gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 20 september 2016 met zaaknummer 358279,
gelet op de artikelen 1, eerste, derde en vierde lid, 2, eerste, tweede lid en zevende lid, 3, eerste lid, en 7, eerste en vierde lid, van de Wet op de bedrijveninvesteringszones;
gezien de uitvoeringsovereenkomst van 20 september 2016 gesloten met Vereniging BIZ IJsselstein;
besluit vast te stellen de Verordening bedrijveninvesteringszone Binnenstad IJsselstein
Artikel1 Begripsomschrijvingen
Deze verordening verstaat onder:
-
bedrijveninvesteringszone: het bij deze verordening aangewezen gebied in de gemeente waarbinnen de BIZ-bijdrage wordt geheven. Het aangewezen gebied is vermeld op de bij deze verordening behorende en daarvan deel uitmakende kaart (bijlage 1);
-
college: college van burgemeester en wethouders van de gemeente;
-
uitvoeringsovereenkomst: tussen de gemeente en Vereniging BIZ IJsselstein op 20 september 2016gesloten overeenkomst als bedoeld in artikel 7, derde lid, van de wet;
-
wet: Wet op de bedrijveninvesteringszones.
HoofdstukII Belastingbepalingen
Artikel2 Belastbaar feit en aard van de belasting
1.
Onder de naam ‘BIZ-bijdrage’ wordt jaarlijks een directe belasting geheven ter zake van binnen de bedrijveninvesteringszone gelegen onroerende zaken die op grond van artikel 220a Gemeentewet niet in hoofdzaak tot woning dienen.
2.
De BIZ-bijdrage wordt geheven ter bestrijding van de kosten die zijn verbonden aan activiteiten in de openbare ruimte en op internet, die zijn gericht op het bevorderen van de leefbaarheid of de veiligheid in de bedrijveninvesteringszone of de ruimtelijke kwaliteit of de economische ontwikkeling van de bedrijveninvesteringszone.
Artikel3 Belastingobject
Belastingobject is de onroerende zaak bedoeld in artikel 16 van de Wet waardering onroerende zaken.
Artikel4 Belastingplicht
1.
De BIZ-bijdrage wordt geheven van:
a.
de gebruiker, zijnde degene die bij het begin van het kalenderjaar al dan niet krachtens eigendom, bezit, beperkt recht of persoonlijk recht een in de bedrijveninvesteringszone gelegen belastingobject gebruikt;
2.
Voor de toepassing van dit artikel wordt:
a.
gebruik door degene aan wie een deel van een belastingobject in gebruik is gegeven, aangemerkt als gebruik door degene die dat deel in gebruik heeft gegeven; degene die het deel in gebruik heeft gegeven, is bevoegd de BIZ-bijdrage als zodanig te verhalen op degene aan wie dat deel in gebruik is gegeven;
b.
het ter beschikking stellen van een belastingobject voor volgtijdig gebruik aangemerkt als gebruik door degene die dat belastingobject ter beschikking heeft gesteld; degene die het belastingobject ter beschikking heeft gesteld is bevoegd de BIZ-bijdrage als zodanig te verhalen op degene aan wie dat belastingobject ter beschikking is gesteld;
3.
Indien een belastingobject bij het begin van het kalenderjaar geen gebruiker kent, wordt de van de gebruiker te heffen BIZ-bijdrage geheven van de eigenaar.
Artikel5 Maatstaf van heffing
1.
De BIZ-bijdrage wordt geheven naar de op de voet van hoofdstuk IV van de Wet waardering onroerende zaken voor het belastingobject vastgestelde waarde zoals deze geldt voor het kalenderjaar.
2.
Indien met betrekking tot het belastingobject geen waarde is vastgesteld op de voet van hoofdstuk IV van de Wet waardering onroerende zaken wordt de heffingsmaatstaf van dat belastingobject bepaald met toepassing van artikel 6, alsmede met overeenkomstige toepassing van het bepaalde bij of krachtens de artikelen 17, 18 en 20, tweede lid, van de Wet waardering onroerende zaken.
Artikel6 Vrijstellingen
1.
In afwijking van artikel 5 wordt bij de bepaling van de heffingsmaatstaf buiten aanmerking gelaten, voor zover dit niet al is gebeurd bij de bepaling van de in dat artikel bedoelde waarde, de waarde van:
a.
onroerende zaken die in hoofdzaak zijn bestemd voor de openbare eredienst of voor het houden van openbare bezinningssamenkomsten van levensbeschouwelijke aard, een en ander met uitzondering van delen van zodanige onroerende zaken die dienen als woning;
b.
straatmeubilair, waaronder begrepen alle zodanige gebouwde eigendommen - niet zijnde gebouwen - welke zijn geplaatst voor het belang van het publiek, ten dienste van het verkeer of ter verfraaiing van de gemeente, zoals lichtmasten, verkeersinstallaties, standbeelden, monumenten, fonteinen, banken, abri's, hekken en palen;
c.
plantsoenen, parken en waterpartijen, die bij de gemeente in beheer zijn of waarvan de gemeente het genot heeft krachtens eigendom, bezit of beperkt recht, met uitzondering van delen van zodanige onroerende zaken die dienen als woning;
d.
begraafplaatsen, urnentuinen en crematoria, met uitzondering van delen van zodanige onroerende zaken die dienen als woning;
e.
belastingobjecten voor zover die bestemd en in gebruik zijn voor het geven van onderwijs;
f.
belastingobjecten voor zover die bestemd en in gebruik zijn voor de publieke dienst ter zake van brandweerzorg, rampenbeheersing, crisisbeheersing, geneeskundige hulpverlening in de regio en de handhaving van de openbare orde en veiligheid.
g.
organisaties die op ideële, niet commerciële, grondslag en hoofdzakelijk met onbezoldigde werknemers functioneren kunnen vrijstelling krijgen van de BIZ-bijdrage. Dit ter beoordeling door het college.
h.
de objecten die niet vermeld staan in de bijlage “Bijdrageplichtige objecten BIZ-binnenstad IJsselstein” (bijlage 2). In bijlage 2 staan vermeld de objecten die bijdrage plichtig zoals ze zijn opgenomen in de WOZ-administratie (qua objectcode en objectomschrijving).
2.
In afwijking van artikel 5 wordt bij de bepaling van de heffingsmaatstaf voor de BIZ-bijdrage van de gebruiker buiten aanmerking gelaten de waarde van gedeelten van het belastingobject die in hoofdzaak tot woning dienen dan wel in hoofdzaak dienstbaar zijn aan woondoeleinden.
Artikel7 Tarief BIZ-bijdrage
1.
Het tarief van de BIZ-bijdrage bedraagt:
a.
voor de gebruiker, bij een waarde van:
WOZ Waarde
2017
0-125.000
€ 400
125.001 - 250.000
€ 600
250001 -500.000
€ 750
500.001 - 750.000
€ 875
750.001 – 1.000.000
€ 1.000
> 1.000.000
€ 1.200
*Het tarief wordt jaarlijks geïndexeerd conform het CBS prijsindexcijfer, artikelgroep 0000
Artikel8 Wijze van heffing
De BIZ-bijdrage wordt jaarlijks bij wege van aanslag geheven.
Artikel9 Termijnen van betaling
1.
In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 worden de aanslagen betaald in twee gelijke termijnen waarvan de eerste vervalt op de laatste dag van de maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en de tweede twee maanden later.
2.
De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in het eerste lid gestelde termijnen.
Artikel10 Looptijd belastingheffing
De BIZ-bijdrage wordt ingesteld voor een periode van 5 jaar.
Artikel11. Nadere regels door het college
Het college kan nadere regels stellen met betrekking tot de heffing en de invordering van de BIZ-bijdrage.
HoofdstukIII Subsidiebepalingen
Artikel12 Aanwijzing
Vereniging BIZ IJsselstein wordt aangewezen als de vereniging als bedoeld in artikel 7 van de wet.
Op de subsidie bedoeld in artikel 14 is de Algemene Subsidieverordening IJsselstein 2015 niet van toepassing.
Artikel14 Subsidievaststelling
1.
De subsidie voor de uitvoering van de activiteiten die zijn opgenomen in de uitvoeringsovereenkomst wordt verstrekt aan de in artikel 12 aangewezen vereniging.
2.
De subsidie bedraagt maximaal het bedrag van de jaarlijks te ontvangen BIZ-bijdragen, nadat daarop de perceptiekosten van tweeëneenhalf procent in mindering zijn gebracht.
3.
Voor zover dit niet reeds is geschied in de uitvoeringsovereenkomst, kan het college nadere regels stellen met betrekking tot de verplichtingen van de subsidieontvanger.
HoofdstukIV Slotbepalingen
Artikel16. Inwerkingtreding
1.
Deze verordening treedt in werking met ingang van de dag nadat het college heeft bekendgemaakt dat van voldoende steun als bedoeld in artikel 4 van de wet is gebleken.
2.
De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2017
Artikel17. Citeertitel
Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening bedrijveninvesteringszone Binnenstad IJsselstein.
Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 10 november 2016
Indien sprake is van een combinatie woning / niet-woning: code woning bij > 70% van de totale waarde. Onderstaande codes zijn zonder woongedeelte: met woongedeelte is de 1e positie geen 3 maar een 2
Objectcode
Objectomschrijving
3111
Winkel
3112
Groothandel
3114
Kiosk
3119
Overige detailhandel
3121
Cafetaria/snackbar
3122
Cafe/bar/restaurant
3123
Bar/dancing
3124
Hotel/motel
3125
Pension / logiesgebouw
3151
Bankgebouw
3171
Werkplaats/garage
3172
Autoshowroom+garage
3173
Onderhoud/reparatie
3174
Productie (fabriek)
3371
Gemeentehuis
3411
Schouwburg/concertgebouw
3412
Congresgebouw
3413
Museum
3414
Expositiehal/evenementenhal
3415
Bioscoop
3417
Kasteel/paleis
3419
Overig cultureel
3637
Parkeergarage
Staatsblad, Staatscourant en Tractatenblad worden met ingang van 1 juli 2009 als pdf-bestanden uitgegeven. De hier aangeboden pdf-bestanden van deze bladen vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Grondwet. Voor publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.