Gemeente Midden-Delfland - Verordening tot wijziging van de Verordening op de vertrouwenscommissie

 

De gemeenteraad van de gemeente Midden Delfland;

 

gelezen het voorstel van het Presidium d.d. 2 februari 2017;

 

gelet op de artikelen 61, 61a, 61c, 84, 86, 147 en 149 van de Gemeentewet, de artikelen 15 en 31 van de Archiefwet 1995 en artikel 9 van het Archiefbesluit 1995;

 

gelet op de circulaire Benoeming, functioneringsgesprekken en herbenoeming burgemeester van de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties;

 

 

besluit:

 

 

vast te stellen de Verordening tot wijziging van de Verordening op de vertrouwenscommissie, die de aanbeveling tot benoeming van de burgemeester voorbereidt, op de raadscommissie, die functioneringsgesprekken met de burgemeester houden en op de raadscommissie, die de aanbeveling tot herbenoeming van de burgemeester voorbereidt (elk hierna: de commissie).

 

 

Artikel A

Artikel 2 van de Verordening wordt gewijzigd in:

1. De commissie bestaat uit 5 leden, te benoemen door en uit de gemeenteraad. Op basis van het aantal uitgebrachte stemmen tijdens de meest recente raadsverkiezingen kunnen de vier grootste fracties elk één lid afvaardigen en de overige fracties kunnen gezamenlijk één lid afvaardigen.

2. Indien de gemeenteraad niet heeft bepaald wie voorzitter en plaatsvervangend voorzitter van

de commissie is, kiest de commissie deze uit haar midden.

3. De commissie kent geen plaatsvervangende leden.

 

Artikel B

Artikel 3, lid 2 van de Verordening wordt gewijzigd in:

De plaatsvervangend Raadsgriffier fungeert als plaatsvervangend secretaris van de commissie.

 

Artikel C

Artikel 4 van de Verordening wordt gewijzigd in:

1. De gemeenteraad kan een of meer wethouders en/of de gemeentesecretaris aan de commissie toevoegen als adviseur in verband met de vervulling van de in artikel 1 onder a genoemde taken.

2. Een adviseur wordt uitgenodigd voor de vergaderingen van de commissie.

3. Een adviseur is geen lid van, en heeft geen stemrecht in, de commissie.

 

Artikel D

Artikel 13 van de Verordening wordt gewijzigd in:

1. De voorzitter en de secretaris van de commissie dragen er bij de benoemings- en herbenoemingsprocedure zorg voor dat op het tijdstip dat door de minister van BZK aan de gemeenteraad is dat:

a. bij benoeming: in de vacature van burgemeester is voorzien;

b. bij herbenoeming: door de minister van BZK aan de gemeenteraad bekend is gemaakt dat de voordracht van de minister van BZK door een Koninklijk Besluit is gevolgd;

alle archiefbescheiden onverwijld in een verzegelde envelop en gerubriceerd als "geheim" worden overgebracht naar de op grond van artikel 31 van de Archiefwet door de gemeenteraad aangewezen archiefbewaarplaats.

2. De voorzitter en de secretaris van de commissie dragen er bij de benoemings- en herbenoemingsprocedure zorg voor dat van de in het eerste lid bedoelde overbrenging een verklaring van overbrenging als bedoeld in artikel 9 van het Archiefbesluit 1995 wordt opgemaakt. In deze verklaring wordt melding gemaakt van de met toepassing van artikel 15, lid 1 sub a en c, van de Archiefwet 1995 gestelde beperkingen aan de openbaarheid, geldende voor een periode van 75 jaar.

3. De voorzitter en de secretaris van de commissie dragen er bij de benoemings- en herbenoemingsprocedure zorg voor dat alle overige bescheiden en alle kopieën van de in dit artikel bedoelde bescheiden onmiddellijk worden vernietigd.

 

Artikel E

1. Deze verordening treedt met onmiddellijke ingang in werking.

2. Deze verordening kan worden aangehaald als Verordening (1e) tot wijziging van de Verordening op de Vertrouwenscommissie.

 

 

Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van Midden-Delfland d.d. 28 maart 2017.

De raadsgriffier, De voorzitter,

 

 

A de Vos A.J. Rodenburg

 

 

Naar boven