Herziening APV.

 

De raad van de gemeente Ommen;

 

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 14 februari 2017;

 

Besluit:

 

De Algemene Plaatselijke Verordening Ommen 2014, zoals vastgesteld op 6 februari 2014 en nadien gewijzigd op 20 september 2016, als volgt te wijzigen en aan te vullen:

 

  • A.

    Artikel 2:29, leden 1 en 2 worden als volgt gewijzigd:

    • 1.

      Openbare inrichtingen en de daarbij behorende terrassen zijn gesloten in de nachten van zondag op maandag tot en met donderdag op vrijdag tussen 01.00 en 06.00 uur en in de nachten van vrijdag op zaterdag en zaterdag op zondag van 02.00 tot 06.00 uur.

    • 2.

      Het is verboden een openbare inrichting voor bezoekers geopend te hebben, of bezoekers in de inrichting of op het terras te laten verblijven na sluitingstijd, met uitzondering van de nachten van vrijdag op zaterdag en zaterdag op zondag waar het is toegestaan bezoekers die zich al vóór 02.00 uur in de inrichting bevonden, tot 04.00 uur c.q. zijnde 2 uur na sluitingstijd in de inrichting te laten verblijven; dit geldt niet voor de terrassen.

       

  • B.

    Na artikel 2:74 wordt een nieuw artikel 2:74a toegevoegd, luidend:

     

    Artikel 2:74a Openlijk druggebruik

    Het is verboden, op of aan de weg, op een voor het publiek toegankelijke plaats of in een voor publiek toegankelijk gebouw, middelen als bedoeld in de artikelen 2 en 3 van de Opiumwet te gebruiken, toe te dienen, dan wel voorbereidingen daartoe te verrichten of ten behoeve van dat gebruik voorwerpen en/of stoffen voorhanden te hebben. 

  • C.

    Artikel 6:2, lid 1 komt te luiden als volgt:

    • 1.

      Met het toezicht op de naleving van het bij of krachtens deze verordening bepaalde zijn belast: de persoon die is/de personen die zijn benoemd in de functie van gemeentelijk opsporingsambtenaar alsmede de functionarissen van de politie-eenheid Oost-Nederland.

  • D.

    De toelichting op artikel 2:29 komt te luiden als volgt:

    Grondslag voor de in de APV opgenomen sluitingsbepalingen is artikel 149 Gemeentewet. De gemeenteraad kan verplichte sluitingstijden voor horecabedrijven vaststellen in het belang van de openbare orde, het voorkomen of beperken van overlast, het beschermen van het woon- en leefklimaat e.d.

    De sluitingstijden van de horeca inrichtingen in het Vechtdal zijn grotendeels op elkaar afgestemd. Dit heeft geleid tot de volgende algemene lijn, dat voor het weekend, met name de nacht van vrijdag op zaterdag en zaterdag op zondag, een sluitingstijd van 02.00 uur zou gaan gelden, met een ‘uitloopuur’ tot 04.00 uur. Dit betekent dat de bedrijven na 02.00 uur geen bezoekers meer mogen toelaten en dat de bedrijven om 04.00 uur leeg dienen te zijn. Achterliggende gedachte van het uitloopuur is, dat niet in een keer alle bezoekers van horecabedrijven op straat komen, zodat de daarmee gepaard gaande overlast afneemt. Voor horecabedrijven waar geen alcoholhoudende dranken mogen worden verstrekt (bijvoorbeeld shoarmazaken) geldt eveneens een sluitingstijd van 04.00 uur, met dien verstande dat deze tot 04.00 uur bezoekers mogen toelaten. Deze uitzonderingspositie voor alcoholvrije bedrijven is ingegeven door het feit, dat deze bedrijven veelal veel inkomsten halen uit, zo niet in hoge mate afhankelijk zijn van de bezoekers van cafés, die na hun bezoek aan die bedrijven nog even iets willen eten. Als de sluitingstijden van dergelijke horecabedrijven gelijk zouden zijn aan die van de cafés, dan zouden deze bedrijven, zo luidt de redenering, veel inkomsten missen. In afwijking van de in het eerste en tweede lid genoemde sluitingstijden, kan de burgemeester andere sluitingstijden vaststellen voor een afzonderlijk horecabedrijf. Dat kan zowel neerkomen op een verruiming van de openingstijden, als op een beperking. De verplichting dat de terrassen een uur eerder dicht moeten dan de inrichting, is komen te vervallen. In de praktijk gaf dit onduidelijkheid voor bezoekers en bemoeilijkte dit de handhaafbaarheid. Het is niet toegestaan gedurende het ‘uitloopuur’ nog bezoekers op de terrassen te hebben.

     

  • E.

    De toelichting op Artikel 2:74a komt te luiden als volgt:

    Druggebruikers kunnen hun (hard) drugs gebruiken, of daartoe voorbereidingen treffen, in het openbaar. Dit veroorzaakt gevoelens van onbehagen en onveiligheid bij het publiek. Op basis van dit artikel kan de politie overgaan tot aanhouding van de betrokken gebruikers of deze van bepaalde - bij hen favoriete - plekken wegsturen. Ook kan de politie de voorwerpen waarmee de overtreding wordt gepleegd (hulpmiddelen, drugs) strafrechtelijk in beslag nemen.

    Het in dit artikel gestelde verbod is in beginsel gerelateerd aan het (openlijk) gebruik van drugs en richt zich dus tot de druggebruikers. Het verbod geldt niet indien er sprake is van medicinaal gebruik van hennep, mits een doktersverklaring getoond kan worden.

     

    Dat het artikel alleen ziet op het gebruik van drugs heeft ook te maken met de uitspraak van de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State van 13 juli 2011 [zaaknummer 201009884/1/H3]. Een verbodsbepaling in de APV die ziet op het gebruik van drugs op de openbare weg blijft wenselijk. Voor een gemeentelijke verbodsbepaling is volgens de Afdeling geen ruimte, indien deze handelingen reeds verboden zijn op grond van artikel 3, aanhef en onder c, van de Opiumwet en strafbaar gesteld op grond van artikel 11, eerste lid, van de Opiumwet.

    Op grond van de huidige redactie van artikel 2:74a bestaat er geen overlap met de artikel 2 en 3 van de Opiumwet. En dergelijke strafbepaling in de APV is gerechtvaardigd en niet in strijd met bovengenoemde uitspraak van de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State, nu het artikel enkel ziet op het gebruik van drugs.

     

  • F.

    De eerste alinea van de toelichting op artikel 2:67 wordt aangevuld met de volgende bepaling:

    Dit gewaarmerkte register kan ook een door de burgmeester of namens de burgemeester gewaarmerkt digitaal register zijn.

     

  • G.

    Te bepalen dat dit besluit tot wijziging en aanvulling van de Algemene Plaatselijke Verordening Ommen 2014 in werking treedt op de dag volgend op die van de bekendmaking.

 

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de raad van de gemeente Ommen d.d. 23 maart 2017

De raad voornoemd,

De griffier,

J.A.R. Tenkink

De voorzitter,

Mr. M. Boumans MBA MPM

Naar boven