Gemeenteblad van Gouda
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Gouda | Gemeenteblad 2017, 62850 | Verordeningen |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Gouda | Gemeenteblad 2017, 62850 | Verordeningen |
De raad van de gemeente Gouda, gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van Gouda nr. 939; gelet op artikel 149 van de Gemeentewet en artikel 2 van de Leegstandwet; overwegende dat het gewenst is nadere regels vast te stellen ter bestrijding van leegstand van gebouwen niet zijnde woningen; besluit vast te stellen de volgende verordening:
De eigenaar van een gebouw, niet zijnde een woning, gelegen in het gebied dat wordt omsloten door de Blekerssingel, de Fluwelensingel, de Hollandsche IJssel, de Turfsingel en de Kattensingel, meldt de leegstand van het gebouw aan het college zodra die leegstand langer duurt dan zes maanden.
Artikel 2. Gegevens bij melding leegstand
1. De melding gaat vergezeld van de volgende gegevens en bescheiden:
2. Het college kan andere gegevens en bescheiden vragen onverminderd het eerste lid.
Artikel 3. Voordracht gebruiker
Het college kan een gebruiker voordragen aan de eigenaar van een leegstaand gebouw, respectievelijk het leegstaand gedeelte daarvan, zodra die leegstand langer duurt dan twaalf maanden en het gebouw in een leegstandbeschikking is aangewezen als geschikt voor gebruik.
Op 1 oktober 2010 is de wet Kraken en leegstand in werking getreden. Het doel van de wet is om het kraken van gebouwen en de structurele leegstand van gebouwen terug te dringen. De wet Kraken en leegstand brengt een aantal wijzigingen aan in de Leegstandwet. Zo krijgen gemeenten de mogelijkheid een leegstandverordening vast te stellen, waarmee zij de eigenaar van een leegstaand gebouw kunnen dwingen een door de gemeente voorgestelde gebruiker voor het gebouw te accepteren.
De Leegstandwet en deze Leegstandverordening Gouda willen alles bijeen het volgende stelsel in het leven roepen:
Als de leegstand van een voor gebruik geschikt verklaard gebouw langer dan een jaar heeft geduurd, kan het college aan de eigenaar van het gebouw een gebruiker voordragen (artikel 3 Leegstandverordening Gouda) en hem zo nodig bevelen bepaalde voorzieningen aan te brengen of andere maatregelen te nemen die nodig zijn om het gebouw daadwerkelijk te kunnen gebruiken (artikel 6, aanhef en sub b, Leegstandwet).
Na die voordracht is de eigenaar verplicht om het gebouw binnen drie maanden hetzij aan de voorgedragen gebruiker aan te bieden, hetzij het beschikbaar te stellen aan een andere gebruiker, die daarvan binnen een redelijke termijn daadwerkelijk gebruik zal maken (artikel 7 Leegstandwet).
De eigenaar bepaalt zelf de vorm en inhoud van het contract met de gebruiker. Dat kan dus een huurovereenkomst zijn, maar bijvoorbeeld ook een overeenkomst tot beheer van het pand. Eigenaar en gebruiker kunnen zelf afspraken maken over de duur van het gebruik, het soort gebruik, de verschuldigde vergoeding en de opzegtermijn. De eigenaar is verplicht om een, naar objectieve maatstaven, redelijke overeenkomst aan te bieden. Indien de eigenaar onredelijke voorwaarden stelt en de voorgedragen gebruiker deze niet accepteert, kan het college de eigenaar een last onder dwangsom opleggen om alsnog een redelijke overeenkomst aan te bieden. Bij de redelijkheid van de huurprijs dient niet te worden uitgegaan van de (voormalige) economische waarde van het pand. Uitgangspunt is dat een kostenneutraliteit redelijk is voor de eigenaar (TK, 2008-2009, 31 560, nr. 6, p. 24).
Op het niet-tijdig in gebruik geven na een voordracht van het college, de belangrijkste verplichting in het kader van de bestrijding van de leegstand, heeft de wet geen sanctie gezet. Ook hiertegen kan worden opgetreden door het opleggen van een last onder bestuursdwang, en, meer voor de hand liggend, een last onder dwangsom.
Het meeste van het vorenstaande volgt rechtstreeks uit de wet. De verordening hoeft maar vier dingen te doen:
Deze verordening levert een bijdrage aan het verhelpen en voorkomen van leegstand in de binnenstad. De gemeente Gouda wil een levendige binnenstad waarin het goed wonen, werken en recreëren is. De binnenstad is het visiteplaatje voor onze bewoners en de vele toeristen die de stad bezoeken. De beelden van de binnenstad gaan vaak de hele wereld over. Van belang is daarom dat gemeente en eigenaren en gebruikers van gebouwen er met elkaar voor zorgen dat deze beelden ook werkelijk een visiteplaatje zijn. Vele inspanningen zijn erop gericht om de binnenstad zo aantrekkelijk mogelijk te maken en te houden. In dat verband pleegt de gemeente al inspanningen om de leegstand van winkels en woningen boven winkels tegen te gaan. Met een gerichte en persoonlijke benadering worden ondernemers, vastgoedeigenaren en aspirant bewoners verleid om zich te vestigen in de mooie historische binnenstad. Soms werkt deze (persoonlijke) benadering echter niet en laten eigenaren panden willens en wetens leeg staan. Voor die gevallen maakt deze verordening mogelijk dat de gemeente ingebruikname van gebouwen kan afdwingen.
Dit artikel geeft invulling aan artikel 3, eerste lid, van de Leegstandwet, waarin is bepaald dat de gemeenteraad kan bepalen voor welke categorieën van gebouwen en binnen welke delen van de gemeente de meldingsplicht geldt, en binnen welke termijn na aanvang van de leegstand, de eigenaar de leegstand moet melden.
In deze verordening is ervoor gekozen om de meldingsplicht te laten gelden voor alle gebouwen, uitgezonderd woningen. Woningen zijn uitgezonderd, omdat die zelden langdurig leegstaan, de leegstand van woningen minder zichtbaar is, en voor de bestrijding van leegstand in woningen al andere middelen zijn, zoals de mogelijkheid tot tijdelijke verhuur zonder toepassing van de huurbeschermingsregels.
De termijn waarbinnen de leegstand moet worden gemeld is bepaald op de wettelijk minimale termijn van zes maanden.
Tenslotte geldt deze verordening alleen voor de binnenstad, dat wil zeggen het gebied gelegen binnen de singels. De binnenstad is het visiteplaatje voor onze bewoners en de vele toeristen die de stad bezoeken. Het bestrijden van leegstand is een van de maatregelen om een levendige binnenstad waarin het goed wonen, werken en recreëren is, te behouden.
Voor de duidelijkheid is het werkingsgebied van de verordening weergegeven op de kaart, aan het eind van deze toelichting.
Artikel 2. Gegevens bij melding leegstand
Op grond van artikel 3, derde lid, van de Leegstandwet geeft dit artikel aan welke gegevens bij de leegstandmelding ingeleverd dienen te worden.
Artikel 3. Voordracht gebruiker
Als uiterste middel bij het tegengaan van leegstand heeft het college de bevoegdheid om een gebruiker voor te dragen voor het leegstaande pand.
Dit artikel bepaalt, gelet op artikel 5, eerste lid, Leegstandwet, hoe lang die periode van leegstand moet duren voordat het college een gebruiker voordraagt. Gekozen is voor de minimale termijn van twaalf maanden.
Artikel 4. Inwerkingtreding en publicatie
Gelet op artikel 3, vierde lid, Leegstandwet vangen de termijnen genoemd in artikel 1 en artikel 4 van deze verordening, aan op de dag na de datum van inwerkingtreding van deze verordening.
De meldingsplicht voor eigenaren gaat derhalve pas in zes maanden na de datum van inwerkingtreding van deze verordening, ook al stond een gebouw op het moment van inwerkingtreding van de verordening al leeg. Hiermee wordt voorkomen dat de meldingsplicht feitelijk met terugwerkende kracht wordt ingevoerd.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/gmb-2017-62850.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.