Gemeenteblad van Bedum
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Bedum | Gemeenteblad 2017, 51728 | Verordeningen |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Bedum | Gemeenteblad 2017, 51728 | Verordeningen |
Verordening maatschappelijke ondersteuning BMWE-gemeenten 2017
Hoofdstuk 1. MELDING, ONDERZOEK EN AANVRAAG
Het college brengt de cliënt op de hoogte van de mogelijkheid om een persoonlijk plan als bedoeld in artikel 2.3.2, tweede lid, van de Wet op te stellen en stelt hem gedurende zeven dagen na de melding in de gelegenheid het plan te overhandigen waarin hij de omstandigheden, bedoeld in artikel 2.3.2., vierde lid, onderdelen a tot en met g, beschrijft en aangeeft welke maatschappe-lijke ondersteuning naar zijn mening het meest is aangewezen.
Het college kan een door hem daartoe aangewezen adviesinstantie om advies vragen indien:
Het een melding of aanvraag betreft van een persoon die wel eerder een voorziening heeft gehad of een gesprek zoals bedoeld in artikel 5 heeft gevoerd, maar waarvan de medische, psychisch of psychosociale omstandigheden zodanig zijn veranderd dat die gewijzigde omstandigheden de noodzaak van een voorziening of de soort van voorziening kunnen beïnvloeden.
Hoofdstuk 2. MAATWERKVOORZIENING
Artikel 9. Criteria voor maatwerkvoorziening
Artikel 13. Maatwerkvoorziening opvang en beschermd wonen
Het college verstrektde maatwerkvoorziening beschermd wonen overeenkomstig het daartoevastgesteld beleid van de centrumgemeente Groningen, de vigerende verordening maatschappelijkeondersteuning, het vigerende besluit maatschappelijke ondersteuning, de regels omtrent hetpersoonsgebonden budget in relatie tot beschermd wonen, de regels voor bijdrage in de kosten vanbeschermd wonen en de nadere regels van de centrumgemeente.
Geen maatwerkvoorziening wordt verstrekt:
Als een eerder door het college verstrekte voorziening nog niet is afgeschreven volgens het afschrijvingsschema zoals bedoeld in artikel 12 van het Besluit maatschappelijke onder-steuning BMWE gemeenten, tenzij de eerder verstrekte voorziening verloren is gegaan als gevolg van omstandigheden die niet aan de cliënt zijn toe te rekenen;
Geen woonvoorziening wordt verstrekt:
indien de cliënt niet is verhuisd naar de voor zijn of haar beperkingen op dat moment meest geschikte woning, tenzij daarvoor vooraf schriftelijk toestemming is verleend door het college. de aanvrager verhuisd is vanuit of naar een woonruimte die niet geschikt is om het hele jaar door bewoond te worden.
voor zover het voorzieningen in gemeenschappelijke ruimten van complexen bedoeld voor de doelgroep betreft, anders dan automatische deuropeners, hellingbanen, het verbreden van gemeenschappelijke toegangsdeuren, het aanbrengen van drempelhulpen of vlonders of het aanbrengen van een opstelplaats bij de toegangsdeur van de gemeenschappelijke ruimte, met uitzondering van een voorziening voor verhuizing.
De hoogte van het persoonsgebonden budget voor overige zaken wordt bepaald aan de hand van en tot het maximum van de kostprijs van de in de situatie van de cliënt goedkoopst compenserende voorziening in natura of de door het college geaccepteerde offerte en is toereikend voor de aanschaf, verzekering en het onderhoud daarvan.
Het tarief voor professionals. Tot deze groep behoren personen die:
aangemerkt zijn als Zelfstandige zonder personeel en de beschikking hebben over een beschikking geen loonheffingen (BGL). Daarnaast moeten ze ten aanzien van de uit te voeren taken/werkzaamheden ingeschreven staan in het Handelsregister (conform artikel 5 Handelsregisterwet 2007) en beschikken over de relevante diploma’s die nodig zijn voor uitoefening van de desbetreffende taken.
Hoofdstuk 3. BIJDRAGE IN DE KOSTEN
Artikel 18. Bijdrage in de kosten maatwerkvoorzieningen
Een cliënt is een bijdrage in de kosten verschuldigd, zoals bedoeld in artikel 2.1.4 van de wet, voor een maatwerkvoorziening in natura dan wel een persoonsgebonden budget zolang de cliënt gebruik maakt van de maatwerkvoorziening in natura of het persoonsgebonden budget of gedurende de periode waarvoor het pgb wordt verstrekt.
Hoofdstuk 4. KWALITEIT EN VEILIGHEID
Artikel 19. Kwaliteitseisen maatschappelijke ondersteuning
Artikel 20. Verhouding prijs en kwaliteit levering voorziening door derden
Hoofdstuk 5. TOEZICHT EN HANDHAVING
Artikel 22. Bestrijding oneigenlijk gebruik, misbruik en niet-gebruik van een maatwerkvoorziening of persoonsgebonden budget
Het college kan de Sociale verzekeringsbank gemotiveerd verzoeken te beslissen tot een geheel of gedeeltelijke opschorting voor ten hoogste dertien weken van betalingen uit het pgb als er ten aanzien van een cliënt een ernstig vermoeden is gerezen dat er sprake is van een omstandigheid als bedoeld in artikel 2.3.10, eerste lid, onder a, d of e, van de wet.
Hoofdstuk 6. WAARDERING MANTELZORGERS EN TEGEMOETKOMING MEERKOSTEN
Artikel 24. Jaarlijkse waardering mantelzorgers
De jaarlijkse blijk van waardering voor mantelzorgers van cliënten in de gemeente wordt nader door het college bepaald.
Artikel 25. Tegemoetkoming meerkosten personen met een beperking of chronische problemen
Het college verstrekt in overeenstemming met het beleidsplan, bedoeld in artikel 2.1.2 van de wet, op aanvraag aan personen met een beperking of chronische psychische of psychosociale problemen die daarmee verband houdende aannemelijke meerkosten hebben, en die een inkomen hebben lager dan een door het college nader te bepalen percentage van het wettelijk minimumloon, een tegemoetkoming ter ondersteuning van de zelfredzaamheid en de partici-patie. De regelingen zijn opgenomen in het gemeentelijk minimabeleid.
Hoofdstuk 7. KLACHTEN, MEDEZEGGENSCHAP EN INSPRAAK
Artikel 28. Betrekken van ingezetenen bij het beleid
Het college betrekt ingezetenen van de gemeente, waaronder in ieder geval cliënten of hun vertegenwoordigers, bij de voorbereiding van het beleid betreffende maatschappelijke onder-steuning, overeenkomstig de krachtens artikel 150 van de Gemeentewet gestelde regels met betrekking tot de wijze waarop inspraak wordt verleend.
Het college stelt ingezetenen vroegtijdig in de gelegenheid voorstellen voor het beleid betref-fende maatschappelijke ondersteuning te doen, advies uit te brengen bij de besluitvorming over verordeningen en beleidsvoorstellen betreffende maatschappelijke ondersteuning, en voorziet hen van ondersteuning om hun rol effectief te kunnen vervullen.
Hoofdstuk 8. OVERGANGSRECHT EN SLOTBEPALINGEN
Het door het gemeentebestuur gevoerde beleid wordt eenmaal per vier jaar geëvalueerd, beginnend een jaar na de inwerkingtreding van de verordening. Het college zendt hiertoe telkens om de vier jaar beginnend een jaar na de inwerkingtreding van de verordening aan de gemeenteraad een verslag over de doeltreffendheid en de effecten van de verordening in de praktijk.
Het college kan in bijzondere gevallen ten gunste van de cliënt afwijken van de bepalingen van deze verordening indien toepassing van de verordening tot onbillijkheden van overwegende aard leidt.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/gmb-2017-51728.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.