Gemeenteblad van Haarlemmermeer
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Haarlemmermeer | Gemeenteblad 2017, 519 | Verordeningen |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Haarlemmermeer | Gemeenteblad 2017, 519 | Verordeningen |
Reglement van Orde voor de vergaderingen en andere werkzaamheden van de gemeenteraad van Haarlemmermeer
HOOFDSTUK 2 Toelating van nieuwe leden; benoeming wethouders; fracties, zelfstandige leden en groepen
De leden van de raad, die door het centraal stembureau op dezelfde kandidatenlijst verkozen zijn verklaard, worden bij de aanvang van de zitting, als bedoeld in artikel 18 Gemeentewet, als één fractie beschouwd. Is onder een lijstnummer slechts één lid verkozen, dan wordt dit lid als een afzonderlijke fractie beschouwd.
Indien boven de kandidatenlijst een aanduiding was geplaatst, voert de fractie in de raad deze aanduiding als naam. Indien geen aanduiding boven de kandidatenlijst was geplaatst, deelt de fractie in de eerste vergadering van de raad, als bedoeld in artikel 18 Gemeentewet, aan de voorzitter mee welke naam deze fractie in de raad wil voeren.
Paragraaf 1: tijdstip van vergaderen; voorbereiding; stukken
Het presidium kan voorstellen of onderwerpen die nog niet op de voorlopige agenda van raadsvergadering of raadssessies geplaatst zijn, op de Strategische RaadsAgenda (SAR) opnemen. Over deze voorgestelde Strategische RaadsAgenda besluit de Raad bij, en in samenhang met, de Voorjaarsrapportage en bij de Begrotingsbehandeling”.
Artikel 12 Ingekomen stukken en sessieverzoeken
Stukken ter kennisname aan de raad en brieven en andere ingekomen stukken aan de raad die niet door het presidium voor bespreking zijn geagendeerd, worden vermeld op afzonderlijke lijsten. De voorstellen van het presidium voor de wijze van afdoening van de stukken worden vermeld op de lijsten. Deze lijsten worden digitaal aan alle raadsleden toegezonden.
De brieven en ter kennisname stukken worden aan de fractievoorzitters, het zelfstandig lid of de leden en de voorzitter(s) van een zelfstandige groep toegezonden, ter inzage op de fractiekamers gelegd en kunnen door alle raadsleden en commissieleden in digitale vorm aangevraagd worden bij de griffie.
3.1 Het presidium kan besluiten om ingekomen brieven aan de raad te anonimiseren voordat deze openbaar worden gemaakt als de briefschrijver hierom verzoekt en er zwaarwegende motieven aan ten grondslag liggen.
3.2 Het presidium kan besluiten om namen van personen die worden genoemd in brieven te anonimiseren, indien het belang van bescherming van de privacy of goede naam van de betrokken persoon of personen dit vereist.
3.3 Het presidium kan besluiten om brieven waarin informatie is opgenomen waarop geheimhouding rust al dan niet geanonimiseerd te vermelden op de lijst met ingekomen stukken. De brief is dan niet openbaar en wordt derhalve niet ter openbare inzage aangeboden. Alleen raadsleden kunnen het stuk inzien.
3.4 Voor alle in lid 3.1, 3.2 en 3.3. genoemde brieven geldt dat deze met behoud van alle gegevens voor de raadsleden ter inzage liggen op de griffie, voor een periode van vier (4) weken. Alleen raadsleden kunnen op verzoek een gewaarmerkte kopie van deze stukken ontvangen.
De voorzitter van de vergadering bekijkt op donderdagmiddag de voorgestelde wijzigingen op de ingekomen stukken. Wijzigingen die worden gesteund door fracties, zelfstandige leden en groepen die gezamenlijk 13 of meer raadsleden vertegenwoordigen, worden ingewilligd. Daarnaast kan de voorzitter op inhoudelijke gronden een wijzigingsvoorstel overnemen.
1. (Wijzigings)voorstellen die zich richten op de behandeling van een onderwerp in een raadssessie of raadsdebat worden tijdens de behandeling van dit sessieverzoek door de indiener toegelicht. Bij voorstellen die worden gesteund door fracties, zelfstandige leden en groepen die gezamenlijk 13 of meer raadsleden vertegenwoordigen, krijgt de indiener maximaal vier weken gelegenheid een motivatie aan te leveren. Wanneer de motivatie niet binnen deze termijn is aangeleverd, vervalt het sessieverzoek.
Artikel 13 Ter inzage leggen van stukken
Stukken, die ter toelichting van de onderwerpen of voorstellen op de agenda dienen, worden gelijktijdig met het verzenden van de schriftelijke oproep voor een ieder op het gemeentehuis ter inzage gelegd in de gemeentelijk informatiecentrum. De voorzitter maakt van de ter inzagenlegging melding in de openbare kennisgeving bedoeld in artikel 11. Indien na het verzenden van de schriftelijke oproep stukken ter inzage worden gelegd, wordt hiervan mededeling gedaan aan de leden van de raad en zo mogelijk in een openbare kennisgeving.
Verslagen worden geacht te zijn vastgesteld tenzij een raadslid of iemand anders die in de betreffende vergadering het woord heeft gevoerd, binnen 10 werkdagen na verzending per e-mail bij de griffier aangeeft wijzigingen te wensen, waarbij een tekstvoorstel wordt gedaan. De voorgestelde wijzigingen worden in dat geval per e-mail aan de leden van de raad gestuurd.
Paragraaf 2: Orde der vergadering; spreken; beraadslagingen
Bij binnenkomst in de vergaderzaal tekent ieder lid van de raad onmiddellijk de presentielijst. Bij binnenkomst na aanvang van de vergadering wordt de aanwezigheid van het raadslid tevens formeel kenbaar gemaakt aan de voorzitter.
Bij vertrek voor de sluiting van de raadsvergadering meldt het raadslid zich formeel af bij de voorzitter.
De leden van de raad en overige aanwezigen conform artikel 24 spreken vanaf hun plaats of van de spreekplaats en richten zich tot de voorzitter. In een raadsdebat wordt in de eerste termijn vanaf het spreekgestoelte gesproken. Voor interrupties wordt van de interruptiemicrofoons gebruik gemaakt. In de tweede termijn wordt het debat via de interruptiemicrofoons gevoerd.
Artikel 20 aantal spreektermijnen
Tenzij het presidium anders besluit worden raadsdebatten opgedeeld in twee spreektermijnen. De eerste termijn heeft tot doel het politieke standpunt van de fractie, het zelfstandige lid of de zelfstandige groep uit te spreken. De tweede termijn heeft tot doel op elkaars standpunten te reageren en hierover met elkaar in debat te gaan.
Elke fractie, zelfstandig lid en zelfstandige groep krijgt een gelijk aantal basisminuten. Het college krijgt, indien betrokken bij de beraadslagingen, 15% van de totale spreektijd. De resterende tijd wordt naar rato van het aantal raadsleden per fractie, zelfstandig lid en zelfstandige groep toegekend.
Spreektijden worden als ordeningsprincipe per zaal en per fractie, zelfstandig lid of zelfstandige groep, verdeeld over de gehele avond. Indien een fractie, zelfstandig lid of zelfstandige groep de eigen spreektijden wil wijzigen binnen deze ordening, wordt hier de woensdag voor de desbetreffende raads- of sessievergadering, voor 12.00 uur, melding van gedaan.
Artikel 22 Handhaving orde; schorsing
Indien een spreker zich beledigende of onbetamelijke uitdrukkingen veroorlooft, afwijkt van het in behandeling zijnde onderwerp, een andere spreker herhaaldelijk interrumpeert, dan wel anderszins de orde verstoort, wordt hij door de voorzitter tot de orde geroepen. Indien de betreffende spreker hieraan geen gevolg geeft, kan de voorzitter hem gedurende de vergadering waarin zulks plaats heeft, over het aanhangige onderwerp, het woord ontzeggen.
Op verzoek van een lid van de raad of op voorstel van de voorzitter kan de raad besluiten de beraadslaging voor een door hem te bepalen tijd te schorsen teneinde het college of de leden de gelegenheid te geven tot onderling nader beraad. De beraadslagingen worden hervat nadat de schorsingsperiode verstreken is.
Het inspreekrecht heeft tot doel inwoners, instellingen en andere belanghebbenden bij het gemeentelijk beleid en bestuur toegang tot de raad, in zijn vergadering, te geven.
2.1. Het inspreekrecht kan worden benut ten behoeve van onderwerpen die de raad rechtstreeks aangaan.
2.2 Raadsleden kunnen naar aanleiding van de informatie uit de inspraak direct vragen aan het college stellen.
2.3 Voor de inspreker(s) wordt zoveel als mogelijk direct duidelijkheid gegeven over het gevolg van hun inspraak.
Tijdens het Vragenuur (zie artikel 33) kunnen anderen dan deelnemers aan de vergadering, zoals bedoeld in artikel 24, inspreken over niet-geagendeerde onderwerpen. Ingezonden brieven aan de raad vallen niet in de categorie geagendeerde onderwerpen. De verzender van een brief aan de raad kan tijdens het Vragenuur nadere toelichting geven door in te spreken.
Elke inspreker krijgt maximaal vijf minuten het woord. De voorzitter verdeelt de spreektijd evenredig over de sprekers als de totaal beschikbare spreektijd daar aanleiding toe geeft. De voorzitter kan tevens in bijzondere gevallen afwijken van de maximale lengte van de spreektijd. Naar oordeel van de voorzitter kan per onderwerp de spreektijd per persoon worden gelimiteerd.
Ieder lid van de raad kan tot de aanvang der stemmingen schriftelijke, ondertekende, amendementen bij de voorzitter indienen. Een amendement dient om een ontwerpbeslissing van een geagendeerd voorstel in één of meer onderdelen te splitsen, om beslispunten te verwijderen, te wijzigen of beslispunten toe te voegen, waarover vervolgens afzonderlijke besluitvorming plaatsvindt. Alleen beraadslaagd kan worden over amendementen die ingediend zijn door leden van de raad, die de presentielijst getekend hebben en in de vergadering aanwezig zijn.
Artikel 30a RekenKamerCommissie voorstel
Voorstellen met betrekking tot RKC onderzoeken worden onder verantwoordelijkheid van de voorzitter van de raad geschreven en ingediend. Behandeling kent in ieder geval een raadsdebat als onderdeel.
Artikel 30 b Raadsverzoek RekenKamerCommissie
De gemeenteraad kan, bij reguliere meerderheid, de RekenKamerCommissie een formeel onderzoeksverzoek doen. De RekenKamerCommissie, die binnen haar eigen, wettelijke onafhankelijkheid tot besluitvorming komt, neemt na het besluit in de gemeenteraad een beargumenteerd standpunt in omtrent het verzoek. Dit besluit wordt binnen een termijn van 6 weken na het raadsverzoek met de gemeenteraad gecommuniceerd.
Het verzoek tot het houden van een interpellatie wordt, behoudens in naar het oordeel van de voorzitter spoedeisende gevallen, uiterlijk de woensdagmiddag 18.00 uur voor de vergadering schriftelijk, via de griffie, bij de voorzitter ingediend. Het verzoek bevat een duidelijke omschrijving van het onderwerp waarover inlichtingen worden verlangd alsmede de te stellen vragen.
De voorzitter brengt de inhoud van het verzoek zo spoedig mogelijk ter kennis van de overige leden van de raad en het college. Tijdens het vaststellen van de agenda van de eerstvolgende vergadering na indiening van het verzoek wordt het verzoek in stemming gebracht. De raad beslist of de interpellatie gehouden mag worden. De interpellatie wordt gehouden aan het begin van het Vragenuur (zie artikel 33).
Elke fractie, zelfstandig lid of zelfstandige groep kan over actuele politieke en/of maatschappelijke ontwikkelingen en over de voortgang in bepaalde zaken in het kader van het Vragenuur vragen stellen aan het college, de burgemeester of andere Raadsleden, tenzij de desbetreffende aangelegenheid al op de raadsagenda is vermeld of is geagendeerd voor een raadssessie.
Fracties, zelfstandige leden en groepen die gebruik willen maken van de mogelijkheid tot het stellen van vragen geven dit tijdig voor aanvang van de vergadering via de griffie aan bij de waarnemend voorzitter. Zij geven daarbij tenminste een omschrijving van het onderwerp waar de vragen betrekking op hebben.
Artikel 34 Informatieve vragen
Informatieve vragen zijn een instrument voor raadsleden om over een onderwerp inlichtingen als bedoeld in de artikelen 169, lid 3 en 180, lid 3 van de wet van het college te verkrijgen, in aanvulling op de in artikel 31, 32 en 33 genoemde mogelijkheden. Een verzoek daartoe wordt schriftelijk ingediend bij het college of de burgemeester.
HOOFDSTUK 5 Begroting en rekening
Artikel 35 Procedure begroting
Onverminderd het bepaalde in de wet geschiedt de voorbereiding, het onderzoek, de behandeling en de vaststelling van de begroting volgens een procedure die de raad heeft vastgesteld in de Financiële verordening.
Artikel 36 Inhuur deskundigheid
De raad heeft een onderzoeksbudget tot zijn beschikking voor het inhuren van deskundigheid ter versterking van de sturende en controlerende rol van de raad. Dit onderzoeksbudget kan worden ingezet voor het inhuren van (externe) deskundigheid voor complexe dossiers of vraagstukken, voor het beoordelen van plannen of voor het uitvoeren van contra-expertise.
Artikel 37 Procedure jaarrekening
Onverminderd het bepaalde in de wet geschiedt de voorbereiding en het onderzoek van de jaarrekening en het jaarverslag, alsmede de vaststelling van de jaarrekening en van een eventueel indemniteitsbesluit volgens een procedure die de raad heeft vastgesteld in de Financiële verordening.
HOOFDSTUK 6 Lidmaatschap van andere organisaties
Artikel 38 Verslag; verantwoording
Een lid van de raad, een wethouder, de burgemeester of de secretaris, die door de gemeenteraad is aangewezen tot lid van het algemeen bestuur van een openbaar lichaam of van een ander gemeenschappelijk orgaan, ingesteld op grond van de Wet gemeenschappelijke regelingen, heeft het recht tijdens een vergadering verslag te doen over zaken die in het algemeen bestuur als bedoeld aan de orde zijn. Als hierover geen besluit is genomen door het presidium, bepaalt de voorzitter op welk moment van de vergadering dit plaatsvindt. Als de raad bespreking van dit verslag wenst, kan de voorzitter het presidium verzoeken dit voor een raadssessie te agenderen.
Wanneer een lid van de raad een persoon als bedoeld in het eerste lid ter verantwoording wenst te roepen over zijn wijze van functioneren als zodanig, besluit de raad over het toestaan daarvan. De regels voor het vragen van inlichtingen, vastgesteld in artikel 34, zijn van overeenkomstige toepassing.
Nadat de beraadslaging over alle onderwerpen - met uitzondering van de onderwerpen die worden aangehouden tot een volgende bijeenkomst - is gesloten, vindt de eerstvolgende raadsvergadering stemming plaats. Op voorstel van het presidium, een fractie, een zelfstandig lid, een zelfstandige groep of van de raadsvoorzitter kan de raad beslissen diezelfde avond te stemmen.
Artikel 40 Algemene bepalingen over stemming
Heeft een lid zich bij het uitbrengen van zijn stem vergist, dan kan hij deze vergissing nog herstellen voordat het volgende lid gestemd heeft. Bemerkt het lid zijn vergissing pas later, dan kan hij nadat de voorzitter de uitslag van de stemming bekend heeft gemaakt wel aantekening vragen dat hij zich heeft vergist; in de uitslag van de stemming brengt dit echter geen verandering.
Artikel 41 Hoofdelijke stemming
Alvorens de aangekondigde onderwerpen aan de orde te stellen deelt de voorzitter mede, bij welk lid van de raad de hoofdelijke stemming zal beginnen. Daartoe wordt bij loting een volgnummer van de presentielijst aangewezen; bij het daar genoemde lid begint de hoofdelijke stemming.
Artikel 43 Stemming over personen
Het stembureau onderzoekt of het aantal ingeleverde stembriefjes gelijk is aan het aantal leden dat ingevolge het tweede lid verplicht is een stembriefje in te leveren. Wanneer de aantallen niet gelijk zijn worden de stembriefjes vernietigd zonder deze te openen en wordt een nieuwe stemming gehouden.
Artikel 44 Herstemming over personen
Wanneer bij de eerste stemming niemand de volstrekte meerderheid heeft verkregen, wordt tot een tweede stemming overgegaan. Deze stemming vindt plaats tussen de twee personen, die bij de eerste stemming de meeste stemmen op zich hebben verenigd. Zijn bij de eerste stemming de meeste stemmen over meer dan twee personen verdeeld, dan wordt bij een tussenstemming uitgemaakt tussen welke twee personen de tweede stemming zal plaatshebben.
HOOFDSTUK 8 Besloten vergadering
Geheimhouding ten aanzien van stukken die aan de raad of aan leden van de raad overlegd worden kan conform art. 25, lid 2 van de wet eveneens worden opgelegd door het college, de burgemeester of een commissie. Daarvan wordt op de stukken melding gemaakt. Volgens art. 25, lid 3 vervalt deze geheimhouding indien de geheimhouding niet door de raad in zijn eerstvolgende vergadering wordt bekrachtigd of indien het orgaan dat de geheimhouding oplegt deze opheft. Bekrachtiging van de geheimhouding geschiedt middels een formeel raadsbesluit. Daartoe wordt het betreffende stuk, zodra het bij de griffie binnenkomt, met een raadsvoorstel voor bekrachtiging van de geheimhouding aan alle raadsleden toegestuurd. Het bekrachtigingsbesluit wordt behandeld in de eerstvolgende raadsvergadering.
De raad kan besluiten de geheimhouding bedoeld in lid 1, en de geheimhouding na bekrachtiging zoals bedoeld in lid 2, op te heffen.
Indien de raad op grond van artikel 25, derde en vierde lid, artikel 55, tweede en derde lid, of artikel 86, tweede en derde lid, van de wet voornemens is de geheimhouding op te heffen wordt, indien daarom wordt verzocht door het orgaan dat geheimhouding heeft opgelegd, in een besloten vergadering het desbetreffende orgaan in de gelegenheid gesteld zijn wensen en opvattingen ter kennis van de raad te brengen.
HOOFDSTUK 9 Toehoorders en pers
Artikel 50 Geluid- en beeldregistraties
Degenen die in de vergaderzaal tijdens de raadsvergadering geluid- dan wel beeldregistraties willen maken, doen hiervan mededeling aan de voorzitter en gedragen zich naar zijn aanwijzingen.
In de vergaderzalen van de raad gelden voorschriften die zijn vastgelegd in 'Het protocol beeld- en geluidregistraties tijdens raadsvergaderingen en raadsessies Haarlemmermeer'.
Bij besluit van de raad nr.2016/1522320 zijn de wijzigingen op dit Reglement van Orde vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 19 mei 2016.
de voorzitter,
Th.L.N. Weterings
De griffier,
J. van der Rhee
Toelichting op reglement van orde voor de vergadering van de gemeenteraad van Haarlemmermeer
De Kieswet en de Gemeentewet kennen het begrip fractie niet en worden hier zodoende gedefinieerd. In de Gemeentewet in artikel 33, tweede lid, wordt wel uitgegaan van het bestaan van in de raad vertegenwoordigde groeperingen. Bij de aanvang van de eerste zitting van de nieuwe raad na de verkiezingen, worden de leden die op dezelfde lijst hebben gestaan, als één fractie beschouwd. AIs onder een lijstnummer slechts één lid verkozen is, dan wordt dit lid als een afzonderlijke fractie beschouwd. De fractie gebruikt in de vergadering van de raad de aanduiding die zij boven de kandidatenlijst had staan. Op deze wijze is de relatie tussen de fractie in de raad en de aanduiding op de kandidatenlijst bij de verkiezingen voor de burger duidelijk. In de begripsomschrijving voor fractie wordt hierbij aangesloten. Indien één of meerdere leden van de raad zich afsplitsen van een fractie, wordt deze, in lijn met artikel 33 van de Gemeentewet, niet beschouwd als een fractie, maar als een zelfstandig lid (indien één lid van de raad zich afsplitst) of een zelfstandige groep (indien meerdere leden van de raad zich afsplitsen en zich vervolgens verenigen).
De burgemeester is voorzitter van de raad. Artikel 125, derde lid, van de Grondwet en artikel 9 van de wet schrijven dit dwingend voor. De burgemeester heeft het recht op grond van artikel 21 van de Gemeentewet in de vergadering aan de beraadslaging deel te nemen. Als voorzitter zorgt hij onder andere voor de handhaving van de orde in de vergadering.
Vervanging van de voorzitter is geregeld in artikel 77 van de Gemeentewet.
Op basis van Gemeentewet artikel 107 b en d.
Een zelfstandig lid of voorzitter van en zelfstandige groep krijgt de informatie uit het Seniorenconvent die voor zijn functioneren als raadslid benodigd is.
De wijze van benoemen is vastgelegd in het raadsbesluit Herziening vergaderstelsel gemeenteraad (04/209).
Artikel 6 Onderzoek geloofsbrieven; beëdiging
Met de geloofsbrief geeft de voorzitter van het centraal stembureau aan de benoemde kennis van zijn benoeming. Bij deze brief moeten enkele in de Kieswet vereiste stukken worden gevoegd, waaruit blijkt, dat de benoemde voldoet aan de eisen om als lid van de raad toegelaten te kunnen worden. Het onderzoek van de geloofsbrieven moet in een openbare vergadering gebeuren.
Ingevolge artikel V4 van de Kieswet beslist de raad over de toelating van zijn leden. Daarbij is er een verschil in de procedure bij de samenstelling van een nieuwe raad of bij de vervulling van een tussentijdse vacature. De tekst van de eed of verklaring en belofte die een raadslid bij het aanvaarden van het raadslidmaatschap moet afleggen, is in artikel 14 van de Gemeentewet vastgelegd.
De Gemeentewet kent het begrip “fractie” niet maar gaat onder andere in artikel 33, tweede lid, wel uit van het bestaan van in de raad vertegenwoordigde groeperingen. Bij de aanvang van de eerste zitting van de nieuwe raad na de verkiezingen, worden de leden die op dezelfde lijst hebben gestaan, als één fractie beschouwd. De fractie gebruikt in de vergadering van de raad de aanduiding die zij boven de kandidatenlijst had staan. Op deze wijze is de relatie tussen de fractie in de raad en de aanduiding op de kandidatenlijst bij de verkiezingen voor de burger duidelijk.
Het kan voorkomen dat in de loop van een zittingsperiode leden een fractie voor een andere fractie verlaten. In een dergelijk geval vindt er een verandering in de samenstelling van de fractie plaats. Als dit het geval is, deelt de fractie dit aan de voorzitter mede. Bij samenvoeging van twee fracties, wordt hiervan afgeweken en wordt een combinatienaam geadviseerd die recht doet aan de aanduidingen die boven de kandidatenlijsten hebben gestaan.
Artikel 7a Zelfstandig lid of zelfstandige groep
Het kan voorkomen dat in de loop van een zittingsperiode leden een fractie verlaten en verder gaan als zelfstandig lid of (zich aansluiten bij) een zelfstandig lid of zelfstandige groep. Bij de vorming van een zelfstandig lid of een zelfstandige groep is er voor de burger geen sprake meer van een relatie tussen de naamgeving van de fractie in de raad en de aanduiding op de kandidatenlijst van de burger. Om de herkenbaarheid van een afsplitsing te verhelderen, vindt de naamgeving van een zelfstandig lid of een zelfstandige groep op uniforme wijze plaats.
Ingevolge artikel 17 van de Gemeentewet vergadert de raad zo vaak hij daartoe heeft besloten en voorts indien de burgemeester het nodig oordeelt of indien ten minste een vijfde van het aantal leden van de raad schriftelijk met opgave van redenen daarom vraagt.
Lid 3: In beginsel worden de onderwerpen die op een avond niet meer behandeld kunnen worden, doorgeschoven naar de eerst volgende vergadering. De raad kan hiervan afwijken en besluiten om de beraadslaging op een te bepalen andere moment te laten plaatsvinden. Daarnaast kan de voorzitter besluiten het lopende agendapunt af te ronden.
Lid 1: Het presidium vergadert op de donderdagen tussen de raadsvergaderingen in en verzendt dan de agenda’s voor de raadsvergadering van 3 weken later.
Lid 2: Met deze agenda’s worden alle voorstellen en stukken meegestuurd die horen bij nieuwe punten op deze agenda’s. Als tijdens een raadssessie of raadsvergadering is besloten tot wijzigingen die gevolgen hebben voor al verstuurde agenda’s worden op de dag nadat tot wijziging besloten is, gewijzigde agenda’s verstuurd.
Stukken behorend bij de agenda’s worden maar 1 keer verstuurd. Dat gebeurt zodra ze beschikbaar zijn en voor het eerst op een agenda worden vermeld.
De Strategische Agenda van de Raad (SAR) wordt eens per kwartaal door het presidium aan de raad toegestuurd.
Lid 1 en 2: Het presidium stelt de agenda voorlopig vast. Het presidium deelt de onderwerpen voor debat in in clusters. Elk cluster vormt een tijdsblok met een begin- en eindtijd. Op deze manier is het duidelijk voor de raadsleden, ambtenaren, leden van de pers en burgers welke onderwerpen op welk tijdstip aan bod komen.
Lid 3: Raadsdebat vindt plaats over onderwerpen die aan de volgende vereisten voldoen:
het onderwerp is van politiek gewicht
het onderwerp kent duidelijke politieke geschilpunten
over het onderwerp is een duidelijke uitspraak van (een meerderheid van) de raad nodig; dit kan zowel in de vorm van een besluit als bijvoorbeeld een motie zijn
de raad beschikt over voldoende informatie om het debat te kunnen voeren; eventuele vragen zijn op een eerder moment al beantwoord
Lid 5: De raad heeft de mogelijkheid om wijzigingen aan te brengen in de agenda’s (korte en lange termijn) zoals voorgesteld door het presidium. Wijzigingen hebben alleen betrekking op de planning en agendering. Wijzigingen worden schriftelijk afgehandeld, maar vastgesteld tijdens de raadsvergadering.
Artikel 11 Openbare kennisgeving
Met dit artikel wordt invulling gegeven aan het voorschrift van artikel 19, tweede lid, van de Gemeentewet.
Artikel 12 Ingekomen stukken en sessieverzoeken
Bespreking van ingekomen stukken vindt in principe plaats in een raadssessie. Het stuk kan worden toegevoegd aan een al ingeplande sessie of er kan door het presidium een nieuwe sessie voor worden georganiseerd. Voorstellen tot wijziging van de afhandelingsvoorstellen op de Lijst ingekomen stukken / brieven ter kennisname worden schriftelijk afgehandeld, maar vastgesteld in de raadsvergadering.
De indiener van een sessieverzoek krijgt -bij voldoende steun- maximaal vier weken gelegenheid om een motivatie aan te leveren bij het presidium. Wanneer na vier weken geen motivatie is aangeleverd, vervalt het sessieverzoek. Desgewenst kan het vervallen sessieverzoek opnieuw ingebracht worden in de raad. In dat geval is opnieuw steun nodig van ten minste 13 raadsleden.
Artikel 13 Ter inzage leggen van stukken
In dit artikel gaat het om de zogenaamde “achterliggende” stukken waarvan vaak in de raadsvoorstellen melding wordt gemaakt (ambtelijke adviezen, toelichtende nota’s etc.).
Er is gekozen voor het stilzwijgend vaststellen van verslagen: als geen van de deelnemers aan een vergadering binnen de vastgestelde termijn om een wijziging vraagt, is het verslag na het aflopen van die termijn automatisch vastgesteld. Wordt wel om een wijziging gevraagd, dan wordt in een raadsvergadering alleen over de gevraagde wijzigingen gesproken, zodat het verslag daarna kan worden vastgesteld.
De handtekeningen op de presentielijst zijn bedoeld om formeel vast te stellen, dat het vergaderquorum aanwezig is. De lijst kan niet dienen om het stemquorum vast te stellen; daarvoor geldt artikel 29 van de wet.
Dit artikel behoeft geen toelichting.
Artikel 17 Opening vergadering, quorum
De vergadering kan beginnen, indien meer dan de helft van het aantal zitting hebbende raadsleden aanwezig is. Artikel 20 GW voorziet in een procedure voor een tweede vergadering indien het vereiste aantal leden niet op komt dagen.
Dit artikel behoeft geen toelichting.
Het gaat hierbij niet om interrupties (zie artikel 22).
Artikel 20 Aantal spreektermijnen
Indien de raad van mening is, dat na de tweede termijn verdere beraadslaging nodig is, kan hij daartoe uitdrukkelijk besluiten.
De beraadslaging over een motie (die betrekking heeft op een onderwerp dat op de agenda staat) vindt niet plaats in afzonderlijke termijnen, maar gelijktijdig met de beraadslaging over het betreffende, aan de orde zijnde onderwerp.
Lid 4a: Aangezien de raadssessies deelvergaderingen zijn van een commissie, vallen hier ook raadssessies onder.
Lid 3: met indiener(s) worden zowel collegeleden bedoeld als raadsleden of raadswerkgroepen die een (initiatief)voorstel hebben ingediend. Collegeleden krijgen in de regel 15% van de totale spreektijd.
Artikel 22 Handhaving orde; schorsing
Lid 2: conform GW artikel 26 lid 3 kan de voorzitter in voorkomende gevallen een lid zelf het verdere verblijf in de vergadering ontzeggen.
Het geven van tekenen van goed- of afkeuring worden als verstoringen van de orde beschouwd. Voor wat betreft het handhaven van de orde op de publieke tribune wordt verwezen naar artikel 48 van dit reglement.
Lid 3: handhavingartikel op basis waarvan de voorzitter de vastgelegde spreektijden en tijdsblokken kan bewaken
Lid 5: basis hiervoor is de planning zoals vastgelegd in de oplegnotitie
Teneinde de vergaderduur niet te zeer te verlengen wordt over een voorstel dat in onderdelen of artikelen is verdeeld, in principe in zijn geheel beraadslaagd. In het eerste lid is een uitzonderingsmogelijkheid opgenomen.
Artikel 24 Deelname aan de beraadslaging door anderen
Er is een duidelijk onderscheid tussen artikel 24 en 25. In dat laatste artikel is geen sprake van deelnemen aan de beraadslagingen.
Deelnemen aan beraadslagingen houdt in dat inhoudelijk kan worden meegesproken. De deelnemer heeft geen stemrecht, kan geen ordevoorstel indienen en spreekt niet mee over ordevoorstellen of over eventuele verdere stappen in de behandeling van een voorstel of discussiepunten voor het debat.
Inspreken vindt plaats bij aanvang van het betreffende tijdsblok.
De voorzitter kan de volgorde van de agenda binnen het tijdsblok wijzigen, bijvoorbeeld wanneer meerdere onderwerpen geagendeerd zijn.
Toegevoegd is de mogelijkheid voor burgers om tijdens het Vragenuur in te spreken over niet geagendeerde onderwerpen. Ingezonden brieven aan de raad vallen niet in de categorie geagendeerde onderwerpen.
Leden van de raad kunnen aan de raad wijzigingen (in de vorm van splitsen, verwijderen, wijzigen of toevoegen van een beslispunt) op de ontwerpbeslissing of ontwerpverordening uit het voorstel van het college voorstellen, de zogenaamde amendementen. Wanneer een amendement is ingediend, kan dit voor een ander raadslid aanleiding zijn op dit amendement nog weer een wijziging voor te stellen, het subamendement. Een (sub)amendement kan ingediend worden op een ontwerpbeslissing of ontwerpverordening die aanhangig is. De beraadslaging over het (sub)amendement vindt plaats in ten hoogste twee termijnen.
Voor wat betreft de stemming over amendementen wordt verwezen naar artikel 41. Voorstel tot splitsing van een voorgestelde beslissing kan, indien aangenomen, meebrengen dat één (onderdeel van een) oorspronkelijk beslispunt wel en een ander niet wordt aanvaard.
Onder schriftelijk indienen wordt eveneens verstaan per e-mail.
Een motie is een voorstel tot het doen van een uitspraak. Het kan gaan om het uitspreken van een wens (van inhoudelijke, politieke, procedurele aard) of het uitspreken van instemming dan wel afkeuring over bepaalde ontwikkelingen. Een motie betreft dus niet een concreet besluit dat op rechtsgevolg is gericht; een motie heeft geen juridische, maar een politieke betekenis. Daarom zijn burgemeester en wethouders formeel niet aan een motie gebonden of tot uitvoering ervan verplicht. Wel kan het naast zich neerleggen van een motie door het college leiden tot een vertrouwensbreuk tussen raad en college en hieruit kan het college dan zijn consequentie trekken.
Voor wat betreft de besluitvormingsprocedure omtrent een motie wordt opgemerkt, dat over een motie een apart besluit wordt genomen. Voor de beraadslaging over een motie over een aanhangig onderwerp geldt, dat deze niet plaatsvindt in afzonderlijke termijnen, maar gelijktijdig met de beraadslaging over het onderwerp, waarop de motie betrekking heeft.
Onder schriftelijk indienen wordt eveneens verstaan per e-mail.
Artikel 28 Voorstellen van orde
De voorzitter legt aan de raad ter beslissing voor of er inderdaad sprake is van een voorstel van orde. Over een voorstel van orde wordt direct, zonder beraadslaging, besloten door de raad. Indien het gaat om een niet geagendeerd voorstel, dient de procedure van een initiatiefvoorstel gevolgd te worden (artikel 29).
Het is de taak van burgemeester en wethouders aan de raad de nodige voorstellen te doen. Maar raadsleden kunnen ook zelf een voorstel voor een ontwerp-verordening of ontwerp-beslissing doen. Hiervoor is het recht van initiatief toegekend. Een voorstel voor een ontwerp-verordening moet de raad in behandeling nemen. Voor andere initiatiefvoorstellen is geen verplichte behandeling voorgeschreven. Dit betekent dat de raad (aanvullende) voorwaarden kan stellen aan het in behandeling nemen van een ander initiatiefvoorstel. Het presidium besluit over de wijze van behandelen. Het college van B&W krijgt conform Gemeentewet (art. 147a) de tijd om wensen en bedenkingen kenbaar te maken. Het presidium kan het initiatiefvoorstel al agenderen voordat het college wensen en bedenkingen kenbaar heeft gemaakt, onder de voorwaarde dat het raadsbesluit na de reguliere termijn voor wensen en bedenkingen valt. Onder schriftelijk indienen wordt eveneens verstaan per e-mail.
Indien dit niet in dezelfde raadsvergadering door de raad geregeld is, bepaalt het presidium wanneer het voorstel voor een verordening of ander voorstel, dat door het college verder voorbereid is, opnieuw behandeld wordt.
Artikel 30a RekenKamerCommissie voorstel
Naar aanleiding van de evaluatie van de Rekenkamercommissie in 2010 is besloten dat de rol van de RKC ophoudt bij het opleveren van de onderzoeksresultaten.
De uitkomsten van onderzoek, eventuele adviezen en aanbevelingen worden in een raadsdebat behandeld. Wanneer bij een RKCrapport een raadsvoorstel geagendeerd wordt zal dit voorstel worden opgesteld door, en ingediend onder verantwoordelijkheid van de voorzitter van de raad. Hiermee wordt de verbindende rol van de voorzitter van de raad versterkt, worden de betreffende raadsvoorstellen onder zijn procesverantwoordelijkheid gebracht en wordt concreet onderscheid gemaakt tussen het domein van de RKC (onderzoek) en het domein van de raad (politiek).
Dit artikel is toegevoegd naar aanleiding van de evaluatie Rekenkamercommissie. Het evaluatierapport is op 10 juni 2010 in de gemeenteraad vastgesteld.
Dit artikel stelt nadere regels aan artikel 155 van de Gemeentewet. Het interpellatierecht ligt in het verlengde van het mondelinge vragenrecht. Het gaat om een recht van een volksvertegenwoordiger om tijdens een vergadering over een niet-geagendeerd onderwerp inlichtingen aan het college of de burgemeester te vragen. Daarvoor is verlof van de raad nodig. Onder schriftelijk indienen wordt eveneens verstaan per e-mail.
Artikel 32 Schriftelijke vragen
In de hier aangegeven procedure wordt de vragensteller in de gelegenheid gesteld nadere inlichtingen over het antwoord te vragen aan degene die het antwoord heeft gegeven. Indien de vragensteller van mening is, dat de beantwoording van de vragen tot een besluit van de raad moet leiden, kan hij het recht van initiatief of het interpellatierecht benutten om het onderwerp of het voorstel op de agenda van de raad te krijgen.
Schriftelijke vragen kunnen zowel op papier als per e-mail worden ingediend.
Ten opzichte van het Reglement van Orde 2004 is de actualiteitenrondvraag verbreed naar een Vragenuur, waarin eveneens interpellaties, moties vreemd aan de orde van de dag, voortgangsvragen en inspraak van inwoners over niet geagendeerde onderwerpen aan bod kunnen komen.
Om beantwoording van vragen en het debat over moties vreemd aan de orde van de dag en interpellaties soepel te laten verlopen, is het voor zowel de (andere) raadsleden als het college van belang dat het college en collega raadsleden zo vroeg mogelijk op de hoogte zijn van de onderwerpen die aan bod komen. Het stellen van een harde deadline zou echter in bepaalde gevallen verhinderen dat op actualiteiten ingegaan kan worden. Wanneer de voorzitter van mening is dat niet voldaan is aan het aankondigen “tijdig voor aanvang” kan hij de vragensteller om uitleg vragen en eventueel behandeling weigeren.
Artikel 34 Informatieve vragen
Onder schriftelijk indienen wordt eveneens verstaan per e-mail.
Artikel 35, 36 en 37 Procedure begroting en Procedure jaarrekening
Deze artikelen behoeven geen verdere toelichting.
Artikel 38 Verslag; verantwoording
Leden van de raad (of in voorkomende gevallen de burgemeester, een wethouder of de gemeentesecretaris), die lid zijn van een algemeen bestuur van een gemeenschappelijke regeling, verrichten aldaar hun taak zowel als leden van dat bestuur en als vertegenwoordiger van en in naam van de gemeente. Voor de wijze, waarop zij in het bestuur van de gemeenschappelijke regeling functioneren, zijn zij verantwoording verschuldigd aan de raad, die hen heeft aangewezen. Ook de gemeenschappelijke regeling dient over deze verantwoordingsplicht en over de informatieverstrekking aan de raad bepalingen te bevatten.
In het eerste lid van dit artikel is een regeling getroffen voor mondelinge verslaglegging (uiteraard kan ook een ander moment worden gekozen).
In het tweede lid wordt de mogelijkheid tot het stellen van schriftelijke vragen aangegeven, overeenkomstig de regels, daarvoor gesteld in artikel 32.
Het derde lid bevat de procedure voor de ter verantwoording roeping, die aansluit bij de regels voor inlichtingen.
Het is zinvol de bepalingen van dit artikel ook van toepassing te verklaren op andere organisaties, waarin de raad een of meer van zijn leden heeft benoemd. Hierbij valt te denken aan privaatrechtelijke rechtspersonen en vennootschappen, zoals een (raad van commissarissen van) een NV. Hierin voorziet het vierde lid.
Lid 1: Fracties, zelfstandige leden en zelfstandige groepen kunnen om uitstel van stemming verzoeken indien zij nadere interne beraadslaging over het voorstel noodzakelijk achten.
Artikel 40 Algemene bepalingen over stemming
Bij staking van stemmen is het bepaalde in artikel 32 van de Gemeentewet van toepassing. Indien de vergadering voltallig is, wordt het voorstel geacht te zijn verworpen. Is de vergadering niet voltallig, dan wordt het nemen van het besluit tot een volgende vergadering uitgesteld. Als ook dan de stemmen staken, wordt het voorstel geacht niet te zijn aangenomen.
Artikel 41 Hoofdelijke stemming
Dit artikel behoeft geen toelichting.
Artikel 42 Stemming over amendementen en moties
Aangezien amendementen een besluit wijzigen, wordt er altijd eerst over de amendementen gestemd en dan pas over het (eventueel gewijzigde) besluit als geheel.
Moties die betrekking hebben op een besluit, worden pas in stemming gebracht nadat over het besluit is gestemd. De reden hiervoor is dat zo voorkomen kan worden dat een motie wordt aangenomen terwijl vervolgens het besluit waar de motie betrekking op heeft wordt verworpen.
Artikel 43 Stemming over personen
De Gemeentewet geeft aan, dat over benoemingen van personen of het opstellen van een voordracht of aanbeveling schriftelijk moet worden gestemd (artikel 31 van de Gemeentewet). Dit geldt tevens voor stemming over ontslag van een wethouder of burgemeester (artikel 45, 49 en 61).
Een voordracht is voor de raad bindend; de raad heeft slechts keus tussen degenen die op de voordracht zijn vermeld. Een aanbeveling is een voorstel waarvan de raad mag afwijken. Wanneer er veel benoemingen te doen zijn (bijvoorbeeld aan het begin van een nieuwe zittingsperiode) zou een gecombineerd stembiljet kunnen worden ontworpen.
In het zevende lid wordt aangesloten bij het bepaalde in artikel 30 van de Gemeentewet.
Wat onder een (niet) behoorlijk ingevuld stembriefje moet worden verstaan, is in de wet niet geregeld en daarom wel in dit reglement.
Artikel 44 Herstemming over personen
Volgens de Gemeentewet is voor een beslissing bij stemming de meerderheid vereist van de uitgebrachte stemmen. Dat geldt ook voor stemming over personen. Als gekozen kan worden tussen meerdere kandidaten, is het mogelijk dat geen van de kandidaten in de eerste stemronde een meerderheid van de stemmen heeft gekregen. Dan is in een tweede ronde herstemming nodig tussen de twee personen die in de eerste ronde de meeste stemmen hebben gekregen. Het is mogelijk dat in de eerste ronde meerdere personen een gelijk aantal stemmen hebben behaald zodat niet direct aan te wijzen is tussen wie de stemming in de tweede ronde moet plaatsvinden. In dat geval is een extra tussen-stemming nodig tussen degenen die in de eerste ronde gelijke aantallen stemmen hebben behaald. Deze tussen-stemming wordt net zo vaak herhaald tot twee kandidaten zijn overgebleven tussen wie de tweede stemronde kan plaatsvinden. Als na de tweede stemronde nog steeds geen beslissing is gevallen, beslist het lot, zoals aangegeven in de Gemeentewet.
Artikel 45 Beslissing door het lot
Dit artikel behoeft geen toelichting.
HOOFDSTUK 8 Beslotenheid en geheimhouding
Een besloten vergadering van de raad is een officiële vergadering, waarbij de vergaderregels van het reglement van orde in acht genomen dienen te worden, voorzover de bepalingen niet strijdig zijn met het besloten karakter van de vergadering.
In artikel 23 van de Gemeentewet zijn procedurevoorschriften opgenomen voor “het sluiten van de deuren”, de wijze waarop een vergadering een besloten vergadering wordt.
In dit artikel wordt uitwerking gegeven aan artikel 23, vierde lid, van de Gemeentewet.
Hetgeen besproken wordt in een besloten vergadering, valt niet van rechtswege onder de geheimhoudingsplicht. Daarvoor is toepassing van de procedure volgens artikel 25 van de Gemeentewet nodig.
Lid 2 benadrukt dat geheimhouding die een orgaan, dat stukken aan de raad overlegt, op die stukken legt, bekrachtigd dient te worden in de eerstvolgende raadsvergadering omdat deze anders vervalt.
Artikel 49 Toehoorders en pers
Dit artikel behoeft geen toelichting.
Artikel 50 Geluid- en beeldregistraties
Dit artikel behoeft geen toelichting.
Dit artikel behoeft geen toelichting.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/gmb-2017-519.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.