Deel III - Specifieke beleidsregels Algemene subsidieverordening Opmeer 2015

 

Specifieke beleidsregels Algemene Subsidieverordening Opmeer 2015

College van burgemeester en wethouders van de gemeente Opmeer,

gelet op het besluit van de raad van 5 februari 2015 tot vaststelling van de Algemene subsidieverordening Opmeer 2015;

overwegende dat de bepalingen van de Algemene subsidieverordening 2015 nadere invulling behoeven door middel van specifieke beleidsregels;

besluit vast te stellen de Specifieke beleidsregels Algemene Subsidieverordening Opmeer 2015.

Inleiding

De specifieke beleidsregels zijn beschreven in de volgende vier hoofdstukken:

  • 1.

    Algemene aspecten;

  • 2.

    Subsidierelaties t.b.v. uitvoering van gemeentelijk beleid 2015-2019;

  • 3.

    Subsidies in het kader van het subsidieprogramma 2016-2019 en incidentele subsidies 2015-2019;

  • 4.

    Subsidiemogelijkheden t.b.v. accommodaties, voorzieningen en materialen 2015-2019.

In de specifieke beleidsregels zijn de gemeentelijke beleidsdoelstellingen verwerkt, zoals die staan vermeld in de verschillende gemeentelijke beleidsnota’s.

1.Algemene aspecten

Alle geldende specifieke beleidsregels inzake het gemeentelijk subsidiebeleid zijn beschreven in dit document. Uitgezonderd zijn de subsidiemogelijkheden, waarbij de beleidsregels door een hogere overheid zijn vastgesteld, maar door de gemeente worden uitgevoerd.

2.Subsidierelaties t.b.v. uitvoering van gemeentelijk beleid 2015-2019

In dit hoofdstuk zijn de specifieke beleidsregels beschreven die betrekking hebben op subsidierelaties, waarmee meerjarige uitvoeringsovereenkomsten zijn overeengekomen.

Uitvoeringsovereenkomst

Dit is een overeenkomst op grond van artikel 4:36 van de Algemene wet bestuursrecht, met een maximale duur van 4 jaar.

Uitvoeringsplan

Indien de gemeente dat wenselijk acht is in de uitvoeringsovereenkomst opgenomen dat de aanvrager jaarlijks een uitvoeringsplan ter goedkeuring aan de gemeente voorlegt. Het uitvoeringsplan is een nadere uitwerking van de uitvoeringsovereenkomst en beschrijft:

  • 1.

    per activiteit de prestaties, resultaatindicatoren, beoogde effecten en kosten, of

  • 2.

    beoogde effecten en kosten.

In geval van optie 2 heeft de uitvoerende organisatie vrijheid zelf te bepalen ‘hoe’ het beoogde effect wordt gerealiseerd.

Het is mogelijk dat gedurende de overeengekomen subsidieperiode activiteiten worden opgenomen in het uitvoeringsplan, die oorspronkelijk niet in de uitvoeringsovereenkomst waren opgenomen. Dit is mogelijk voor additionele activiteiten, met bijvoorbeeld een kortdurend dan wel experimenteel karakter. Uiteraard is dit alleen mogelijk indien daarvoor middelen beschikbaar zijn gesteld door college of raad.

Het is mogelijk dat activiteiten zoals beschreven in het uitvoeringsplan veranderen of niet tot uitvoering (kunnen) komen. Wat dat betreft kunnen de activiteiten een dynamisch karakter hebben. Dit geldt niet voor de beschreven gemeentelijke beleidsdoelen en beoogde effecten in dit hoofdstuk. Wijzigingen in de activiteiten vinden plaats in goed overleg tussen gemeente en desbetreffende organisatie en pas na toestemming van de gemeente.

In de nieuwe verhoudingen past het ook dat organisaties zich bijvoorbeeld op eigen initiatief ook met andere activiteiten bezig houden die niet binnen de uitvoeringsovereenkomst of verplichtingen zoals opgenomen in de subsidiebeschikking vallen. Vanzelfsprekend kan de verleende subsidie hiervoor niet aangewend worden, maar anderzijds heeft de gemeentelijke overheid geen bemoeienis met deze activiteiten. Het is echter wel gewenst dat voor een goede afstemming de gemeente tijdig over dergelijke activiteiten wordt geïnformeerd. Dit is ook bedoeld om eventuele strijdigheid met gemeentelijk beleid te voorkomen.

De kosten van de activiteit, daarmee de hoogte van de subsidie, wordt bepaald op basis van:

  • -

    het aantal fte dat nodig is om de activiteit te realiseren;

  • -

    gemiddelde standaard kostprijs van desbetreffende fte;

  • -

    eventueel een activiteitenbudget

Hierbij wordt niet op werkelijke kosten afgerekend, maar op het uitvoeren van de activiteiten. Als kosten lager/hoger uitvallen is dit voor risico van de aanvrager, tenzij hierover afwijkende afspraken zijn vastgelegd in de uitvoeringsovereenkomst.

Voorwaarden subsidieaanvraag

‘Welzijn Nieuwe Stijl’ (WNS) is een landelijk programma dat een extra impuls geeft aan het welzijnswerk. WNS kent acht bakens (kenmerken). Deze geven richting aan de kwaliteitsontwikkeling van de welzijnssector. Voor zover mogelijk worden één, meerdere of alle acht bakens opgenomen in de uitvoeringsovereenkomst.

De acht bakens van WNS zijn:

  • 1.

    Gericht op de vraag achter de vraag: richt je samen met de cliënt op de werkelijke vraag in plaats van dat het aanbod de vraag stuurt.

  • 2.

    Gebaseerd op de eigen kracht van de burger: ga eerst na wat de burger zelf kan (met hulp van de directe omgeving) en bepaal daarna of verdere ondersteuning nodig is.

  • 3.

    Direct er op af: benader ook mensen die niet om ondersteuning kunnen, durven of willen vragen.

  • 4.

    Formeel en informeel in optimale verhouding: zoek naar de ideale verhouding voor de toekomst tussen formele hulp (en afhankelijkheid daarvan) en ondersteuning vanuit het sociale netwerk van de burger.

  • 5.

    Doordachte balans van collectief en individueel: doe collectief wat collectief kan en bied individuele hulp als dit nodig is.

  • 6.

    Integraal werken: werk samen met de keten (en netwerk) partners om tot een samenhangend en volledig pakket van ondersteuning te komen, waarin de regie duidelijk is geregeld.

  • 7.

    Niet vrijblijvend, maar resultaatgericht: definieer duidelijke doelen voor de korte en lange termijn en ga na hoe die te halen.

  • 8.

    Gebaseerd op ruimte voor de professional: creëer ruimte voor de goed opgeleide professional om te werken en te handelen volgens zijn of haar kennis, ervaring en vaardigheden.

Beschrijving subsidierelatie

De op 1 november 2014 bestaande subsidierelaties zijn beschreven aan de hand van de volgende tabel:

Beleidsdoel

Activiteit

Beoogd effect

Beschrijving van gemeentelijk beleidsdoel

Beschrijving van de activiteit waar de aanvrager uitvoering geeft.

Met activiteit kan ook een middel bedoeld worden, zoals de inzet van een opbouwwerker.

Beschrijving van het beoogd effect van de activiteit in relatie tot het gemeentelijk beleidsdoel.

Sport- en beweegbeleid

Ten behoeve van het gemeentelijk sport- en beweegbeleid worden één of meerdere organisaties gesubsidieerd voor de volgende activiteiten:

Beleidsdoel

Activiteit

Beoogd effect

Bevorderen gezondheid inwoners

Verzorgen van het beweegmanagement op de deelnemende basisscholen aan alle groepen 1 t/m 8 of 3 t/m 8.

Kinderen ontwikkelen zich motorisch goed, beleven plezier in het sportief actief zijn en ervaren zowel fysiek als mentaal een beter welbevinden.

Kwalitatief goede voorzieningen

Beheer speelmaterialen in de vijf gymzalen.

N.v.t.

Sportstimulering

Leerlingen van het basisonderwijs kunnen sportoriëntatielessen volgen.

Kinderen nemen deel aan een voor hun geschikt sport/beweegaanbod.

Sportstimulering

Uitvoering geven aan activiteiten van het regionaal samenwerkingsverband Aangepast Sporten: voorlichting, advies, begeleiding en ondersteuning aan mensen met een beperking en (sport)organisaties.

Mensen met een beperking nemen deel aan een geschikt sport/beweegaanbod.

Verenigings-ondersteuning

1e lijnsverenigingsadvisering

(subsidie t.b.v. eventueel vervolgtraject wordt door de (sport)organisatie zelf aangevraagd)

(Sport)organisaties krijgen advies ten aanzien van hun hulpvragen.

Onderwijs

De basisscholen en/of andere organisaties worden gesubsidieerd voor de uitvoering van de volgende activiteiten ten behoeve van het basisonderwijs in gemeente Opmeer:

Beleidsdoel

Activiteit

Beoogd effect

Bevorderen gezondheid leerlingen

Gezonde leefstijl:

De school zet zich (pro-)actief in voor kwalitatief goed bewegingsonderwijs, het stimuleren van een gezonde leefstijl bij zowel leerlingen als leerkrachten en heeft dit beleidsmatig geborgd.

Kinderen ontwikkelen zich motorisch goed, beleven plezier in het sportief actief zijn en ervaren zowel fysiek als mentaal een beter welbevinden.

Kinderen weten wat een gezonde leefstijl inhoudt en betekent en geven daar in hun eigen leefstijl vorm aan.

Leerkrachten vervullen hierin een voorbeeldfunctie.

Het voorkomen van een ongezonde leefstijl.

Sportstimulering, zelfredzaamheid

Schoolzwemmen: Groepen 3 t/m 8 van de basisscholen kunnen deelnemen aan het schoolzwemmen bij zwembad ’t Woudmeer of zwembad De Spetter.

Kinderen zijn voldoende zwemvaardig om zich te redden in het water en beleven plezier aan zwem(sport)activiteiten.

Sportstimulering en bevorderen zelfredzaamheid

Leerlingen enthousiasmeren om deel te nemen aan de jeugdsportpas.

Kinderen nemen deel aan een voor hun geschikt sport/ beweegaanbod.

Stimuleren gezondheid en zelfredzaamheid

De scholen nemen deel aan het programma ‘In control of Alcohol & Drugs’.

Toenemende bewustwording van het gebruik en risico van alcohol & drugs. Afname van het gebruik en stijging van de

leeftijd waarop het eerste gebruik plaatsvindt.

Optimaliseren van het aanbod van taal, lezen, rekenen en zorg en het vergroten van sociale competenties. Stimuleren persoonlijke ontwikkeling en bevorderen zelfredzaamheid.

Ondersteuningsmiddelen voor schoolbegeleiding.

De cognitieve en/of sociale ontwikkeling van het kind is vergroot.

Stimulering om te leren en te lezen en bevordering mediawijsheid.

De basisscholen kunnen gebruik maken van het basisaanbod primair onderwijs van de bibliotheek en werken samen met de bibliotheek bij zorgleerlingen waar sprake is van taal- en ontwikkelachterstand.

De positie van de jeugd in hun culturele (fysieke, culturele en digitale) zoektocht naar een eigen plek in de steeds complexer wordende wereld om hen heen, is versterkt en hun bewustwording van het belang van een ‘leven lang leren’ is toegenomen.

Cultuurontwikkeling

Kunstenplan/KijkOpmeerKunst:

Leerlingen krijgen een voorstelling van een theatergroep of moeten zelf een theaterproductie ontwikkelen. Alle leerlingen hebben deelgenomen aan een cultureel aanbod.

Structurele bijdrage digitale infrastructuur:

1) deskundigheidsbevordering voor alle leerkrachten van het primair onderwijs op gebied van cultuureducatie

2) workshops met culturele instellingen/ondernemers op locatie of op school

3) onderhoud website en actualiseren cultuurmarktplaats.

Kinderen komen op een educatieve manier in aanraking met cultuur. Het bevordert de zelfontplooiing en culturele ontwikkeling van leerlingen.

Cultuurontwikkeling en stimuleren persoonlijke ontwikkeling

Stichting Wadway (Theaterkerk) organiseert workshops ‘Theater’ voor basisschoolleerlingen.

Kinderen komen op een educatieve manier in aanraking met cultuur. Het bevordert de zelfontplooiing en culturele ontwikkeling van leerlingen.

Het bewust maken dat goede zorg voor milieu en natuur van belang is.

Voorlichtingslessen en activiteiten i.s.m. HVC.

Kinderen leren over:

• afvalreductie (door betere scheiding van afval);

• duurzaam omgaan met energie.

Het bewust maken dat goede zorg voor milieu en natuur van belang is.

Praktijklessen over milieu en natuur.

De kennis over en de waardering en zorg voor natuur en milieu is vergroot.

Het vergroten van de kennis over het belang van natuur en stimuleren persoonlijke ontwikkeling

Boomfeestdag; De gemeente Opmeer houdt altijd een alternatieve Bomendag voor groep 7 van alle scholen in Opmeer. Twee medewerkers van de gemeente en een aantal ouders begeleiden de groepjes door Hoogwoud. Daar is een route uitgezet waarbij ze langs diverse natuur/groen elementen (o.a. eendenvijver) lopen waar ze uitleg over krijgen.

Kinderen leren de natuur kennen op een educatieve manier.

Het vergroten van de kennis over het belang van natuur en stimuleren persoonlijke ontwikkeling.

Eendenvijver: vrijwilligers van de eendenvijver op sport- en recreatieterrein De Weijver kunnen bij de eendenvijver een les verzorgen over (water)vogels.

Kinderen leren de natuur

kennen op een educatieve manier.

Bevorderen zelfredzaamheid

Verkeersexamen: hierbij wordt de theorie en de praktijk met elkaar verbonden.

Kinderen kunnen veiliger deelnemen aan het verkeer.

Bevorderen weerbaarheid

Voorlichtingen gericht op preventie van jeugdcriminaliteit en jeugdoverlast.

Jeugdcriminaliteit en jeugdoverlast voorkomen.

Stimuleren persoonlijke ontwikkeling

Jaarlijks aanstellen van (loco) jeugdburgemeester

Jeugd kennis laten maken met politiek bestuur.

O.a. stimuleren persoonlijke ontwikkeling, bevorderen zelfredzaamheid, cultuurontwikkeling.

Activiteiten jeugd- en jongerenorganisaties.

Kinderen participeren goed in de samenleving en zorgen niet voor overlast.

Stimuleren persoonlijke ontwikkeling

Scool on wheels/ Niemand Buitenspel

Kinderen kennis laten maken met het leven met een beperking.

Voorkomen ernstige problematiek, schooluitval. Ondersteunen jeugdigen en ouders.

Deelname aan zorgstructuur.

Deelname SMW in Onderwijsteam. Mogelijkheid consult en advies van wijkteam aan het onderwijs.

Collectief preventief aanbod, zoals groepstrainingen.

Goede persoonlijke en sociale ontwikkeling van kinderen, voorkomen van zwaardere problematiek en voorkomen van schooluitval.

Peuterspeelzaalwerk

De Stichting Peuterspeelzalen Opmeer wordt gesubsidieerd voor:

Beleidsdoel

Activiteit

Beoogd effect

Stimuleren van de

ontwikkeling van

kinderen in de

voorschoolse periode

en het vroegtijdig

signaleren van

ontwikkelingsachterstanden.

De peuterspeelzaal is een laagdrempelige voorziening die als doel heeft om aan alle peuters in de gemeente Opmeer optimale ontwikkelingskansen te bieden door het aanbieden van veelzijdige en passende speel- en ontwikkelingsmogelijkheden onder deskundige begeleiding.

Het peuterspeelzaalwerk wordt, verspreid over de kernen De Weere, Opmeer/Spanbroek, Hoogwoud en Aartswoud aangeboden. Momenteel zijn er 11,5 groepen. Per hele groep peuterspeelzaalwerk kunnen maximaal 16 peuters worden opgevangen.

Naast het algemene aanbod biedt het peuterspeelzaalwerk een gericht aanbod voor- en vroegschoolse educatie.

Het peuterspeelzaalwerk zet zich in voor het stimuleren van een gezonde leefstijl bij zowel peuters als leid(st)ers en heeft dit beleidsmatig geborgd.

Ontwikkelingsachterstanden vroegtijdig in kaart brengen en verkleinen. Doordat VVE-kinderen geïntegreerd worden in de reguliere groepen, ontstaat er geen segregatie en krijgen alle kinderen gelijke kansen.

Alle kinderen bij de start van de deelname aan het basisonderwijs een zo gelijk mogelijke startpositie geven.

Het voorkomen van een ongezonde leefstijl. Leid(sters) vervullen hierin een voorbeeldfunctie.

Jeugdbeleid

Ten behoeve van het gemeentelijk jeugdbeleid worden één of meerdere organisaties gesubsidieerd voor de volgende activiteiten:

Beleidsdoel

Activiteit

Beoogd effect

Jongeren nemen deel aan lokale sociale en sportieve activiteiten.

Vrijwilligersinitiatieven en -organisaties voor en door jongeren zijn ondersteund en draaien op eigen kracht

Jongerenopbouwwerk

Er bestaat een samenhangend activiteitenaanbod voor jeugd en jongeren van alle leeftijds-groepen.

Bevorderen van maatschappe-lijke participatie van jongeren.

Bevorderen van het evenwichtig, gelukkig en gezond opgroeien van de jeugd en jongeren.

Het in stand houden van zorg-vuldig gespreide voorzieningen/ accommodaties die tegemoet komen aan de behoefte van de Opmeerse jeugd.

Stimuleren van het gebruik van de voorzieningen.

Stimuleren van de ontwikkeling.

Het vergroten van positieve invloeden van/op de jeugd.

Jongeren die met reguliere activiteiten niet worden bereikt en die dreigen af te glijden naar criminaliteit, worden bereikt en toegeleid naar hulp, scholing, werk of activiteiten.

Vergroten van positieve invloed van jongeren op elkaar en goed weerbaar zijn t.a.v. groepsdruk en meeloopgedrag.

Ambulant jongerenwerk

Jongeren groeien veilig op tot zelfstandige en verantwoordelijke burgers.

Het wegnemen van belemmeringen die de persoonlijke ontwikkeling van een jongere in de weg staan.

Jongerencoaching

Voorkomen dat zwaardere zorg nodig is.

Wmo -beleid

Voor het gemeentelijke Wmo-beleid worden één of meerdere organisaties gesubsidieerd voor de volgende activiteiten:

Beleidsdoel

Activiteit

Beoogd effect

Meedoen van kwetsbare mensen met psychosociale problemen.

Er is goede opgroei- en opvoedondersteuning.

Maatschappelijk werk:

-concrete en materiele dienstverlening;

-bemiddeling, pleitbezorging, belangenbehartiging en toeleiding naar vrijwillige of gespecialiseerde hulp;

-outreachend werken en bemoeizorg;

-netwerkversterking en samenwerking met vrijwilligers;

-rapportage en advies op verzoek van derden;

-consult en advies bieden aan professionele en informele partners;

-verzorgen van voorlichtingsactiviteiten;

-vindplaatsgericht werken;

-preventief aanwezig zijn bij zorgteambijeenkomsten op de basisscholen als vertegenwoordiger van het WIJkteam OpMEER;

-afstemmen van de hulpverlening met andere ketenpartners in de 1e en de 2e lijn;

-het leveren van een bijdrage aan het voorkomen van het ontstaan van individuele problematiek (actief erop af, motiveren, hulp bieden dan wel toeleiden);

-1 gezin 1 plan;

-werken met de Verwijsindex;

-bereiken en informeren van mantelzorgers;

-participatie in het WIJkteam

-OPMEER en in het Netwerk Sociaal Domein;

-laagdrempelig inloopspreekuur in het gemeentehuis met korte lijnen naar het WIJkteam OpMEER.

Burgers met psychosociale problemen behouden of hervinden regie over hun leven, zijn zelfredzaam en kunnen deelnemen aan de samenleving.

Sociale problematiek in individuele situaties of in de dorpskernen in het algemeen is tijdig gesignaleerd en van een noodzakelijke aanpak voorzien.

Kinderen doorlopen een succesvolle schoolcarrière en groeien gezond en veilig op.

Ouders, scholen en leerkrachten zijn hierbij ondersteund en geadviseerd indien nodig.

Samenleven in een veilige, leefbare, sociaal en fysiek goed toegankelijke buurt, waarin mensen elkaar kennen en prettig met elkaar omgaan.

Opbouwwerk:

-stimuleren actief burgerschap en -participatie gericht op de verbetering, leefbaarder en veiliger maken van hun directe woon- en leefomgeving;

-stimuleren van wijk- en buurt-organisaties, belangengroepen en minderheidsgroepen om in samenwerking met elkaar projecten op te zetten en beleid te voeren gericht op kwetsbare groepen burgers;

-ondersteunen van groepen burgers die onvoldoende in staat zijn hun belangen te behartigen op het gebied van wonen, welzijn, gezondheid en werk;

-tegengaan van sociale uitsluiting;

-verbindingen leggen in de formele keten van zorg- en welzijnsaanbieders, in de informele keten en tussen beide ketens onderling;

-adviseren en coachen van de Adviesraad Sociaal Domein;

-adviseren en ondersteunen LSBO en OpMeer Actief;

-Raad & Daad beleidsmatig en praktisch ondersteunen bij voorbereiden en uitvoeren van hun bredere taakopvatting;

-begeleiden burgerwerkgroep(en);

-ondersteunen van projecten en activiteiten in het kader van actieve beweegzorg en talentontwikkeling;

-organiseren en/of ondersteunen van thema- en voorlichtingsbijeen-komsten;

-ondersteuning Wmo-beleid algemeen;

-plan van aanpak voor het opstellen van een sociale gebiedsanalyse (2014).

Inwoners met en zonder beperkingen doen actief mee aan de samenleving, kunnen zo lang mogelijk op een plezierige manier zelfstandig wonen in hun eigen woonomgeving, in het bijzonder oudere en kwetsbare burgers.

Eenzaamheid en sociale problematiek wordt voorkomen d.m.v. deelname aan maatschappelijke activiteiten dan wel tijdig gesignaleerd en opgepakt.

Vrijwilligers en beroepskrachten weten elkaar hierin goed te vinden en de vrijwilligers weten bij welke organisatie zij moeten zijn voor ondersteuning. Ook de professionals weten welke vrijwilligersorganisaties zij kunnen inzetten.

De verantwoordelijke rol voor de verbinding in de keten professionele zorg- en welzijnsaanbieders en in de keten vrijwillige zorg- en welzijnsaanbieders en tussen deze ketens onderling, ligt vooral bij de beroepskrachten. Het opbouwwerk heeft hierin een essentiële rol.

Vrijwillige organisaties zijn betrokken bij en leveren een bijdrage aan de gezamenlijke aanpak van maatschappelijke vraagstukken als eenzaamheid, depressiepreventie, meedoen van iedereen in Opmeer.

Er bestaat een werkend netwerk van vrijwillige en professionele organisaties die met elkaar samenwerken in de aanpak van maatschappelijke vraagstukken in Opmeer en die actief gebruik maken van elkaars aanbod.

Meedoen en ondersteunen van groepen kwetsbare mensen

Stimulering actief burgerschap door Opbouwwerk (De Wering): zie hierboven

Ondersteuning mensen met geestelijke gezondheidsproblemen (GGZ):

-regionale informatiebijeenkom-sten ziektebeelden en psychische klachten;

-regionale deskundigheidsbevor-dering psychiatrie aan ketenpartners en wijkteams gericht op signalering, doorverwijzing en samenwerking;

-Dag van de psychische gezondheid

-Regionale slaapcursus voor ouderen;

-regionale KOPP groepen (kinderen van ouders met psychiatrische problematiek;

-regionale slaapcursus voor 60-plus;

-familievertrouwenspersoon voor mantelzorgers van mensen die niet in zorg zijn bij de ggz.

Ondersteuning kwetsbare, zieke en terminale mensen:

-buddyzorg en terminale zorg;

-lotgenotencontactgroepen;

-werkgroepen rouw;

-budgetbuddy’s;

-netwerkversterking;

-eigen kracht conferenties.

Warme maaltijdbezorging

Kwetsbare groepen doen zo lang, zelfstandig en actief mogelijk mee in het maatschappelijke leven.

De sociale infrastructuur wordt toegankelijker.

Sterke preventie, waardoor bespaard wordt op maatschappelijke (zorg)kosten en participatie en/of zelfredzaamheid wordt bevorderd.

Mantelzorgers worden vraaggericht ondersteund, er is voldoende respijtzorg en mantelzorgers worden gewaardeerd.

-uitvoering van het Kennisplatform mantelzorgonder-steuning;

-het Kennisplatform ondersteunt organisaties bij het integreren van mantelzorgondersteuning in de reguliere zorg-, dienst- en hulpverlening;

-het Kennisplatform zorg voor afstemming tussen samenwerkende organisaties;

-het Kennisplatform beheert en actualiseert de website (sociale kaart);

-het Kennisplatform verzorgt training, scholing, instructie en helpdesk;

Mantelzorgers kunnen duurzame informele zorg (blijven) bieden aan hun naaste.

Mantelzorgers weten zich ondersteund en maken gebruik van het bestaande diverse aanbod lokaal en regionaal.

Mantelzorgers zijn dermate ondersteund in hun functioneren en welzijn, dat de zorgtaken voor hun naaste in balans zijn met andere verantwoordelijkheden en ambities, zoals werk, gezin en vrije tijd.

Ouderen, zieken en kwetsbare burgers blijven zelfredzaam in hun vertrouwde omgeving.

Vrijwilligers(organisaties) worden gestimuleerd, ondersteund en gewaardeerd

-uitvoering makelaarsfunctie maatschappelijke stages;

-maatschappelijk betrokken ondernemen: De Uitdaging, de jaarlijkse maatschappelijke beursvloer, NL Doet;

-diverse advies en ondersteuning door het aanbod van groepstrainingen en individuele begeleiding op het gebied van sociale veiligheid, resultaat gericht werven van vrijwilligers, vrijwilligersverzekering, fondsenwerving, netwerken;

-jaarlijks overleg met het Opmeerse vrijwilligersveld voor het vergaren van inbreng voor het vrijwilligsjaarprogramma op basis van de Nota ‘Samen Sterk’.

De kennis en kunde van

vrijwilligers(organisaties) is

vergroot.

Vrijwillige inzet is

vergroot.

Openbare geestelijke gezondheidszorg (Oggz): bereiken en begeleiden van kwetsbare doelgroepen, die niet zelf hulp vragen, met problemen op het gebied van schulden, verslaving, psychische of psychiatrische problemen, sociaal isolement, vervuiling of werkloosheid.

-Bijdrage aan de regiogemeente Hoorn voor het Meldpunt Vangnet & Advies

Zorgmijders worden vroegtijdig gesignaleerd, gemeld bij het Meldpunt Vangnet & Advies en toegeleid naar zorg.

Brede bekendheid meldpunten.

Ondersteuningsmogelijkheden zijn breed bekend en er wordt breed gebruik van gemaakt.

De doelgroep blijft in beeld door goede regievoering in- en extern.

Lokale opvang en ondersteuning waar mogelijk.

Goede informele ondersteuning (vrijwillige inzet) en goede ondersteuning mantelzorgers.

Een leven lang leren.

Bibliotheek:

-activiteiten op het gebied van ontwikkeling en educatie, kennis en informatie, lezen en literatuur;

-ondersteuning jeugdbibliotheek De Weere

Ontwikkeling van het kennisniveau.

Versterken leefbaarheid en sociale samenhang

Wijksteunpunt:

-activiteiten van vrijwilligers-

(organisaties) worden gestimuleerd, ondersteund en gewaardeerd

-open tafel

-dagbesteding

-open inloop

-Jeu de boules

-nieuwe te ontwikkelen activiteiten op basis van geconstateerde vraag

Er is in elk dorp een wijk

steunpunt of een ontmoetings-

mogelijkheid met een wijksteun-

puntfunctie.

Het dorp krijgt met het wijksteunpunt een positieve impuls; de onderlinge betrokkenheid groeit en de leefbaarheid neemt toe.

Kwetsbare groepen mensen worden ondersteund en doen mee.

Er is een samenleving in een veilige, leefbare, sociaal en fysiek goed toegankelijke buurt, waarin mensen elkaar kennen en prettig met elkaar omgaan.

In het wijksteunpunt ontmoeten inwoners van jong tot oud elkaar en zij zetten samen activiteiten op het gebied van zorg- en dienstverlening op voor alle doelgroepen. Belangrijk uitgangspunt daarbij is, dat wat de inwoners werkelijk willen en nodig hebben, centraal staat.

Het wijksteunpunt heeft vooral een aanjagende en faciliterende rol. Voor het geven van een verdere invulling ligt de bal bij de inwoners. Zij bepalen het uiteindelijke uiterlijk en het feitelijk functioneren van de wijksteunpunten.

Gebiedsteam

Een aantal onderdelen vanuit het subsidiebeleid 2012-2015, zoals ‘lokaal maatwerk jeugdgezondheidszorg’, worden met ingang van 2015 ondergebracht bij het gebiedsteam. Daarmee zijn deze gelden niet meer inzetbaar als subsidie; de gelden worden per casus ingezet ten behoeve van zorg op maat.

Innovatieagenda

Organisaties kunnen in aanmerking komen voor een incidentele subsidie op grond van de notitie ‘Innovatie-agenda – Sociaal Domein gemeente Opmeer 2016-2018’.

3.Subsidies in het kader van het subsidieprogramma 2016-2019 en incidentele subsidies 2015-2019

In dit hoofdstuk zijn de specifieke beleidsregels beschreven die betrekking hebben op:

  • -

    meerjarige subsidies voor de periode 2016-2019;

  • -

    tussentijdse incidentele subsidieaanvragen gedurende de periode 2015-2019.

3.1 Algemene aspecten

Organisaties, die op basis van dit hoofdstuk subsidie aanvragen, dienen in principe hun activiteiten (op korte termijn) zelfstandig zonder gemeentelijke subsidie te kunnen aanbieden. De gevraagde subsidie is daarmee beoogd voor de ontwikkeling van, ondersteuning van en/of geven van een kwaliteitsimpuls aan een activiteit/ activiteiten. Die activiteiten kunnen vervolgens op eigen kracht en met eigen middelen worden voortgezet.

Bij het bepalen van de hoogte van de subsidie wordt de ingediende begroting van de activiteiten meegenomen en afgewogen aan de hand van:

  • -

    het bijdragen aan de realisatie van gemeentelijke beleidsdoelen, zoals vermeld in paragraaf 3.4;

  • -

    het bereiken en activeren van specifieke doelgroepen uit het gemeentelijk beleid, waarbij een groot belang wordt gehecht aan niet-actieve en/of kwetsbare doelgroepen;

  • -

    het benutten van de eigen kracht van de aanvrager: ga eerst na wat de organisatie en deelnemers van de activiteiten zelf kunnen en bepaal daarna of (financiële) ondersteuning nodig is;

  • -

    het benutten van de eigen kracht van het betreffende deel van de samenleving.

Het staat de gemeente vrij de subsidie lager te verlenen dan het bedrag dat conform de begroting wordt gevraagd.

Subsidiering van activiteiten georganiseerd door individuele/ groepen burgers is alleen mogelijk voor zover deze activiteiten bijdragen aan de realisatie van gemeentelijke beleidsdoelen.

Organisaties die subsidie aanvragen ter ondersteuning van een groep mensen met een specifiek ziektebeeld/ beperking of voor activiteiten die in het verlengde liggen van de reguliere gezondheidszorg, komen niet voor subsidie in aanmerking, tenzij de organisatie een activiteit aanbiedt die:

  • -

    voorziet in een informele zorg- en/of welzijnsondersteuning;

  • -

    voorziet in een geconstateerde vraag;

  • -

    wordt georganiseerd in samenwerking met een lokale welzijnsorganisatie;

  • -

    plaatsvindt in gemeente Opmeer;

  • -

    primair bedoeld is voor inwoners van gemeente Opmeer.

3.2 Algemene aspecten meerjarige subsidies 2016-2019

In het geval van meerjarige subsidies bedraagt de aanvraag maximaal € 10.000 per jaar.

Indien het totaal aan gevraagde subsidies het subsidieplafond overschrijdt wordt een keuze gemaakt op basis van:

  • -

    het bereiken van gemeentelijke beleidsdoelen en doelgroepen;

  • -

    een goede samenhang tussen de activiteiten waarvoor subsidie wordt verleend.

Naar aanleiding daarvan kunnen subsidies lager verleend danwel afgewezen worden.

Activiteitenplan

Onderdeel van de aanvraag is het activiteitenplan, dat ook wordt gebruikt ten behoeve van de jaarlijkse verantwoording. Het activiteitenplan toont in één overzicht:

  • -

    de activiteit(en);

  • -

    de beoogde gemeentelijke beleidsdoel(en);

  • -

    de beoogde doelgroep(en);

  • -

    de beoogde resultaten voor desbetreffende kalenderjaren van de subsidieperiode.

Het formulier van het activiteitenplan is onderdeel van het subsidie aanvraagformulier, die organisaties via de gemeentelijke website kunnen downloaden.

Voorschot

Indien het in de beschikking staat vermeld, wordt de subsidie jaarlijks voor 1 april bij voorschot uitbetaald.

De vaststelling van de subsidie

Na afloop van de subsidieperiode zal op basis van de door de aanvrager verstrekte resultatenoverzichten een vaststelling plaatsvinden. De aanvrager zal daarom jaarlijks voor 1 juli een overzicht van de resultaten van de activiteiten van het voorgaande kalenderjaar moeten overleggen. Daaruit moet blijken in hoeverre de geplande activiteiten zijn uitgevoerd, welke resultaten zijn behaald en hoe daarmee is gescoord ten opzichte van de verwachtingen.

Indien beoogde resultaten niet zijn behaald en/of resultatenoverzichten niet (tijdig) zijn ingeleverd, kan de subsidie lager vastgesteld worden dan oorspronkelijk is verleend. Dit kan tot terugvordering van reeds uitgekeerde voorschotten leiden.

Tussentijdse wijziging activiteitenplan

Indien de resultaten van de activiteiten achterblijven bij de te verwachten resultaten uit het plan dat bij de aanvraag is ingediend, kan de aanvrager het activiteitenplan daarop aanpassen, zolang daarbij geen afbreuk wordt gedaan aan het oorspronkelijke plan.

De aanvrager vraagt hiervoor toestemming uiterlijk 1 april van het jaar waarin de wijziging(en) moeten worden ingevoerd. In dit verzoek geeft zij aan:

• Welke activiteiten zij wenst te wijzigen en wat daarvan de redenen zijn.

• De beschrijving van de nieuwe activiteiten en de daarbij te verwachten prestaties, cijfermatig geformuleerd.

Minimale hoogte van de subsidie

De minimale hoogte van de subsidie, die wordt verleend, bedraagt € 500 per activiteit.

3.3 Algemene aspecten tussentijdse incidentele subsidies 2015-2019

Er worden geen waarderingssubsidies verleend maar enkel activiteiten- of budgetsubsidies. Dat betekent dat bij incidentele subsidies prestatieafspraken gemaakt of verplichtingen opgelegd worden, die uiterlijk drie maanden na afloop van de activiteit worden verantwoord door de aanvrager. Op basis van de verantwoording is het mogelijk dat de subsidie lager wordt vastgesteld dan is verleend. Dit is het geval als de beoogde resultaten niet zijn bereikt dan wel wanneer niet of onvoldoende aan de opgelegde verplichtingen is voldaan.

3.4 Gemeentelijke beleidsdoelen

Gemeentelijk beleidsdoel

Doelgroep(en)

Stimulering sport- en bewegen

De gemeente verleent subsidie voor activiteiten die stimulering van inwoners tot deelname aan sport en bewegen beogen.

Alle inwoners.

Kinderen en jongeren tot en met 18 jaar en kwetsbare doelgroepen hebben een hogere prioriteit.

Ontwikkeling nieuwe activiteiten

De gemeente verleent subsidie voor de ontwikkeling van nieuwe activiteiten, die duidelijk een aanvulling zijn op het bestaande aanbod en niet versnippering van het bestaande aanbod veroorzaken.

Nieuwe activiteiten die inspelen op momenten dat inwoners dreigen uit te vallen bij sport en bewegen, hebben een hogere prioriteit.

Alle inwoners.

Inwoners die actief zijn maar dreigen te stoppen met sport/bewegen hebben een hogere prioriteit.

Kwaliteitsimpuls

De gemeente verleent subsidie voor activiteiten die een kwaliteitsimpuls geven aan het activiteitenaanbod in de gemeente.

Alle organisaties die in gemeente Opmeer werkzaam zijn.

Samenwerking organisaties

De gemeente verleent subsidie voor activiteiten die de samenwerking tussen (sport)organisaties bevorderen.

De gemeente verleent subsidie voor activiteiten die vanuit samenwerking tot stand zijn gekomen en aansluiten bij gemeentelijke beleidsdoelen.

Alle organisaties die in gemeente Opmeer werkzaam zijn.

Bewustwording gezonde leefstijl

De gemeente verleent subsidie voor activiteiten die bijdragen aan de bewustwording van (onderdelen van) een gezonde leefstijl.

Alle inwoners.

Ontwikkeling toerisme en recreatie

De gemeente verleent subsidie voor activiteiten die bijdragen aan de promotie van gemeente Opmeer als toeristisch en recreatief interessante bestemming. De kaders zoals die zijn gesteld in de positionering van gemeente Opmeer (Opmeer, gewoon anders) zijn hierbij leidend.

Alle inwoners en mogelijke bezoekers van gemeente Opmeer

Bereiken kwetsbare niet actieve doelgroepen en het stimuleren van hun deelname aan de samenleving

De gemeente verleent subsidie voor activiteiten op dorps- of buurtniveau die bijdragen aan het bereiken van kwetsbare doelgroepen die niet/ onvoldoende actief participeren en activiteiten die sociale uitsluiting tegengaan.

De gemeente verleent subsidie voor activiteiten waarbij organisaties actief kwetsbare niet actieve groepen expliciet gaan werven en ondersteunen.

Alle (groepen) kwetsbare inwoners.

Alle organisaties die in gemeente Opmeer werkzaam zijn.

Het ondersteunen van de sociale infrastructuur en het bevorderen van de leefbaarheid en stimulering zelf- en samenredzaamheid

De gemeente verleent subsidie voor activiteiten die de deelname van de inwoners aan hun eigen leefomgeving bevorderen.

De gemeente verleent subsidie voor activiteiten die de zelf- en samenredzaamheid van inwoners bevorderen.

De gemeente verleent subsidie voor activiteiten die een goede beschikbaarheid en toegankelijkheid van activiteiten in de wijk bevorderen.

Alle (groepen) inwoners.

Alle organisaties die in gemeente Opmeer werkzaam zijn.

Aanbod van taal, lezen, rekenen en zorg

De gemeente verleent subsidie voor activiteiten die cognitieve en sociale competenties van inwoners verbeteren.

Alle inwoners.

Met name voor de leerlingen

Natuur en Milieu

De gemeente verleent subsidie voor activiteiten die bijdragen aan de bewustwording dat goede zorg voor milieu en natuur van belang is.

Alle inwoners

Persoonlijke ontwikkeling

De gemeente verleent subsidie voor activiteiten die bijdragen aan de ontwikkeling van jeugd en jongeren, zoals sociaal leiderschap, karaktervorming, weerbaarheid, creativiteit etc.

Jeugd en jongeren

3.5 Subsidie evenementen

Regionaal

De volgende regionale evenementen komen in aanmerking voor een meerjarige subsidie:

  • -

    Sportverkiezing West-Friesland;

  • -

    Ondernemersgala West-Friesland;

  • -

    Fiets-4-Daagse West-Friesland.

Lokaal

De volgende lokale evenementen (met regionale uitstraling) komen in aanmerking voor een meerjarige subsidie:

  • -

    5 mei vrijmarkt;

  • -

    Babbeltocht en seniorendag;

  • -

    De Uitdaging;

  • -

    Expositiekring Beeldende Kunst Opmeer;

  • -

    Gabberweek;

  • -

    Golf met Pit;

  • -

    Kinderdorp;

  • -

    Project "Samen op pad" = Gabberweek senioren;

  • -

    Uitwisselingsprogramma’s HIP92/IPA;

  • -

    Vogelshow;

  • -

    Zomertijd.

De volgende lokale evenementen komen alleen in 2015 in aanmerking voor subsidie:

  • -

    4-5 mei viering;

  • -

    Zomerpop.

Landbouwshow Opmeer komt niet voor subsidie in aanmerking. Bij uitzondering heeft de gemeente met de organisatie van dit evenement een sponsorrelatie bestaande uit:

• Toegangskaarten voor het personeel;

• VIP-arrangementen voor genodigden van de gemeente;

• Prijzen voor de deelnemers.

De sponsoring wordt gedekt uit de post representatie. Andere sponsorrelaties worden niet aangegaan.

Lokale evenementen, waarbij inwoners kennis kunnen maken met activiteiten van lokale/ regionale organisaties, kunnen voor een (meerjarige) subsidie in aanmerking komen. In het geval van subsidieverlening bedraagt deze jaarlijks € 500 en in uitzonderlijke gevallen € 1.000 per evenement.

Lokale dorpsfestiviteiten, in het kader van de activiteiten sinterklaasfeest, Koningsdag en kermis, kunnen voor een meerjarige subsidie in aanmerking komen. In het geval van subsidieverlening bedraagt deze jaarlijks € 500 per woonkern per activiteit. Er wort een afbouwregeling gehanteerd indien de subsidie 2015 hoger was dan € 500.

Toevoeging evenementen

Het college kan besluiten een nieuw evenement, na het maximaal twee keer verlenen van een incidentele subsidie, toe te voegen aan bovenstaande lijst ‘regionaal’ of ‘lokaal’. Daarbij gelden in ieder geval de volgende criteria:

  • -

    Het evenement past in het gemeentelijk beleid;

  • -

    De jaarlijkse subsidie bedraagt maximaal € 1.000;

  • -

    Het evenement heeft duidelijk een toegevoegde waarde voor gemeente Opmeer;

  • -

    Er is financieel dekking of de gemeenteraad stelt middelen beschikbaar.

Amateur podiumkunsten

Vanaf 2015 verleent gemeente Opmeer jaarlijks maximaal € 3.000 per jaar subsidie ten behoeve van musical-, opera-, operette- of toneelvoorstellingen. De subsidie bedraagt maximaal € 750 per aanvraag.

Lokale muziekverenigingen kunnen ten behoeve van jaarlijkse optredens bij dorpsfestiviteiten/ activiteiten voor een meerjarige subsidie in aanmerking komen. In het geval van subsidieverlening bedraagt deze jaarlijks in totaal € 500 voor alle optredens, die zij in een jaar verzorgen.

Incidentele subsidie

Organisaties kunnen voor nieuwe/ incidentele evenementen subsidie aanvragen. Daarbij gelden in ieder geval de volgende criteria:

  • -

    Het evenement past in het gemeentelijk beleid;

  • -

    Er is financieel dekking of de gemeenteraad stelt middelen beschikbaar.

Tegenprestatie

In overleg met desbetreffende organisaties wordt bekeken welke tegenprestatie zij kunnen leveren, die aansluit bij het gemeentelijk beleid zoals vermeld in 3.4. Op basis daarvan wordt definitief besloten of een organisatie in aanmerking komt voor een meerjarige of incidentele subsidie.

Bij alle evenementen wordt gemeente Opmeer in alle communicatie-uitingen nadrukkelijk vermeld via naamsvermelding en/of gebruik van logo.

3.6 Regionale subsidies

De volgende subsidies aan regionale organisaties of ten behoeve van regionale projecten zonder direct lokaal belang worden in stand gehouden:

  • -

    Art. 1 Bureau Discriminatiezaken NHN;

  • -

    Jeugd en alcoholproject;

  • -

    Stichting Streekomroep West-Friesland;

  • -

    Stichting Slachtofferhulp.

In overleg met desbetreffende organisaties wordt bekeken welke tegenprestaties zij kunnen leveren, die bijdragen aan realisatie van het gemeentelijk beleid zoals vermeld in 3.4.

Regionale subsidies via centrumgemeente Hoorn:

• VO zorgondersteuning.

Toevoeging regionale subsidies

Het college kan besluiten een subsidie toe te voegen aan bovenstaande lijsten, onder voorwaarde dat alle Westfriese gemeenten de activiteit(en) van de desbetreffende organisatie ook subsidiëren en er financieel dekking is.

3.7 Buma-regeling

Organisaties die een sportactiviteit voor ouderen organiseren en daarbij gebruik maken van muziek moeten in principe een afdracht doen in het kader van de Buma-regeling. Via een regeling tussen Sportservice Noord-Holland en gemeente Opmeer is dit niet nodig; de gemeente betaalt voor alle organisaties een bijdrage.

3.8 Inwonersparticipatie

Ten behoeve van de participatie van inwoners van gemeente Opmeer bij beleidsvorming en/ of uitvoering van gemeentelijk beleid stelt gemeente Opmeer subsidie beschikbaar voor:

  • -

    Vier dorpsraden;

  • -

    Adviesraad Sociaal Domein;

  • -

    Drie werkgroepen OpMeer Actief;

  • -

    Burgerwerkgroep Welzijn in de Wijk;

  • -

    Jeugdparlement.

3.9 Beheersfunctie

In het huidige subsidieprogramma 2012-2015 worden enkele organisaties gesubsidieerd voor een beheersfunctie: Stichting Jeugd- en Jongerenwerk Opmeer, Stichting beheer Theresiahuis en St. Dienstencentrum "de Lindehof". Subsidiering van deze functie komt met ingang van 1 januari 2016 te vervallen. In 2015 zal in overleg met de organisaties bekeken worden of dat daadwerkelijk gaat gebeuren of dat het college gebruik zal maken van de hardheidsclausule om af te wijken van het beleid.

3.10 Subsidie exploitatietekort

Er wordt geen subsidie verleend ten behoeve van dekking van een exploitatietekort. Het college kan besluiten hierop een uitzondering te maken onder voorwaarde dat:

  • -

    De organisatie kan aantonen zich optimaal te hebben ingezet om het tekort zo laag mogelijk te laten zijn;

  • -

    De organisatie activiteiten ontplooit die aansluiten bij gemeentelijke beleidsdoelstellingen, zoals vermeld in 3.4 en/of;

  • -

    De activiteiten, die de organisatie ontplooit, van grote toegevoegde waarde zijn voor het gemeentelijk beleid.

3.11 Dierenopvang

Op grond van artikel 5:8, 3e lid van het Burgerlijk Wetboek is de gemeente verplicht de opvang en bewaring (14 dagen) van gevonden honden en katten (en soms overige huisdieren) van wie de eigenaar uit beeld is, te regelen. Hiervoor heeft de gemeente afspraken met Dierenasiel Hoorn. De gemeente beperkt zich hiertoe en subsidieert geen andere organisaties ten behoeve van de opvang van dieren.

3.12 Sport

Deskundigheidsbevordering

Lokale organisaties kunnen t.b.v. deskundigheidsbevordering van vrijwillig kader van sportactiviteiten in aanmerking komen voor een meerjarige subsidie. In het geval van subsidieverlening bedraagt deze jaarlijks € 500 (minder dan 200 leden), € 750 (200-400 leden) of € 1.000 (meer dan 400 leden).

Meer Bewegen Voor Ouderen

Lokale organisaties kunnen t.b.v. Meer Bewegen Voor Ouderen activiteiten in aanmerking komen voor een meerjarige subsidie. In het geval van subsidieverlening bedraagt deze jaarlijks € 500. Er wort een afbouwregeling gehanteerd indien de subsidie 2015 hoger was dan € 500.

Topsport/talenten

Gemeente Opmeer verleent geen subsidie ten behoeve van de realisatie van topsportaccommodaties, het topsportbeleid van sportorganisaties en topsporters.

Indien sporttalenten (in de leeftijd tot en met 23 jaar) uit gemeente Opmeer als ambassadeur een rol vervullen binnen het gemeentelijk sport- en beweegbeleid, komen de talenten in aanmerking voor ondersteuning van de combinatiefunctionaris en als er financieel ruimte is voor een vergoeding van hun diensten. Die vergoeding dienen zij te besteden ten behoeve van de extra onkosten van de sportbeoefening.

Zwemonderwijs

De gemeente vindt het schoolzwemmen belangrijk, ondanks het feit dat veel kinderen al een diploma hebben. Het biedt kinderen de gelegenheid:

  • 1.

    alsnog een diploma te halen of daarbij extra ondersteuning te krijgen;

  • 2.

    de zwemvaardigheid verder te ontwikkelen of te behouden;

  • 3.

    kennis te maken met zwemsportactiviteiten in het kader van sportstimulering.

Er is afgesproken om een opsplitsing te maken qua inhoud van het schoolzwemmen:

  • Groep 3 t/m 5: voornaamste aandacht voor bovenvermelde punten 1 en 2;

  • Groep 6 t/m 8: voornaamste aandacht voor bovenvermeld punt 3, waarbij het behouden van de zwemvaardigheid een indirect gevolg is.

Schoolzwemmen behoort op grond van de wet niet tot de verplichte vakken. Zwemmen is echter gezond en goed voor de (motorische) ontwikkeling van het kind. Door deze voorziening op te nemen in het lokaal onderwijsbeleid geeft de gemeente aan dat zij het zwemmen ook belangrijk vindt voor de ontwikkeling van het kind. Voor deze activiteit wordt een bedrag per leerling ter beschikking gesteld.

Het zwemonderwijs wordt mogelijk gemaakt door een vast bedrag per leerling over te maken aan zwembad ’t Woudmeer op basis van een opgave van het aantal leerlingen door de scholen.

De leerlingen van de Petrus Canisiusschool maken gebruik van het zwembad in Abbekerk. Deze kosten worden rechtstreeks overgemaakt aan dit zwembad.

OBS De Dubbele Punt maakt sinds de oplevering van minigymzaal “De Komma” geen gebruik meer van de mogelijkheid om in schoolverband te zwemmen.

Schoolzwemmen draagt bij aan stimulering van het gebruik van zwembad ‘t Woudmeer. In dat kader is het scholen ook toegestaan zich om in de periode mei-juli maximaal drie keer aan te melden voor “mooi weer zwemmen”. Op dat moment kunnen de kinderen de laatste 1,5 uur van de schooldag recreatie zwemmen in zwembad ’t Woudmeer, indien dat past in het rooster.

3.13 OpMeer Actief/ Jeugdparlement

OpMeer Actief

In het kader van OpMeer Actief kunnen organisaties in aanmerking komen voor een incidentele subsidie voor de ontwikkeling van activiteiten op het gebied sport, kunst en cultuur. De specifieke beleidsregels hiervan zijn vastgelegd in het projectplan OpMeer Actief.

Jeugdparlement

De gemeente hecht belang aan jongerenparticipatie en het Jeugdparlement is een project wat voldoet aan alle eisen die aan jongerenparticipatie gesteld worden. Het geeft de jongeren medezeggenschap over de besteding van middelen voor incidentele jongerenactiviteiten, en leert jongeren alle vaardigheden die nodig zijn voor besluitvormingsprocessen.

De gemeente heeft daarom aan het jeugdparlement een subsidie ter beschikking gesteld voor de financiering van activiteiten. Organisaties uit gemeente Opmeer kunnen voor een bijdrage aan een activiteit bij het Jeugdparlement een aanvraag indienen en daarmee en beroep doen op het door de gemeente beschikbaar gestelde budget. De afspraken over de procedure, voorwaarden en toekenning van bijdragen zijn vastgelegd in het projectplan Jeugdparlement.

3.14 Vastleggen van (cultuur)historie van gemeente Opmeer

Een activiteit waarbij de (cultuur)historie van gemeente Opmeer wordt vastgelegd kan in aanmerking komen voor een incidentele subsidie. Hierbij gelden de volgende voorwaarden:

  • a.

    Er dient sprake te zijn van (cultuur)historie met algemeen belang;

  • b.

    Er dient sprake te zijn van een bijzondere gebeurtenis, zoals een 50-jarig jubileum of een incidentele activiteit;

  • c.

    De gemeente subsidieert maximaal € 500 van de kosten;

  • d.

    De informatie of een gratis exemplaar (in geval van een concreet product, zoals een boek) dient beschikbaar gesteld te worden aan gemeente Opmeer;

  • e.

    De gemeente dient de kosten te kunnen dekking binnen de lopende begroting.

    • 4. Subsidiemogelijkheden t.b.v. accommodaties, voorzieningen en materialen 2015-2019

Gemeentelijke voorzieningen en functies

De gemeente is verantwoordelijk voor onderstaande infrastructuur en streeft ernaar dit aanbod en de kwaliteit ervan te handhaven. Tevens streeft de gemeente ernaar de bezetting te optimaliseren, o.a. door voorzieningen multifunctioneel te benutten.

Wat betreft het sportcomplex van voetbalvereniging HOSV is de gemeente, conform de Structuurvisie Opmeer 2025, bereid mee te werken aan een andere functie van het terrein. Het handhaven van de huidige functie van deze voorziening is namelijk geen noodzaak; de voetbalvoorzieningen van Grasshoppers en VVS ’46 voorzien in de behoefte van de drie dorpskernen Hoogwoud, Opmeer en Spanbroek.

Het Wmo-beleid is erop gericht dat er in elke kern een wijksteunpunt, dorpshuis, ruimte in een school, e.d. aanwezig is als levendig hart van de kern; een plek waar jong en oud elkaar kan ontmoeten, activiteiten kunnen worden aangeboden etc.

Voorziening (aantal)

Plaats

Functie(s)

Beachveld (1)

Hoogwoud

Voorziening t.b.v. beachsport activiteiten.

Bibliotheekgebouw

Opmeer

Bibliotheek.

Cultureel centrum Pardoes

Hoogwoud

Voorziening t.b.v. culturele activiteiten.

Dojo (1)

Hoogwoud

Voorziening primair t.b.v. de judosport. Secundair voor activiteiten welke passend zijn in een dojo.

Dorpshuis (1)

De Weere

Voorziening voor ontmoeting en ondersteuning i.h.k.v. de Wmo.

Voorziening t.b.v. culturele activiteiten.

Gymzalen (5)

Aartswoud, De Weere, Hoogwoud, Opmeer, Spanbroek

Voorziening primair voor het bewegingsonderwijs van de basisscholen. Secundair voor sportieve en recreatieve activiteiten.

Handbalvelden (2)

Hoogwoud

Voorziening primair t.b.v. de handbalsport. Secundair voor activiteiten welke passend zijn op een handbalveld.

Hockeyveld (1)

Hoogwoud

Voorziening primair t.b.v. de hockeysport. Secundair voor activiteiten welke passend zijn op een hockeyveld.

Natuurspeeltuin (1)

Hoogwoud

Openbare natuurlijke speelplek, waar sportieve en/of recreatieve activiteiten georganiseerd kunnen worden.

No-problem locatie (1)

Hoogwoud

Sportieve en recreatieve plek voor jeugd en jongeren.

Paardrijbak (1)

Hoogwoud

Voorziening t.b.v. de paardensport.

Peuterspeelzalen (4)

Aartswoud (in schoolgebouw)

De Weere (zelfstandig gebouw)

Hoogwoud (in schoolgebouw)

Opmeer (gedeeltelijk aan school aangebouwd)

Voorziening voor leren, spelen en ontmoeten.

Recreatie- en evenemententerrein (1)

Hoogwoud

Voorziening t.b.v. sportieve en recreatieve activiteiten, tevens evenemententerrein.

Speel- en JOP-plekken (divers)

Gemeente Opmeer

Voorziening t.b.v. spelen en ontmoeten.

Sporthal (1)

Hoogwoud

Voorziening t.b.v. sportieve en recreatieve activiteiten/ evenementen.

Vergadelaar

Hoogwoud

Kantoor- en vergaderlocatie voor primair Opbouwwerk Opmeer, welke ook door andere organisaties gebruikt kan worden.

Voetbalvelden, kunstgras (2)

Hoogwoud, Spanbroek

Voorziening primair t.b.v. de voetbalsport. Secundair voor activiteiten welke passend zijn op een kunstgras voetbalveld.

Voetbalvelden, natuurgras (8)

Aartswoud, De Weere, Hoogwoud, Spanbroek

Voorziening primair t.b.v. de voetbalsport. Secundair voor activiteiten welke passend zijn op een natuurgras voetbalveld.

Wijksteunpunt

Hoogwoud

Voorziening voor ontmoeting en ondersteuning i.h.k.v. de Wmo.

Zwembad – buiten (1)

Hoogwoud

Voorziening t.b.v. zwem en/of recreatieve activiteiten/ evenementen.

Niet-gemeentelijke voorzieningen

De volgende voorzieningen zijn geen voorzieningen van de gemeente, maar zijn wel van belang voor de gemeentelijke infrastructuur ten behoeve van het gemeentelijk beleid.

Voorziening

Plaats

Functie(s)

Sportcentra (2)

Hoogwoud, Spanbroek

Voorziening ten behoeve van sportactiviteiten en andere passende voorzieningen, zoals fysiotherapie.

Tennishal (1)

Hoogwoud

Tennishal en evenementlocatie.

Tennisvelden (8)

Hoogwoud

Voorziening ten behoeve van de tennissport.

Sporthal (1)

Spanbroek

Voorziening ten behoeve zaalsport en incidenteel voor een evenement.

Turnhal (1)

Hoogwoud

Voorziening ten behoeve van de turnsport.

Zwembad – binnen (1)

Hoogwoud

Voorziening ten behoeve van zwemles.

Wijksteunpunt

Spanbroek

Voorziening voor ontmoeting en ondersteuning i.h.k.v. de Wmo.

Onderwijsgebouwen (7)

Gemeente Opmeer

Voorziening tbv onderwijs.

De subsidieregels die in dit hoofdstuk staan beschreven zijn niet van toepassing op deze voorzieningen, maar gelden alleen voor (toekomstige) gemeentelijke voorzieningen.

Alleen organisaties zonder winstoogmerk kunnen een aanvraag voor een investeringssubsidie indienen, zoals die in de paragrafen 4.1 en 4.2 staat beschreven.

4.1 Investeringssubsidies sportvoorzieningen

Voor sportvoorzieningen kunnen investeringssubsidies verstrekt worden. Dit zijn subsidies ten behoeve van investeringen ter zake van nieuwbouw, verbouw, uitbreiding en eerste inrichting van voorzieningen en aanschaf toestellen en apparatuur.

De genoemde investeringen zijn te verdelen in de volgende vier categorieën:

  • 1.

    Investeringen die volledig voor rekening komen van de gemeente;

  • 2.

    Investeringen die vallen onder de accommodatieregeling;

  • 3.

    Investeringen volledig voor rekening van de aanvrager;

  • 4.

    Tijdelijke voorzieningen.

Indien de bestaande situatie afwijkt van hetgeen staat beschreven in 4.1, is het bespreekbaar de verantwoordelijkheid bij de juiste organisatie te gaan beleggen. Er zal echter geen correctie plaatsvinden ten aanzien van gedane investeringen/ eigendom.

Ter illustratie hierbij een voorbeeld. Een vereniging heeft geïnvesteerd in een extra trainingscapaciteit. Dit heeft zij gedaan op het moment dat een analyse van de bond aangaf dat deze extra capaciteit niet nodig was. Op enig moment is de vereniging zodanig gegroeid dat deze capaciteit volgens de bond wel nodig is. Daarmee zou de verantwoordelijkheid voor deze voorziening over kunnen gaan naar de gemeente. Dit beperkt zich dan tot onderhoud en eventuele vervanging. Er zal dus geen correctie ten aanzien van de gedane investeringen plaatsvinden.

Er wordt medewerking verleend aan de realisatie van nieuwe sportvoorzieningen indien:

• Dit niet inpasbaar is in het huidige aanbod van voorzieningen;

• Er een duidelijk aantoonbare vraag is, die voor meerdere jaren geldt;

• De hoofdgebruiker volledig verantwoordelijk is voor de exploitatie.

Er wordt een verzoek tot een bijdrage in de investeringskosten in behandeling genomen indien:

• Het ontwerp van de voorziening aansluit bij de vraag en past binnen een goed onderbouwde realistische exploitatie;

• De gebruikers zich aantoonbaar optimaal hebben ingespannen inkomsten, voor dekking van te investeringskosten, te werven.

Een financiële bijdrage in de investeringskosten, in de vorm van subsidie, bedraagt maximaal 1/3 van de investeringskosten, die volgens dit hoofdstuk voor subsidie in aanmerking komen. Er wordt geen renteloze lening verstrekt.

1. Investeringen die volledig voor rekening komen van de gemeente

Hierbij dient gedacht te worden aan die onderdelen van de voorziening, die een absolute voorwaarde zijn om de speelvelden speelklaar te maken. Dit zijn de volgende voorzieningen:

-Voor de buitensportverenigingen:

• de aanleg van de sportvelden;

• de eerste inrichting van de sportvelden;

• de vervanging van de inrichtingsvoorzieningen komen m.u.v. de netten voor volledige vergoeding van de gemeente, mits dit niet eerder is dan een normale afschrijvingsperiode (ongeveer 10 jaar).

-Voor de binnensportverenigingen:

• nieuwbouw, uitbreiding, vervanging, sporthal en gymzalen (voor zover deze ruimtes tevens gebruikt worden t.b.v. het onderwijs);

• eerste inrichting van sporthal en gymzalen inclusief vervanging.

• de aanschaf en vervanging van gymnastiektoestellen, die volgens de onderwijsnormen noodzakelijk zijn, komen voor volledige vergoeding van de gemeente. In het accommodatiebijdrage-systeem is mede een deel opgenomen voor de huur van deze gymnastiektoestellen.

2. Investeringen die vallen onder de accommodatieregeling

Het betreft hier voorzieningen die sporttechnisch gezien absoluut onmisbaar worden ervaren voor het bedrijven van de sport. Hierbij kan gedacht worden aan kosten van nieuwbouw, uitbreiding, verbouw en eerste inrichting van accommodaties en in sommige gevallen voor aanschaf en vervanging van bepaalde materialen. De normen zullen veelal door de respectievelijke sportbonden worden voorgeschreven. Dit zijn de volgende voorzieningen:

-Bij buitensportverenigingen:

• kleedaccommodaties met genormeerde afmetingen, incl. toiletten en wasruimten, scheidsrechtersruimten en (CV)berging. Alleen de hulpmiddelen, die in de goedkoopste uitvoering meer dan € 1.000,- bedragen, komen voor deze regeling in aanmerking;

• jeugddoelen die nodig zijn voor jeugdwedstrijden, mits dit niet eerder is dan een normale afschrijvingsperiode (minimaal 10 jaar).

-Bij binnensportverenigingen:

• duurzame hulpmiddelen: de toestellen en apparatuur (niet behorende tot de onderwijsnorm) die meer dan € 1.000,- kosten.

n.b.: een aanvrager die een voorziening aanbrengt m.b.v. de accommodatieregeling in een particuliere huisvesting dient aan het navolgende te voldoen. Met de eigenaar dient een overeenkomst te worden aangegaan, dat de aanvrager gedurende tenminste 5 jaar gebruik maakt van de voorziening, tenzij dit onmogelijk is buiten de schuld van de eigenaar en aanvrager.

De gemeenteraad kan de accommodatieregeling toepassen op door de gemeenteraad goedgekeurde investeringskosten. Daarbij wordt maximaal 1/3 van de investeringskosten uitgekeerd in een bijdrage à fonds perdu en maximaal 1/3 van de investeringskosten in de vorm van een renteloze lening.

3. Investeringen volledig voor rekening van de aanvrager

Dit zijn de investeringen die sporttechnisch niet absoluut noodzakelijk zijn, maar door de aanvrager als zeer wenselijk worden beschouwd, alsmede investeringen t.b.v. gebruiksartikelen. Ook alle energiebesparende maatregelen komen volledig t.l.v. van de aanvrager.

Buitensport: tribune, kantine, dug-outs, lampen trainingsverlichting, hoekvlaggen, jeugddoelen voor trainingen, etc. Binnensport: in de huurtarieven van de accommodaties is een gedeelte verdisconteerd voor huur van gebruiksmateriaal, voor zover dit de onderwijsnorm niet overschrijdt.

4. Tijdelijke voorzieningen

Voor tijdelijke voorzieningen is het gemeentebestuur verantwoordelijk en gelden dezelfde regels als genoemd onder 1 en 2.

Regels ten aanzien van de uitvoering van de regels onder 1, 2, 3 en 4:

  • -

    Definiëring investeringskosten: dit zijn de door het gemeentebestuur goedgekeurde kosten, waarvan door de aanvrager een specificatie is overlegd.

  • -

    Aanvraag bestaat uit:

• Een heldere beschrijving en onderbouwing van de noodzaak van de investering: de projectopzet;

• Een heldere beschrijving van het toekomstperspectief van het gebruik van de voorziening, voor zover mogelijk aan de hand van beschikbaar cijfermateriaal;

• De begroting met een duidelijke specificatie van de investeringskosten (inclusief de daarbij behorende offertes, waarbij rekening is gehouden met het gemeentelijk aanbestedingsbeleid);

• Een onderbouwing van de financiering van de investeringskosten: het dekkingsplan;

• Indien de investeringskosten hoger zijn dan € 15.000,- en deze niet volledig voor rekening van de gemeente komen, dan wordt daaraan toegevoegd:

o Een sluitende exploitatiebegroting voor minimaal de eerste drie jaar, nadat de investering is gedaan. Daarin dient bovendien een uitgavenpost of reservering te zijn opgenomen ten behoeve van het plegen van zogenaamd groot onderhoud aan de voorziening waarin is geïnvesteerd;

o De jaarrekeningen van de 3 jaren voorafgaand aan het indienen van de aanvraag.

-Aanvraag indienen:

• Bij investeringskosten hoger dan € 15.000,- dient het verzoek voor 1 februari door de gemeente te zijn ontvangen, indien de aanvrager de werkzaamheden na 1 januari van het daaropvolgende jaar wil laten plaatsvinden;

• Bij investeringskosten lager dan € 15.000,- dient het verzoek voor 1 februari door de gemeente te zijn ontvangen, indien de aanvrager de werkzaamheden na 1 juli van hetzelfde jaar wil laten plaatsvinden;

• Bij investeringskosten lager dan € 15.000,- dient het verzoek voor 1 augustus door de gemeente te zijn ontvangen, indien de aanvrager na 1 januari van het daaropvolgende jaar de werkzaamheden wilt laten plaatsvinden;

• Indien niet aan een termijn is voldaan, wordt het verzoek van de aanvrager automatisch doorgeschoven naar de volgende termijn;

  • -

    In het geval van toepassing van de accommodatieregeling maakt de aanvrager bij het indienen van de aanvraag aantoonbaar dat zij voldoende inspanningen heeft verricht om inkomsten te genereren waarmee de eigen bijdrage van de investeringskosten kunnen worden gefinancierd. Hieronder valt onder andere inbreng vanuit het eigen vermogen, subsidies van publiekrechtelijke en/ of privaatrechtelijke instanties, sponsoring en geldinzamelingsacties.

  • -

    Bij bepaling van de investeringskosten, bijdrage à fonds perdu en/of lening wordt de BTW buiten beschouwing gelaten. Behoudens investeringen die volledig voor rekening van de gemeente komen, komen de BTW-kosten van andere investeringen volledig voor rekening van de aanvrager.

  • -

    Voorwaarden inzake de renteloze lening:

• Voor de renteloze lening geldt een minimale hoogte van € 1.000,- en een minimale aflossingstermijn van twee jaar. Indien het vastgestelde bedrag lager is, ontvangt de aanvrager enkel een bijdrage à fonds perdu en kan zij geen gebruik maken van de renteloze lening;

• In geval van achterwege blijven van betalingen, opheffing van de aanvrager is onmiddellijke opeisbaarheid door de gemeente mogelijk;

• De renteloze geldlening boven een bedrag van € 50.000,- wordt verstrekt onder hypothecair verband. De kosten van de hypotheekakte komen voor rekening van de aanvrager. De aanvrager is hoofdelijk aansprakelijk voor het nakomen van de financiële verplichtingen;

• De aanvrager verklaart voorafgaand aan de betaalbaarstelling van de subsidie, middels indiening van een schriftelijke verklaring bij de gemeente, dat voldaan wordt aan de volgende criteria:

o De investering draagt bij aan de publieke taak;

o Er is sprake van een investering door een derde;

o De derde heeft zich verplicht tot het daadwerkelijk investeren, op een wijze zoals is overeengekomen;

o De bijdrage kan worden teruggevorderd, indien de derde in gebreke blijft (of de gemeente anders recht kan doen gelden op de activa die samenhangen met de investeringen).

  • -

    Het college van burgemeester en wethouders kan besluiten voorafgaand of gedurende de werkzaamheden een of meerdere voorschotten aan de aanvrager uit te keren.

  • -

    Afrekening:

• De afrekening zal op basis van facturen achteraf geschieden;

• De hoogte van de bijdrage à fonds perdu en/of lening, zoals door de gemeenteraad is vastgesteld, kan niet overschreden worden zonder toestemming van de gemeenteraad;

• De kostenbesparing van werkzaamheden door eigen leden verricht of door derden gratis verricht komt ten goede aan zowel de aanvrager als de gemeente:

o De hoogte van de bijdrage à fonds perdu, zoals deze door de raad is vastgesteld, wordt bij de afrekening niet gewijzigd;

o Na vaststelling van de werkelijke investeringskosten wordt de bijdrage à fonds perdu hierop in mindering gebracht;

o Het resterende bedrag wordt gelijk verdeeld over de renteloze lening (50%) en de eigen bijdrage van de aanvrager (50%).

  • -

    De aanvrager dient de gemeente terstond schriftelijk te berichten als er wijzigingen plaatsvinden in de projectopzet en/of de oorspronkelijk ingediende begroting (inclusief het dekkingsplan). Dergelijke wijzigingen kunnen leiden tot een aanpassing door de gemeente van het bedrag van de verleende financiële steun.

  • -

    Het aanbestedingsbeleid van gemeente Opmeer is van toepassing indien de bijdrage á fonds perdu meer dan 50% van de investeringskosten bedraagt.

  • -

    Het college kan, in kennelijk onbillijke gevallen, van één of meerdere verplichtingen uit deze regels ten gunste van de aanvrager van subsidie ontheffing verlenen of de regels die op de aanvraag en de verlening van het subsidie betrekking hebben buiten toepassing laten of daarvan afwijken.

4.2 Investeringssubsidies andere welzijnsvoorzieningen

Voor andere welzijnsvoorzieningen kunnen ook investeringssubsidies verstrekt worden. Dit zijn subsidies ten behoeve van investeringen ter zake van (1) nieuwbouw, verbouw en uitbreiding van gebouwen en (2) aanschaf muziekinstrumenten en -uitrusting.

De genoemde investeringen zijn te verdelen in de volgende vier categorieën:

  • 1.

    Investeringen die volledig voor rekening komen van de gemeente;

  • 2.

    Investeringen die vallen onder de accommodatieregeling;

  • 3.

    Investeringen volledig voor rekening van de aanvrager.

Zie onderstaande tabel om te bezien welke soort investering onder welke categorie valt:

 

Welzijnsvoorziening is eigendom van:

Soort investering:

gemeente

aanvrager

derde

Gebouw en basisvoorzieningen

1

3

n.v.t.

Voor de activiteit noodzakelijk geachte voorzieningen

3

2

2

Inrichting en door gebruiker gewenste voorzieningen

3

3

3

Muziekinstrumenten en - uitrusting

2

2

2

Materialen

3

3

3

Regels ten aanzien van de uitvoering van de regels onder 1, 2, 3 en 4:

  • -

    Voor uitvoering van de accommodatieregeling wordt de lijn gevolgd zoals beschreven onder 4.1.

  • -

    Indien conform de accommodatieregeling een subsidiebijdrage wordt verleend, dienen de gesubsidieerde inrichting, voorzieningen, instrumenten en/of uitrusting benut te worden ten behoeve van de beoogde welzijnsactiviteiten zoals beschreven in de subsidiebeschikking en conform de daarin vermelde levensduur.

  • -

    Indien de activiteiten voortijdig worden beëindigd, kan de gemeente de subsidiebijdrage van de resterende levensduur terugvorderen.

Muziekverenigingen:

Fanfarecorps Crescendo, Muziekvereniging Erato en Jeugddrumband De Woudklappers ontvangen jaarlijks subsidie op basis van de specifieke beleidsregels 2005. Daarin wordt gesproken over aanpassing van de beleidsregels voor deze verenigingen, maar dat is niet gebeurd. In het nieuwe beleid zijn de subsidiebedragen opgesplitst:

  • -

    Subsidiering van de aanschaf van muziekinstrumenten en –uitrusting blijft mogelijk. In de gemeentelijke begroting is hiervoor specifiek een budget geraamd en die wordt als volgt verdeeld: 1/5 deel voor muziekvereniging De Woudklappers, 2/5 deel voor muziekvereniging Erato en 2/5 deel voor muziekvereniging Crescendo;

  • -

    Subsidiering van activiteiten en opleiding komen te vervallen; de verenigingen kunnen een subsidieaanvraag indienen op basis van de subsidiemogelijkheden beschreven in 3.4.

4.3 Westfriese Molens

Ten behoeve van de instandhouding van de volgende vijf Westfriese Molens kan aan de stichting Westfriese molens een subsidiebijdrage worden verleend:

  • -

    De Kaag, Nieuweweg 2 te Opmeer;

  • -

    Koggemolen Westuit, Kolkweg 2 te Aartswoud;

  • -

    De Lastdrager, Burgemeester Hoogeboomlaan 2 te Hoogwoud;

  • -

    De Vier winden, Langereis 2 te Hoogwoud;

  • -

    Westerveer, Zomerdijk 18 te Spanbroek.

De vijf Westfriese molens zijn markant voor de Opmeerse omgeving en hebben een hoge cultuurhisto-rische waarde. Door subsidiering wordt het behoud hiervan gewaarborgd.

Het beleid van de gemeente Opmeer is om in beginsel 25% van het BRIM-subsidiebedrag, dat vastgesteld is door de RCE, aanvullend bij te dragen, met een plafondbedrag € 1.050 per molen per jaar.

Ten behoeve van de vaststelling van de subsidie dient de stichting uiterlijk 6 maanden na afloop van de subsidieperiode een kopie van de nota- en betalingsoverzichten te leveren.

Een incidentele subsidie voor de instandhouding van bovenstaande Molens is mogelijk indien:

  • -

    er sprake is van een onvoorziene calamiteit;

  • -

    de instandhouding door deze calamiteit in gevaar komt;

  • -

    daarvoor middelen beschikbaar zijn gesteld door college of raad.

4.4 Restauratie kerktorens

Ten behoeve van de restauratie van kerktorens van de volgende kerken kan aan desbetreffende eigenaar een subsidiebijdrage worden verleend:

  • -

    Sint-Lambertuskerk te De Weere;

  • -

    Sint Jans geboorte te Hoogwoud;

  • -

    Sint Bonifatiuskerk te Spanbroek.

De kerktorens zijn markant voor de Opmeerse omgeving en hebben een hoge cultuurhistorische waarde. Door subsidiering wordt het behoud hiervan gewaarborgd.

Het beleid van de gemeente Opmeer is erop gericht om maximaal 25% van de niet door het rijk gesubsidieerde (doch subsidiabele) kosten voor de kerktorens bij te dragen.

De werkelijke hoogte van het te verlenen subsidiebedrag wordt door de gemeenteraad bepaald.

Ten behoeve van de vaststelling van de subsidie dient de eigenaar uiterlijk 6 maanden na afloop van de subsidieperiode een kopie van de nota- en betalingsoverzichten te leveren.

De restauratie van kerktorens van de volgende kerken staat als kostenpost in de gemeentelijke begroting en komen daarmee niet voor subsidie in aanmerking:

  • -

    ’t Kerkhuys te Spanbroek;

  • -

    Nederlands hervormde kerk Aartswoud;

  • -

    Nederlands hervormde kerk Hoogwoud;

  • -

    Theaterkerk Wadway.

4.5 Mortuariumvoorziening

Alhoewel het hebben van een mortuariumvoorziening geen wettelijke gemeentelijke taak is, vindt de gemeente de aanwezigheid en instandhouding van een mortuariumvoorziening gewenst. Ten behoeve daarvan verleend de gemeentesubsidie aan Stichting Exploitatie ’t Kerkhuys.

Elk jaar ontvangt de stichting in februari een voorschot ter hoogte van € 2.000 (op basis van minimaal 8 opbaringen per jaar). Na afloop van het kalenderjaar dient de stichting gegevens te overleggen van het aantal plaatsgevonden opbaringen. Indien daaruit blijkt dat er meer dan acht opbaringen in een jaar hebben plaatsgevonden, zal een aanvullende bijdrage van € 250,- per extra opbaring uitgekeerd worden, met een maximum van € 2.000 per jaar. Daarmee kan per jaar in totaal maximaal € 4.000 subsidie vastgesteld worden.

Indien het aantal opbaringen per jaar afneemt kan de gemeente het voorschot verlagen dan wel de subsidie beëindigen.

4.6 Verhuur gemeentelijke voorzieningen

Bij verhuur van de gemeentelijke voorzieningen is sprake van een indirecte vorm van subsidiering indien het huurtarief lager ligt dan het kostendekkende tarief. Als dat het geval is, heeft de gemeenteraad hiervoor een besluit genomen in het kader van het algemeen belang. Dit besluit is niet opgenomen in de specifieke beleidsregels, maar is te vinden op de gemeentelijke website of kan bij de gemeente worden opgevraagd.

4.7 Speelplekken

De quickscan speelruimtebeleid 2015 biedt de kaders voor het speelruimtebeleid. Hierbij wordt het werken met sectoren verlaten en wordt het speelruimtebeleid bezien op dorpsniveau. Kinderaantallen dalen namelijk zodanig dat het verstandig is om de werkwijze met sectoren te verlaten en op dorpsniveau naar het aanbod en de inrichting te kijken.

In de periode 2016-2019 gaan in de gemeente acht speelplekken verdwijnen. Deze plekken verdwijnen geleidelijk/direct op het moment dat:

• De toestellen zijn afgekeurd;

• De toestellen afgekeurde toestellen op andere speelplekken kunnen vervangen;

• De toestellen centraal aangemerkte speelplekken kunnen versterken;

• Er een aanleiding is, zoals herinrichting van de wijk.

De speelplekken, die verdwijnen, blijven als openbaar groen (grasveld) voor de wijk beschikbaar.

In overleg met de buurt is een alternatieve invulling bespreekbaar voor zover:

• De wijk dekking van de investeringskosten, die het beschikbare gemeentelijk budget overschrijden, kan verzorgen (bijvoorbeeld door zelfwerkzaamheid);

• Het onderhoud van de inrichting (uitvoering en financieel) past binnen de onderhoudswerkzaamheden van de gemeente en/of door inwoners overgenomen kan worden.

Met het verdwijnen van speelplekken worden de centrale speelplekken waar nodig versterkt. De natuurspeeltuin en speelplek Barnsteen zijn geen centrale speelplekken, maar hebben een recreatieve of sociaal verbindende functie en blijven daarom buiten de beoordeling of deze al dan niet moeten verdwijnen.

De vrijkomende vervangingsbudgetten van verdwijnende speelplekken worden ingezet ten behoeve van:

• Verwijderkosten van de speeltoestellen van de verdwijnende speelplek;

• Verplaatsingskosten van de speeltoestellen;

• Herinrichting van de verdwijnende speelplekken (€ 500 - € 1.500 per speelplek);

• Versterking centrale speelplekken.

4.8 Beweegvoorzieningen (wandelen, fietsen en varen)

In samenwerking met Recreatieschap Westfriesland blijft de gemeente werken aan de ontwikkeling van het wandel-, fiets- en vaarroutenetwerk. Investeringen vanuit de gemeente blijven daarbij afhankelijk van cofinanciering door derden. In samenwerking met Recreatieschap Westfriesland worden ondernemers gestimuleerd gebruik te maken van de kansen die deze netwerken bieden; realiseren van aanvullende voorzieningen, ontwikkelen van themaroutes, etc.

5. Citeertitel

Deze beleidsregels kunnen worden aangehaald als “Specifieke beleidsregels Algemene Subsidieverordening Opmeer 2015”.

Aldus vastgesteld op 14 februari 2017,

Burgemeester en wethouders van Opmeer,

De secretaris de burgemeester,

M.A.S. Winder G.J.A.M. Nijpels

Naar boven