Gemeente Hattem – Verordening Participatieraad Hattem

 

De raad van de gemeente Hattem;

gelezen het voorstel van het , no., d.d. 28 februari 2017;

gelet op het bepaalde in artikel 149 van de Gemeentewet, artikel 2.1.3 en 2.5.1 van de Wet Maatschappelijke Ondersteuning, artikel 47 van de Participatiewet en artikel 2.10 van de Jeugdwet en de Verordening Wet maatschappelijke ondersteuning gemeente Hattem 2015;

overwegende dat

  • -

    de gemeente verplicht is, de manier waarop zij ingezetenen betrekt bij de voorbereiding van het beleid op het sociale domein, vast te leggen in een verordening;

  • -

    de Participatieraad een onafhankelijk adviesorgaan van het college van burgemeester en wethouders is, dat adviseert over het bestaande en te voeren beleid. Bij het proces van beleidsontwikkeling stelt de gemeenteraad de kaders, raadpleegt het college de inwoners en de belangenbehartigers, waarna het college de opgehaalde informatie, met in acht neming van de inspraakprocedures, vertaalt naar beleidsvoornemens en waarbij tenslotte de Participatieraad adviseert. De gemeenteraad heeft de controlerende taak t.a.v. het college.

b e s l u i t :

  • 1.

    Kennis te nemen van de Evaluatie Verordening Participatieraad gemeente Hattem;

  • 2.

    De gewijzigde Verordening Participatieraad gemeente Hattem vast te stellen onder gelijktijdige intrekking van de Verordening Participatieraad gemeente Hattem (14 september 2015).

Artikel 1. Begrippen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    Adviseren: het uitbrengen van een niet bindend advies;

  • b.

    Cliëntenparticipatie: het vroegtijdig betrekken van cliënten en gebruikers in het beleidsproces. Zij denken mee, geven advies en hebben invloed op het beleidsproces en het hulp- en ondersteuningsaanbod van de gemeente;

  • c.

    College: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Hattem;

  • d.

    Contactambtenaar: de ambtenaar die deskundig is op een of meerdere domeinen waarop de Participatieraad adviseert en voor deze domeinen fungeert als aanspreekpunt voor de Participatieraad;

  • e.

    Participatieraad: het adviesorgaan waarmee de gemeente Hattem invulling geeft aan artikel 2.1.3 en 2.5.1 van de Wet maatschappelijke ondersteuning, artikel 47 Van de Participatiewet en artikel 2.10 van de Jeugdwet, waarin onder meer gesteld wordt dat het college ingezetenen dienen te betrekken bij de voorbereiding van het beleid op het sociale domein;

  • f.

    Sociaal domein: jeugd, gezin en welzijn, wonen in relatie tot zorg, werk en inkomen;

  • g.

    Wmo: Wet maatschappelijke ondersteuning 2015;

Voor zover niet anders is bepaald, worden begrippen in deze verordening gebruikt in dezelfde betekenis als in bedoelde wetgeving binnen het sociale domein.

Artikel 2. Doel, taken en positie van de Participatieraad

  • 1.

    De Participatieraad is een adviesorgaan van het college, dat gevraagd en ongevraagd en bij voorkeur samenhangend en integraal advies uitbrengt op het sociale domein.

  • 2.

    Doel en taken van de Participatieraad sluiten aan bij de Visie op het Sociaal Domein van de gemeente Hattem. Belangrijke thema’s zijn: zorg, welzijn, wonen, vervoer, (beschut) werk, inkomen, participatie en leefbaarheid.

  • 3.

    De Participatieraad heeft tot doel om met zijn adviezen een bijdrage te leveren aan de vorming en evaluatie van het gemeentelijk beleid ten aanzien van het sociale domein in breedste zin, het college hierin gevraagd en ongevraagd te adviseren en waar mogelijk te participeren in de voorbereiding hiertoe om tijdig geïnformeerd te zijn.

  • 4.

    De Participatieraad heeft de volgende taken:

    • a.

      Het adviseren van het college over kansen en knelpunten, die hij voorziet bij voorgenomen beleid;

    • b.

      Het college te informeren over kansen en knelpunten, die hij signaleert bij de uitvoering van beleid.

  • 5.

    Binnen het sociaal domein wordt steeds minder in doelgroepen gedacht, er wordt steeds meer integraal gewerkt. Iedereen moet mee kunnen doen ongeacht beperking, etniciteit, leeftijd of inkomenspositie. Daar past integrale advisering van de Participatieraad bij.

  • 6.

    De Participatieraad functioneert onafhankelijk van de gemeente.

  • 7.

    De Participatieraad is niet bevoegd te adviseren over klachten, bezwaarschriften en andere zaken, voor zover die op individuele burgers betrekking hebben.

  • 8.

    De Participatieraad levert zijn bijdrage aan de cliëntenparticipatie uitsluitend als vermeld in de Participatiewet, de Wmo 2015 en de Jeugdwet. Waar mogelijk en gewenst volstaat hierbij een toets op de wijze waarop cliëntenparticipatie al in eerdere stadia heeft plaatsgevonden.

Artikel 3. Advisering en adviestermijnen

  • 1.

    Het college kan onderwerpen zoals bedoeld in artikel 2 lid 2 middels een schriftelijke adviesaanvraag voorleggen aan de Participatieraad. In de aanvraag wordt expliciet vermeld over welke punten advies wordt gevraagd.

  • 2.

    Wanneer het college de Participatieraad om advies vraagt, worden hierbij de volgende adviestermijnen gehanteerd:

    • a.

      Vier weken als het gaat om een advies op een beleidsvraag van beperkte omvang, dan wel waarbij de Participatieraad in het voortraject is betrokken.

    • b.

      Zes weken als het gaat om een advies op een beleidsvraag van grotere omvang, dan wel waarbij de Participatieraad in het voortraject niet betrokken is geweest.

  • 3.

    Indien mogelijk betrekt het college de Participatieraad al in een vroegtijdig stadium, al voordat de formele adviesvraag aan de orde is.

  • 4.

    Om de Participatieraad inzicht te geven in zijn werklast, verschaft het college periodiek een geactualiseerde planning van de voor te leggen adviesvragen.

  • 5.

    Vergaderingen worden afgestemd op de raadscyclus en de doorlooptijd van stukken, zodat eventuele adviezen aan het college ook tijdig ter kennisname bij de raadsstukken gevoegd kunnen worden.

  • 6.

    Het college reageert binnen zes weken op een advies van de Participatieraad. De zomer- en de kerstvakantie hebben voor de genoemde termijnen een opschortende werking.

  • 7.

    Als het college besluit van het advies van de Participatieraad af te wijken, motiveert het dit schriftelijk.

Artikel 4. Door het college te verstrekken informatie

  • 1.

    De Participatieraad krijgt van het college ongevraagd en gevraagd alle stukken die hij voor de uitoefening van zijn taken zoals in deze verordening omschreven nodig heeft, tenzij wettelijke voorschriften dit in de weg staan. Zo nodig zullen ter zake kundige ambtenaren mondeling toelichting geven over lopend beleid, de invloed van nieuw (rijks-)beleid en/of over ideeën en plannen van college en/of gemeenteraad op de in artikel 2 lid 2 genoemde thema’s.

  • 2.

    Het college verstrekt geen informatie aan de Participatieraad over individuele personen.

Artikel 5. Samenstelling Participatieraad

  • 1.

    Leden van de Participatieraad vormen een zo evenwichtig mogelijke afspiegeling van de Hattemse samenleving, hebben relevante kennis, ervaring en netwerken.

  • 2.

    De Participatieraad dient zoveel mogelijk evenredig te zijn samengesteld uit de specialismen die het sociale domein vragen.

  • 3.

    De Participatieraad kent ten hoogste 11 leden, naast een voorzitter en secretaris.

  • 4.

    De leden van de Participatieraad spreken op persoonlijke titel. Zij hebben zitting in de Participatieraad zonder last of ruggenspraak.

  • 5.

    De leden en de voorzitter wonen in de gemeente Hattem, bekleden geen vertegenwoordigende functie namens een politieke partij in de gemeente Hattem, zijn geen lid van het college of de gemeenteraad en zijn niet in dienst van de gemeente Hattem. Ze hebben ook geen zakelijke binding met de gemeente Hattem of een zorgaanbieder voor zover deze van invloed kan zijn op hun onafhankelijke positie.

  • 6.

    De voorzitter heeft daarnaast gevoel voor politiek-bestuurlijke verhoudingen, houdt overzicht, is procesgericht en is een bindende factor binnen de Participatieraad.

Artikel 6. Benoeming en zittingsduur van de voorzitter en de leden

  • 1.

    Voorzitter en leden van de Participatieraad worden benoemd, geschorst en ontslagen door het college.

  • 2.

    De benoeming vindt plaats op voordracht van de Participatieraad en na selectie middels een selectiecommissie bestaande uit twee leden van de Participatieraad en de contactambtenaar.

  • 3.

    Werving van nieuwe leden vindt plaats in samenwerking tussen de Participatieraad en de gemeente aan de hand van een vooraf vastgesteld profiel en procedure. Het college besluit over de benoeming.

  • 4.

    Teneinde inwoners van de gemeente Hattem de gelegenheid te geven zich kandidaat te stellen voor de Participatieraad, worden oproepen hiertoe geplaatst in de voor de gemeente gebruikelijke informatiekanalen. Daarnaast kan een wervingsplan worden opgesteld dat gericht kandidaten benadert. Het is voor elke inwoner mogelijk om te solliciteren.

  • 5.

    De zittingsduur van voorzitter en leden van de Participatieraad bedraagt vier jaar.

  • 6.

    Voorzitter en leden kunnen eenmaal worden herbenoemd.

  • 7.

    Het lidmaatschap van de Participatieraad kan tussentijds worden beëindigd:

    • a.

      op eigen verzoek;

    • b.

      door overlijden;

    • c.

      door intrekking van de benoeming door het college, nadat de Participatieraad hierover een gemotiveerd voorstel heeft ingediend.

  • 8.

    Bij disfunctioneren van een van de leden kan de Participatieraad het vertrouwen in dit lid opzeggen. Er vindt vervolgens overleg plaats tussen het betreffende lid en een afvaardiging van de Participatieraad. In vervolg hierop kan de Participatieraad het college alsnog verzoeken het betreffende lid te ontslaan.

  • 9.

    De Participatieraad stelt een rooster van aftreden op, voor een goede balans tussen continuïteit (borging voldoende basiskennis) en vernieuwing.

Artikel 7. Taken voorzitter en secretaris

  • 1.

    Tot de taken van de voorzitter van de Participatieraad behoren:

    • a.

      het voorbereiden van de agenda met de secretaris;

    • b.

      het bepalen van dag en tijdstip van de vergadering;

    • c.

      het leiden van de vergadering;

    • d.

      het fungeren als opdrachtgever van de secretaris;

    • e.

      het extern vertegenwoordigen van de Participatieraad;

    • f.

      het ondertekenen van uitgaande stukken van de Participatieraad;

    • g.

      afstemming met de contactambtenaar.

  • 2.

    Tot de taken van de secretaris van de Participatieraad behoren, in opdracht van de voorzitter:

    • a.

      het verrichten van administratieve werkzaamheden, waaronder het agenderen en notuleren van de bijeenkomsten en het mede opstellen van een rooster van aftreden;

    • b.

      het verrichten van voorbereidende, ondersteunende en communicatieve werkzaamheden, waaronder het opstellen van een beknopt jaarverslag;

    • c.

      het verrichten van organisatorische werkzaamheden;

    • d.

      het bewaken van de voortgang en afhandeling van de uitgebrachte adviezen.

Artikel 8. Vergaderingen

  • 1.

    De Participatieraad komt acht keer per jaar plenair bijeen, of zoveel meer of minder als de voorzitter of ten minste de meerderheid van de leden noodzakelijk achten.

  • 2.

    De Participatieraad bepaalt de onderwerpen die op de agenda komen.

  • 3.

    De vergaderingen van de Participatieraad zijn als regel openbaar. De Participatieraad kan besluiten besloten vergaderingen te houden, bijvoorbeeld bij de behandeling van niet-openbare stukken. De vergadering wordt achter gesloten deuren gehouden, wanneer ten minste drie van de aanwezige leden daartoe verzoeken of wanneer de voorzitter dat nodig acht.

  • 4.

    De Participatieraad kan derden uitnodigen de vergaderingen bij te wonen voor het geven van toelichting, informatie en/of advies.

  • 5.

    De Participatieraad is verplicht tot geheimhouding van stukken totdat de stukken openbaar zijn. Deze geheimhoudingsplicht strekt zich ook uit tot derden die worden geconsulteerd.

  • 6.

    De geheimhouding vervalt niet door beëindiging van het lidmaatschap van de Participatieraad.

  • 7.

    Desgewenst is een deskundige ambtenaar aanwezig bij vergaderingen van de Participatieraad.

Artikel 9. Besluitvorming

  • 1.

    De Participatieraad kan beraadslagen en besluiten indien meer dan de helft van het aantal leden van de Participatieraad ter vergadering aanwezig is en aan de stemming heeft deelgenomen.

  • 2.

    Alle besluiten worden genomen bij meerderheid van het aantal geldig uitgebrachte schriftelijke of mondelinge stemmen. De voorzitter is niet stemgerechtigd.

  • 3.

    Blanco stemmen of onthoudingen zijn voor de vaststelling van het resultaat van de stemming geen geldig uitgebrachte stemmen.

  • 4.

    Stemming over personen geschiedt schriftelijk met gesloten stembiljetten.

Artikel 10. Werkwijze en communicatie

  • 1.

    De Participatieraad heeft contact met maatschappelijke organisaties en vertegenwoordigers van belanghebbenden binnen de in artikel 2 lid 2 genoemde thema’s. Hij kan dit onder meer doen door deelname aan bijeenkomsten die door maatschappelijke organisaties en belanghebbenden worden georganiseerd.

  • 2.

    De Participatieraad beoordeelt zelf of en wanneer er bij de opstelling van een advies derden worden betrokken. Dit kunnen externe deskundigen, vertegenwoordigers van maatschappelijke organisaties, belanghebbenden of andere ter zake kundige personen zijn.

  • 3.

    Adviesaanvragen kunnen worden voorbereid in werkgroepen, die bestaan uit leden van de Participatieraad eventueel aangevuld met derden. Elk advies aan het college wordt aan de hele Participatieraad voorgelegd, voordat het aan het college wordt uitgebracht.

  • 4.

    De Participatieraad evalueert jaarlijks zijn functioneren, de (financiële) resultaten en de samenstelling. Dit jaarverslag wordt voor 1 mei aan het college toegezonden.

  • 5.

    De Participatieraad treedt via verschillende communicatiekanalen naar buiten en zorgt voor zichtbaarheid, vindbaarheid en laagdrempeligheid. Het college faciliteert daar waar mogelijk.

Artikel 11. Vergoedingen en middelen

  • 1.

    Voor het uitvoeren van de Participatieraad wordt in de gemeentelijke begroting een werkbudget opgenomen. Dit werkbudget is bedoeld voor het faciliteren van de adviesfunctie, de kosten van deskundigheidsbevordering, onderzoek en raadpleging.

  • 2.

    Aan de voorzitter, de secretaris en elk lid van de Participatieraad wordt een onkostenvergoeding toegekend, waarvan de hoogte door het college wordt vastgesteld.

  • 3.

    Voor de vergaderingen van de Participatieraad stelt de gemeente kosteloos een goed bereikbare en toegankelijke openbare vergaderlocatie ter beschikking, als regel in het stadhuis.

  • 4.

    Voor niet-reguliere activiteiten kan de Participatieraad bij het college extra middelen aanvragen.

Artikel 12. Inwerkingtreding

  • 1.

    De gewijzigde verordening treedt in werking onder gelijktijdige intrekking van de Verordening Participatieraad gemeente Hattem (14 september 2015).

  • 2.

    De verordening kan worden aangehaald als “Verordening Participatieraad Hattem”.

Artikel 13. Onvoorziene zaken

Voor zaken waarin deze verordening niet voorziet, treedt de Participatieraad in overleg met het college, dat zo nodig een beslissing neemt.

Aldus besloten in de openbare vergadering van de raad van de gemeente Hattem, gehouden op 27 maart 2017.

De raad van de gemeente Hattem,

de griffier,

de voorzitter,

Naar boven