Gemeenteblad van Rotterdam
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Rotterdam | Gemeenteblad 2017, 57268 | Verordeningen |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Rotterdam | Gemeenteblad 2017, 57268 | Verordeningen |
Nadere regels eenmalige regeling subsidies inhaalslag achterstallig onderhoud clubgebouwen op gemeentelijke veldsportcomplexen
Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Rotterdam,
gelezen het voorstel van de wethouder Financiën, Organisatie, Haven, Binnenstad en Sport van 28 maart 2017 (kenmerk 17MO01409);
de veldsportverenigingen op de gemeentelijke veldsportcomplexen zelf verantwoordelijk zijn en blijven voor het onderhoud van hun clubgebouwen en deze uitvoeringsregels voor de verstrekking van subsidies ten behoeve van het inlopen van het achterstallig onderhoud daarom nadrukkelijk een eenmalig karakter hebben;
gelet op artikel 3, derde lid, van de Subsidieverordening Rotterdam 2014 (SVR 2014);
In deze nadere regels wordt verstaan onder:
die heeft meegedaan aan het in 2015, 2016 en 2017 in opdracht van de gemeente door bureau Multical uitgevoerde onderzoek naar de staat van onderhoud van de clubgebouwen van veldsportverenigingen op de gemeentelijke veldsportcomplexen, waarbij de resultaten daarvan zijn opgenomen in een rapport van Multical, en
Artikel 2 Doel van de regeling
Het doel van deze regeling is eenmalig te stimuleren dat Rotterdamse veldsportverenigingen of de hieraan gelieerde beheerstichtingen hun clubgebouwen op het onderhoudsniveau ‘sober en doelmatig’ kunnen brengen en daarmee hun clubgebouwen op een aanvaardbaar kwaliteitsniveau te brengen.
Artikel 4 De subsidiabele kosten en maximaal subsidiebedrag
Voor subsidie kunnen in aanmerking komen:
de noodzakelijke kosten van de onderhoudswerkzaamheden voor het uitvoeren van de inhaalslag achterstallig onderhoud van de clubgebouwen van veldsportverenigingen of de hieraan gelieerde beheerstichtingen, zoals opgenomen in het rapport tot ten hoogste het bedrag aan onderhoudskosten, dat voor de betreffende veldsportvereniging of de hieraan gelieerde beheerstichting is berekend in het rapport en zoals dat is aangegeven in bijlage 1 ‘Lijst verenigingen en bijbehorende kosten achterstallig onderhoud’;
de kosten van overige renovatiewerkzaamheden van de clubgebouwen van veldsportverenigingen of de hieraan gelieerde beheerstichtingen tot maximaal het bedrag, dat voor de betreffende veldsportvereniging of hieraan gelieerde beheerstichting is berekend in het rapport en zoals dat is aangegeven in bijlage 1 ‘Lijst verenigingen en bijbehorende kosten achterstallig onderhoud’, echter alleen indien naar het oordeel van het college de subsidie effectiever voor deze overige renovatiewerkzaamheden ingezet kan worden dan voor de werkzaamheden volgens het rapport;
in het geval in het rapport geen onderhoudswerkzaamheden maar algehele sloop van het clubgebouw wordt geadviseerd, dan kan de betreffende vereniging in aanmerking komen voor een subsidie van maximaal € 40.000,– ten behoeve van de eenmalige kosten van inwoning bij een andere veldsportvereniging of fusie met een andere veldsportvereniging op basis van een door het college goed te keuren inwonings– of fusievoorstel dat de instemming heeft van alle betrokken veldsportverenigingen. Deze fusie of inwoning bij een andere vereniging moet uiterlijk 31 december 2018 gerealiseerd zijn.
Artikel 5 Niet-subsidiabele kosten
Voor subsidie komen in ieder geval niet in aanmerking:
De subsidie kan alleen worden verleend indien aan de volgende vereisten is voldaan:
de subsidieaanvrager bij de aanvraag schriftelijk meedeelt een blijvende monitoring door de gemeente van de kwaliteit van het onderhoud van zijn opstallen te accepteren door:
jaarlijks vóór 1 juli de jaarrekeningcijfers van het voorafgaande sportseizoen aan de gemeente beschikbaar te stellen; deze jaarrekeningcijfers moeten zijn goedgekeurd door de betreffende Algemene Ledenvergadering van de veldsportvereniging óf zijn goedgekeurd door het bestuur van de beheerstichting én de Algemene Ledenvergaderingen van de daaraan gelieerde veldsportverenigingen.
Artikel 7 Indieningstermijn aanvraag
Subsidieaanvragen kunnen vanaf 3 april 2017 tot uiterlijk 31 december 2017 worden ingediend.
De subsidieaanvraag wordt bij het college online ingediend via www.rotterdam.nl/subsidies (met e-herkenning), waarbij alle daarbij gevraagde gegevens door de aanvrager worden verstrekt.
De aanvraag bevat daarnaast de volgende bescheiden:
een of meer offertes van een of meer onderhoudsbedrijven voor het uitvoeren van de onderhoudswerkzaamheden, waarvoor subsidie wordt aangevraagd; de offerte is op naam gesteld van de subsidieaanvrager, biedt gespecificeerd inzicht in de aangeboden werkzaamheden, de hoeveelheden, de kwaliteit en de materiaaltoepassing met daarbij een planning en realisatiedatum van de uitvoering;
een ondertekend exemplaar van bijlage 2 behorende bij deze nadere regels, waarin de veldsportvereniging, of de beheerstichting en de hieraan gelieerde veldsportverenigingen, verklaren mee te zullen werken aan een blijvende monitoring door de gemeente van de kwaliteit van het onderhoud van hun opstallen als bedoeld in artikel 6, onder e;
de in het vorige onderdeel bedoelde bijlage moet zijn ondertekend door de voorzitter en secretaris van het bestuur van de veldsportvereniging, of door alle voorzitters en secretarissen van het bestuur van de beheerstichting én de hieraan gelieerde veldsportverenigingen, die de subsidie aanvraagt of aanvragen.
Artikel 10 Algemene subsidieverplichtingen
Het college kan de subsidieontvanger bij de verleningsbeschikking ook andere verplichtingen opleggen die strekken tot verwezenlijking van het doel van de subsidie of die betrekking hebben op de wijze waarop of de middelen waarmee de gesubsidieerde activiteit of activiteiten wordt of worden verricht.
Artikel 11 Verantwoording en vaststelling subsidie
De aanvraag tot subsidievaststelling wordt uiterlijk twaalf weken na het afronden van de werkzaamheden, waarvoor de subsidie is verleend, bij het college online ingediend via www.rotterdam.nl/subsidies (met e-herkenning) waarbij alle daarbij gevraagde gegevens door de aanvrager worden verstrekt.
Artikel 12 Instandhoudingsverplichting
Het eerste lid is niet van toepassing voor die gevallen, waarin de subsidieontvanger door de gemeente tot wijziging van de gebruiksbestemming of tot sloop van het clubgebouw, waarvoor de subsidie is verleend, wordt gedwongen of indien daarover afspraken tot stand komen tussen gemeente en subsidieontvanger.
Toelichting bij de Eenmalige subsidieregeling inhaalslag achterstallig onderhoud clubgebouwen.
Op 9 juli 2015 heeft de gemeenteraad de motie ‘financiering vervanging sportaccommodaties’ (griffienummer 15bb6228) aangenomen, waarin wordt verzocht om op basis van een onderzoek naar de onderhoudssituatie van de clubgebouwen van veldsportverenigingen een financieringsvoorstel op te nemen voor de vervanging of modernisering van veldsportaccommodaties, passend bij de bestaande eigendomsverhoudingen. De veldsportcomplexen zijn vrijwel alle in volledig eigendom van de gemeente, de clubgebouwen hierop zijn doorgaans in economisch eigendom van de veldsportverenigingen.
Het gevraagde onderzoek (de schouw) is in 2015, 2016 en 2017 uitgevoerd. De gemeenteraad heeft vervolgens besloten in de jaren 2017 en 2018 extra middelen beschikbaar te stellen voor het op basis van de schouw uitvoeren van het achterstallig onderhoud bij de clubgebouwen van de veldsportverenigingen.
De beschikbare middelen worden met een subsidie verstrekt aan de betrokken veldsportverengingen of de daaraan gelieerde beheerstichtingen. Er is dus niet gekozen voor uitvoering van het achterstallig onderhoud door de gemeente zelf of in opdracht van de gemeente. Een subsidie houdt immers in dat de veldsportvereniging zelf het onderhoud moet laten uitvoeren. Dit sluit beter aan op de eigen verantwoordelijkheid van de betrokken veldsportverenigingen voor het onderhoud van hun clubgebouwen. In deze regeling zijn ter uitvoering van deze subsidiëring nadere regels bepaald.
Deze regeling heeft nadrukkelijk een eenmalig karakter. De veldsportverenigingen op de gemeentelijke veldsportcomplexen zijn en blijven zelf verantwoordelijk voor het onderhoud van hun clubgebouwen.
In artikel 1 worden de relevante begrippen in de regeling omschreven. Enkele van deze begrippen worden hieronder nader toegelicht.
De clubgebouwen van de veldsportverenigingen die onder deze regeling vallen staan veelal op grond waarvan de gemeente juridisch eigenaar is. De gemeente stelt die grond ten behoeve van sportbeoefening beschikbaar aan de breedtesportverenigingen of hun beheerstichtingen. Omdat de gemeente juridisch eigenaar is van de grond, is de gemeente door natrekking ook de juridisch eigenaar van de clubgebouwen van de verenigingen. Deze clubgebouwen zijn echter in het verleden doorgaans in opdracht van de veldsportverenigingen zelf of hun beheerstichtingen gebouwd of aangekocht. De verantwoordelijkheid voor het onderhoud en beheer van het clubgebouw ligt daarom bij de veldsportvereniging of beheerstichting. Om dit duidelijk te maken is deze positie hier gedefinieerd als economisch eigendom.
In de enkele gevallen dat de veldsportvereniging of beheerstichting ook de juridisch eigenaar is van het clubgebouw, hebben deze vanzelfsprekend eveneens de verantwoordelijkheid voor het onderhoud en beheer van hun clubgebouw.
Het doel van deze subsidieregeling is om het achterstallig onderhoud van de clubgebouwen in te lopen en deze clubgebouwen daarmee op een voldoende kwaliteitsniveau te brengen. Vanwege deze kwaliteitsdoelstelling is zelfwerkzaamheid uitgesloten van subsidiëring. De te subsidiëren werkzaamheden moeten door erkende bedrijven uitgevoerd worden, bijvoorbeeld schilders-, loodgieters- of aannemingsbedrijven. Dit betekent dat de arbeidskosten of de overhead van werknemers van de veldsportvereniging of beheerstichting niet in aanmerking komen voor subsidie. Dat geldt eveneens voor de kosten van vrijwilligers.
Dit begrip is zodanig geformuleerd dat hieronder alleen die veldsportverenigingen worden begrepen, die hebben meegedaan aan het in 2015, 2016 en 2017 in opdracht van de gemeente door bureau Multical uitgevoerde onderzoek naar de staat van onderhoud van de clubgebouwen van veldsportverenigingen op de gemeentelijke veldsportcomplexen (de schouw). De betrokken veldsportverenigingen zijn opgenomen in het overzicht in Bijlage 1 van de regeling. Alleen verenigingen of de hieraan gelieerde beheerstichtingen, die op de lijst in Bijlage 1 staan, komen in aanmerking voor een subsidie op grond van deze regeling.
Artikel 3 Kring van aanvraaggerechtigden
In dit artikel staat vermeld dat de subsidies op basis van deze regeling alleen aangevraagd kunnen worden door de veldsportverenigingen die vermeld staan op de lijst in bijlage 1 bij deze regeling. Andere verenigingen komen dus niet voor een subsidie in aanmerking.
De maximale subsidie voor een bepaalde veldsportvereniging is het bedrag, zoals vermeld in bijlage 1 bij deze regeling. Eventueel hogere kosten voor de uit te voeren werkzaamheden komen niet in aanmerking voor subsidie.
Artikel 4 De subsidiabele kosten en maximaal subsidiebedrag
In dit artikel is bepaald dat alleen de werkzaamheden die in het betreffende rapport van Multical (zie artikel 1, onder f en g) weergegeven voor subsidiëring in aanmerking komen. De subsidie is maximaal het bedrag dat in het rapport voor deze werkzaamheden is berekend. Indien in de subsidieaanvraag niet alle in het rapport opgenomen werkzaamheden zijn verwerkt, dan zal een navenant lagere subsidie worden verleend. Indien de offerte van een erkend bedrijf op een hoger bedrag uitkomt dan opgenomen in het rapport, dan zal dit hogere bedrag niet voor subsidie in aanmerking komen.
Onderdeel b van artikel 4 gaat over de soms voorkomende gevallen dat het effectiever is om de beschikbare middelen niet te investeren in het uitvoeren van de onderhoudswerkzaamheden volgens het rapport, maar deze te gebruiken voor een renovatie van het betreffende (deel) van het clubgebouw. Dit artikel maakt dit mogelijk. Bijvoorbeeld indien een kleedkamer in een zodanig slechte staat verkeert, dat een algehele renovatie effectiever is dan het achterstallig onderhoud uit laten voeren. Een andere mogelijkheid is dat de veldsportvereniging verplaatst wordt naar een ander veldsportcomplex.
Het is in deze gevallen louter aan het oordeel van het college om te bepalen of de middelen inderdaad effectiever ingezet kunnen worden voor andere dan in het rapport opgenomen werkzaamheden.
Eventuele meerkosten van deze renovatie - meer dan het maximale bedrag dat in het rapport is opgenomen - komen niet voor subsidie op basis van deze regeling in aanmerking.
Indien de subsidieaanvrager voor een extra - en als afzonderlijk te kenmerken – investering een beroep doet op de ‘Regeling investeringssubsidies breedtesportverenigingen’, de zogenoemde 1/3-regeling, dan telt de subsidie op basis van de ‘Eenmalige subsidieregeling inhaalslag achterstallig onderhoud clubgebouwen’ niet mee als onderdeel van de vereiste 1/3 eigen middelen.
Onderdeel c van artikel 4 betreft de gevallen waarbij in het rapport van Multical geen onderhoudswerkzaamheden worden aanbevolen, maar daarentegen - gelet op de slechte staat van het clubgebouw – tot algehele sloop van het clubgebouw wordt geadviseerd. In die gevallen komen de kosten van sloop en vervangende nieuwbouw niet in aanmerking voor subsidie (zie artikel 5, onder a). De regeling is immers bedoeld voor het inlopen van achterstallig onderhoud, niet voor de – doorgaans veel hogere – kosten van nieuwbouw.
Het is mogelijk dat de betreffende veldsportvereniging in dat geval kan en wil inwonen bij een andere veldsportvereniging of met die andere veldsportvereniging kan en wil fuseren. In dat geval kan de veldsportvereniging op basis van een inwonings- of fusievoorstel in aanmerking komen voor een subsidie van maximaal € 40.000,–. Deze subsidie is bedoeld om de eenmalige kosten te dekken van de aanpassing van het clubgebouw van de veldsportvereniging, waarbij wordt ingetrokken of waarmee wordt gefuseerd.
Artikel 5 Niet-subsidiabele kosten
In dit artikel is bepaald dat de kosten van werkzaamheden, die niet in het rapport van de schouw staan, niet in aanmerking komen voor een subsidie op grond van deze regeling. De kosten van sloop en eventueel vervangende nieuwbouw komen ook niet in aanmerking voor subsidie.
Het staat de subsidieaanvrager uiteraard vrij om het onderhoudsbedrijf te verzoeken om, samen met de werkzaamheden uit het rapport, ook een offerte uit brengen voor mogelijke extra werkzaamheden. Wel blijft als indieningsvereiste staan (zie artikel 8, lid 2 onder a) dat deze offerte voor de werkzaamheden waarvoor subsidie wordt aangevraagd, gespecificeerd inzicht biedt in de aangeboden werkzaamheden, de hoeveelheden, de kwaliteit en de materiaaltoepassing met daarbij een planning en realisatiedatum van de uitvoering.
In artikel 5, onder c, staat dat de kosten van zelfwerkzaamheden niet subsidiabel zijn. In de toelichting op artikel 1, onder e, staan de redenen daarvoor al beschreven.
In dit artikel is bepaald aan welke eisen in ieder geval voldaan moet zijn om voor subsidie op grond van deze regeling in aanmerking te kunnen komen.
In artikel 6, onder d, is bepaald dat de werkzaamheden waarvoor subsidie is verleend vóór 31 december 2018 moeten zijn afgerond. Deze einddatum is nodig om te voorkomen dat het achterstallig onderhoud verder oploopt.
In artikel 6, onder e, is bepaald dat de subsidieaanvrager bij de subsidieaanvraag moet verklaren mee te zullen werken aan een blijvende monitoring door de gemeente van de kwaliteit van het onderhoud van het clubgebouw van de veldsportvereniging of beheerstichting. Deze bepaling is opgenomen om te voorkomen dat er in de toekomst opnieuw achterstallig onderhoud ontstaat. Bij de indieningsvereisten staat dat deze verklaring met een bij de regeling horend format (Bijlage 2) aangeleverd moet worden.
In de verleningsbeschikking zal naar deze verklaring worden verwezen. Vervolgens zal dit worden verwerkt in de gebruikers- of huurovereenkomst voor het veldsportcomplex van de betreffende veldsportvereniging of beheerstichting met de gemeente.
In dit artikel staat aan welke indieningseisen een subsidieaanvraag in ieder geval moet voldoen. De subsidieaanvraag moet digitaal worden aangevraagd via www.rotterdam.nl/subsidies (met e-herkenning).
Artikel 11 Verantwoording en vaststelling subsidie
In de artikelen 13 en 14 van de Subsidieverordening Rotterdam 2014, de SVR 2014 (te vinden op de website van de gemeente Rotterdam), is opgenomen waar de aanvraag tot vaststelling van een subsidie aan moet voldoen en welke gegevens in ieder geval moeten worden verstrekt bij de aanvraag. Daarbij wordt een onderscheid gemaakt tussen subsidies tot € 25.000,–, subsidies tussen de € 25.000,– en € 50.000,– en subsidies van € 50.000,– of meer.
In lid 1 van artikel 11 van de ‘Eenmalige subsidieregeling inhaalslag achterstallig onderhoud clubgebouwen’ is bepaald dat alle op grond van deze regeling verleende subsidies achteraf worden vastgesteld. Elke veldsportvereniging of beheerstichting, aan wie een subsidie is verleend, moet dus achteraf een aanvraag indienen tot vaststelling van de subsidie. Ook de subsidieverleningen kleiner of gelijk aan € 25.000,–. Deze regeling maakt dus geen gebruik van de mogelijkheid in de SVR 2014, artikel 13, lid 1, om bij dergelijke subsidiebedragen de subsidie bij verlening gelijk vast te stellen.
De aanvraag tot vaststelling van de subsidie moet net als de aanvraag van een subsidie (zie artikel 8) digitaal worden ingediend via www.rotterdam.nl/subsidies (met e-herkenning).
In lid 3 van artikel 11 van de ‘Eenmalige subsidieregeling inhaalslag achterstallig onderhoud clubgebouwen’ is bepaald welke gegevens bij de aanvraag tot vaststelling geleverd moeten worden.
Dit is in aanvulling op de artikelen 13 en 14 van de SVR 2014. Er moet dus ook worden voldaan aan de eisen in de SVR 2014. Nadrukkelijk wordt hierbij gewezen op de vereiste van bepaalde accountantsproducten bij subsidieverleningen van € 50.000,– of meer (zie SVR 2014, artikel 14, lid 2). De kosten van deze accountantsproducten zijn niet subsidiabel en komen dus voor rekening van de veldsportvereniging of beheerstichting zelf.
Bij subsidies tot € 50.000,– moeten tevens foto’s van de gerealiseerde werkzaamheden bij de aanvraag ingediend worden.
In lid 4 van artikel 11 van de ‘Eenmalige subsidieregeling inhaalslag achterstallig onderhoud clubgebouwen’ is bepaald dat het college ten behoeve van de vaststelling van de subsidie een inspectie naar de gesubsidieerde werkzaamheden uit kan (laten) voeren en het resultaat daarvan mee kan laten wegen bij de bepaling van de vaststelling van de subsidie. Dit houdt in dat de gemeente bijvoorbeeld opdracht kan verlenen aan een bedrijf om na te gaan welke werkzaamheden zijn uitgevoerd en of dit conform de kwaliteitseisen in het rapport is gebeurd. De vaststelling kan niet leiden tot een hoger bedrag dan aan subsidie is verleend. Wel kan de vaststelling tot een lager bedrag leiden, onder andere indien de gesubsidieerde werkzaamheden gedeeltelijk niet zijn uitgevoerd, tegen een lager dan begroot bedrag zijn uitgevoerd of later dan 31 december 2018 zijn afgerond. Het is bijvoorbeeld mogelijk dat de aannemer voor afronding van de werkzaamheden failliet gaat. Dan zal een deel van het werk niet uitgevoerd kunnen worden. Het risico daarvan ligt bij de veldsportvereniging of beheerstichting.
Artikel 12 Instandhoudingsverplichting
In lid 1 van dit artikel is bepaald dat de subsidieontvanger het clubgebouw, waarvoor de subsidie is verleend, minimaal vijf jaar in stand zal houden. Dat wil zeggen de subsidieontvanger het clubgebouw in deze periode geen wezenlijk andere bestemming zal geven of zal (laten) slopen. Gebeurt dit wel, dan kan dat een reden zijn om (een deel van) de verleende subsidie in te trekken en terug te vorderen.
In lid 2 van dit artikel is bepaald dat de instandhoudingsverplichting niet geldt, indien de veldsportvereniging of beheerstichting hiertoe wordt gedwongen door beslissingen van de gemeente zelf.
In het geval van een subsidieverlening op basis van deze regeling, zal in de betreffende jaarlijkse huur- of gebruikersovereenkomst voor de huur van het veldsportcomplex bepaald worden dat de waardevermeerdering van het clubgebouw dankzij de subsidie op basis van deze regeling bij een eventuele vergoeding door de gemeente bij een mogelijke opzegging van de huur van het veldsportcomplex, niet zal worden meegerekend. Dat houdt in dat gedurende een periode van vijf jaar de getaxeerde waarde van het clubgebouw verlaagd zal worden met het subsidiebedrag. Dit bedrag zal daarbij gefaseerd over deze vijf jaar worden verminderd tot € 0,–. Het eerste jaar wordt dus het volledige subsidiebedrag in mindering gebracht, daarna een steeds lager bedrag.
In dit artikel is bepaald dat deze subsidieregeling op 31 december 2023 vervalt. Dit sluit aan bij het eenmalige karakter van deze regeling.
Bijlage 1: Lijst verenigingen en bijbehorende kosten achterstallig onderhoud
Behorend bij de Eenmalige subsidieregeling inhaalslag achterstallig onderhoud clubgebouwen
Behorend bij de Eenmalige subsidieregeling inhaalslag achterstallig onderhoud clubgebouwen
Hierbij verklaren ondergetekenden mee te zullen werken aan een blijvende monitoring door de gemeente van de kwaliteit van het onderhoud van hun clubgebouw(en), zoals kantines en kleedkamers, door:
In de gebruikers- of huurovereenkomst voor het veldsportcomplex zullen hierover door de gemeente bepalingen worden opgenomen.
Het bestuur van de veldsportvereniging:
Dit gemeenteblad i2017, nummer 34, is uitgegeven op 29 maart 2017 en ligt op dins-, woens- en donderdagen van 9.00 tot 13.00 uur ter inzage bij het Bestuurlijk Informatiecentrum Rotterdam (BIR), locatie Wachtruimte Timmerhuis, Halve Maanpassage 1 (trap op, melden bij Informatiebalie)
(Zie ook: www.bis.rotterdam.nl – Regelgeving of Gemeentebladen chronologisch)
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/gmb-2017-57268.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.