet als het gaat om het onderhoud van cultuurhistorisch erfgoed. Binnen bepaalde voorwaarden stellen wij ons flexibel op bij het zoeken van een nieuwe passende invulling van leegstaande cultuurhistorische elementen. Hierbij gaat onze voorkeur uit naar recreatieve functies.

Nieuwe ontwikkelingen moeten passen binnen de cultuurhistorische opbouw van het landschap en de dorpen. Hier hoort in ieder geval bij dat nieuwe ontwikkelingen de bakens in het landschap respecteren: de molens, kerktorens en watertorens blijven de belangrijkste bakens in het landschap. Het gaat hier bijvoorbeeld ook om het respecteren van de molenbiotopen.

In de cultuurhistorisch waardevolle polders Sint Anthoniepolder, Het Munnikenland van Westmaas en Nieuw-Bonaventura moet, net als in Het Westmaas Nieuwland, bij nieuwe bebouwing extra aandacht worden besteed aan landschappelijke inpassing. Zoals eerder beschreven staan wij solitaire bebouwing niet toe.

Wij ondersteunen activiteiten op het gebied van cultuurhistorie en recreatie zoals de open monumentendagen. Voor het bouwen in karakteristieke gebieden ontwikkelen wij een specifiek toetsingskader. De Visie Schouteinde is hier een voorbeeld van.

Op basis van het masterplan voor de noordrand zorgen wij voor nieuwe routestructuren voor fietsers en wandelaars. Deze routestructuren kunnen gebaseerd zijn op cultuurhistorische elementen (zoals het tramnetwerk). Cultuurhistorische of archeologische elementen vormen voor recreanten plekken om even te pauzeren of te bezoeken.

3.8 Natuurlijk en bewust duurzaam

Waar hebben we mee te maken?

Mondiaal zijn er problemen met betrekking tot klimaatverandering, schaarste aan grondstoffen, milieuvervuiling en biodiversiteit. Steeds meer wordt daarom gekozen voor duurzame ontwikkelingen, die vaak vanuit particuliere initiatieven tot stand komen. Een duurzame ontwikkeling besteedt aandacht aan – en zoekt een balans tussen – de kwaliteit van de samenleving (People), het milieu (Planet) en economische ontwikkelingen (Profit), waarbij rekening wordt gehouden met de toekomst.

Duurzaamheid past goed bij het groene imago van Binnenmaas en het biedt kansen voor nieuwe ontwikkelingen op het gebied van wonen en werken. De ligging van de gemeente en de aanwezigheid van de agrarische sector biedt mogelijk kansen voor het ontwikkelen van een bio-economie: een economie waarin gewassen en reststromen uit de landbouw en voedingsmiddelenindustrie worden ingezet voor toepassingen zoals de opwekking van duurzame energie.

Binnen onze eigen mogelijkheden zijn wij aan de slag met duurzaamheid en geven wij uitvoering aan ons programma Duurzaam Binnenmaas. Wij ondersteunen duurzame initiatieven die passen binnen de kernkwaliteiten van het nationaal landschap.

Door de verandering van het klimaat is er de opgave te zorgen voor voldoende waterberging. Dit biedt kansen voor een duurzame woonomgeving en natuurontwikkeling.

In Binnenmaas wordt nog maar op beperkte schaal duurzame energie opgewekt. Binnenmaas stimuleert duurzaam bouwen en het hergebruik van materialen. Duurzame gebiedsontwikkeling is het uitgangspunt voor ruimtelijke ontwikkelingen in de gemeente. Het is ten slotte van belang dat milieuaspecten vroegtijdig bij plannen worden betrokken.

Wat willen we bereiken?

Binnenmaas is een duurzame gemeente en heeft hierin een voortrekkersrol in de Hoeksche Waard. De regionale ambitie dat 20% van het totale energieverbruik in 2020 afkomstig is van duurzame energiebronnen is in Binnenmaas gehaald. Binnenmaas ligt inmiddels op koers voor de regionale doelstelling van 50% in 2030. Duurzame ontwikkeling is het uitgangspunt als het gaat om de verdere toekomst van Binnenmaas.

Om de ambitieuze energiedoelstelling te kunnen halen heeft Binnenmaas haar ambities op duurzaamheid waar moeten maken en fors moeten inzetten op de realisatie van duurzame energie. De gemeente geeft dan ook volop ruimte aan particuliere initiatieven voor het opwekken van duurzame energie uit wind, zon en biomassa. Bewoners en bedrijven wekken veel van de energie die zij nodig hebben zelf duurzaam op.

Bij nieuwe ontwikkelingen in de gemeente is duurzaamheid vanzelfsprekend het uitgangspunt. Binnenmaas is duurzaam op het gebied van wonen, werken, infrastructuur en recreëren. Veel woningen en bedrijven worden energieneutraal gebouwd. Er is ook gestart met de bouw van het eerste volledig energieneutrale woningbouwproject.

In de gemeente Binnenmaas is voldoende waterberging aanwezig om de veranderingen in het klimaat op te vangen. De gemeente Binnenmaas heeft aandacht voor het landschap en bevordert de biodiversiteit. Bij nieuwe ontwikkelingen maken groen en water, altijd integraal onderdeel uit van de gebiedsontwikkeling.

Binnenmaas beschikt verder over een dekkend netwerk van (snel)oplaadpalen voor elektrische auto's. Vanuit de agrarische sector is een bio-economie ontstaan met nieuwe kansen voor economische ontwikkelingen in Binnenmaas.

Hoe willen wij het bereiken?

Om onze doelstellingen te bereiken zullen wij duurzaamheidsinitiatieven van ondernemers, organisaties en particulieren zoveel mogelijk faciliteren en stimuleren. Bij nieuwe ontwikkelingen is duurzaamheid één van de uitgangspunten.

Wij streven naar een regionaal dekkend netwerk van oplaadvoorzieningen voor elektrische auto's, fietsen (bij recreatievoorzieningen) en scootmobiels. Wij streven naar de bouw van zoveel mogelijk energiezuinige woningen, maatschappelijke voorzieningen en bedrijven, die waar mogelijk zongeoriënteerd worden gebouwd. Bij de herstructurering van woningen is energiezuinigheid een vereiste. Daarnaast voeren wij een pilotproject duurzame gebiedsontwikkeling uit.

Wij hebben ten zuiden van ‘s-Gravendeel een locatie aangewezen waar – onder voorwaarden – windmolens gerealiseerd kunnen worden. Wij leggen zo min mogelijk beperkingen op aan de plaatsing van kleine windturbines. Ook het plaatsen van zonnepanelen faciliteren en stimuleren wij zoveel mogelijk. Wij zullen in ieder geval de afweging maken om zonnepanelen te plaatsen op het dak van het gemeentehuis.

Wij vragen initiatiefnemers om na te denken over biodiversiteit en over de toepassing van innovatieve toepassingen zoals sedumdaken of waterdoorlatende bestrating. Groen en water dienen altijd integraal onderdeel te zijn van een gebiedsontwikkeling. Wij stimuleren de realisatie van natuurvriendelijke oevers, slootkanten, akkerranden en het plaatsen van meer streekeigen bomen en beplanting.

Wij faciliteren de ontwikkeling om een bio-economie te ontwikkelen vanuit de agrarische sector. Hierbij kan gedacht worden aan het verbinden van initiatieven en partijen, maar bijvoorbeeld ook aan het wegnemen van belemmeringen voor ontwikkelingen.

3.9 Bereikbaar en verbonden

Waar hebben we mee te maken?

Door de ligging van de gemeente en het landelijke karakter verplaatsen de meeste mensen zich met de auto. Het autobezit en autogebruik nemen nog steeds toe.

De gemeente is goed bereikbaar en heeft een heldere wegenstructuur. Er zijn beperkt problemen met de doorstroming op enkele wegen. Enkel in de spits is het druk op de N217. Tevens behoeven de aansluitingen van de N217 op de A29 en A16 aandacht. Verder zijn er geen bijzondere aandachtspunten. Bij drukte op de N217 hebben parallelle wegen last van sluipverkeer.

De ontsluiting en bereikbaarheid van bedrijventerreinen is, mede om overlast en verkeersonveiligheid te voorkomen, een aandachtspunt. Een snelle afwikkeling van het verkeer van de bedrijventerreinen naar de N217 heeft de voorkeur.

Door de toename van het autobezit is er vooral in de avonduren en in het weekend een tekort aan parkeerplaatsen in een aantal, vooral oudere, woonwijken. Rond een aantal winkels zijn er beperkte parkeerproblemen op de vrijdagen en zaterdagen.

Het (recreatieve) fietsnetwerk mist nog een aantal schakels. De verbinding van de dorpen met het buitengebied in het algemeen en de Binnenbedijkte Maas in het bijzonder kan op sommige plaatsen beter. Het busstation aan de Reedijk biedt kansen om uit te groeien tot een regionaal transferium.

De Oude Maas en de Dordtsche Kil vormen belangrijke vaarwegen voor de binnenvaart. In Binnenmaas zijn er aan deze rivieren havens in 's-Gravendeel en Puttershoek.

Door de gemeente lopen verschillende pijpleidingen en hoogspanningsleidingen, waaronder de buisleidingenstraat van Rotterdam naar Antwerpen. Ook de HSL loopt door de gemeente.

Wat willen we bereiken?

De gemeente is goed bereikbaar. De N217 zorgt voor een goede bereikbaarheid van en tussen de dorpen. De aansluitingen op de A29 en op de A16 hebben voldoende capaciteit. Er is nagenoeg geen sluipverkeer in Binnenmaas. Naast de dorpen zijn ook de bedrijventerreinen en agrarische bedrijven goed bereikbaar. Nieuwe infrastructurele doorsnijdingen van het landschap zijn zoveel mogelijk voorkomen.

De Oude Maas en de Dordtsche Kil worden door bedrijven, forenzen en recreanten meer benut voor vervoer over water. Hierbij wordt gebruikt gemaakt van de watergerelateerde bedrijventerreinen Klein Koninkrijk en het buitendijkse deel van het suikerfabriekterrein in Puttershoek. Voor forenzen en recreanten zijn opstapplaatsen voor veerverbindingen.

Als duurzame gemeente stimuleert Binnenmaas het carpoolen van haar inwoners. Busstation Reedijk functioneert als regionaal transferium met bijbehorende voorzieningen. Alle dorpen in onze gemeente zijn goed bereikbaar met het openbaar vervoer. De P&R locaties nabij de A29 en de Kiltunnel zijn behouden.

Bij nieuwe ontwikkelingen in de gemeente wordt voldoende parkeerruimte gerealiseerd. De dorpen zijn met elkaar en met het landschap verbonden voor fietsers en wandelaars. De gemeente is daarmee een aantrekkelijk gebied voor voetgangers en fietsers, zowel voor het woon-werkverkeer als voor recreanten.

Nieuwe pijpleidingen zijn zoveel mogelijk naast bestaande pijpleidingen gerealiseerd om risico's te beperken. Er zijn geen nieuwe infrastructurele doorsnijdingen van het landschap gerealiseerd.

Hoe willen we dit bereiken?

Om Reedijk als regionaal transferium te laten functioneren en het carpoolen te bevorderen faciliteren wij ontwikkelingen die de functie van Reedijk als regionaal transferium versterken.

Wij onderzoeken of het mogelijk is om veerverbindingen tussen Puttershoek, 's-Gravendeel en de Drechtsteden te realiseren. Deze verbindingen kunnen voor zowel forenzen als recreanten aantrekkelijk zijn. Wij faciliteren een watergebonden gebruik van Klein Koninkrijk en het buitendijkse deel van het suikerfabriekterrein.

Om de gemeente aantrekkelijk te maken voor wandelaars en fietsers worden de dorpen met elkaar verbonden door aaneengesloten fiets- en wandelroutes. De recreatieve routes worden met een duidelijke bewegwijzering aangegeven zodat Binnenmaas een aantrekkelijk gebied is om te recreëren. Voor het realiseren van deze routes worden ontbrekende schakels gerealiseerd en barrières geslecht.

Voor de digitale bereikbaarheid van woningen en bedrijven in Binnenmaas stimuleren wij de realisatie van een regionaal glasvezelnetwerk in de Hoeksche Waard.

Bij nieuwe ruimtelijke projecten zorgen wij dat er voldoende parkeerplaatsen worden gerealiseerd. Bij ontwikkelingen in de centra zorgen wij ook voor voldoende plaatsen om fietsen te stallen. Bedrijven dienen in ieder geval te zorgen voor voldoende parkeergelegenheid op hun eigen terrein: de gemeente is hier niet voor verantwoordelijk.

Indien nodig nemen wij maatregelen om sluipverkeer tegen te gaan. De bereikbaarheid voor bestemmingsverkeer en hulpdiensten moet hierbij wel gegarandeerd blijven. Nieuwe infrastructurele doorsnijdingen van het landschap worden zo veel mogelijk voorkomen. Wij zijn voorstander van verbeteringen aan de aansluitingen van de N217 op de A29 bij Heinenoord en op de A16 in Dordrecht.

4 Uitvoering

4.1 Afwegingskader

Deze structuurvisie vormt voor de gemeente Binnenmaas het afwegingskader voor nieuwe initiatieven. Het gemeentebestuur beoordeelt of initiatieven passen in de structuurvisie. Als dat zo is, wordt in beginsel medewerking verleent. Aan projecten die niet passen in de structuurvisie wordt in beginsel geen medewerking verleend, tenzij er bijzondere redenen zijn om dat wel te doen. Vanzelfsprekend zullen initiatieven ook moeten voldoen aan de daarvoor elders opgenomen (overkoepelende) voorwaarden, zoals de voorwaarden van de provincie Zuid-Holland.

Bij nieuwe initiatieven wordt het volgende afwegingskader gehanteerd (hiernaast schematisch afgebeeld):

  • past het in het lange termijnbeeld van de structuurvisie?

  • tast het initiatief de sterke punten van de gemeente niet aan of draagt het initiatief bij aan versterking van de kernkwaliteiten van het landschap, het woon- en leefklimaat, voorzieningenniveau, werkgelegenheid, recreatieve aantrekkelijkheid, duurzame ontwikkeling en goede ontsluiting?

  • is er een groot maatschappelijk belang?

  • voldoet het aan de omgevingsaspecten?

  • voldoet het initiatief aan omgevingsaspecten?

  • is het initiatief maatschappelijk aanvaardbaar?

Na positieve beoordeling van initiatieven:

  • indien de gemeente medefinanciering noodzakelijk vindt: past het initiatief binnen de gemeentelijke kerntaken en begroting?

  • prioriteitsstelling en fasering.

4.2 Financiële aspecten

De structuurvisie geeft een globaal beeld van ontwikkelingslocaties (die geld genereren) en voorzieningen (die geld kosten). Met de realisatie van de structuurvisie zijn dus kosten gemoeid. Voor een efficiënte en rechtmatige uitvoering wordt in de structuurvisie uiteengezet hoe het kostenverhaal bij particuliere grondexploitatie is geregeld. Wij beperken deze uitvoeringsstrategie tot wat wettelijk opgenomen moet worden in de structuurvisie, om zo vanaf de vaststelling van de structuurvisie een basis te leggen voor een efficiënt en rechtmatig kostenverhaal.

De structuurvisie vormt het ruimtelijk beleidskader tot 2020 en kent nog een aantal onzekerheden en een hoog abstractieniveau. Op dit moment zijn er mede daarom geen indicatieve financiële ramingen van de projecten beschikbaar.

Dekking van de – voor de gemeente – gemoeide kosten kunnen op verschillende manier worden gegenereerd:

  • via gemeentelijke gronduitgifte;

  • via anterieure of posterieure exploitatieovereenkomsten met ontwikkelende partijen;

  • via publiekrechtelijke kostenverhaal, middels een exploitatieplan, gekoppeld een omgevingsvergunning voor de activiteit bouwen;

  • subsidies van rijk, provincie, regio;

  • op andere wijze, bijvoorbeeld uit de algemene reserve van de gemeente.

Met de inwerkingtreding van de Wet ruimtelijke ordening (Wro) hebben gemeenten wettelijke instrumenten gekregen om kosten die gemeenten maken bij de ontwikkeling van locaties (onder andere voor de inrichting van de openbare ruimten en gemeentelijke apparaatskosten) publiekrechtelijk te verhalen en uitvoeringsgerichte locatie-eisen te stellen. De gemeente is hiermee in staat om deze ontwikkelingen te sturen. Belangrijk daarbij is dat het stelsel rechtszekerheid biedt en ‘free-riders’ niet meer de kans geeft het kostenverhaal te ontwijken.

Het verhalen van kosten kan publiekrechtelijk (via exploitatieplannen en daarna posterieure overeenkomsten) of privaatrechtelijk (via anterieure overeenkomsten). In de wet blijft vrijwillige samenwerking voorop staan. Ook voor de gemeente Binnenmaas is vrijwillige samenwerking het uitgangspunt.

Publiekrechtelijk

Het publieke spoor wordt gevolgd als er geen vrijwillige afspraken gemaakt kunnen worden met de grondeigenaar/initiatiefnemer. Een door de gemeenteraad vastgesteld exploitatieplan is dan de basis om de gemeentelijke (plan)kosten te verhalen op de grondeigenaren.

Kosten van bovenwijkse voorzieningen

Wij spreken van kosten van bovenwijkse voorzieningen als een voorziening van nut is voor het exploitatiegebied, maar ook nut heeft voor één of meer andere gebieden. Een voorbeeld hiervan kan een waterberging of het opheffen van beperkingen door het saneren van een tankstation zijn. Kosten in verband met ontwikkelingen waarvan een bepaald exploitatiegebied profijt heeft kunnen volgens de Wro toegerekend worden aan dit exploitatiegebied. Artikel 6.2.5 van het Besluit ruimtelijke ordening (Bro) geeft een limitatieve lijst van de mogelijk te verhalen kosten.

Indien wenselijk wordt gebruik gemaakt van de Reserve Fonds Bovenwijks. Tot dusver hebben wij deze reserve nog niet ingesteld. In deze structuurvisie wijzen wij geen bovenwijkse voorziening aan omdat die voorzieningen voorlopig niet zijn gepland. Mocht dit in de toekomst wijzigen dan kan een aanvulling van de Nota Fondsen Ruimtelijke Ontwikkelingen plaatsvinden.

P-T-P-criteria

Om kosten van (onder andere) bovenwijkse voorzieningen publiekrechtelijk te kunnen verhalen dient voldaan te worden aan de volgende criteria:

  • profijt: de ontwikkelingslocatie moet nut ondervinden van de te treffen voorziening;

  • toerekenbaarheid: de kosten zouden zonder de ontwikkelingslocatie niet gemaakt worden of de kosten worden mede ten behoeve van de ontwikkelingslocatie gemaakt;

  • proportionaliteit: als meer ontwikkelingen profijt hebben van de voorziening, moeten de kosten op basis van evenredigheid worden verdeeld over de betrokken ontwikkelingen in de verschillende plangebieden.

Ten slotte is van belang dat het (plan)gebied de kosten kan dragen. Als kosten verhaald worden op basis van een exploitatieplan geldt namelijk dat er niet meer kosten verhaald mogen worden dan dat er opbrengsten vanuit de grondexploitatie zijn.

Privaatrechtelijk

Het meest gebruikte spoor is kostenverhaal via privaatrechtelijke (vrijwillige) contractvorming. Afspraken warden vastgelegd in een zogenoemde anterieure exploitatieovereenkomst. Hierin kan de gemeente onder andere afspraken maken met een ontwikkelaar over het bouwrijp maken, het inrichten van de openbare ruimte, het uitvoeren van werken en het te realiseren programma. In deze overeenkomsten worden de volgende zaken vastgelegd:

  • locatie-eisen;

  • toerekenbare kosten (kostensoorten lijst);

  • vrijwillige bijdragen (bijdrage aan doelstellingen gemeente);

  • fasering en planning.

Bij ruimtelijke plannen van derden dragen wij in principe niet financieel bij in kosten voor ontwikkeling en realisatie van bouwplannen. Tevens zorgen wij ervoor dat het verplichte kostenverhaal en de vereveningsbijdragen verzekerd zijn.

Wij streven ernaar om bij ruimtelijke ontwikkelingen een anterieure exploitatieovereenkomst af te sluiten boven het opstellen van een exploitatieplan omdat bij een anterieure exploitatieovereenkomst beide partijen over de te regelen onderwerpen kunnen overleggen en onderhandelen. Het grondbeleid van de gemeente Binnenmaas is verder uitgewerkt in de Nota Grondbeleid.

Financiële bijdragen aan ruimtelijke ontwikkelingen

Naast de publiekrechtelijk afdwingbare exploitatiebijdrage biedt de Wro de mogelijkheid om in een anterieure exploitatieovereenkomst met een particuliere exploitant een afzonderlijke financiële bijdrage te vragen voor kosten die niet in de kostensoortenlijst van de Bro zijn opgenomen. Ook zijn de P-T-P criteria niet van toepassing. In de Wro (6.24 lid 1) worden dit bijdragen aan ruimtelijke ontwikkelingen genoemd. De voorwaarde die daaraan wordt gesteld is dat in de structuurvisie de relatie wordt beschreven tussen enerzijds de ontwikkellocatie en anderzijds de desbetreffende voorzieningen waar een bijdrage voor wordt gevraagd.

Voor de financiële bijdragen aan ruimtelijke ontwikkelingen zijn door de gemeente Binnenmaas twee fondsen ingesteld. De fondsen zijn in de Nota Fondsen Ruimtelijke Ontwikkelingen vastgelegd. De bijdragen voor de fondsen zijn gebaseerd op ruimtelijke ontwikkelingen die in deze structuurvisie zijn beschreven. De gemeente Binnenmaas hanteert voor de financiële bijdragen aan ruimtelijke ontwikkelingen twee gemeentelijke fondsen ruimtelijke ontwikkelingen namelijk het Fonds Vitaal Binnenmaas (voorheen het Fonds Vitale kernen) en het Fonds Ondernemend Binnenmaas (voorheen het Fonds Werkterreinen).

De betalings-en uitkeringsvoorwaarden van deze fondsen zijn vastgelegd in de Nota Fondsen Ruimtelijke Ontwikkelingen. In deze nota wordt zowel de benoeming als de onderbouwing van de financiële bijdrage aan ruimtelijke ontwikkelingen inzichtelijk gemaakt. De nota kan jaarlijks worden geactualiseerd. Hierna volgt een korte beschrijving van de fondsen.

Fonds Vitaal Binnenmaas

Woningbouw, de ontwikkeling van commerciële voorzieningen en projecten ten aanzien van grondstof- of energiewinning dienen bij te dragen aan het Fonds Vitaal Binnenmaas. Dit fonds zetten wij in om onder andere onrendabele projecten zoals het opknappen van oude wijken financieel haalbaar te maken en om niet, of slecht, publiekrechtelijk verhaalbare voorzieningen te financieren. Ook kan gedacht worden aan het opknappen van gemeentelijke monumenten, het realiseren van ontmoetingsplekken in de dorpen of het versterken van het toeristisch-recreatieve profiel van de gemeente Binnenmaas. De formele betalingsvoorwaarden en uitkeringsvoorwaarden met betrekking tot het Fonds Vitaal Binnenmaas zijn vastgelegd in de Nota Fondsen Ruimtelijke Ontwikkelingen.

Fonds Ondernemend Binnenmaas

Uitgangspunt is dat de ontwikkeling van nieuwe bedrijventerreinen bijdraagt aan de verbetering van bestaande bedrijventerreinen. Naast bedrijventerreinen gaat het ook om kantoorlocaties en agrarische bedrijven. Het Fonds Ondernemend Binnenmaas wordt ingezet voor de herstructurering en landschappelijke inpassing van bedrijfspanden en bedrijventerreinen. Het fonds kan tevens ingezet worden voor de ontwikkeling van een agro valley of bio-economie. De formele betalingsvoorwaarden en uitkeringsvoorwaarden met betrekking tot het Fonds Ondernemend Binnenmaas zijn vastgelegd in de Nota Fondsen Ruimtelijke Ontwikkelingen.

De volgende gebiedsontwikkelingen en projecten dienen, in geval van particuliere grondexploitatie, op basis van deze structuurvisie een financiële bijdrage te leveren aan ruimtelijke ontwikkelingen:

  • woningen;

  • bedrijventerreinen;

  • agrarische bedrijven (inclusief glastuinbouw);

  • commerciële voorzieningen (detailhandel, horeca etcetera);

  • kantoren;

  • grondstofwinning;

  • energiewinning.

Bovenstaande is samengevat in de volgende tabel:

 

Nog niet planologisch geregelde plannen en nieuwe initiatieven van derden

woningen commerciële voorzieningen energiewinning grondstofwinning

bedrijventerreinen kantoren agrarische bedrijven glastuinbouw

 

Gewenste voorziening

direct verhaalbare kosten op basis van kostensoortenlijst (Bro artikel 6.2.3 t/m 6.2.5) (criteria profijt, toerekenbaarheid en proportionaliteit)

Gewenste bijdrage doelstellingen in gemeente

 

Fonds Vitaal

Binnenmaas

bijdrage aan fonds

 

Fonds

Ondernemend Binnenmaas

 

bijdrage aan fonds

De concrete uitwerking en onderbouwing van de financiële bijdragen zijn opgenomen in de Nota Fondsen Ruimtelijke Ontwikkelingen. Omdat het gaat om globale gebiedsontwikkelingen waarvan de kosten en exacte maatregelen nog onbekend zijn zal in eerste instantie worden volstaan met het noemen van de bekende gebieden. Bij het sluiten van een exploitatieovereenkomst zullen hier nadere afspraken over worden gemaakt.

Naast bovengenoemde gemeentelijke fondsen hanteren de gemeenten van de Hoeksche Waard in regionaal verband een regiofonds. De concrete uitwerking van dit fonds is regionaal vastgelegd in de Verordening Regiofonds.

Beheer en onderhoud

Het is van belang om ook rekening te houden met structurele beheer en onderhoudskosten. Zo zal er voorafgaand aan de realisatie van een ontwikkeling, voldoende financiële dekking gevonden moeten worden om de areaaluitbreiding(en) ook voor de lange termijn te kunnen onderhouden. Met name het vinden van financiële dekking voor het beheer en onderhoud van het landschap vormt een uitdaging.

4.3 Projecten

Op basis van de structuurvisie willen wij de komende jaren uitvoering geven aan verschillende projecten. Daarbij werken wij niet met een meerjarig uitvoeringsprogramma, maar met een jaarlijks up te daten uitvoeringsagenda. Dit biedt de mogelijkheid om vanuit de inhoud van de structuurvisie in te spelen op de dynamiek van de economie en de samenleving. Op basis van de uitvoeringsagenda kunnen vervolgens actualisaties, monitoring en eventuele bijsturingen plaatsvinden. Wij sluiten hierbij zoveel mogelijk aan bij de producten van de P&C cyclus.

Verklarende woordenlijst

 

Agro valley

Clustering en samenwerking van agrarische bedrijven en landbouw gerelateerde bedrijvigheid, research & development, educatie, innovatieve producten en diensten.

 

Bio-economie

Een economie die draait op biomassa als grondstof. In een bio-economie gaat het over het gebruik van biomassa voor niet-voedsel toepassingen zoals grondstoffen voor producten, brandstoffen, elektriciteit en warmte.

 

Woonservicezone

Een gebied waarin voorzieningen en diensten aanwezig zijn zodat mensen met een zorgvraag hier (zelfstandig) kunnen blijven wonen. Een woonservicezone bevat een centraal punt voor zorg- en welzijnsvoorzieningen, aangepaste en aanpasbare woningen en een prettige, veilige woonomgeving.

Colofon

Velen hebben een waardevolle bijdrage geleverd aan het opstellen van de structuurvisie. Op deze plaats willen we onze dank uitspreken voor de bijdrage die zij hebben geleverd op verschillende momenten in het traject.

Teksten

Patrick Bakker, Moniek Filak, Joost Ridderhof en Mariëlle de Gelder

Afbeeldingen

Gemeente Binnenmaas en West 8

Advies en ondersteuning

RBOI

 

Naar boven