Nadere regels begraafplaatsen Werkendam 2016

 

Nadere regels begraafplaatsen Werkendam 2016

NADERE REGELS

VOOR DE ALGEMENE BEGRAAFPLAATSEN IN WERKENDAM 2016

Burgemeester en wethouders van Werkendam, hierna ‘het college’,

gelet op de Beheersverordening begraafplaatsen Werkendam 2015

besluiten vast te stellen de volgende:

NADERE REGELS voor de algemene begraafplaatsen in de gemeente Werkendam :

de begraafplaats Borcharen te Werkendam

de begraafplaats ‘t Laantje te Werkendam

de begraafplaats Kerkeinde te Sleeuwijk

Artikel 1.

Begripsomschrijvingen.

Deze nadere regels verstaan onder:

algemeen graf:

een graf of een kindergraf (t/m 11 jaar) bij de gemeente in beheer, waarin aan een ieder gelegenheid wordt geboden tot het doen begraven van personen;

particulier graf:

een graf of een kindergraf (t/m 11 jaar) waarvoor aan een natuurlijk of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend tot het doen begraven en begraven houden van personen, voor een bepaalde tijd;

particulier urnengraf:

een urnengrafkelder, urnennis of een columbariumelement waarvoor aan een natuurlijk of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend tot het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen met of zonder urnen, voor een bepaalde tijd;

columbariumelement:

bovengronds op zichzelf staand monument voor het bijzetten van 1 of 2 asbussen;

urnennis:

een nis, waarvoor voor bepaalde tijd het recht is verkregen tot het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen of urnen;

urn:

een voorwerp ter berging van een asbus;

asbus:

een bus ter berging van as van een overledene;

strooiveld:

een permanent daarvoor bestemd terrein waarop as wordt verstrooid;

grafbedekking:

horizontale bedekking van het graf over de gehele oppervlakte van het graf: een plaatafdekking of gedenkteken, grafbeplanting, losse materialen, kettingen en dergelijke

gedenkteken:

horizontale steen of horizontaal object op het graf, eventueel met aangebrachte opschriften of figuren;

afdekplaat:

afdekking van een nis in de urnenmuur;

begraafplaatsmedewerker:

een ambtenaar van gemeente Werkendam die namens de beheerder belast is met het dagelijks onderhoud van de begraafplaats en het toezicht op de naleving van deze Nadere regels;

de B eheerder:

de ambtenaar die ambtelijk eindverantwoordelijke is (of degene die hem of haar vervangt) en in die hoedanigheid leiding geeft aan en het beheer heeft over het geheel van de begraafplaatsen en de werkzaamheden daarop

Artikel 2.

Indeling en uitgifte van de graven.

1.Voor het begraven van personen kan gekozen worden uit een algemeen of een particulier graf.

Artikel 3.

Algemene graven.

  • 1.

    De algemene graven zijn zandgraven, die worden uitgegeven voor 15 jaar en waarin gelegenheid wordt gegeven om ten hoogste 2 personen te begraven, zonder het exclusieve recht om te bepalen wie in het graf worden begraven.

  • 2.

    Er zijn twee verschillende typen algemene graven:

    • a.

      Algemene kindergraven voor kinderen tot en met 11 jaar;

    • b.

      Algemene graven.

Artikel 4.

Particuliere graven.

  • 1.

    De particuliere graven zijn zand- of keldergraven, die alle worden uitgegeven voor 30 jaar en die bestemd zijn voor het begraven van ten hoogste 2 personen.

  • 2.

    Er zijn drie verschillende typen particuliere graven:

    • a.

      Particuliere kindergraven, voor kinderen tot en met 11 jaar;

    • b.

      Particuliere graven;

    • c.

      Particuliere keldergraven.

  • 3.

    De kelders ten behoeve van de particuliere keldergraven worden uitsluitend door de gemeente Werkendam aangeschaft en geplaatst en blijven voor onbepaalde tijd eigendom van de gemeente Werkendam.

  • 4.

    Op elke algemene begraafplaats is de situering van de verschillende typen graven door de beheerder van de begraafplaatsen aangewezen.

Artikel 5.

Mogelijkheden voor de bezorging van as.

  • 1.

    Voor het bezorgen van as kan gekozen worden uit het bijzetten van een asbus of urn in een particulier urnengraf of voor het uitstrooien van as.

  • 2.

    De particuliere urnengraven worden onderverdeeld in:

    • a.

      urnenkelders, uitgegeven voor 30 jaar, bestemd voor het daarin bijzetten van ten hoogste 2 asbussen met of zonder urnen;

    • b.

      urnennis, uitgegeven voor 30 jaar, bestemd voor het daarin bijzetten van ten hoogste 2 asbussen met of zonder urnen;

    • c.

      columbariumelementen, uitgegeven voor 30 jaar, bestemd voor het daarin bijzetten van ten hoogste 2 asbussen met of zonder urnen.

  • 3.

    Het college heeft op twee algemene begraafplaatsen mogelijkheden aangewezen voor de bezorging van as.

    • d.

      Op begraafplaats Borcharen in Werkendam is een urnenmuur aanwezig met daarin urnennissen en een urnentuin met daarin urnenkelders.

    • e.

      Op begraafplaats Kerkeinde in Sleeuwijk is een urnentuin aanwezig met daarin urnenkelders en ruimte voor het plaatsen van columbariumelementen.

    • f.

      Op begraafplaats Kerkeinde in Sleeuwijk is een strooiveld aanwezig voor het strooien van as.

Artikel 6.

Afmetingen van de graven.

  • 1.

    Voor de verschillende typen graven is een vaste, maximale afmeting bepaald.

  • 2.

    Deze afmetingen zijn als volgt, aangegeven in lengte (l), breedte (b) en indien van toepassing diepte (d) of hoogte (h)

type graf

 

afmeting en

algemeen graf

l x b

2,25 x 1,00 m

algemeen kindergraf

l x b

1,60 x 0,90 m

particulier graf

l x b

2,25 x 1,00 m

particulier kindergraf

l x b

1,60 x 0,90 m

particulier keldergraf

l x b

2,50 x 1,10 m

urnenkelder op Kerkeinde

binnenzijde l x b x d

0,31 x 0,31 x 0,36 m

urnenkelder op Borcharen

binnenzijde l x b x d

0,34/39 x 0,34/39 x 0,45 m

urnennis

binnenzijde b x d x h

0,32 x 0,31 x 0,26 m

columbariumelement

grondvlak l x b

0,60 x 0,60 m

3.Voor oudere particuliere zand- en keldergraven kan de werkelijke maatvoering afwijken van de maatvoering die in dit artikel is opgenomen. In die situaties is de werkelijke breedte en lengte van toepassing.

Artikel 7.

Regels voor grafbedekking en graftekens .

  • 1.

    Voor het aanbrengen van een grafbedekking, beplanting of een grafteken is geen vergunning nodig, indien voldaan wordt aan de voorschriften die in deze Nadere regels zijn opgenomen.

  • 2.

    De voorschriften gaan over de maximale afmetingen (artikel 8), de materiaalkeuze en vormgeving (artikel 9 tot en met 13) en de plaatsing en situering (artikel 14).

  • 3.

    Indien een afwijkende afmeting, vormgeving en materiaalkeuze voor de grafbedekking en/of het gedenkteken wordt overwogen, is daarvoor vooraf een vergunning van het college nodig.

  • 4.

    Op een graf mogen potplanten, bloemkransen en bloemen in vazen worden geplaatst. Het is ook toegestaan op een graf losse bloemen te leggen. Verwelkte planten, bloemen en kransen zullen door de begraafplaatsmedewerkers worden verwijderd.

  • 5.

    De ruimte tussen de grafbedekking en gedenktekens op de graven is in beheer en onderhoud bij de gemeente. De begraafplaatsmedewerkers zijn bevoegd om losse materialen, planten en eventuele andere voorwerpen die zijn aangebracht tussen de graven, weg te halen.

Artikel 8.

M aximale afmeting en van de grafbedekking, het gedenkteken, de afdekplaat en het columbarium element .

  • 1.

    Voor de grafbedekking, het gedenkteken, de afdekplaat en het columbariumelement gelden maximale afmetingen. Deze maximale afmetingen zijn gebaseerd op de maatvoering van de graven en de inrichting van de begraafplaats.

  • 2.

    De maten zijn aangeven in meters lengte (l), breedte (b) en indien van toepassing in hoogte (h) en diepte (d). De hoogte wordt altijd gemeten vanaf het maaiveld.

  • 3.

    De maximale afmetingen van het gedenkteken op de algemene graven zijn als volgt.

type algemeen graf

l x b x h

algemeen graf

0,50 x 0,50 x 0,20 m

algemeen kindergraf

0,50 x 0,50 x 0,20 m

4.De maximale afmetingen van de grafbedekking en het gedenkteken op de particuliere graven zijn als volgt.

type particulier graf

l x b x h

particulier graf

2,00 x 1,00 x 1,25 m

particulier kindergraf

1,60 x 0,90 x 1,25 m

particulier keldergraf

2,50 x 1,10 x 1,25 m

  • 5.

    De grafbedekking op particuliere graven dient geplaatst te worden op vier funderingspalen, die minimaal tot in de niet geroerde grond worden geplaatst. De minimale lengte van de funderingspalen 2,10 meter.

  • 6.

    Voor oudere particuliere zand- en keldergraven kan de werkelijke maatvoering afwijken van de maatvoering van de lengte en breedte die in dit artikel zijn bepaald. In die situaties is de werkelijke breedte en lengte van het graf als maximale afmeting voor de grafbedekking van toepassing.

  • 7.

    De maximale afmetingen van de particuliere urnengraven zijn als volgt.

type urnengraf

l x b van de afdekplaat

urnenkelder Kerkeinde

0,40 x 0,40 m

urnenkelder Borcharen

0,55 x 0,55 m

urnennis

circa 0,315 x 0,445 m

type urnengraf

l x b x h

columbariumelement

0,50 x 0,50 x 1,00 m

8.Per urnennis kan de maatvoering gering afwijken. Voorafgaand aan ontwerp en plaatsing van de afdekplaat dient de exacte maat door of namens de rechthebbende te worden opgemeten.

Artikel 9.

M ateriaalkeuze en vormgeving van de grafbedekking en het gedenkteken op algemene graven .

  • 1.

    Voor de vormgeving en materiaalkeuze van de grafbedekking en het gedenkteken op algemene graven en algemene kindergraven is een aantal voorschriften van toepassing. Deze staan in dit artikel.

  • 2.

    Op de algemene graven en algemene kindergraven kunnen twee kleinere gedenktekens geplaatst worden door de beide belanghebbenden.

  • 3.

    Deze gedenktekens hebben een voorgeschreven type en afmeting.

    • a.

      Het type gedenkteken is een liggende steen type ‘lessenaar’ op fundering;

    • b.

      De hoogte is aan de voorzijde 0,10 m en aan de achterzijde 0,20 m boven maaiveld.

  • 4.

    Voor de gedenktekens op algemene (kinder)graven dienen duurzame materialen worden gebruikt, zoals natuursteen, metaal, keramiek, glas, duurzame kunststoffen of een verduurzaamde houtsoort.

  • 5.

    De gemeente zorgt voor een grafbedekking van fijn grind op de algemene graven rondom de eventuele gedenktekens. Het aanbrengen van grafbedekking door of namens de belanghebbenden is bij algemene (kinder)graven niet toegestaan.

  • 6.

    Het is toegestaan een kleine plant in een pot bij het gedenkteken te plaatsen. Het onderhoud daarvan valt niet binnen de onderhoudsregeling en dient door of in opdracht van de belanghebbende en voor diens rekening te worden verzorgd.

Artikel 10.

M ateriaalkeuze en vormgeving van de grafbedekking en het gedenkteken op particuliere graven

  • 1.

    Voor de materiaalkeuze en vormgeving van de grafbedekking en het gedenkteken op particuliere (kelder)graven en particuliere kindergraven is een aantal voorschriften van toepassing. Deze staan in dit artikel.

  • 2.

    De voorschriften voor materiaalkeuze van de grafbedekking en het gedenkteken zijn:

    • a.

      Bij particuliere zandgraven en particuliere kindergraven wordt bij voorkeur gekozen voor duurzame materialen, zoals natuursteen, metaal, keramiek, glas, duurzame kunststoffen of een verduurzaamde houtsoort, maar zijn natuurlijke materalen zoals hout ook toegestaan.

    • b.

      Bij keldergraven is het gebruik van duurzame materialen voorgeschreven, zoals natuursteen, metaal, keramiek, glas, duurzame kunststoffen of een verduurzaamde houtsoort.

  • 3.

    Het planten van klein en laag blijvende beplanting zoals ‘vaste planten’ en ‘een- en tweejarige bloemen’ is op particuliere zandgraven toegestaan, mits de beplanting ook op de lange duur binnen de maximale afmetingen blijft. Het onderhoud van deze beplanting valt niet binnen de onderhoudsregeling en dient door of in opdracht van de rechthebbende en voor diens rekening te worden verzorgd.

  • 4.

    De volgende voorschriften voor de vormgeving zijn van toepassing:

    • c.

      De vormgeving van de horizontale grafbedekking is vrij binnen de voorgeschreven maximale afmetingen en materiaalkeuze.

    • d.

      Bij de keuze voor een verticaal gedenkteken dient de constructie deugdelijk en zodanig solide te zijn, zodat gedurende de termijn van het graf het gedenkteken in normale omstandigheden blijft staan.

    • e.

      Indien de grafbedekking anders is dan één grote grafsteen, dient de grafbedekking een vaste omlijsting of vast kader te hebben waarbinnen de losse grafbedekking zich bevindt.

    • f.

      Eventuele losse onderdelen moeten vast aan de grafbedekking of het gedenkteken zijn verbonden.

Artikel 11.

M ateriaalkeuze en vormgeving voor de afdekplaten en het eventuele gedenkteken op urnenkelders

  • 1.

    Op een urnenkelder is ruimte voor een afdekplaat en eventueel een gedenkteken.

  • 2.

    De vormgeving van de afdekplaat en het gedenkteken zijn vrij binnen de gegeven maximale maatvoering.

  • 3.

    Voor het toe te passen materiaal wordt bij voorkeur gekozen voor duurzame materialen, zoals natuursteen, metaal, keramiek, glas, duurzame kunststoffen of een verduurzaamde houtsoort, maar natuurlijke materalen zoals hout zijn ook toegestaan.

Artikel 12.

Materiaalkeuze en vormgeving voor de afdekplaten in de urnennis

  • 1.

    Een nis in de urnenmuur dient met een afdekplaat te worden afgedekt na het plaatsen van een asbus of urn. De afdekplaat dient zodanig aangebracht te worden dat de nis volledig passend wordt afgesloten zonder uitstekende of open delen.

  • 2.

    De afdekplaat moet voldoen aan de volgende eisen:

    • a.

      plaat van natuursteen graniet, type Impala

    • b.

      kleur antraciet.

  • 3.

    Vóór de urnennis is ruimte voor het plaatsen van een klein voorwerp als gedenkteken. Dit gedenkteken mag niet aan de urnenmuur bevestigd worden.

Artikel 13.

Vormgeving en materiaalkeuze voor de columbariumelementen.

1.De vormgeving en materiaalkeuze voor een columbariumelement zijn vrij binnen de voorgeschreven maatvoering.

Artikel 14.

Vergunningsprocedure bij een grafbedekking, gedenkteken of afdekplaat in afwijking van deze Nadere regels.

  • 1.

    Indien een vormgeving en/of materiaalkeuze voor de grafbedekking, het gedenkteken of de afdekplaat wordt overwogen die afwijkt van maximale maatvoering en/of de voorschriften in de voorgaande artikelen, is daarvoor vooraf een vergunning van het college nodig.

  • 2.

    De vergunningaanvraag dient tijdig te worden ingediend, bij voorkeur voordat de opdracht voor het vervaardigen van de grafbedekking, het gedenkteken of de afdekplaat definitief is verleend.

  • 3.

    Bij de vergunningaanvraag voor een afwijkende grafbedekking of gedenkteken dient het daartoe beschikbare formulier worden ingevuld en voorzien van een duidelijke foto, ontwerp- of werktekening. Daarop dient minimaal te worden aangegeven:

    • a.

      een boven-, voor- en zijaanzicht met alle hoogte-, breedte-, dikte- en lengtematen

    • b.

      de totale hoogte en breedte, waarbij de hoogte vanaf het maaiveld is gemeten;

    • c.

      de soort, kleur, bewerking van het te gebruiken materiaal;

    • d.

      de soort van het materiaal van de fundering en de wijze van bevestiging van de grafbedekking

  • 4.

    Bij de vergunningaanvraag voor een afwijkende afdekplaat voor de urnennis dient het daartoe beschikbare formulier worden ingevuld en voorzien van een duidelijke foto, ontwerp- of werktekening. Daarop dient minimaal te worden aangegeven:

    e.de soort, kleur, bewerking van het te gebruiken materiaal.

  • 5.

    Het college zal de vergunningaanvraag binnen 4 weken beslissen op de aanvraag. De boordeling vindt plaats op ten minste de volgende aspecten:

    • f.

      algemene regels van welstand en goede smaak;

    • g.

      de geschiktheid van het ontwerp van de grafbedekking of het gedenkteken bij het ingetogen en rustige karakter van de begraafplaatsen;

    • h.

      de geschiktheid van het materiaal van de afdekplaat binnen de vormgeving van de urnenmuur;

    • i.

      de langdurige bestendigheid van het materiaal, onder andere in relatie tot de invloeden van weer en wind en de kans op schade bij omringende grafmonumenten.

  • 6.

    Indien het college de vergunningaanvraag afwijst, zal de Beheerder in overleg treden met de rechthebbende of diens vertegenwoordiger om het ontwerp zodanig te laten aanpassen dat de vergunning op het nieuwe ontwerp alsnog verleend kan worden.

Artikel 15.

Situering en plaatsing van de grafbedekking en het gedenkteken.

  • 1.

    De begraafplaatsmedewerkers markeren vooraf de precieze situering van de te plaatsen grafbedekking en gedenktekens op de graven.

  • 2.

    De situering van het gedenkteken op de algemene (kinder)graven is daarbij als volgt:

    • a.

      Het gedenkteken voor het onderste graf wordt 0,40 m (en 0,20 m bij een kindergraf) uit de achterkant van het graf en 0,25 m uit de zijkant van het graf geplaatst.

    • b.

      Het gedenkteken voor het bovenste graf wordt 0,40 m (en 0,20 m bij een kindergraf) uit de voorkant van het graf en 0,25 m uit de zijkant van het graf geplaatst.

    • c.

      De beide gedenktekens worden in een rechte lijn ten opzichte van elkaar geplaatst.

  • 1.

    Het bedrijf dat een grafbedekking of gedenkteken wenst te plaatsen, dient dit minimaal drie werkdagen voorafgaand aan de dag van voorgenomen plaatsing te melden aan de Beheerder of diens vertegenwoordiger. Dan worden nadere afspraken gemaakt over de dag en het tijdstip van plaatsing, daarbij rekening houdend met andere werkzaamheden op de begraafplaats.

  • 2.

    De persoon of het bedrijf dat de grafbedekking of het gedenkteken plaatst, dient zich te houden aan bovenstaande voorschriften. Aanwijzingen van de Beheerder of de begraafplaatsmedewerkers dienen te worden opgevolgd.

Artikel 16

Slotbepalingen.

  • 1.

    De uitvoeringsbesluiten “Regels graven en asbezorging 2003” en “Regels grafbedekkingen 2006” worden ingetrokken met ingang van de in het tweede lid genoemde datum.

  • 2.

    Deze Nadere regels treden in werking op 1 januari 2017.

  • 3.

    Zij kunnen worden aangehaald als: “Nadere regels begraafplaatsen Werkendam 2016”.

Werkendam, 20 december 2016

Burgemeester en wethouders van Werkendam.

de secretaris, de burgemeester,

A.J.L.G. van Oudheusden Y.C.M.G. de Boer

Naar boven