Gemeenteblad van Leeuwarden
| Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
|---|---|---|---|
| Leeuwarden | Gemeenteblad 2017, 44454 | Beleidsregels |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
| Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
|---|---|---|---|
| Leeuwarden | Gemeenteblad 2017, 44454 | Beleidsregels |
1 Inleiding en uitgangspunten sportaccommodatiebeleid 4
1.1.1 Sport- en beweegbeleid 2012-2016 4
1.1.2 Sportaccommodatiebeleid 5
1.1.3 Collegeprogramma 2014-2018 5
1.1.4 Wie doet wat met betrekking tot de sportaccommodaties? 5
1.2 Uitgangspunten sportaccommodatiebeleid 5
1.2.3 Centraal uitgangspunt Bereikbaar en betaalbaar 6
2 Sportaccommodaties in beeld 7
2.1 Gemeentelijke sportaccommodaties nu en in de toekomst 7
2.2 Knelpunten door sportverenigingen, bv SPORT en gemeente 21
3.1.2 sporttechnisch en groen 30
Bijlage 1 Knelpunten Sportaccommodatie 50
1 INLEIDING EN UITGANGSPUNTEN SPORTACCOMMODATIEBELEID
Voor u ligt het nieuwe sportaccommodatiebeleid van de gemeente Leeuwarden. De vorige nota was van 2005. We bouwen hier op voort en spelen ook in op nieuwe ontwikkelingen. Eén van deze ontwikkelingen is de herindeling met een deel van de gemeente Boarnsterhim. Omdat er verschillen tussen beide gemeenten waren bijvoorbeeld op het terrein van tarieven, is het belangrijk om deze nu te harmoniseren. Ook hebben we het Mulier Instituut gevraagd onderzoek te doen naar de accommodatiebehoefte nu en in de toekomst (2030) en hebben we aan verenigingen en bv SPORT gevraagd naar hun knelpunten op het terrein van de sportaccommodatie. Al deze onderwerpen - en nog meer - komen in deze nota aan bod.
1.1.1 SPORT- EN BEWEEGBELEID 2012-2016
Het sport- en beweegbeleid gaat uit van de missie van het programma Sport en dat is “Meer Leeuwarders in beweging krijgen”. Dit doet de gemeente door:
Deze missie staat verwoord in het ‘Sport- en Beweegbeleid 2012-2016, Samen werken aan sport en bewegen in de gemeente Leeuwarden’. Op 6 januari 2014 is dit beleid vastgesteld door de gemeenteraad van de nieuwe gemeente Leeuwarden (inclusief het deel van voormalig Boarnsterhim), waarmee het voor de gehele nieuwe gemeente geldt. In het sportbeleid is de insteek dat we door ‘samenwerken’ verder komen. Dit kan door samenwerking tussen verenigingen, door de inzet van buurtsportcoaches en door een betere afstemming tussen sportpartijen. Er zijn al een paar goede voorbeelden wat betreft de samenwerking tussen verenigingen. Eén daarvan is Sportwijk Nijlân waar een samenwerking is tussen 8 sportverenigingen met een wijkorganisatie, welzijnsorganisatie, de gemeente, bv SPORT en het CIOS, ondersteund door de buurtsportcoach. Daarnaast is LAC Frisia een positief voorbeeld van een vereniging die zich richt op participatie van mensen uit de maatschappelijke opvang, werkzoekenden uit de omliggende wijk en voortijdig schoolverlaters. Tenslotte wordt in verschillende dorpen van voormalig Boarnsterhim nauw samengewerkt tussen sport- en dorpsverenigingen. Dit zijn mooie ontwikkelingen van onderop. Als gemeente stimuleren we deze door -wanneer mogelijk- het geven van een opstartsubsidie en de inzet van de buurtsportcoach. Ook de raad heeft voor één van de projecten een financiële bijdrage gegeven. Daarna laten we het los. Het zijn voorbeelden van het opereren als ‘andere overheid’. Op dit moment hebben beide projecten –naast een opstartsubsidie van ons- een subsidie via de Sportimpuls. Spannend blijft hoe dit verder gaat na de twee jaar durende subsidie. Vanuit de gemeente gaan we de komende periode verder met de verbinding tussen sport en de drie decentralisaties. Wellicht komen hier ook financiële mogelijkheden uit voort door de opvang van groepen op het sportcomplex of het laten participeren van mensen door sport en bewegen.
Het sportaccommodatiebeleid is één van de drie onderdelen om meer inwoners van de gemeente Leeuwarden te laten sporten en bewegen.
Voor de gemeente Leeuwarden was de ‘Beleidsnotitie Sportaccommodatie’ uit 2005 van toepassing. De gemeente Boarnsterhim kende het ‘Sportaccommodatiebeleid 2011-2013’.
Het doel van het nu voorliggende Sportaccommodatiebeleid Leeuwarden is om -mede op basis van deze twee nota’s- het beleid te actualiseren en te harmoniseren, zodat de uitgangspunten van het sportaccommodatiebeleid voor de komende jaren vast liggen.
In paragraaf 1.2 zullen we de beleidsuitgangspunten voor de nieuwe periode formuleren.
1.1.3 COLLEGEPROGRAMMA 2014-2018
In het collegeprogramma “Iedereen is Leeuwarden” hebben de burgemeester en wethouders van de gemeente Leeuwarden hun plannen voor de komende jaren beschreven. Over sportactiviteiten staat daarin dat deze bereikbaar en betaalbaar moeten zijn voor alle inwoners van de gemeente. Wat betreft sportaccommodaties wordt een belangrijke rol aan bv SPORT gegeven bij het goedkoper maken van beheer en onderhoud van sportaccommodaties in de gemeente Leeuwarden. Van bv SPORT wordt gevraagd om de bedrijfsvoering nog efficiënter te maken en wordt onderzocht of meer commerciële activiteiten en verduurzaming van sportaccommodaties mogelijk zijn. Het uiteindelijk doel hiervan is de realisatie van een taakstelling van € 600.000 op de exploitatie van sportaccommodaties in 2018.
Het collegeprogramma geeft tevens aan, dat samen met sportverenigingen, onderzocht gaat worden of een andere wijze van beheer en onderhoud en meer eigen verantwoordelijkheid mogelijk zijn. Specifiek wordt hierbij genoemd het zelf onderhouden van was- en kleedruimtes.
1.1.4 WIE DOET WAT MET BETREKKING TOT DE SPORTACCOMMODATIES?
De gemeentelijke sector Zorg, Hulpverlening en Sport ontwikkelt het sportbeleid en voert de subsidieregeling uit.
De gemeente, sector Gebiedsontwikkeling, Economie & Bedrijfsvoering (GEB), is eigenaar van de sportaccommodaties (velden, sporthallen, zwembaden, gymzalen; in de meeste gevallen de was- en kleedruimtes, scheidsrechters- en opslagruimtes) en is verantwoordelijk voor het groot onderhoud. Bv Sport is de uitvoerder van het sportbeleid. Zij beheren de gemeentelijke accommodaties en doen het klein onderhoud. Zij doen dit in opdracht van de gemeente Leeuwarden. Dit wordt vastgelegd als Diensten van Algemeen Economisch Belang (DAEB). De actuele DAEB heeft een looptijd tot en met 2018.
De relatie en taakverdeling tussen bv SPORT en gemeente Leeuwarden is daarmee vastgelegd, maar heeft voortdurend onze aandacht om kwaliteit en kostenbeheersing optimaal te maken.
Alle buitensportverenigingen hebben de kantines en eventuele tribunes in eigendom. Daarnaast zijn de sportstichtingen uit voormalig Boarnsterhim eigenaar van de was- en kleedruimtes. Dit geldt ook voor een aantal Leeuwarder buitensportverenigingen. In hoofdstuk 3 gaan we hier verder op in.
1.2 UITGANGSPUNTEN SPORTACCOMMODATIEBELEID
Het Leeuwarder sportaccommodatiebeleid richt zich primair op de sporten in teamverband, die zich afspelen op/in sportaccommodaties die door de gemeente Leeuwarden gefaciliteerd worden.
Daarnaast zijn er commerciële en private sportorganisaties die een rol hebben in het faciliteren en bevorderen van sporten en bewegen (bijvoorbeeld sportscholen & tennisparken), maar die vallen buiten het gemeentelijk sportaccommodatiebeleid.
Het sportaccommodatiebeleid zal voor de gehele gemeente Leeuwarden gelden. Het ‘oude’ beleid van de gemeenten Leeuwarden en Boarnsterhim wordt daarmee geharmoniseerd.
We streven daarbij naar simpele structuur van investerings- en onderhoudsnormen, van tarieven en van eigendomsvormen.
Dat betekent ook, dat er geen verschillen zullen zijn tussen stad en dorpen, tenzij daar gegronde redenen voor zijn.
1.2.3 CENTRAAL UITGANGSPUNT BEREIKBAAR EN BETAALBAAR
Centraal beleidsuitgangspunt voor het sportaccommodatiebeleid is dat sport toegankelijk moet zijn. De in het collegeprogramma genoemde punten ‘bereikbaar en betaalbaar’ werken we nog iets gedetailleerder uit naar: beschikbaar, bereikbaar, betaalbaar & bruikbaar:
•Een goede spreiding van accommodaties over de gemeente.
Dit hoofdstuk beschrijft wat er nodig is aan gemeentelijke sportaccommodaties nu en in de toekomst (2.1) en geeft de knelpunten aan die door sportverenigingen, gemeente en bv SPORT ervaren worden (2.2). Ook wordt aangegeven welke financiële middelen nodig zijn om de belangrijkste knelpunten op te lossen.
2.1 GEMEENTELIJKE SPORTACCOMMODATIES NU EN IN DE TOEKOMST
In deze paragraaf geven we een overzicht van de gemeentelijke sportaccommodaties in de gemeente Leeuwarden. Wanneer mogelijk nemen we al wel accommodaties mee die door de gemeentelijke herindeling vanaf 2018 onder de gemeente Leeuwarden gaan vallen. In het overzicht zijn niet meegenomen de accommodaties die bij verenigingen zelf in eigendom of beheer zijn (bijvoorbeeld tennisparken of de eigen hal van KV Leeuwarden) of commerciële of private sportorganisaties zoals fitnesscentra.
In Leeuwarden bevinden zich twee zwembaden. Het gaat hier om De Blauwe Golf en het Kalverdijkje. De Blauwe golf is het grootste zwembad met een recreatiebad, een wedstrijdbad, een doelgroepenbad en een instructiebad. ‘s Zomers kan de zonneweide benut worden. Het Kalverdijkje heeft twee baden; een wedstrijdbad en een doelgroepenbad.
Daarnaast heeft Leeuwarderadeel, dat vanwege herindeling vanaf 2018 ook bij de gemeente Leeuwarden gaat horen, een zwembad. Dit zwembad vormt onderdeel van het sportcentrum It Gryn in Stiens. Het zwembad heeft verschillende binnenbaden, waardoor er zowel een aanbod is voor recreatie, doelgroepen als voor leszwemmen. Ook heeft It Gryn twee buitenbaden.
Hierna gaan we in op de bezettingsgraden van de zwembaden in de huidige gemeente Leeuwarden1.
De baden zijn gemiddeld goed bezet. Zodra de renovaties aan de Blauwe Golf klaar zijn, is de kwaliteit van de zwembaden weer op niveau.
Er zijn verschillende richtlijnen/rekenmodellen voor het aantal benodigde zwembaden in een gemeente. Een van de richtlijnen die het Mulier instituut hanteert is een voorzichtige richtlijn voor
1 De bezettingsgraad is de optelsom van schoolgebruik, verenigingsgebruik, recreatief gebruik, gebruik door doelgroepen en gebruik voor andere (commerciële; denk aan verhuur aan zwemscholen) activiteiten.
het aantal zwembaden van 1 zwembad per 50.000 inwoners. Wat dat betreft zou er nu een match zijn tussen het aantal inwoners en het aantal zwembaden. De regiofunctie, die Leeuwarden heeft, is hierbij niet meegenomen.
Voor de situatie op de langere termijn hebben we gekeken naar de zwemmonitor 2012 van het Mulierinstituut. Zij hebben het aanbod aan zwemwater in beeld gebracht en ook aangegeven hoe de ontwikkeling van het aantal inwoners per zwembad is t/m 2030. Hieruit blijkt dat er met name in de Randstad en delen van Brabant in 2030 de druk op zwemwater toe zal nemen. In onze omgeving zal sprake zijn van een afname aan druk.
In 2018 komt het zwembad it Gryn uit Stiens bij onze gemeente. Het is van belang om over bijvoorbeeld twee jaar een onderzoek te laten doen naar de toekomst van de zwembaden. In dit onderzoek kan aandacht zijn voor wie de huidige gebruikers zijn, het verzorgingsgebied, de financiële situatie, prognose o.b.v. bevolkingsontwikkeling, interviews met een aantal gebruikers en de kwaliteit (onderhoud) van de zwembaden. We zullen hierin ook breder kijken dan alleen de gemeenten Leeuwarden en Leeuwarderadeel, omdat zwembadgebruik gemeentegrens-overstijgend is.
Er worden verschillende takken van sport zoals basketbal, gymnastiek/turnen, volleybal, korfbal, handbal, zaalvoetbal (futsal) en badminton beoefend in de binnensportaccommodaties.
De ruimtebehoefte voor binnensporten wordt berekend aan de hand van draagvlakcijfers voor sporthallen. Bij de maximale variant wordt als uitgangspunt één sporthal per 15.000 inwoners genomen, bij de minimale variant geldt één sporthal per 20.000 inwoners (Mulierinstituut). Van invloed op de uiteindelijke plaatsbepaling binnen dit spectrum zijn de huidige bezetting van de sporthallen en het aantal aanwezige gymzalen. De gymzalen zijn kleiner dan sporthallen en niet toereikend voor alle vormen van sportbeoefening. De gymzalen zijn hierdoor niet geschikt om primair in de berekeningen mee te nemen, maar dienen als een soort buffer of opvang voor sportactiviteiten die door ruimtegebrek niet in de sporthallen terechtkunnen.
Een speciale positie neemt de Camminghahal in Leeuwarden in. Dit is een particuliere hal die vooral gebruikt wordt door de korfbalverenigingen in Leeuwarden. Mocht er nog ruimte over zijn, dan kunnen ook andere sporten de hal benutten. De gemeente geeft soms een financiële bijdrage voor groot onderhoud, zoals de vervanging van de vloer van de hal een aantal jaren geleden.
VRAAG-AANBOD ANALYSE SPORTHALLEN
Van de huidige gemeente Leeuwarden zijn 9 sporthallen en 28 gymzalen in de analyse meegenomen. In Leeuwarderadeel zijn 2 sporthallen in sportcentrum It Gryn en 2 gymzalen. Hieronder staat een overzicht van de sporthallen en gymzalen. Een uitgebreider overzicht vindt u in het Mulier rapport dat als bijlage bij deze nota is opgenomen.
Als we uitgaan van de maximale variant (1 sporthal per 15.000 inwoners) dan is er in de huidige gemeente Leeuwarden sprake van een overschot van één hal in 2014 en dit is ook nog zo in 2030. Bij de minimale variant (1 sporthal op 20.000 inwoners) is er sprake van een overschot van drie hallen in 2014 en twee hallen in 2030.
Betrekken we ook Leeuwarderadeel erbij dan is er in de maximale variant in 2030 een overschot van twee sporthallen, bij de minimale variant is er een overschot van vier sporthallen in 20302. Dit overschot wordt ook veroorzaakt doordat Leeuwarderadeel twee sporthallen op nog geen 10.000 inwoners heeft.
HUIDIGE BEZETTING SPORTHALLEN EN GYMZALEN
Uit het bovenstaande komt een (klein) overschot aan sporthallen naar voren, maar is dat in de praktijk ook zo? Om daar een uitspraak over te doen, zijn de bezettingsoverzichten van de sporthallen en gymzalen in de gemeente Leeuwarden bekeken.
Van de sporthallen en gymzalen in Leeuwarderadeel zijn geen bezettingscijfers bekend. Volgens de website www.sportcentrumitgryn.nl worden de hallen echter goed gebruikt. Per jaar zijn er gemiddeld 110.000 sporters die de sporthallen van Sportcentrum It Gryn bezoeken.
Tabel 2.1 geeft per sporthal de bezetting overdag (ma, di, do: 8.00–16.00, wo, vrij: 8.00–12.00) door het onderwijs en in de avonduren en het weekend door verenigingen (ma, di, do: 16.00–23.00, wo, vrij: 12.00–23.00 en za, zo: 9.00–22.00). De totale bezetting is de (gewogen) combinatie van de bezetting door het onderwijs en de verenigingen.
2 In deze analyse is de studentenpopulatie en de studentensporthal niet meegenomen.
Bekijken we het bezettingsoverzicht van de sporthallen, dan zien we dat alle sporthallen, met uitzondering van De Twine, overdag een bezetting hebben van 70 procent of meer. Vijf sporthallen worden zelfs zo intensief door het onderwijs gebruikt, dat overdag een bezetting van 88 procent of meer wordt gehaald. Het onderwijsgebruik van De Twine in Grou laat ruimte zien voor uitbreidingsmogelijkheden door scholen of andere organisaties.
De bezetting in de avonduren en de weekenden is terug te zien in de kolom ‘verenigingsgebruik’. Over het gehele jaar genomen blijken twee sporthallen, Nijlân en Julianalaan3, een lage bezetting te hebben. De sporthallen Schieringen en De Twine scoren met een bezetting van meer dan 80 procent juist erg hoog. Op basis van opmerkingen tijdens de Sportontmoeting (bijeenkomst voor sportverenigingen in oktober 2014) en op basis van ervaringen in andere gemeenten is het aannemelijk dat alle sporthallen op doordeweekse avonden in de wintermaanden (wanneer enkele veldsporten gebruikmaken van binnensportaccommodaties) te maken hebben met hoge druk op de sporthallen. In de zomermaanden en in de avonduren in het weekend is het sporthalgebruik vaak lager en zijn er mogelijkheden voor intensiever gebruik door (sport)verenigingen of andere doelgroepen.
3 De sporthal Julianalaan is in het bezit van het Friesland College. De bv SPORT beheert de sporthal.
De totale bezetting over een jaar varieert van 52 procent voor sporthal Nijlân tot 86 procent voor sporthal Schieringen. Hiermee lijkt deze laatste sporthal niet veel ruimte meer te bieden voor extra of nieuwe doelgroepen, terwijl sporthal Nijlân in de avonduren en weekenden nog uitbreidingsmogelijkheden heeft. Dat de Sporthal Nijlân minder gebruikt wordt door verenigingen komt overeen met het beeld dat we zien in de door de verenigingen aangegeven knelpunten. Deze hal is een oude hal met een houten vloer, die zwaar speelt en erg hard is. Verschillende verenigingen geven aan dat zij graag naar een andere hal zouden willen. In het onderdeel over knelpunten komen we hier op terug.
Het Mulierinstituut heeft ook de bezetting van de gymzalen onderzocht. We vatten hier de belangrijkste resultaten samen (zie verder bijlage Mulieronderzoek). Gemiddeld is de bezetting over alle gymzalen 50 procent voor het onderwijs en 17 procent door verenigingen. Uit de bezettingsgegevens blijken wel verschillen tussen de gymzalen. Verschillende gymzalen hebben overdag een bezetting van meer dan 75 procent, andere gymzalen worden overdag nog niet voor een kwart gebruikt. Dit hangt uiteraard samen met de hoeveelheid onderwijsinstellingen in de buurt van de gymzalen, de aanwezigheid van een sporthal die gebruikt wordt voor onderwijs en de omvang van de plaats waarin de gymzaal staat (een klein dorp zal minder bezetting hebben in de gymzaal dan een groter dorp/de stad).
Een aandachtspunt voor de gymzalen is de dreigende sluiting van onderwijsinstellingen in kleine kernen. Wanneer een onderwijslocatie verdwijnt, is het de vraag wat er met de gymzaal gaat of moet gebeuren. Gebruiken sportverenigingen deze zaal ’s avonds? Is er een alternatief in de buurt? Door een aantal aanwezigen op de Sportontmoeting is aandacht gevraagd voor de gymverenigingen. Deze maken nu alleen gebruik van gymzalen en niet van sporthallen of specialistische turnaccommodaties. Het gebruik van gymzalen wordt door de gymverenigingen als knelpunt ervaren: de afmetingen van de gymzaal zijn beperkt en de benodigde materialen liggen vaak ‘ver weg‘ opgeruimd. Een aantal verenigingen laat leden van de selectie trainen in sporthallen buiten de gemeente.
De ijshal Leeuwarden is bezig met haar laatste seizoen. Op dit moment wordt er volop gebouwd aan de nieuwe hal: de Elfstedenhal. De planning is dat deze klaar is voor het nieuwe schaatsseizoen 20152016. De huidige ijshal bestaat uit een buitenbaan van 220 meter en een binnenbaan van 30 x 60 meter. Van deze binnenbaan maken onder andere ijshockeyverenigingen, shorttrackverenigingen en curlingclubs uit Leeuwarden en omgeving gebruik. De huidige ijshal is particulier eigendom. De buitenbaan wordt naast het recreatief schaatsen veel benut voor schoolschaatsen.
De nieuwe Elfstedenhal is straks eigendom van de gemeente, het beheer en de exploitatie wordt gedaan door de Stichting IJshal Leeuwarden. De ijshal zal bestaan uit een 400 meter baan met een krabbelbaan in het midden en een tweede hal met een ijspiste van 30 meter bij 60
meter. Daar is ruimte voor ijshockey, shorttrack en kunstrijden. Er wordt gerekend op flink wat meer bezoekers in vergelijking met de oude ijshal; er is een schatting gemaakt van 150.000
bezoekers per jaar. Met deze nieuwe ijsaccommodatie kunnen we de komende periode goed vooruit!
GEEN TOPSPORTHAL, WEL EEN SPORTHAL PLUS
Aan de zuidkant van de stad krijgt het nieuwe woongebied de Zuidlanden vorm. Om voor de nieuwe wijk voldoende sportaccommodatie te hebben is in 2009 een uitwerking gemaakt voor een sportzône in de Zuidlanden. Deze zône bevindt zich aan de westkant van Techum en beslaat circa 9 ha. Het plan was dat op dit gebied zowel sportvoorzieningen voor de nieuwe wijkbewoners als overstijgende voorzieningen voor de hele stad/regio een plek zouden krijgen. Als mogelijke invulling van de sportzône werd toen gedacht aan een topsporthal, ijshal, atletiekbaan, trainingsaccommodatie Cambuur, turnhal en een fitnesscentrum.
We zijn nu zes jaar later en de situatie voor het sportgebied in Leeuwarden-Zuid ziet er heel anders uit:
De verwachting in 2009 was dat de scholen voor voortgezet onderwijs nieuwe locaties in het zuiden van de stad zouden vestigen. Deze scholen zouden belangrijke ‘overdag gebruikers’ zijn van de nieuwe sportaccommodaties waaronder de sporthal. In 2012 hebben de scholen voor voortgezet onderwijs besloten dat zij de eerstkomende tien jaar niet richting Zuid zullen gaan. Dit heeft gevolgen voor de invulling van het sportgebied in Leeuwarden Zuid. Een sporthal is daardoor (bijna) niet meer te exploiteren.
De invulling van een sportzone in Leeuwarden Zuid zal anders zijn dan in 2009 bedacht. De ijshal/Elfstedenhal wordt op het WTC terrein gebouwd; de atletiekvereniging is tevreden op hun huidige sportcomplex Nijlân en een kleine turnhal met vaste opstelling is in een ander deel van de stad gerealiseerd. Overigens is er nog wel een wens voor een turnhal (zie ook onderdeel over wensen).
Kijken we naar het voorafgaande dan is er minder behoefte aan overstijgende sportvoorzieningen en blijft de behoefte aan voorzieningen voor de wijkbewoners. Als we een inschatting maken op basis van de meest beoefende teamsporten dan zal er de meeste behoefte komen aan voetbalaccommodatie. We gaan hier in een volgende paragraaf verder op in.
Door de bovengenoemde ontwikkelingen is de ontwikkeling van (Top)Sporthal in de Zuidlanden niet meer aan de orde. Dit blijkt ook uit het Mulieronderzoek: er is tot 2030 geen behoefte aan een extra sporthal in de gemeente Leeuwarden.
Wel was er in Leeuwarden de behoefte aan het opplussen van een sporthal naar een Sporthal Plus. In het sport- en beweegbeleid 2012-2016 is dit ook zo omschreven. Streven was toen om de sporthal Kalverdijkje om te vormen naar een Sporthal Plus: een sporthal met meer tribunes en betere faciliteiten voor bezoekende gasten. Dit is inmiddels gelukt!
De Sporthal Kalverdijkje in Leeuwarden is in 2014 verbouwd tot een Sporthal Plus, met onder andere een nieuwe vloer, uitgebreide tribunes en een businessruimte. De hal is weliswaar geen Topsporthal (eis hoogte 11 meter) in verband met de zaalhoogte van 9 meter, maar alle balsporten op topniveau –behalve internationale volleybalwedstrijden- kunnen worden beoefend in een hal van 9 meter hoog. Door plaatsing van een cameraplatform, kan de NOS de belangrijke wedstrijden gaan uitzenden. Dit is voor topsport wedstrijden van groot belang. In het plan is tevens rekening gehouden met onze wens duurzaam om te gaan met energie.
Afgezien van de zaalhoogte, heeft sporthal Kalverdijkje alle voorzieningen van een topsporthal.
Op basis van bovenstaande analyses is het voor de gemeente Leeuwarden in de toekomst
niet noodzakelijk om een extra sporthal te realiseren. Er is sprake van een beperkt overschot, echter de hallen worden goed bezet. De keuze om een bestaande sporthal om te bouwen tot een Sporthal Plus past goed in de uitkomsten van het Mulieronderzoek. Daarnaast zijn we blij met de komst van de Elfstedenhal waardoor de faciliteiten voor de schaats- en ijsliefhebbers er erg op vooruit zullen gaan.
Voor de gymzalen geldt dat deze met name gekoppeld zijn aan het onderwijs. Wanneer er in Nieuw-Zuid veel extra leerlingen komen, dan zal daar wellicht een extra gymzaal noodzakelijk zijn. In kleine kernen kan door sluiting van onderwijslocaties juist een gymzaal met sluiting worden bedreigd. Dit kan ook nadelige gevolgen hebben voor andere gebruikers, zoals sportverenigingen. Het is van belang om dan na te denken over passende alternatieven.
In de gemeente Leeuwarden zijn in totaal 9 sportparken. In Leeuwarden gaat het om vier sportconcentratiegebieden: Kalverdijkje Noord en -Zuid, Nijlân, Magere Weide en Wiarda. De andere sportcomplexen zijn Meinga in Grou, Jirnsum, Reduzum, Wurdum en Wergea. Ook zijn er sportvelden in Himpens, Goutum, Wytgaard en Warten.
In Leeuwarderadeel is er het sportpark it Gryn in Stiens. Daarnaast zijn er sportvelden in Koarnjum/Jelsum, Hijum en Britsum en is er een kaatsveld in Alde Leie.
Er worden verschillende sporten op de velden beoefend. Per sport gaan we hieronder in op hoeveel velden er voor elke sport zijn en of dit op dit moment en in de toekomst toereikend is. We starten met voetbal.
Op de sportparken spelen 14 voetbalverenigingen en zijn 351 teams actief. De 9 sportparken hebben 29,5 natuurgrasvelden (23 wedstrijd- en 6,5 trainingsvelden), 11,5 kunstgrasvelden, 2 wetra-velden en 2 pupillenvelden (ter grootte van een half voetbalveld). Daarnaast zijn in de gemeente Leeuwarderadeel 2 voetbalverenigingen die met 52 teams op 2 sportparken actief zijn. Er zijn in totaal 4 natuurgrasvelden (allemaal wedstrijdvelden), 2 kunstgrasvelden en 1 wetra-veld. Kaart 3.1 geeft het overzicht van de voetbalaccommodaties in kaartvorm weer. Tabel 2.2 bevat het overzicht van het aantal velden en teams per wijk, sportpark en vereniging.
Kaart 2.2 Overzicht voetbalaccommodaties
Bekijken we de berekende overschotten en tekorten in 2014, dan zien we het volgende:
Sportpark Magere Weide heeft een tekort van een half trainingsveld. Voetbalvereniging Lac Frisia geeft aan dat de trainingscapaciteit onder druk staat, vanwege de vele junioren die willen trainen. De trainingsmogelijkheden van deze groep beperken zich tot de woensdagmiddag of de woensdagavond (vroeg).
De twee sportparken op ’t Kalverdijkje hebben vraag en aanbod redelijk op elkaar afgestemd. Kalverdijkje-Noord heeft in theorie een trainingsveld over, maar omdat dit een kunstgrasveld betreft (en het wedstrijdveld wel nodig is), is dit in de praktijk geen overschot. Kalverdijkje-Zuid heeft twee wedstrijdvelden over.
•In de gemeente Leeuwarderadeel wordt op twee sportparken gevoetbald. Zowel op sportpark It Gryn als in Koarnjum/Jelsum is één wedstrijdveld over. Het natuurgrasveld in Koarnjum/Jelsum wordt ook door kaatsvereniging It Partoer gebruikt. Medegebruik, bijvoorbeeld door bewegingsonderwijs, is niet bekend.
Kijken we naar de toekomst, dan zien we dat op de meeste sportparken niets verandert in de behoefte aan voetbalvelden. Uitzondering hierop zijn de sportparken Wiarda, Nijlân en It Gryn. Sportpark It Gryn krijgt te maken met een teruglopend ledenaantal (op basis van de bevolkingsprognose) en houdt een extra (trainings-)veld over. Ook wijk Zuid, waarin sportpark Nijlân ligt, krijgt te maken met teruglopende bevolkingsaantallen, waardoor een extra trainingsveld overblijft.
Daarnaast zal in de aangrenzende wijk Nieuw-Zuid de bevolking toenemen, waardoor op sportpark Wiarda het tekort zal oplopen naar meer dan tien voetbalvelden. Hierbij is er vanuit gegaan dat de extra voetballers die uit de bevolkingsgroei voortkomen, allemaal in wijk Nieuw-Zuid gaan voetballen. De praktijk zal uiteraard anders zijn:
Concluderend kunnen we stellen dat de behoefte aan voetbalvelden bijna overal goed aansluit bij het huidige aanbod. Sportpark Wiarda is nu en in de toekomst het grootste aandachtspunt. Het is daarom belangrijk om nu al maatregelen te nemen en daarnaast de ledenontwikkeling bij de betreffende clubs goed in de gaten te houden en op tijd te zorgen voor alternatieve locaties. Sportpark Magere Weide heeft te maken met een tekort van een half trainingsveld. Sportpark Nijlân lijkt enige overcapaciteit te hebben. De twee sportvelden op Sportpark ’t Loo worden door een gering aantal teams benut, hier liggen mogelijkheden om de druk op sportpark Wiarda te verlagen. In het onderdeel over de knelpunten verenigingen gaan we hier nog verder op in.
Voor de dorpen in (voormalig) Boarnsterhim geldt dat de velden wel ruimte laten zien voor medegebruik of voor meer voetbalteams. Modelmatig gezien zou het totaal aantal velden in dit deel van de gemeente Leeuwarden verminderd kunnen worden. Dit is echter vooralsnog geen gewenste situatie, omdat voor de kernen de sportvelden een belangrijke maatschappelijke functie vervullen.
Mixed Hockey Club Leeuwarden (MHCL) is met bijna zevenhonderd leden de grootste hockeyclub van Friesland en groeit gestaag. De groei in ledenaantal zit vooral bij de junioren en jongste jeugd (bron: www.mhcl.nl). De vereniging heeft de beschikking over twee semi-watervelden en één zand ingestrooid kunstgrasveld (twee velden zijn in 2014 gerenoveerd, één veld is nieuw aangelegd) op sportpark Kalverdijkje-Zuid. De twee semi-watervelden konden gerealiseerd worden, omdat MHCL de meerkosten ten opzichte van zand ingestrooide kunstgrasvelden uit eigen middelen betaald heeft; het gaat hier om een bedrag van € 100.000. Afgesproken is, dat bij vervanging van deze velden in 2024 de gemeente semi-watervelden of gelijkwaardige velden zal realiseren.
De seniorenteams spelen allemaal op zondag, terwijl alle jeugdteams de competitie op zaterdag afwerken. Ook de Lacrosse-vereniging maakt gebruik van één van de hockeyvelden.
Met het huidige aantal teams heeft MHCL precies genoeg aan de drie velden die er nu liggen. Op basis van de bevolkingsgroei in de gemeente Leeuwarden wordt in de toekomst een klein tekort verwacht, zodat een extra veld nodig zou zijn. Op basis van bovenstaande overwegingen kunnen we concluderen dat MHCL momenteel over voldoende capaciteit beschikt. Voor de toekomst is het van belang om te monitoren of er daadwerkelijk ledengroei gaat plaatsvinden en zo ja of deze synchroon
loopt met de bevolkingsontwikkeling, of dat een sterkere toename optreedt. In dat laatste geval is een extra veld op termijn noodzakelijk.
Korfbal is een populaire sport in Leeuwarden en omgeving. In Leeuwarden zijn acht verenigingen actief4 en in Leeuwarderadeel twee. De acht verenigingen in Leeuwarden spelen op zeven sportparken. De verenigingen Wez Fluch en Wez Warber werken veel samen en hebben dan ook gezamenlijke teams. Ze maken gebruik van twee locaties in Nieuw-Zuid. Kaart 2.3 geeft de korfballocaties op kaart weer.
Bijzonder aandachtspunt voor korfbal is, dat het een zomer- en een wintercompetitie heeft, zodat zowel van velden als van zaalruimte gebruik gemaakt wordt voor trainingen en wedstrijden. Daarnaast stelt het als gemengde sport extra eisen aan was- en kleedruimtes.
Als gemeente hechten we vanuit maatschappelijk oogpunt belang aan het voortbestaan van de verenigingen op de huidige locaties. Dit betekent dat als uitgangspunt is genomen dat op elke locatie minimaal één veld blijft bestaan en verenigingen in eerste instantie niet gedwongen worden om te fuseren, intensief samen te werken of naar andere velden uit te wijken. In theorie hebben bijvoorbeeld de drie verenigingen in (voormalig) Boarnsterhim gezamenlijk voldoende aan twee velden, maar omdat er op drie locaties wordt gespeeld, wordt een minimum van drie velden aangehouden.
4 We komen op een totaal van 8 verenigingen omdat Stânfries uit Reduzum en Marfûgels uit Grou voor hun selectieteams de korfbalvereniging Mid Fryslân hebben opgericht.
Kaart 2.3 Overzicht korfballocaties
Uit de resultaten van de behoefteprognose in 2014 blijkt dat er drie locaties zijn waar een veld als overschot kan worden aangemerkt: sportpark Kalverdijkje Noord, Meinga en Britsum. Voor sportpark Meinga geldt dat vereniging Mid Fryslân hiervan gebruikmaakt, terwijl deze vereniging ook in Reduzum speelt. Het is niet bekend in hoeverre de verdeling van de teams over de locaties (50-50) overeenkomt met de werkelijkheid. Als meer teams in Grou (Meinga) spelen, dan zijn beide velden wel nodig. De vereniging merkt zelf nog op dat in de praktijk alle (lagere) jeugdteams op natuurgras spelen en de senioren op het kunstgrasveld. In dat geval zijn beide velden voor de vereniging noodzakelijk.
Voor de toekomst blijkt er niets te veranderen in de behoefte aan het aantal velden; de drie velden zijn ook in 2030 nog ‘over’ en er zijn geen sportparken waar tekorten worden verwacht.
Honk- en softbalvereniging HSV The Northern Stars heeft twee velden tot haar beschikking op sportpark Kalverdijkje Noord: 1 honkbal- en 1 softbalveld. Deze velden hebben verschillende maten en zijn niet onderling uitwisselbaar. Toch hebben de zeven teams nu en in de toekomst ruim voldoende aan deze twee velden; de vereniging kan de komende jaren een eventuele verdere groei goed herbergen.
In Leeuwarden is één rugbyvereniging actief, Greate Pier. Deze vereniging speelt op sportpark Aldlân en heeft daar, door een update van het sportpark, binnenkort twee natuurgrasvelden tot haar beschikking (waarvan één veld ook als trainingsveld gebruikt kan worden). Greate Pier heeft twee seniorenteams (een heren- en een damesteam) en een aantal jeugdteams. Het aantal leden is de laatste tijd gegroeid. Zowel bij de dames als bij de heren is het aantal leden toegenomen, maar vooral bij de jeugd is er groei. Op basis van het aantal teams is één wedstrijdveld voldoende om alle wedstrijden te spelen. Het trainingsveld wordt benut voor de trainingen van de senioren en van de junioren.
Landelijk gezien maakt de rugbysport ook een gestage groei door; er zijn inmiddels ruim 10.000 leden. De rugbybond geeft aan dat de sport groeiend is, ook in de noordelijke regio’s. Er zijn geen vaste normen voor het aantal spelers of teams dat op een veld kan spelen, maar met het huidige aantal teams heeft Greate Pier nog voldoende mogelijkheden om verder te groeien.
In de gemeente Leeuwarden zijn twee atletiekverenigingen, Lionitas en Athleta. Athleta is een kleine vereniging in Boarnsterhim op sportpark Meinga. De ‘grasbaan’, waar Athleta gebruik van maakt, wordt ook gebruikt door de kaatsvereniging. Lionitas heeft een kunststof atletiekbaan op sportpark Nijlân tot haar beschikking, maar maakt ook veel gebruik van de openbare ruimte voor bijvoorbeeld looptrainingen.
De Atletiekunie verwacht een beperkte groei van het aantal baanatleten. De groei wordt door de atletiekunie vooral verwacht bij het aantal lopers. Deze categorie drukt minder zwaar op de accommodatie dan de accommodatiegebonden baanatleten, omdat de groep lopers in de praktijk ook buiten de accommodatie traint. Lionitas heeft ruim zeshonderd leden. De verwachting voor de toekomst, zowel uitgesproken door de Atletiekunie als door de vereniging, is dat dit aantal zich gestaag verder ontwikkelt. Ledenwerving en bevolkingsgroei zijn hiervan de redenen.
De Atletiekunie gebruikt als vuistregel dat in een gemeente van 40.000 inwoners of meer een atletiekbaan nodig is. In de vier grote steden is er meer dan één accommodatie, de meeste andere steden hebben één accommodatie. Tot een ledental van ongeveer 1.000 leden kan een atletiekvereniging goed uit de voeten op een volwaardige accommodatie met een 6-laans 400 meterbaan en een 8-laans sprintbaan. Leeuwarden beschikt over een dergelijke accommodatie en beschikt over voldoende faciliteiten voor technische nummers. Met haar huidige ledental van ruim zeshonderd leden, zijn er nog voldoende groeimogelijkheden voor de vereniging.
In Leeuwarden zijn 8 kaatsverenigingen met in totaal ruim 1100 leden. Er wordt op 8 verschillende locaties gespeeld, waarbij diverse velden in medegebruik zijn van atletiek, voetbal of korfbal. In Leeuwarderadeel zijn 4 kaatsverenigingen die op 4 kaatsvelden hun sport beoefenen. Deze 4 verenigingen hebben samen bijna 550 leden.
Kaart 2.4 Overzicht kaatslocaties
De ledenstatistieken van de Kaatsbond laten tot 2012 een afnemend aantal leden zien. Het aantal junioren ligt rond de 4.000 leden, terwijl het aantal senioren na een dip in 2009 en in 2010 weer de 10.000 leden bereikt. Binnen de Kaatsbond en de verenigingen groeit het besef dat de kaatssport ‘met de tijd mee moet’ om ervoor te zorgen dat de kaatsverenigingen niet in hun voortbestaan bedreigd worden. Door teruglopende bezoekersaantallen, minder aanwas van jeugdleden en
verminderende sponsoring en subsidies, staan veel verenigingen onder druk en worden fusies en verdergaande samenwerkingen niet uitgesloten. De bond is daarom, samen met de verenigingen, bezig de sport aantrekkelijker te maken, jeugdleden te werven, andere doelgroepen te enthousiasmeren en sponsoring te behouden en uit te breiden.
De Leeuwarder Wielervereniging de Friesche Leeuw sport op de wielerbaan van Kalverdijkje Zuid. De Friesche Leeuw heeft ruim 160 leden, waaronder wedstrijdlicentiehouders en jeugdleden. Zij kunnen hier de komende jaren goed mee uit de voeten.
Samengevat zijn de resultaten over de ontwikkeling van de accommodaties nu en in de toekomst als volgt:
Het aantal zwembaden in de gemeente Leeuwarden sluit goed aan bij het aantal inwoners. Op het moment dat in 2018 de gemeente Leeuwarderadeel erbij komt – met een zwembad - zitten we relatief ruim in het aantal zwembaden. We kunnen hier pas echt iets over zeggen als er onderzoek naar is gedaan. Dit zullen we over een paar jaar in gang zetten.
Wat betreft sporthallen hoeft er de komende periode geen extra s porthal neergezet te worden. Als we kijken naar de draagvlakcijfers zitten we met de sporthallen aan de ruimte kant. Belangrijk is dat ze overwegend een goede bezettingsgraad hebben. Veel mensen aan het bewegen krijgen is immers wat we als gemeente willen bereiken.
Voor de sportvelden geldt dat de behoefte aan voetbalvelden goed aansluit bij het huidige aanbod. Er zijn twee uitzonderingen. Het gaat hier om het sportconcentratiegebied Wiarda waar op dit moment een tekort is aan 1 natuurgras- en 1 kunstgrasve ld, maar in de toekomst een mogelijk tekort van meer dan 10 velden. Daarnaast is op het sportconcentratiegebied Magere Weide een tekort aan een half trainingsveld.
Voor de nieuwe sportaccommodatienota hebben we aan de ene kant het Mulierinstituut gevraagd onderzoek te doen naar de benodigde sportaccommodaties nu en in de toekomst. Aan de andere kant hebben we de verenigingen zelf gevraagd naar hun knelpunten op het gebied van de gemeentelijke sportaccommodatie. Ook heeft een aantal verenigingen wensen geformuleerd. De knelpunten en wensen van de sportverenigingen staan in deze paragraaf centraal.
Wij hebben hiervoor in het voorjaar van 2014 een mail naar alle sportverenigingen gestuurd, waarna zij via de website sporteninleeuwarden.nl een vragenlijst in konden vullen. In de zomer hebben alle verenigingen een reactie ontvangen op hun knelpunt. Hierin hebben wij ook aangegeven of wij het knelpunt opnemen in de sportaccommodatienota.
Daarnaast hebben we bv SPORT en de afdeling Gebiedsontwikkeling, Economie en Bedrijfsvoering (GEB) gevraagd welke knelpunten zij ervaren op sportaccommodatiegebied. Ook deze knelpunten worden verwerkt in deze paragraaf.
In totaal hebben 20 sportverenigingen een knelpunt aangegeven. Het gaat hier om verschillende soorten knelpunten van de inroostering van trainingstijden tot het tekort aan velden of was- en
kleedruimte. Een redelijk deel van de knelpunten kon op korte termijn opgelost worden. Daarnaast is er voor het knelpunt/wens ‘kunstgrasveld Reduzum’ in november 2014 een bijdrage van de raad verkregen. In 2015 vindt de aanbesteding hiervan plaats en weten we dan of het lukt om het kunstgrasveld aan te leggen met de beschikbare financiële middelen van de gemeente en de Sportstichting Reduzum. Ook waren er een aantal knelpunten die vanuit de vereniging als knelpunt waren gezien, maar door de gemeente niet zo zijn beoordeeld. Een overzicht van alle knelpunten met onze reactie, de oplossingen en argumenten vindt u in een bijlage bij deze nota. Ook kwam er aan het eind van 2014 nog een wens naar voren. Deze hebben we ook in de nota opgenomen.
In dit hoofdstuk komen de knelpunten aan bod die nog niet opgelost zijn en die zowel door de gemeente als door de vereniging als knelpunt worden beoordeeld. Ook zijn ze uit het onderzoek door het Mulierinstituut als probleem naar voren gekomen. Deze knelpunten worden hieronder uitgewerkt. Daarnaast zijn een aantal wensen aangegeven. Ook deze komen aan bod.
Voor de zwembaden zijn er op dit moment geen knelpunten, wel is er een wens van ZV Orca. ZV Orca is de zwem- en waterpoloclub van Leeuwarden. Deze vereniging behoort met circa 400 leden, tot de top van Nederland. Naast wedstrijdzwemmen en waterpolo richt Orca zich op het opleiden van jonge zwemmers en poloërs. Zij trainen en spelen hun wedstrijden hoofdzakelijk in zwembad Kalverdijkje. Voor dit zwembad hebben zij een plan voor uitbreiding laten maken.
De sporthal Kalverdijkje heeft twee ingangen. Het plan dat ZV Orca gemaakt heeft, gaat uit van een uitbouw bij de ingang naast het zwembad (richting de school de Dyk, zie ook bovenstaande foto van de huidige situatie). Zij hebben een ontwerp gemaakt waarbij de uitbouw bestaat uit een opslag, verenigings- of lesruimte en een jury ruimte op de begane grond, met daar bovenop een tribune. De verenigingsruimte die onder de tribune gepland staat, is voor algemeen gebruik. Ze kan ook als lokaal
gebruikt worden door leerlingen van Piter Jelles de Dyk (zij huren nu ruimtes in de kantine van het Kalverdijkje). Bij de zwemwedstrijden die ZV Orca organiseert, zit het zwembad vol en is er haast geen plaats voor het publiek. De tribune biedt daar een oplossing voor. Daarnaast biedt de tribune ruimte aan bezoekers, broertjes en zusjes, ouders van kinderen die zwemles krijgen van de BV Sport en andere particuliere zwemscholen. De toegankelijk, veiligheid en de hygiëne worden hierdoor vergroot. De tribune heeft ruimte voor 140 personen. De kosten hiervan ramen zij op een kleine 4 ton. Ook de afdeling GEB heeft een raming gemaakt. Deze raming ligt een paar ton hoger. De hogere kosten hebben vooral te maken met de aanwezigheid van een vuilwaterriool op de plaats van de uitbreiding. Dit drijft de kosten op.
Mogelijk komen er ook meer bezoekers richting de Leeuwarder zwembaden. Bijvoorbeeld omdat het onzeker is of het 50 meter zwembad in Drachten bestaan blijft. Daarnaast staan zwembaden in andere gemeenten onder druk, worden gesloten of met sluiting bedreigd. ZV Orca geeft aan dat hun verzorgingsgebied een actieradius van 30 kilometer beslaat. Zwemmers komen uit Dokkum, Franeker, Drachten en Harlingen.
Vanuit de gemeente vinden wij het een mooi plan. Het zou naast de upgrading van de sporthal Kalverdijkje een upgrading betekenen voor het zwemgedeelte en zou van de Sporthal Plus een nog completere hal maken. ZV Orca is een vitale club die de extra ruimte goed zal benutten. In tijden van economische groei en voldoende financiële middelen voor sportaccommodaties zouden we serieus kijken naar deze wens. Echter wij zitten nu in een andere economische periode met bezuinigingen op het terrein van sportaccommodaties. Het is voor de gemeente daarom niet haalbaar om hier iets mee te doen. Wel willen we als gemeente meer ruimte geven voor eigen initiatief en eigen financiering. Mocht de vereniging zelf mogelijkheden zien, dan gaan wij graag met hen in gesprek.
Wat betreft de sporthallen is er voor sporthal Nijlân door een aantal verenigingen een knelpunt aangegeven. Zij vinden het een erg oude hal (dit klopt; de hal is meer dan 40 jaar oud), met een houten vloer die minder lekker speelt en met verouderde kleedkamers.
Vanuit de gemeente snappen wij dit knelpunt. We zijn bezig om mogelijkheden voor een nieuwe sporthal in Nijlân te onderzoeken. Op dit moment speelt een initiatief vanuit de sportwijk Nijlân. Zij willen een nieuwe, energieneutrale, sporthal gaan neerzetten op het terrein van het sportconcentratiegebied Nijlân. Bv Sport zou daar een rol als exploitant en beheerder krijgen. De gemeente is bereid om onder voorwaarden voor een aantal jaren daar zaalruimte te huren. Deze ontwikkeling past in het uitgangspunt dat de gemeente meer zaken los wil laten en over te laten aan eigen initiatief. We zijn positief over deze ontwikkeling, maar op dit moment is nog onbekend of het al dan niet gaat slagen.
Mocht het initiatief van sportwijk Nijlân niet tot resultaat leiden, dan wordt de renovatie van de bestaande sporthal onderzocht.
OBQ en GVL hebben een wens voor een turnhal met een vaste opstelling en een vrije oefening vloer. In de stad zijn meerdere gymnastiekverenigingen actief. Ze bieden gezamenlijk aan zo'n 800-1000 leden turnen,
gymnastiek, ritmische gymnastiek, streetdance en freerunning aan. Variërend in de leeftijd en beginnend bij 2,5 jaar, en variërend in niveau van beginnende kleuters tot turnsters op landelijk niveau. De lessen worden voor het grootste deel gegeven in de gymzalen bij basisscholen. Alleen OBQ heeft een eigen zaal met een vaste opstelling van de meeste toestellen voor haar selectieturnsters.
Het gebruik maken van deze zalen brengt beperkingen met zich mee. In de gymzalen van basisscholen is geen vaste opstelling van de toestellen waardoor bij elke les alle, vaak zeer zware, toestellen opgebouwd en afgebroken moeten worden. Dat brengt risico's met zich mee en van elk lesuur gaat zo'n 10 tot 15 minuten van de lestijd verloren. Daarnaast is het zo dat de beschikbare materialen en de bergruimte zijn afgestemd op gymnastiek voor basisonderwijs. Die materialen zijn niet voldoende voor turnen op hoger niveau, en niet alle toestellen die op wedstrijden verplicht zijn, zijn beschikbaar. Het risico op blessures is groot, en opslag van aanvullende eigen materialen is maar zeer beperkt mogelijk. Dit belemmerd de (veilige) ontwikkeling van jonge turnsters. Als voorbeeld kan genoemd worden dat zeer succesvol op landelijk niveau aan springwedstrijden wordt meegedaan, maar dat door het ontbreken van een valkuil verdere ontwikkeling niet meer mogelijk is. OBQ heeft een eigen zaal tot haar beschikking waarin de toestellen een vaste opstelling hebben. Hier trainen de selectieturnsters. Er is hier echter geen ruimte voor een vierkante vloer, daarvoor moet worden uitgeweken naar Heerenveen. Ook de leden van de ritmische gymnastiek kunnen niet trainen in een zaal van 9 meter hoogte.
Om de hiervoor genoemde knelpunten op te lossen, en om kinderen in Leeuwarden een kans te geven om ook op het hoogste niveau volwaardig mee te kunnen doen, hebben OBQ en GVL een uitdrukkelijke wens uitgesproken voor een turnhal met een vaste opstelling en een vrije oefening vloer, met een vrije hoogte van 9 meter. De freerunning groepen van de verenigingen kunnen de turnhal ook benutten. OBQ en GVL werken op dit moment gezamenlijk hun wens uit. Aan de ene kant kijken zij naar mogelijkheden in bestaande gebouwen. Is er bijvoorbeeld ruimte in de ‘oude’ ijshal of wordt deze gesloopt? Aan de andere kant is een nieuwe turnhal het ideaal. Van de gemeente vragen zij om proactief mee te denken om de geconstateerde knelpunten op te lossen en kansen die zich voordoen bij andere ontwikkelingen in de stad onder de aandacht te brengen. Naast de ondersteuning van de gemeente staat ook de KNGU achter het initiatief om in Leeuwarden een aparte turnaccommodatie te realiseren. In het accommodatiebeleid van de KNGU staat Leeuwarden aangemerkt als stad waar een aparte turnaccommodatie gemist wordt.
We willen als gemeente meer ruimte geven voor eigen initiatief en eigen financiering. We wachten de plannen van OBQ en GVL dan ook af en gaan dan graag met hen in gesprek. Ook kunnen zij de sector Gebiedsontwikkeling, Economie en Bedrijfsvoering benaderen met de vraag om mee te denken in de mogelijkheden van bestaande gebouwen. Een goed geoutilleerde turnaccommodatie kan het turnen op hoger niveau bedienen; verenigingen kunnen daar gezamenlijk gebruik van maken. Als we kijken naar de kengetallen voor een nieuwe turnhal/sporthal, dan komen we op een benodigd bedrag van rond de € 1,5 miljoen. Op dit moment zijn er vanuit de gemeente echter geen financiële middelen beschikbaar om dat mogelijk te maken.
SPORTCONCENTRATIEGEBIED WIARDA
Het grootste knelpunt dat zowel door de vereniging is aangegeven en uit het Mulieronderzoek naar voren komt is het sportconcentratiegebied Wiarda. Dit gebied is in 2006 in gebruik genomen. Het complex bestaat uit zes voetbalvelden een tribune, een sporthal, 14 kleinere was- en kleedruimtes en clubaccommodaties. Er spelen twee voetbalverenigingen: CVV Blauw Wit ‘34 en FVC. Blauw Wit ’34 en FVC hebben gezamenlijk 1700 leden; Blauw Wit'34 heeft 1200 en FVC 500. Daarnaast maken verschillende sportverenigingen gebruik van de sporthal.
Op basis van het huidige aantal teams (91 teams) zijn er 8 wedstrijdvelden en 4 trainingsvelden nodig. Dit betekent 8 velden, waarvan 4 uitgevoerd in kunstgras. Daarnaast zijn er 16 was- en kleedruimtes nodig, waarvan 8 grote met teamlockers. Ook geven de clubs aan dat er een tekort is aan parkeerplaatsen.
Uit het Mulieronderzoek blijkt voor de toekomst dat door de bevolkingsaanwas in Nieuw Zuid het mogelijk is dat er in 2030 meer dan 10 velden tekort zijn.
Als gemeente erkennen we deze knelpunten. Voor de parkeerplaatsen komt er een sobere oplossing op het moment dat het aquaduct bij de Drachtsterbrug gereed is. Waarschijnlijk zullen rond mei 2016 de extra parkeerplaatsen aangelegd zijn. Er wordt hiervoor materiaal hergebruikt uit de bypass voor het aquaduct.
Het tweede knelpunt is een tekort aan twee velden: één kunstgras en één natuurgras en vier grote was- en kleedruimtes met teamlockers. Ook uit het Mulierinstituut onderzoek komt dit knelpunt naar voren. Voor de oplossing van dit knelpunt zijn geen middelen beschikbaar. Dit is een knelpunt dat we aan de raad willen voorleggen.
De twee extra velden kunnen aangelegd worden op grond ten westen van het complex die in bezit is van de gemeente. Op dit terrein zijn woningen gepland voor de wijk Wiarda.
Voor het sportcomplex Wiarda is dit een ideale locatie. De velden komen mooi compact bij elkaar te liggen. Wel moet de waarde van de grond afgeboekt worden. Daarnaast moet er bij een eventuele uitbreiding van sportvelden in de woonwijk Wiarda een planologische procedure (bestemmingsplanwijziging) gevolgd worden. Over deze mogelijkheid is gesproken met het projectenbureau de Zuidlanden. Zij houden in hun plannen rekening met twee scenario’s. Eén met woningbouw en één met de sportvelden voor het sportconcentratiegebied Wiarda. Zij starten eind 2015 met de eerste uitgifte van woningen. Voor hen is het belangrijk dat zij voor de zomer van 2015 weten of er al dan niet een uitbreiding van het sportcomplex komt in het woongebied Wiarda. Dit biedt hen voldoende ruimte om hun plannen voor dit deel van Wiarda verder uit te werken.
Dit betekent dus een flinke investering van ruim 3 miljoen. Dit komt ook doordat de waarde van de grond van de Woonwijk Wiarda afgeboekt moet worden (1,2 miljoen).
Uit het Mulieronderzoek blijkt voor de verdere toekomst dat er in 2030 mogelijk wel 10 extra velden nodig zijn. We hebben om daar enigszins in tegemoet te komen ook een uitwerking gemaakt met twee kunstgrasvelden, in plaats van 1 natuurgras- en 1 kunstgrasveld. Dit zou voor het totale investeringsbedrag betekenen dat het op 3,7 miljoen uitkomt. We lossen dan niet alleen het huidige probleem op, maar lossen ook een stukje toekomstig tekort op. Dit heeft vanuit sportbeleid de voorkeur.
Ruimte voor nog meer velden is er niet in de buurt van het sportcomplex Wiarda. Belangrijk is om de bevolkingsontwikkeling in Zuid op de voet te volgen en aan de hand daarvan eventueel extra sportcapaciteit neer te leggen. Er is de mogelijkheid om te gaan spelen bij sportpark ’t Loo (WWS) in Wirdum of dat er sporters naar sportpark Nijlân gaan. Ook zal het terrein dat oorspronkelijk bestemd was voor de sportzône de Zuidlanden bestemd blijven als sportterrein. Op het moment dat de bevolkingsontwikkeling doorgaat zoals nu is ingeschat, kan deze ruimte benut worden voor de aanleg van extra voetbalvelden.
SPORTCONCENTRATIE GEBIED MAGERE WEIDE
Het sportcomplex Magere Weide ligt in het westen van de stad. Het complex wordt gebruikt door tennisvereniging LTV De Bonte Koe, sinds 2014 een cricketvereniging en voetbalvereniging Lac Frisia. Het sportconcentratiegebied heeft 4 velden (waarvan 1 kunstgras en 3 natuurgrasvelden) en 2 pupillenvelden (waarvan 1 kunstgras en 1 natuurgras). Lac Frisia heeft ruim 1000 leden en 61 teams.
Voor dit aantal teams is 4,6 wedstrijdvelden en 2,5 trainingsvelden nodig. Er zijn 4,5 wedstrijdvelden aanwezig en 2,5 trainingsveld (inclusief het veld waar vroeger de korfbalvereniging Rapiditas speelde). Daarnaast zijn er 8 kleedruimtes.
Zowel de KNVB als het Mulieronderzoek geven aan dat er een tekort is van een half trainingsveld. De gemeente heeft in haar berekening van het aantal trainingsvelden het achterste ‘Rapiditas’veld5 meegenomen. Lac Frisia geeft aan dat zij dit niet volledig kunnen benutten omdat het veld slechts voor de helft verlicht kan worden. Voorstel van de gemeente is om door het extra plaatsen van twee lichtmasten op dit veld, dit tekort op te lossen.
Er is inderdaad een tekort aan 2 was- en kleedruimtes. Op dit moment zijn er 8 kleedkamers op 4,5 wedstrijdveld en een pupillenveld op het voormalig Rapiditasveld, terwijl er 10 was- en kleedruimtes nodig zijn.
Vanuit sportbeleid stellen wij de volgende knelpunten vast:
Lac Frisia heeft als wens de vervanging van het huidige hoofdveld door kunstgras aangegeven. Hiermee krijgt de vereniging er een extra trainingsveld erbij en zou dan beschikken over 2,5 trainingsveld op kunstgras (met daarnaast nog natuurgras). Het betekent een investering van ruim 4 ton.
Vanuit sportbeleid begrijpen wij de wens, maar ondersteunen deze niet omdat er dan een overschot komt aan trainingsvelden, vanwege de kosten en vanwege dat er geen aanwijzingen voor groei zijn voor de komende tijd/toekomst.
Korfbalvereniging Wez Warber speelt op het sportveld in Goutum. Zij spelen hier gezamenlijk met de Kaatsvereniging. De sportverenigingen beschikken over 2 was- en kleedkamers (1 heren- en 1 dames kleedkamer). Deze was- en kleedruimtes worden in 2015 gerenoveerd. Probleem is dat er volgens de KNKB 4 kleedkamers vereist zijn, 2 heren en 2 dames kleedkamers. Er is dus een tekort aan 1 heren en 1 dames was- en kleedruimte.
Op dit moment zijn er op bepaalde dagen, 6 verschillende teams, ongeveer 60 mensen verdeeld over 2 kleedkamers, met elk 4 douches. De korfbalvereniging heeft in 2013 dit probleem aangekaart bij het college. Het college heeft toen gereageerd dat zij het probleem erkennen, maar dat er geen financiële middelen beschikbaar zijn voor de extra was- en kleedruimtes.
Vanuit sportbeleid stellen we het tekort aan twee was- en kleedruimte bij het sportveld te Goutum vast. Het gaat om een investering van € 188.000,-
5 Op dit veld heeft vroeger de korfbalvereniging Rapiditas gespeeld.
SPORTCONCENTRATIEGEBIED NIJLÂN
De atletiekbaan ligt in het sportconcentratiegebied Nijlân. De baan is met een kunststof baanoppervlak in 1994 aangelegd. Bij normaal gebruik is de levensduurverwachting van de toplaag (slijtlaag + dempingslaag) van de baan 10 tot 12 jaar. De levensduurverwachting van de onderliggende constructie, de fundering, is ongeveer 30 jaar.
In 2007 is, naar aanleiding van klachten van de gebruikers, door ISA Sport een sporttechnische keuring uitgevoerd naar de staat van de baan. De conclusie was destijds dat de baan werd afgekeurd. In 2008 is een plan gemaakt voor de renovatie van de toplaag van de baan. De renovatie is in 2009 uitgevoerd, samen met het renoveren/vernieuwen van andere voorzieningen op het complex.
In die periode (voor de crisis) werd de Zuidlanden nog voortvarend ontwikkeld. Het uitbreidingsplan voorzag in de aanleg van een uitgebreide sportzone. In die nieuwe zone was onder andere een nieuwe atletiekbaan gepland, ter vervanging van de bestaande baan aan de Middelzeelaan. In 2008/2009 werd er nog van uitgegaan dat het sportcomplex in de Zuidlanden binnen afzienbare tijd zou worden aangelegd: bij de keuze van de onderhoudsmaatregel aan de bestaande baan is daarmee rekening gehouden om kapitaalvernietiging te voorkomen. Daarom is alleen de bovenste slijtlaag vervangen: de daaronder liggende dempingslaag is gehandhaafd. De te verwachten levensduur van gerenoveerde toplaag is daardoor lager (5 tot 6 jaar).
De kunststofbaan verkeert op dit moment nog in redelijke staat, echter de eerste slijtageverschijnselen beginnen zichtbaar te worden. Op een aantal plaatsen treedt plaatselijk blaasvorming op, waar de toplaag loslaat van de onderliggende constructie. Deze plaatsen zijn op dit moment nog lokaal te repareren.
Gezien het bovenstaande moet er rekening mee worden gehouden dat in 2015/2016 groot onderhoud aan de atletiekbaan moet worden uitgevoerd. Daarbij dient de gehele kunststof toplaag tot op de daaronder liggende asfaltfundering worden verwijderd en vernieuwd. De aanloopstroken voor het verspringen voldoen niet meer aan de huidige eisen (zijn tonrond aangelegd en moeten tegenwoordig vlak zijn). Deze dienen dezelfde behandeling te ondergaan om weer te worden goedgekeurd door de KNAU.
De kosten voor de reparatie van de baan c.a. worden geraamd op € 550.000 (excl. BTW). Ter vergelijking: de in 2009 uitgevoerde maatregel heeft uiteindelijk ongeveer € 170.000 (excl. BTW) gekost.
Een punt dat vanuit korfbalvereniging Pallas werd ingebracht zijn de tijdelijke was- en kleedunits. De plaatsing van deze tijdelijke units in 2009 heeft alles te maken met dat het destijds waarschijnlijk was dat de korfbal een plek zou krijgen in de nieuwe sportzone de Zuidlanden. Vanwege de minder snelle ontwikkeling van de wijk de Zuidlanden en de bezuinigingen komt deze sportzone er niet of met een beperkte invulling (voetbalvelden). De tijdelijke units hebben een levensduur van minimaal 10 jaar. Daarna wordt gekeken naar definitievere vervanging. Het zou dan gaan om een bedrag van 2,2 ton. Omdat deze vervanging aan het eind van deze sportaccommodatienota valt of in de opvolger van deze nota, noemen we deze al wel, maar zetten we dit nog niet vast op geld.
Eén van de wensen van LKV Pallas’08 is de aanpassing van de belijning van het kunstgrasveld. Het gaat hier om een aanpassing met relatief beperkt budget (€4000) per veld gerealiseerd kan worden. Als gemeente hebben wij aangegeven dat verplichte veldverkleining volgens de bond voor 1 juli 2026 gedaan moet zijn en dat wij de aanpassingen meenemen bij de eerst volgende veldrenovatie. Pallas geeft aan dat dit nog minimaal 5 jaar op zich laten wachten. Omdat het kleinere veld bijdraagt aan de aantrekkelijkheid van de sport heeft Pallas de wens om voor één veld alvast de veldaanpassing te realiseren.
Vanuit sportbeleid begrijpen we de wens, maar hebben wij vanwege het hierboven beschreven dit niet als knelpunt aangegeven. Daarnaast heeft het tussentijds verwijderen en opnieuw insnijden van belijning een negatief effect op de (rest)levensduur van de kunstgrasmat.
De gemeente Leeuwarden kent een aantal knelpunten op het terrein van de sportaccommodaties. Het grootste knelpunt zijn het tekort aan velden plus was- en kleedruimtes bij het sportconcentratiegebied Wiarda (€ 3,3 of 3,7 miljoen). Dit heeft alles te maken met het nieuwe woongebied de Zuidlanden. Daarnaast willen we als sportbeleid aandacht vragen voor het tekort aan was- en kleedruimtes bij Wez Fluch en Lac Frisia (elk € 190.000). Bij Lac Frisia speelt daarnaast het plaatsen van twee extra lichtmasten (€ 15.000). Tenslotte is er groot onderhoud van de atletiekbaan (€ 550.000) nodig.
Om deze knelpunten op te lossen is een totaalbedrag van € 4,2 miljoen, dan wel € 4,6 miljoen nodig.
Daarnaast zijn er wensen vanuit de sportverenigingen (ZV Orca, LKV Pallas’08, Lac Frisia en OBQ/GVL) voor een bedrag van rond de € 2,5 miljoen.
3. EIGENDOM, BEHEER EN ONDERHOUD SPORTACCOMMODATIES
In hoofdstuk 1 hebben we al aangegeven wie wat doet met betrekking tot het sportaccommodatiebeleid. Zo is de gemeente eigenaar van de sportaccommodaties (velden, sporthallen, zwembaden, gymzalen; in de meeste gevallen de was- en kleedruimtes en sporttechnische voorzieningen) en doet het groot onderhoud.
Bv Sport beheert en exploiteert de gemeentelijke accommodaties en doet het klein onderhoud. Daarnaast hebben de buitenverenigingen de kantines en eventuele tribunes in eigendom. Ook zijn de sportstichtingen uit voormalig Boarnsterhim eigenaar van de was- en kleedruimtes. Dit geldt ook voor een aantal Leeuwarder buitensportverenigingen. Het gaat hier onder andere om verenigingen op het sportcomplex Nijlân die de mogelijkheid hebben gehad om ‘overtollige, afgeschreven/oude’ was- en kleedruimtes van de gemeente over te nemen. De vereniging heeft een opstalrecht voor de overgenomen was- en kleedruimtes, betaalt WOZ en moet de ruimtes zelf onderhouden en vervangen. Op dit complex zijn ook nieuwe was- en kleedruimtes gebouwd. Deze nieuwe was- en kleedruimtes zijn van de gemeente en gebruiken de verenigingen via de bv SPORT. In het collegeprogramma 2014-2018 wordt aangekondigd: “Samen met sportverenigingen onderzoeken we een andere wijze van beheer en onderhoud én kijken we naar mogelijkheden voor meer eigen verantwoordelijkheid. Zoals het zelf onderhouden van was- en kleedruimtes”. Dit heeft er bij een drietal sportverenigingen toe geleid dat zij een eenmalig bedrag hebben gekregen om hun was- en kleedruimtes zelf te renoveren6, daarbij zijn de panden overgegaan naar de sportvereniging. Ook deze verenigingen zijn zelf verantwoordelijk geworden voor dit onderdeel van hun accommodatie. In paragraaf 3.2 gaan we in op de ontwikkeling van de zelfwerkzaamheid rond was-en kleedruimtes.
Tenslotte is in Hempens, waar de korfbalvereniging Wez Fluch speelt, de was- en kleedruimte van het ‘Dorpshûs de Bining”. Zij zijn verantwoordelijk voor deze accommodatie.
bv SPORT verzorgt het sporttechnisch onderhoud aan de sportvelden (groot onderhoud door gemeente) en het onderhoud van het groen dat binnen de hekken van de sportcomplexen ligt. Buiten de hekken is de gemeente Leeuwarden verantwoordelijk.
Verder doen bv SPORT en de gemeente:
6 Dit was mogelijk binnen het lopende project voor de herontwikkeling van het sportcomplex Kalverdijkje.
Aanleg/Groot onderhoud/renovaties van velden en toebehoren worden door de gemeente gedaan in overleg met bv SPORT.
Bij de renovaties door de gemeente worden velden, verharding v/d velden, hekwerken etc. gerenoveerd dan wel vervangen (indien nodig).
Bij de aanleg wordt over het algemeen het zo aangelegd dat er conform de sporttechnische eisen en normen gesport kan worden.
3.2 ONTWIKKELING ZELFWERKZAAMHEID SPORTVERENIGINGEN
In de vorige paragraaf werd al het collegeprogramma 2014-2018 genoemd met daarin het onderzoeken van een andere wijze van beheer en onderhoud samen met de sportverenigingen én van mogelijkheden voor meer eigen verantwoordelijkheid zoals het zelf onderhouden van was- en kleedruimtes. Ambtelijk is hierover gesproken met vertegenwoordigers van sportverenigingen, van bv SPORT en de gemeentelijke sector GEB. De uitkomst van deze gesprekken is hieronder verwerkt.
Voor sporten, die zich afspelen in sporthallen en gymzalen, is meer zelfwerkzaamheid niet aan de orde. Deze accommodaties worden door veel verschillende sportverenigingen en anderen (scholen!) gebruikt en er is soms sprake van kostbare inrichting en installaties.
Ook de sportkantines in de sporthallen lenen zich niet voor eigen exploitatie door sportverenigingen. Consequentie daarvan is overigens, dat deze verenigingen –in tegenstelling tot de buitensportverenigingen- geen eigen kantine-inkomsten hebben.
Alleen als gebruikers van bijvoorbeeld een sporthal een sterke formele samenwerkingsstructuur vormen (stichting, coöperatie), is overdracht van beheer en exploitatie wellicht mogelijk.
Omdat hier op korte termijn geen sprake van lijkt te zijn, gaan we er in deze sportaccommodatienota van uit, dat grotere zelfwerkzaamheid voor binnensportverenigingen niet realistisch is. We zullen er dan ook niet actief op sturen, maar staan wel open voor initiatieven. De eventuele gevolgen voor bv SPORT zullen daar dan sterk in meegewogen worden; bijvoorbeeld wanneer voor bv SPORT slechts de intensieve, veel menskracht kostende complexen overblijven.
In het vervolg van deze paragraaf gaan we dan ook uitsluitend nog in op de buitensport.
Alle gesproken partijen (verenigingen, bv SPORT, GEB) zijn het er over eens, dat het onderhoud van de velden een professionele zaak is en dat meer zelfwerkzaamheid van verenigingen daarom niet wenselijk/verantwoord is. Het ontbreekt de clubs aan apparatuur en aan kennis. We vergen veel van onze (kunst)grasvelden en tekort schietend onderhoud zal de levensduur en de gebruikswaarde negatief beïnvloeden.
Voor de veldinrichting (denk aan bijvoorbeeld doelen, verlichting, hekken, ballenvangers) zal de situatie kunnen verschillen. Bij kunstgrasvelden maakt de veldomheining integraal deel uit van het veld, maar bij grasvelden zou een leunhek ook prima door de club zelf onderhouden kunnen worden. Hier zal dus sprake moeten zijn van maatwerk en zullen afspraken goed vastgelegd moeten worden. Kantines, tribunes, kassahokje en dergelijke zijn nu al volledig van de verenigingen zelf (opstalrecht); bv SPORT en gemeente hebben daar geen enkele bemoeienis mee.
bv SPORT doet “het sporttechnisch onderhoud”, dat behelst de velden, natuur en gras, zodanig dat het gedurende het seizoen geschikt is voor de bestemde sporten en daarmee ook voldoet aan de normen en eisen die hiervoor gesteld zijn. Dat kan gezien de weersinvloeden maar ook de ligging, ondergrond etc. sterk variëren. Een integrale aanpak door bv SPORT is dan ook gewenst.
WAS- EN KLEEDRUIMTES: OVERDRACHT OF GEBRUIKERSOVEREENKOMST?
De voetbalverenigingen Nicator en Lions’66 en rugbyvereniging Greate Pier hebben onlangs voor hun was- en kleedruimtes een opstalrecht verkregen gekoppeld aan een budget, om deze in zelfwerkzaamheid op te knappen. Consequentie daarvan is, dat zij nu ook zelf verantwoordelijkheid zijn voor de vaste lasten (verzekering, OZB, waterschap), het groot & klein onderhoud en reservering voor vervanging van zowel het opstal als de installaties. Tevens dienen zij zich te houden aan eisen van de betrokken sportbond.
Vergroting van zelfwerkzaamheid hoeft echter niet altijd gekoppeld te zijn aan overdracht; dat kan ook in een gebruikersovereenkomst vastgelegd worden. Feitelijk is het al zo, dat in de gebruikersovereenkomsten (daterend uit 1999), die bv SPORT met de verenigingen heeft afgesloten, verregaande verplichtingen opgenomen zijn voor beheer en klein & groot onderhoud door de verenigingen. Zij betalen daarnaast de energielasten.
Met geactualiseerde gebruikersovereenkomsten is grotere zelfwerkzaamheid en sterkere eigen verantwoordelijkheid te realiseren, zonder dat er sprake hoeft te zijn van (eigendoms)overdracht.
FINANCIËLE GEVOLGEN BIJ EIGENDOMSOVERDRACHT
Als gekozen wordt voor eigendomsoverdracht (in de vorm van het vestigen van een opstalrecht) van was- en kleedruimtes, dan zal van geval tot geval bekeken moeten worden hoe dit geregeld wordt. Mogelijk zal de geldende boekwaarde door de vereniging betaald moeten worden, maar zal anderzijds van de gemeente mogelijk een “bruidsschat” voor achterstallig en/of toekomstig onderhoud verwacht worden.
Sportaccommodaties worden niet alleen gebruikt door de “thuis” spelende sportvereniging, maar bijvoorbeeld ook door scholen. Dat geldt in principe voor alle accommodaties in Leeuwarden. Dat betekent, dat in alle gevallen de accommodaties beschikbaar én geschikt moeten zijn voor dit derdengebruik; ook als er sprake is van eigendomsoverdracht. Dit moet in afspraken met de vereniging vastgelegd worden.
Bv SPORT regelt dit derdengebruik; de betrokken vereniging ontvangt een vergoeding voor het schoonmaken en energiekosten.
Meer zelfwerkzaamheid bij beheer en onderhoud mag niet betekenen, dat de accommodatie daarmee aan kwaliteit inboet. Een goede kwaliteit (goed ingericht, goed onderhouden, schoon):
Ongeacht de vorm van grotere zelfwerkzaamheid zal er daarom sprake moeten zijn van een geregelde controle door bv SPORT of gemeente; inclusief eventuele sancties.
Door de huidige rol van bv SPORT is het borgen van de kwaliteit van de totale accommodaties (velden, veldinrichting en was- en kleedruimtes) in één hand. Ook nieuwe ontwikkelingen (duurzaamheidsmaatregelen) zijn daarmee gemakkelijker door te voeren.
Anderzijds geven de verenigingen aan, dat zij bij grotere eigen verantwoordelijkheid (en eigen budgetten) zelf prioriteiten kunnen stellen, zelf snel kunnen uitvoeren en het met eigen mensen waarschijnlijk ook goedkoper uit kunnen voeren.
Indien sprake is van meer zelfwerkzaamheid of zelfs overdracht van was- en kleedruimtes, zal dit voor bv SPORT amper financiële gevolgen hebben en dus niet bijdragen aan het behalen van de opgelegde bezuiniging. Mogelijk zal er minder werk zijn in controle van accommodaties en adviezen voor het uitvoeren van klein onderhoud, maar aan de andere kant verwacht bv SPORT meer tijd te moeten besteden aan het beschikbaar krijgen en houden voor derdengebruik.
De verenigingen zien voor- en nadelen aan een overdracht van was- en kleedaccommodaties en eventuele andere voorzieningen. Kort op een rijtje de conclusies uit het gesprek met de vertegenwoordigers van de sportverenigingen:
Bovenstaande afwegingen leiden tot de volgende conclusies over een eventuele uitbreiding van zelfwerkzaamheid van sportaccommodaties door sportverenigingen:
•Voor verenigingen, die zich bezighouden met binnensport in gemeentelijke sportaccommodaties (sporthallen, zwembaden en gymzalen) zien wij vooralsnog geen mogelijkheden voor vergroting van de zelfwerkzaamheid in die accommodaties. We staan
wel open voor initiatieven, waarbij de consequenties, die dat eventueel voor bv SPORT heeft, meegewogen zullen worden.
Verenigingen kunnen een verzoek indienen voor het verkrijgen van eigendom/opstalrecht van sportvoorzieningen die nu onder een gebruikers-/huurovereenkomst vallen of voor het realiseren van zelf bekostigde voorzieningen. Op maat zullen daarover afspraken gemaakt worden t.a.v. koopprijs en overdrachtskosten enerzijds en eventuele vergoeding voor (achterstallig) onderhoud anderzijds.
In ieder geval zullen in overleg met bv SPORT afspraken gemaakt worden over rechten en plichten van de overnemende partij met betrekking tot:
De cluster Vastgoedbeheer hanteert een kwaliteitssysteem met de daarbij behorende inspecties, gebaseerd op de NEN 2767 voor het beheer van het gemeentelijke vastgoed. In dit systeem staat een score van “1” voor nieuwstaat en een score van “6” voor zeer slecht (sloopwaardig). Voor gemeentelijk vastgoed wordt gestreefd naar niveau “3” (redelijk tot matig): voor een aantal monumentale gebouwen (Stadhuis, Waag) wordt gestreefd naar niveau “2”.
Deze systematiek wordt ook gehanteerd voor het sportvastgoed en kan ook gebruikt worden voor een kwaliteitsbeoordeling van door verenigingen beheerde was- en kleedruimtes.
Voor de sportvelden bestaat een dergelijk kwaliteitssysteem (nog) niet. Onderzocht moet worden in hoeverre de beeldkwaliteitssystematiek die door Wijkzaken wordt gehanteerd voor de kwaliteitsbeoordeling van de buitenruimte kan worden gebruikt voor de kwaliteitsbeoordeling van sportvelden. De door Wijkzaken gehanteerd beeldkwaliteitssystematiek kent 3 niveaus : “Hoog”, “Basis” en “Laag”
Het specifieke gebruik van sportvelden zal waarschijnlijk een aanpassing van deze systematiek nodig maken om ze geschikt te maken voor deze toepassing, maar de kernprincipes kunnen waarschijnlijk worden gehandhaafd.
Technische en andere ontwikkelingen spelen ook een rol in sportaccommodaties. Ze kunnen leiden tot een betere kwaliteit en/of een lagere prijs. We noemen er hieronder een aantal. De ontwikkelingen zullen goed gevolgd worden en waar mogelijk en financieel verantwoord ingezet worden.
Kunstgrasvelden zijn intensiever bespeelbaar dan natuurgras; dat bespaart geld als er daardoor minder velden nodig zijn. De ontwikkelingen van kunstgras gaan door, waardoor velden prettiger bespeelbaar en minder blessuregevoelig worden. Helaas moeten we constateren, dat de “oude” kunstgrasvelden de voorspelde/verwachtte technische levensduur van 10 jaar niet zomaar halen; groot onderhoud of vroegtijdige vervanging kunnen noodzakelijk zijn. Hopelijk is dat met de nieuwste kunstgrasvelden anders.
Daarnaast blijken verenigingen die nieuwe kunstgrasvelden beter/mooier te vinden dan de oude, waardoor er een roep om vervanging kan komen, ook als de technische staat nog voldoende is; hier kan om financiële redenen geen sprake van zijn.
Bv SPORT is bezig om een systeem van Beheer op afstand in gymzalen en sporthallen te realiseren. Dat houdt in, dat op afstand of automatisch de toegang, de warmte-instelling en de verlichting geregeld kan worden. Een gebruiker ervaart een opgewarmde zaal, maar die verwarming en de verlichting blijven niet onnodig aanstaan na vertrek van de gebruiker. Het systeem is veel klantvriendelijker, omdat klanten bij het reserveren van een zaal direct kunnen zien wanneer de zaal (verder nog) beschikbaar is. Daarnaast zal “Grijs gebruik” (gebruik van de zaal buiten tijden dat er huur voor betaald wordt) verminderd worden.
Bv SPORT heeft in 2014 op de sportvelden van Jirnsum (Irnsum) geëxperimenteerd met maairobots, die de velden zelfstandig en automatisch maaien. Ritten met bemande maaimachines zijn daarmee niet meer nodig. De ervaringen daarmee zullen geëvalueerd worden. Daarna wordt bekeken of maairobots ook op andere plekken inzetbaar kunnen zijn.
Af en toe worden we als gemeente Leeuwarden geconfronteerd met sportbonden, die andere eisen stellen aan bijvoorbeeld (grootte van) velden of (grootte en/of inrichting) van was- en kleedruimtes. Uiteraard zullen we daarop zo veel mogelijk ingaan, maar dat kan alleen als er financiële mogelijkheden zijn.
De korfbalbond heeft bijvoorbeeld recentelijk besloten, dat de maten voor een buiten-korfbalveld aangepast worden. Bij kunstgrasvelden betekent dit dat er een andere belijning aangebracht moet worden. Uitvoering zullen we om kostentechnische redenen zo veel mogelijk samen laten vallen met groot onderhoud aan de mat.
De voetbalbond stelt sinds enige tijd nieuwe (hogere!) eisen aan de was- en kleedruimtes. Dit geldt echter alleen bij de bouw van nieuwe accommodaties; we hoeven hiervoor niet te investeren in de bestaande accommodaties.
De KNVB heeft in 2012 de gebruiksnorm geformuleerd voor kunstgrasvelden. Dit houdt onder meer in dat kunstgrasvelden die vanaf 2010 zijn aangelegd in het achtste jaar na ingebruikname moeten worden gekeurd volgens die gebruiksnorm. Dat zou kunnen betekenen dat de gemeente na het achtste jaar geconfronteerd wordt met velden die niet meer aan die norm voldoen en vervangen moeten worden voordat de geplande technische levensduur van 10 jaar is gehaald. Dit kan gevolgen krijgen voor de financiële haalbaarheid van de aanleg van kunstgras voetbalvelden. We zullen deze ontwikkeling moeten monitoren en zonodig moeten bijsturen.
Een snelle ronde langs de sportbonden leert, dat er op korte termijn geen sprake lijkt te zijn van nieuwe eisen of wensen ten aanzien van de sportaccommodaties.
Speerpunt uit het gemeentelijk Sport- en Beweegbeleid 2014-2016 is samenwerking tussen
verenigingen. Daarbij wordt gestreefd naar omniverenigingen, die een grotere vitaliteit hebben.
Ook zonder dat er (al) sprake is van een omnivereniging, kan een goede samenwerking van
verenigingen in en rond de sportaccommodaties veel betekenen voor de clubs en hun sporters.
Samenwerking kan zich verbreden naar onder andere onderwijs- en zorginstellingen, wijkorganisaties
Voorbeelden van (financiële) voordelen bij samenwerking:
Bv SPORT heeft met al haar gebruikers een gebruikersoverleg. Verdere samenwerking tussen
verenigingen staat daar op de agenda.
bv SPORT kan verenigingsbegeleiding geven via de buurtsportcoaches; ook samenwerking met
andere niet-sportorganisaties kan daar deel van uitmaken.
In overleg met bv SPORT en sportverenigingen kan de gemeente Leeuwarden een avond voor
sportverenigingen organiseren, waarbij de voordelen en mogelijkheden van samenwerking belicht
worden. Er zijn in het verleden al meerdere sportontmoetingen over deze thematiek georganiseerd.
Er zijn steeds meer en steeds betaalbaarder mogelijkheden voor duurzaamheidsmaatregelen. Veel van die maatregelen kunnen bovendien de exploitatiekosten van sportaccommodaties verlagen. Voorbeelden: warmte-isolatie, LED in plaats van conventionele veldverlichting, plaatsen van zonnepanelen en/of zonneboilers, energiezuinige installaties.
Duurzaamheid is één van de bredere gemeentelijk doelstellingen en is daarmee ook onderdeel van het sportaccommodatiebeleid. In en rond sportaccommodaties is nog veel te winnen op het gebied van duurzaamheid en energiebesparing. Dat komt ten bate komen van de gebruikers (die immers zelf de energiekosten betalen).
Bv SPORT heeft al een grote slag geslagen in duurzaamheids- en energiebesparende maatregelen in zwembaden en sporthallen. Mede daardoor is bv SPORT in staat aan een deel van de opgelegde taakstelling te voldoen. Onderzocht wordt, of verdere aanpak nog mogelijk en rendabel is en of dat invulling kan geven voor de verdere taakstelling.
In de gymzalen is nog veel te winnen als het gaat om verduurzaming en energiebesparing. Investeringen kunnen terugverdiend worden door besparing op de energielasten. De mogelijkheden worden onderzocht door de cluster Vastgoedbeheer in samenwerking met bv SPORT.
Invulling geven aan het begrip duurzaamheid op het gebied van aanleg en onderhoud van sportvelden is mogelijk door bijvoorbeeld milieubelasting en herbruikbaarheid mee te laten wegen in de keuze en het gebruik van materieel en materiaal.
Goed onderhoud en zorgvuldig gebruik zorgen ervoor, dat velden langer meegaan en er minder snel vervanging nodig is.
De veldverlichting bestaat op dit moment voor het overgrote deel uit conventionele verlichting. Het verbruik daarvan is veel hoger dan van de nieuwe LED-verlichting. Bovendien heeft de huidige verlichting lange opstarttijden nodig, terwijl LED snel in en uit te schakelen is (tijdens de pauze van een training kan het licht even uit). De energielasten van veldverlichting worden door de verengingen betaald. De besparing bij LED komt dus ook bij de verenigingen terecht. Het is daarom logisch, dat de investeringskosten -in ieder geval deels- op de een of andere wijze ook door de verenigingen gedragen worden. Wij onderzoeken een constructie om dit voor de verenigingen financieel mogelijk te maken (bijvoorbeeld inzet van subsidies, fondsen en/of slimme financieringsvormen). De ontwikkelingen in techniek en kosten gaan echter zeer snel, zodat we hier zorgvuldig in willen zijn.
WAS- EN KLEEDRUIMTES, KANTINES EN DERGELIJKE
De energielasten van was- en kleedruimtes, kantines en dergelijke gebouwen komen (ongeacht de formele eigendomspositie) voor rekening van de verenigingen. Besparing komt dus ook ten goede van de clubs. Investeringen in besparende maatregelen zullen dan ook door henzelf gedragen moeten worden.
Wij zullen de verenigingen, die gebruik maken van dergelijke accommodaties een aanbod doen voor het plaatsen van zonnepanelen. Hiertoe zullen de gemeentelijke afspraken met Greenspread ingezet worden, waarbij de clubs geen directe investeringen hoeven te doen. We zullen de verenigingen in 2015 hiervoor uitnodigen.
Daarnaast zullen de verenigingen voorgelicht worden over andere, zelf aan te brengen energiebesparende maatregelen (bewegingsmelders voor verlichting, waterbesparende douchekoppen, isolatie en dergelijke).
Waar sprake is van groot onderhoud/renovatie/nieuwbouw van gemeentelijke was- en kleedruimtes zullen energiebesparende maatregelen opgenomen worden (warmte-isolatie, zuinige ketels e.d.) waar dat financieel mogelijk en verantwoord is.
In Nederland worden vier tariefstelsels voor de verhuur van sportaccommodatie gebruikt. Het vaakst toegepast wordt het historisch gegroeide tarief. Een kleine 80% van de gemeenten gebruikt dit. Andere mogelijkheden zijn een kostendekkend tarief; een tarief gebaseerd op gebruikersmogelijkheden van de accommodatie en een regionaal afgestemd tarief.
In Leeuwarden en voormalig Boarnsterhim is sprake van historisch gegroeide tarieven. In deze tarieven is in een beperkte mate een relatie met de werkelijke exploitatiekosten van sportvoorzieningen. De accommodaties zoals velden, banen, hallen en baden zijn niet kostendekkend te exploiteren en daardoor niet aantrekkelijk voor marktpartijen. Het tarief is de weergave van een maatschappelijk aanvaardbare prijs die de gebruikers kunnen opbrengen. Het resterende deel wordt aangevuld uit gemeenschapsmiddeIen.
In de jaren negentig zijn de tarieven in de gemeente Leeuwarden bepaald. Daarna zijn deze niet meer gewijzigd, behalve dat de prijzen regelmatig zijn bijgesteld aan de hand van een accres (procentuele verhoging voor kostenstijging) en er is één keer een extra verhoging vanwege bezuinigingen geweest. Bij de voormalige gemeente Boarnsterhim zijn in 2007 de tarieven bepaald. Ook hier was jaarlijks sprake van een accres. Daarnaast was er een goedkoper tarief voor gymzalen die niet meer aan de eisen voldeden.
De bv SPORT verzorgt het beheer en de exploitatie van de sportaccommodaties. De bv SPORT doet jaarlijks een voorstel voor de tarieven (mogelijke bijstelling aan de hand van het jaarlijks accres). De gemeente stelt de tarieven officieel vast.
In het tariefstelsel wordt gewerkt met een tarief voor verenigingen, recreatiegroepen en overig gebruik. Voor de verenigingen kan het tarief bestaan uit een jaartarief of uit een uurtarief.
Bij het jaartarief gaat het om de zogenaamde ‘teamvergoeding’. Deze geldt voor de
buitensportaccommodaties zoals de sportvelden en de atletiek en wielerbaan. De teamvergoeding wordt berekend aan de hand van het totale aantal bij de sportbond ingeschreven leden van een vereniging. De omvang van een team wordt voor de berekening gelijkgesteld aan 15 leden. Naast de teamvergoeding moeten de verenigingen de kosten voor klein onderhoud, energielasten (water, gas, elektra, inclusief veldverlichting) en schoonmaakkosten van het was- en kleedgebouw voor hun rekening nemen. Er is een verschil tussen de situatie in de gemeente Leeuwarden en voormalig Boarnsterhim. In de gemeente Leeuwarden zijn de meeste was- en kleedruimtes eigendom van de gemeente. In voormalig Boarnsterhim zijn de was- en kleedruimtes eigendom van de sportvereniging of de sportstichting. Dit betekent onder andere dat zij zelf het groot onderhoud doen en dat zij de OZB belasting betalen. We gaan hier verderop in dit hoofdstuk dieper op in.
Als scholen de accommodatie/was- en kleedruimtes overdag gebruiken dan krijgen de verenigingen ter compensatie van de hogere energiekosten een tegemoetkoming uitbetaald via de bv SPORT. Er is bij de teamvergoeding geen relatie met de werkelijke exploitatiekosten; de intensiteit van het gebruik is niet van invloed op het tarief en er wordt geen onderscheid gemaakt in de kwaliteit van de voorziening.
Het uurtarief geldt voor sporthallen, gymnastieklokalen, overdekte zwembaden en kan gelden voor het gebruik van een sportveld. Er wordt een bijzondere positie ingenomen door scholen. Daarvoor geldt een eigen regeling. Hier gaan wij met het sportaccommodatiebeleid verder niet op in. Ook bij de uurtarieven geldt dat de vergoeding niet in relatie staat met de werkelijke exploitatiekosten en het bedrag staat niet in verband met het aantal gebruikers. Het bedrag is wel gekoppeld aan de duur van het gebruik, maar niet aan de intensiteit.
Naast het verenigingstarief is er een recreatief tarief. Dit wordt in rekening gebracht bij instellingen en particulieren die in ongeorganiseerd verband sporten zonder een commercieel doel te dienen. Het uurtarief voor verenigingen wordt hier met 50% verhoogd. Als laatste is er het tarief overig gebruik. Dit is voor bedrijven en particulieren die de voorzieningen inzetten met een commercieel doel: het verenigingstarief wordt hier met 100% verhoogd.
VERGELIJKING TARIEVEN MET ANDERE GEMEENTEN
In onderstaande tabel vergelijken we de tarieven van de gemeente Leeuwarden met andere gemeenten. Als we kijken naar de hoogte van de tarieven dan zijn de Leeuwarder tarieven hoger dan de tarieven van de omliggende gemeenten.
Kijken we naar de tarieven van andere grotere steden dan zijn de tarieven van Leeuwarden weer lager. Ook worden daar vaak verschillende tarieven voor natuurgras en kunstgras berekend. Wel is het zo dat de tarieven voor de gymzalen in de gemeente Leeuwarden gemiddeld hoger liggen dan bij andere gemeenten.
In onderstaande tabel worden de verschillen tussen gemeenten weergegeven.
Tarieven 2013 van verschillende gemeenten
Gemeenten Sporthal Gymnastiekzaal Sportveld Atletiekbaan
Leeuwarden46,05 17,70 311,75 per team 311,75 per team
Zwolle59,6 16,05 Natuurgr. 3892 5.905
Enschede57,70 11,05 Natuurgr 3.592 9.348
Amersfoort57,70 14,45 Natuurgr. 6.581 32.151
Vanwege de herindeling van de gemeente Leeuwarden en voormalig Boarnsterhim Noord is het nodig om de tarieven te harmoniseren. Bij de herindeling met Boarnsterhim is het beleid van de
7 Verenigingen kunnen subsidie krijgen voor een deel van het tarief.
gemeente Leeuwarden als leidend aangegeven. Dit uitgangspunt hanteren we ook bij het sportaccommodatiebeleid.
Onze uitgangspunten voor de tarieven zijn de volgende:
Er zijn meerdere tarievenstructuren mogelijk: betaling per uur, per spelend lid, per veld of per team. Op dit moment wordt in de binnensport gerekend met tarieven per uur en in de buitensport met tarieven per team.
Ons voorstel is om de tarieven voor de binnensport te houden zoals ze zijn op een tarief per uur. Hierbij is de situatie in Leeuwarden het uitgangspunt. We willen in de gehele gemeente dezelfde tarieven hanteren. Omdat we in een situatie zitten van bezuiniging is het niet mogelijk om te gaan middelen en bijvoorbeeld een nieuw tarief vast te stellen dat tussen de tarieven van Leeuwarden en Boarnsterhim inzit. Daarnaast is het algemene principe van de herindeling geweest dat het Leeuwarder beleid leidend is. We staan eerst stil bij de zwembadtarieven. Daarna gaan we in op de sporthal- en gymnastieklokaaltarieven.
Bij het gebruik van zwemwater wordt voor verenigingen uitgegaan van een uurtarief. Afhankelijk van het soort bad wordt de prijs per uur betaald. Ons voorstel is om de tarieven voor zwemwater te houden zoals ze zijn op een tarief per uur:
Tarieven zwemwater voor 2016, per uur.
Wedstrijd/ Recreatiebad Doelgroepenbad
Verenigingsgebruik € 63,10 € 26,65
Recreatiegroepen € 94,65 € 40,10
De tarieven blijven dus zoals ze zijn.
TARIEVEN SPORTHAL EN GYMNASTIEKLOKAAL
Wat betreft de tarieven voor de sporthal en gymzalen gaan voor de gehele gemeente Leeuwarden de volgende tarieven gelden:
Wat betreft voormalig Boarnsterhim Noord geldt dat de sporthal de Twine een verhoging krijgt van € 39.35 naar € 46,05. Voor de gymzalen in voormalig Boarnsterhim kost in 2015 het huren van een gymzaal € 11,67 en dit wordt € 17,70 in 2016. Voor particulieren geldt € 18.04. Dit wordt verhoogd naar € 26,50 per uur.
Omdat dit procentueel grote verhogingen zijn, is het voorstel om met een overgangsperiode van twee jaar te gaan werken.
Om gevoel te krijgen bij wat de tariefverhoging betekent, is voor de badmintonvereniging die in sporthal de Twine speelt een doorrekening gemaakt en de verhoging doorgerekend per lid, per jaar/per maand. Daarnaast is dit gedaan voor twee gymnastiekverenigingen uit Boarnsterhim die gebruik maken van een gymzaal.
Gevolgen van toepassing tarief Leeuwarden voor drie verenigingen uit Boarnsterhim Noord
Voor de badmintonvereniging die speelt in de Twine gaat het om een verhoging van 0,6 euro per maand en 6,7 euro per jaar. Voor de gymnastiekverenigingen betekent dit een verhoging van 2 euro per maand, per lid oftewel 21 tot 24 euro per jaar, per lid.
Voor de buitensport geldt op dit moment een vergoeding per team. Er zijn hier nog andere mogelijkheden zoals een vergoeding per veld of een vergoeding per spelend lid.
Op dit moment wordt voor de buitensportverenigingen gewerkt met de teamvergoeding. Hierbij gaat men ervan uit dat een team uit 15 sporters bestaat. De teamvergoeding wordt berekend op basis van het totaal aantal bij de desbetreffende sportbond ingeschreven leden gedeeld door 15. Het tarief per team is € 311,75.
Er zijn een aantal uitzonderingen:
wedstrijdlicentiehouders omdat zij het meest gebruik maken van de baan. De overige leden van de Friesche Leeuw trainen vooral op de openbare wegen. Daarnaast is de wielerbaan openbaar terrein.
Er is destijds gekozen voor deze vorm omdat de tarifering per team goed aansluit bij het uitgangspunt van de gemeente dat de velden op een sportconcentratiegebied door de verenigingen gedeeld moeten kunnen worden. Er is wel een veld waar de vereniging de eerste aanspraak op heeft, maar als het veld ‘leeg’ is kunnen ook andere verenigingen dit veld ook benutten. Daarnaast is tarifering per team een eerlijke verdeler: meer teams, een grotere bijdrage.
Een andere mogelijkheid is betaling per veld. Veel andere gemeenten hanteren dit. Het is administratief gemakkelijk om het op deze wijze te doen. Er hoeft niet elk jaar gekeken te worden naar het aantal teams of leden. Daarnaast kan het voor de vereniging het clubgevoel versterken: ‘ons veld’8. Er is geen relatie tussen het aantal gebruikers en de kosten: er kunnen veel of weinig mensen van het veld gebruik maken, dat maakt geen verschil voor het tarief.
Deze mogelijkheid hebben we doorgerekend. We zijn hierbij uitgegaan van een bedrag per veld van € 3.000,-. Andere gemeenten maken vaak onderscheid tussen natuurgras en kunstgras (dan zou bijvoorbeeld een natuurgrasveld € 3000,- zijn en een kunstgrasveld € 6000,-). Ook hebben andere gemeenten een apart tarief voor de atletiekbaan. In de doorrekening hanteren wij geen verschil in natuur- en grasvelden, wel hebben wij een apart tarief voor de atletiekbaan opgenomen.
Een derde mogelijkheid is betaling per spelend lid. Er wordt dan een bedrag per lid gevraagd. In de doorrekening gaan we uit van een bedrag van 20 euro per spelend lid. Dit vraagt wel enige administratie. Er moet, net als bij de teamvergoeding, aan de clubs en de bonden gevraagd worden hoeveel spelende leden zij hebben. Voordeel van een tarief per spelend lid is dat het direct duidelijk is welk deel van de contributie bestemd is voor het kunnen gebruiken van de accommodatie. Als bijvoorbeeld iemand € 160,- per jaar aan lidmaatschap van een sportvereniging betaald, dan is € 20,-daarvan bestemd voor het gebruiken van de accommodatie. Tenslotte sluit deze tarifering goed aan bij ons uitgangspunt dat verenigingen op een sportconcentratiegebied ‘elkaars’ velden moeten kunnen benutten. Bij een tarifering per veld voelt het voor een vereniging meer als een ‘eigen’ veld dat moeilijker door anderen gebruikt kan worden.
8 Overigens sluit dit minder goed aan bij het uitgangspunt van de gemeente dat de velden gedeeld moeten kunnen worden tussen sportverenigingen onderling.
Een laatste mogelijkheid is tarifering per uur. Deze is niet uitgewerkt. Dit vergt erg veel administratie en is in tegenstelling tot de sporthallen slecht controleerbaar. Daarom hebben wij deze variant niet verder uitgewerkt. Voor de sporthallen is administratie/inroostering in ieder geval nodig omdat er veel verschillende verenigingen gebruik maken van de hallen. Bij de sportvelden is dit veel minder het geval. In de meeste gevallen komen sportverenigingen op een sportconcentratiegebied zelf tot een verdeling.
NAAST ELKAAR GEZET: TARIEF PER SPELEND LID
Onderstaand hebben we als voorbeeld voor een aantal verenigingen een doorrekening gemaakt. Aan de linkerkant staan een aantal voorbeelden van sportverenigingen genoemd, het aantal leden dat zij hebben en het aantal velden dat zij benutten. Aan de rechterkant in de tabel staat als eerste het huidige tarief (het tarief per team), daarachter staan het tarief per spelend lid en per veld. We hebben bij de vergelijking gekozen voor bedragen (€ 20 per spelend lid en € 3000 per veld) die uiteindelijk weer redelijk op hetzelfde eindbedrag als dat van de teamvergoeding uitkomen.
De doorrekening per team of per spelend lid laat niet erg grote verschillen zien. De doorrekening per veld laat een richting zien dat als er veel leden zijn het tarief per veld goedkoper is en als er weinig leden zijn het tarief per veld duurder is. Overigens zou deze conclusie veranderen als we voor
kunstgrasveld een hoger tarief zouden rekenen -zoals vele gemeenten doen-: het zou dan voor grote(re) verenigingen duurder worden omdat zij vaker op kunstgrasvelden spelen.
Zetten we de verschillende vormen naast elkaar, dan gaat onze voorkeur uit naar een tarief per spelend lid. Tarifering per spelend lid is transparant en geeft per buitensporter een eenduidig inzicht in wat de gemeente vraagt om van de buitensportaccommodatie gebruik te kunnen maken. Ook is duidelijk dat bij de kosten van het lidmaatschap van een vereniging zoals in bovengenoemd rekenvoorbeeld, 20 euro, daarvan nodig is om te kunnen spelen op de velden/baan. Ook sluit deze tarifering goed aan bij ons uitgangspunt dat verenigingen op een sportconcentratiegebied ‘elkaars’ velden moeten kunnen benutten. Bij een tarifering per veld voelt het voor een vereniging meer als een ‘eigen’ veld dat moeilijker door anderen gebruikt kan worden.
TARIEF MET EIGEN EN ZONDER EIGEN WAS- EN KLEEDRUIMTES
Tot nu toe hanteren we in de gemeente Leeuwarden één tarief voor de buitensportverenigingen. Het gaat hier om een teamvergoeding voor het gebruik van de sportvelden. Daarnaast heeft elke vereniging een gebruiksovereenkomst met bv SPORT voor het gebruik van de was- en kleedruimtes. De verenigingen betalen hiervoor geen financiële vergoeding, maar plegen zelf het onderhoud aan het gebouw en de installaties. De gemeente neemt het groot onderhoud op zich.
In het recente collegeprogramma biedt de gemeente Leeuwarden meer ruimte voor de overname van was- en kleedruimte door de sportvereniging zelf. Inmiddels hebben een aantal verenigingen dit gedaan. Voor Leeuwarden gaat het om VV Nicator, de Sc Lions en Greate Pier. Ook zijn de was- en kleedruimtes van Wez Fluch in Himpens van de dorpsvereniging.
Daarnaast was de situatie van de sportverenigingen/sportstichtingen in Boarnsterhim anders dan in de gemeente Leeuwarden. De sportstichtingen hebben hier de was- en kleedruimtes in hun bezit en zijn hiermee verantwoordelijk voor de belastingen, het beheer en het groot onderhoud van de panden. Dit betekent extra kosten voor de vereniging of stichting. Dit geldt ook voor de Leeuwarder verenigingen die de was- en kleedruimtes in eigendom hebben.
Op basis van bovenstaande stellen we twee tarieven voor: een basistarief voor de huur van het veld zonder eigen was- en kleedruimte en een tarief voor de huur van het veld met eigen was- en kleedruimte. Uitgangspunt is hier ook weer dat er totaal minimaal hetzelfde moet worden opgebracht als met de huidige teamvergoeding.
Wat betreft het buitensporttarief gaat voor de gehele gemeente Leeuwarden het volgende tarief
Buitensporttarieven voor 2016, per spelend lid 9
Velden zonder eigen was- Velden met eigen
en kleedruimte was- en kleedruimte
Vereniging/Sportstichting € 20,00 € 15,00
Een voetbalvereniging met 800 spelende leden die velden zonder eigen was- en kleedruimte huurt, gaat in de nieuwe situatie € 16.000 per jaar betalen (20,00 per lid). Als zij zelf in het bezit zijn van de was- en kleedruimten gaan zij € 12.000 per jaar betalen (15,00 per lid).
Voor een atletiek vereniging van 500 leden zonder eigen was- en kleedruimte betekent dit dat zij €10.000,- aan huur kwijt zijn, hebben zij zelf was- en kleedruimte dan is dat € 7.500.
Voor een kaatsvereniging met 200 leden zonder eigen was- en kleedruimte bedraagt de huur €2.000,- en met eigen was- en kleedruimte is dit € 1.500.
Tenslotte betaalt een korfbalvereniging met 130 leden en zonder eigen was- en kleedruimte € 2.600 en met eigen was- en kleedruimte is dit € 1.950.
Ook hier hebben we de cijfers doorgerekend. Van de verenigingen/sportstichtingen gaan 19 minder betalen en 14 gaan meer betalen. Bij de sportclubs die minder gaan betalen varieert dit van € 0,11 tot € 37,00 per spelend lid per jaar. Bij de clubs die meer gaan betalen varieert dit van € 0.88 tot € 2,91 per spelend lid per jaar.
Met name de voetbalverenigingen in de ‘oude’ gemeente Leeuwarden gaan iets meer betalen. Reden hiervoor is dat in het huidige systeem de voetbalverenigingen een korting voor de jeugdspelers krijgen. Deze uitzondering geldt echter niet voor de andere sporten (zowel binnen- als buitensport). In het nieuwe beleid van tarief per spelend lid komt deze korting te vervallen. Wij willen geen uitzondering voor één bepaalde sport. Ook willen we een zo’n simpel mogelijke tarievenstructuur waarbij de sportverenigingen zelf de vrijheid hebben om een lager tarief in rekening te brengen voor de jeugd dan voor de senioren. Tot nu toe doet ook elke vereniging dit.
Zetten we de wijzigingen van de tarieven voor binnensport- en buitensportverenigingen naast elkaar dan blijkt dat dit voor de binnensportverenigingen uit Boarnsterhim verreweg de grootste - negatieve- gevolgen heeft. De gevolgen voor de buitensportverenigingen zijn of positief of te overzien.
De sportvelden kunnen ook per uur gehuurd worden. Op dit moment zijn de velden ’s middags na 15.00 en ‘s avonds in gebruik door de sportverenigingen. De andere tijden is er naast schoolgebruik, nog ruimte over om te benutten voor sport en bewegen. Bijvoorbeeld door de buurtsportcoaches. Daarnaast pakken verschillende sportverenigingen een bredere maatschappelijke rol door ook voor andere groepen dan de eigen leden overdag beweegactiviteiten te organiseren. Om het gebruik van
9 Voor kaatsverenigingen en de cricketclub geldt 1/2 X € 15,00 of 20,00 per spelend lid. Dit omdat zij alleen tijdens de zomermaanden gebruik maken van de velden.
de velden en de sportzalen op deze tijden te bevorderen voor onder andere wijkbewoners willen we de sportvelden en -zalen per uur verhuren voor het goedkoopste tarief; het verenigingstarief. Dit is belangrijk voor onder andere buursportcoaches of voor sportverenigingen met een brede maatschappelijke rol die ook sportactiviteiten organiseren voor andere groepen.
Tot zover de beleidsuitgangspunten van het nieuwe sportaccommodatiebeleid. We hopen op deze manier sporten en bewegen bereikbaar en betaalbaar te houden: Sportaccommodaties als basisopstelling voor het in beweging houden en krijgen van breedte- en topsporters. Daarnaast hopen we ook de groepen die tot nu toe nog niet zoveel met bewegen hadden/hebben, te bereiken bijvoorbeeld door de buurtsportcoach, door maatschappelijk actieve sportverenigingen en de sociale wijkteams. Immers met sporten en bewegen kun je zoveel meer.
Aan de sportaccommodatienota hebben veel mensen meegewerkt. Deze willen wij van harte bedanken voor hun inbreng en inzet! Als eerste de Meedenkgroep. Tijdens de aftrap van het sportaccommodatiebeleid in april 2014 hebben zij zich opgegeven om mee te denken. Onze dank gaat uit naar Roelof Pot (ZV Orca), Sije van der Meulen (Sportstichting Grou), Germ van Essen (Sportstichting Reduzum), Jan Belles (bv SPORT), René van Noort (bv SPORT) en onze collega’s Henk Renting en Sicco van der Wal. Daarnaast hebben mensen meegedacht met de tarieven en zelfwerkzaamheid: John Haitsma (VC058), Jurgen Makelaar (Blauw Wit), Germ van Essen (Sportstichting Reduzum), Jan van der Laag (Sportstichting Grou), Sander van Lien (Pallas), Henk Korf (Reduzum), Kees Visser (Leovardia) & Sieds Rienks (Lac Frisia).
Voor alle duidelijkheid: iedereen die meegedacht heeft is helemaal vrij in wat zij vinden van het uiteindelijke eindresultaat, daarvoor is de gemeente/sportbeleid verantwoordelijk.
Bijlage 1 Knelpunten Sportaccommodatie
In deze bijlage worden de knelpunten van de sportverenigingen met het antwoord van de gemeente daarop beschreven. We beginnen met het begin van de mail van de gemeente naar alle verenigingen, daarna gaan we verder met de individuele knelpunten en antwoorden.
Op ... hebben wij uw reactie ontvangen op de vragenlijst ‘Inventarisatie knelpunten sportaccommodaties’. Hierbij onze reactie.
In totaal hebben 21 sportverenigingen een knelpunt aangegeven. Het gaat hier om verschillende soorten knelpunten van de
inroostering van trainingstijden tot het tekort aan velden of was- en kleedruimte.
Iedere vereniging ontvangt een terugkoppeling op het knelpunt via de mail. Een deel van de knelpunten kan op korte termijn opgelost worden.
De knelpunten die niet direct opgelost kunnen worden en die ook door de gemeente als knelpunt worden gezien, worden als knelpunt opgenomen in het nieuwe sportaccommodatiebeleid. De nieuwe beleidsnota zal in het voorjaar van 2015 klaar zijn.
De raad kan bij het bespreken van het nieuwe beleid beslissen of zij eventueel extra financiële middelen beschikbaar wil stellen om knelpunten op te lossen. Dit blijft een spannende omdat de gemeente te maken heeft met bezuinigingen van 10 miljoen, waarvan 6 ton op sportaccommodaties. Daarnaast loopt de gemeente forse financiële risico’s vanwege de decentralisaties van Jeugdzorg, WMO en Participatie. Wat dat betreft blijven extra financiële middelen een onzekere factor.
Uw eerste knelpunt zit hem in het gezamenlijk gebruik van de kleedkamers bij het vijfde speelveld waar op dit moment nog geen concrete oplossing is. Als tweede punt geeft u aan dat u up to date gebruikersovereenkomst met de Gemeente Leeuwarden mist ten aanzien van de nieuwe kleedgelegenheden. Er is voor wat betreft het eerste deel overleg met de korfbalvereniging en de Gemeente echter ontbreekt het nu aan een daadwerkelijk stappenplan. Als derde noemt u dat u voor wat betreft de gebruikersovereenkomst graag in gesprek willen gaan met gemeente en BV Sport over vergaande privatisering of eventueel overname van de kleedgelegenheden met daaraan een overeenkomst ten aanzien van onderhoud en minimale reserveringen. U bent zelf bereid pro actief mee te denken en eventueel als pilot te fungeren.
In overleg met KV Leeuwarden, Leovardia en bv SPORT is een technische oplossing gevonden voor het mede-gebruik van 2 kleedkamers in de Camminghahal. De opdracht voor de uitvoering daarvan is gegeven. Daadwerkelijke uitvoering vindt plaats na afloop van het sportseizoen. Over de gebruikersovereenkomst: De bestaande gebruikersovereenkomsten voor de was- en kleedruimtes van Leovardia/Cambuur zullen door bv SPORT geactualiseerd worden. Voor de 2 was- en kleedruimtes in de Camminghahal (mede-gebruik) zal een gebruikersovereenkomst opgesteld worden. Een eventuele aanpassing van eigendom van de was- en kleedruimtes komt pas aan de orde op het moment dat een dergelijke wijziging actueel wordt als gevolg van het nieuwe sportaccommodatiebeleid. U wordt van harte uitgenodigd om mee te denken in het nieuwe sportaccommodatiebeleid.
Knelpunt Karatevereniging Iryoku
U gaf aan dat de kleedkamers en de zaal vaak vies zijn, omdat uw leden op blote voeten trainen is dit vervelend.
Hoe is dit knelpunt op te lossen? Een kast gebruiken met grootte zwabber zodat voor de training geveegd kan worden. U
We hebben naar aanleiding van uw mail gesproken met bv SPORT. Zij gaven aan dat de gymlokalen ’s morgens schoongemaakt worden. Na een dag schoolgebruik kan het zijn dat de vloer niet meer echt schoon is. Bv SPORT gaat zorgen voor een zwabber.
De MHCL geeft in de vragenlijst aan dat volledig verouderde kleedkamers om renovatie vragen. Door het uitbreidend aantal leden ontstaat toenemende druk op de bestaande 3 kleedkamers en wordt er gevraagd om uitbreiding van de kleed/doucheruimtes. Er is een oud bijgebouw met daarin 2 kleedkamers die oud en "zeer armoedig" zijn. Verder een
opslagruimte die adequaat voldoet. Gezien de uitbreiding van het aantal leden en wedstrijden wordt het aantal
gerenoveerde kleedkamers in het gebouw te klein en beginnen er nu al knelpunten qua ruimte te ontstaan. Op dit moment wordt 1 door de fietsvereniging de Friesche Leeuw en 1 door de Lacrosse gebruikt als noodkleedkamers en opslag van spullen.
Met u is inmiddels (juni 2014) afgesproken, dat uw vereniging -synchroon aan de aanpak van de hockeyvelden en conform de gebruikersovereenkomst- een bedrag krijgt om de kleedkamers in het bijgebouw beperkt te renoveren, zodat ze weer volledig bruikbaar zijn. Dit is inclusief het gedeelte, dat nu door De Friesche Leeuw gebruikt wordt; De Friesche Leeuw verhuist naar een andere locatie.
Het acute probleem van MHCL is hiermee opgelost.
Knelpunt Basketbalvereniging De Groene Ster
Voor basketbal is de belijning niet zoals de Nederlandse Basketbal Bond dit aangeeft. Hierdoor is de Groene Ster
genoodzaakt om in enkele gevallen de gehele zaal te huren i.p.v. 1/3.
Bovendien is bij de inrichting van de zaal geen beheerder aanwezig, die daarbij behulpzaam is. Ook zijn er geen richtlijnen
voor wat betreft het plaatsen van de toestellen.
De zaalhuur is vele malen hoger dan in de omringende gemeenten. Dit maakt de contributie hoog en voor de minima
Bv SPORT geeft aan dat de belijning in principe aangepast kan worden. Echter daar zijn hoge kosten aan verbonden (omstreeks 7500 euro). Hiervoor is geen budget beschikbaar.
Wat betreft de niet aanwezige beheerder heeft bv SPORT met het bestuur van de Groene Ster gesproken en zijn jullie tot een oplossing gekomen.
Verder brengt u de hoogte van de tarieven in. Het klopt dat onze zaalhuur in vergelijking met een aantal omliggende gemeenten duurder is. Echter ook in de situatie van de gemeente Leeuwarden wordt het overgrote deel van de kosten van de sportaccommodatie betaald door de gemeente. In de nieuwe sportaccommodatienota komen we terug op de tarieven. Gezien de bezuiniging van 6 ton op sportaccommodaties, ligt het niet in de verwachting dat de tarieven verlaagd kunnen worden.
U geeft aan dat de contributie van uw vereniging hoog is en onbetaalbaar voor minima. Voor deze groep wijs ik u graag op het bestaan van het Jeugdsportfonds (http://friesland.jeugdsportfonds.nl). Kinderen/jongeren van ouders met weinig financiële middelen kunnen hierop een beroep doen. De contributie, sportschoenen en -kleren worden dan voor hen betaald.
Knelpunt Sportstichting Reduzum
Korfbalvereniging Stânfries /Mid-Fryslân heeft in samenwerking met de Sportstichting Reduzum al jarenlang de wens en ambitie om een kunstgrasveld in Reduzum te realiseren. Zij zijn al een aantal jaren bezig geweest om dit voor elkaar te krijgen. Dit is helaas niet gelukt in verband met de financiële situatie van de gemeente Boarnsterhim.
De gemeente Boarnsterhim heeft op verzoek van de Stichting Sportbelangen Reduzum ingestemd om de geplande grote onderhoudsbeurt in 2013 te laten vervallen en de hiervoor gereserveerde financiële middelen (70.000 euro) over te dragen aan de gemeente Leeuwarden. Door de aanleg van een kunstgrasveld te combineren met het grote onderhoud, kan veel aanlegkosten worden bespaard. Er zijn twee belangrijke redenen voor de aanleg van een kunstgrasveld:
Voor de levensvatbaarheid van de korfbalvereniging Stânfries /Mid-Fryslân. De vereniging is met ongeveer 120 leden de grootste sportvereniging van Reduzum. Ieder jaar melden zich weer nieuwe jeugdleden uit Reduzum aan, maar ook voor omringende dorpen is de vereniging aantrekkelijk. Komt er geen kunstgrasveld, dan gaan de selectieteams –die nu in Reduzum spelen- in Grou spelen. Hierdoor komen er steeds minder korfbalbeoefenaars en verdwijnt wellicht net als Terwispel, de korfbalsport uit het dorp. Het hebben van een kunstgrasveld is de eis van de landelijke sportbond om mee te mogen doen aan competitie top korfbal.
Het op de langere termijn exploitabel houden van het sportcomplex in Reduzum en de leefbaarheid van het dorp. Een groot deel van de exploitatie van het sportcomplex is gebaseerd op de korfbalactiviteiten (70%). Van de kantine-inkomsten bedraagt dit nog meer dan 70%. Als dit weg zou vallen, is het waarschijnlijk dat het sportcomplex niet staande blijft. De kaatsvereniging kan de huur dan niet meer opbrengen, waardoor de sport uit het dorp zal verdwijnen. De leefbaarheid in het dorp wordt daardoor verkleind. Ook omdat niet alleen sportverenigingen gebruik maken van het sportcomplex/kantine. De eigen bijdrage van de Sportstichting schatten zij in op ongeveer op € 40.000.
Daarnaast geeft de sportstichting nog de volgende onderwerpen aan: 1 Tarieven gym. lokalen en sportvelden; 2 Kleedgelegenheden in voormalig Boarnsterhim eigendom sportstichtingen; 3 Bezetting/uur in bepaalde leeftijdsklassen in kleinere dorpen ongeveer de helft van Leeuwarden, dit geldt ook voor de trainerskosten.
NIET BEZUINIGEN OP SPORT- IEDEREEN MOET IN BEWEGING, MAAR DAT DAN OOK FINANCIEEL MOGELIJK MAKEN
Als gemeente staan wij positief tegenover de wens van de korfbalvereniging en Sportstichting Reduzum: de aanleg van een kunstgrasveld draagt bij aan de levensvatbaarheid van de korfbalvereniging, maakt deelname aan de competitie op hoog niveau mogelijk en draagt bij aan de leefbaarheid van Reduzum. Ook waarderen wij dat jullie zelf op aanzienlijke wijze financieel willen bijdragen. Dit geeft aan dat er binnen de lokale gemeenschap een groot draagvlak is voor de aanleg van een kunstgrasveld.
Er zijn nu financiële middelen overgemaakt door Boarnsterhim naar Leeuwarden van € 70.000 voor de renovatie van het sportveld van Reduzum. De korfbalbond heeft de afmetingen voor een officieel kunstgrasveld vanaf het seizoen 2014-2015 teruggebracht naar 20x40 meter. Daarmee wordt een kunstgrasveld aanzienlijk goedkoper dan voorheen (30x60m). Binnen de gemeente is een schatting gemaakt van de aanleg van een zandingestrooid kunstgrasveld voor korfbal met foamlayer eronder (hierdoor vergelijkbaar met het spelen op een rubberingestrooid kunstgrasveld). Voor een veld van 20 bij 40 m. (1100 m2) bedragen de kosten ongeveer € 120.000 (excl. BTW); Waarschijnlijk kan het exclusief BTW vanwege het ‘gelegenheid bieden tot sporten’.
Kijken we naar de renovatiemiddelen dan zal er na renovatie van de rest van het veld omstreeks € 20.000 vanuit het renovatiebudget beschikbaar zijn voor het kunstgrasveld. Dit zou betekenen dat er dan nog € 100.000 aan extra middelen nodig zijn. Als het de korfbalvereniging lukt om € 40.000 bij elkaar te krijgen, dan betekent dit dat wij voor het knelpunt kunstgrasveld Reduzum € 60.000 als extra benodigde financiële middelen vragen. Wij nemen dit knelpunt mee in de sportaccommodatienota. Van te voren gaan we een exactere berekening van de kosten van het kunstgrasveld maken.
Lac Frisia groeit per week met 3-4 leden en het ledenaantal is groter dan 1025. Zij beschikt over 65 teams en heeft 4 speelvelden (3 gras en 1 kunstgras) en een kunstgras miniveld. Daarnaast zijn er 1 1/2 veld met licht waardoor er problemen zijn tijdens de trainingsavonden. Het knelpunt kan opgelost worden door van het hoofdveld een kunstgrasveld te maken en hier verlichting om heen te doen. Dit verruimt de trainingsmogelijkheden en vermindert het aantal afgelastingen. Daarnaast moet het huidige kunstgrasveld aangepakt worden omdat dit -erkend door de IZA- grote gebreken vertoont. Bovendien zou er een kleedgelegenheid extra gebouwd kunnen worden en een extra veld kunnen worden aangelegd op de accommodatie. Lac Frisia wil zelf eventueel kleedkamers bouwen en zij zijn ook bereid meer in het eigen onderhoud te voorzien. Een kunstgras veld + verlichting aanleggen is te specifiek en kan niet zelf gedaan worden. Volgens de KNVB gegevens beschikt Lac Frisia over 4 velden (waarvan 1 kunstgras) en 2 pupillen velden (waarvan ook 1 kunstgras.) De theoretische behoeftebepaling geeft aan dat er bijna 1000 wedstrijduren ruimtelijk 4,6 is 5 wedstrijdvelden nodig zijn. Met de 4 velden en 2 pupillen velden zou je kunnen zeggen dat je voldoet aan de richtlijn, maar de KNVB kan zich voorstellen dat dit als krap wordt ervaren. Er is geen ruimte voor restcapaciteit en bij een onevenwichtige wedstrijdplanning, wat niet is te voorkomen kom je in de problemen. Groei is niet mogelijk. Vanuit het overzicht constateert de KNVB krapte op trainingsgebied. Een tweede kunstgrasveld neemt de krapte weg.
Uit de KNVB cijfers van maart 2014 blijkt dat Lac Frisia 63 teams heeft, waarvan er 56 op zaterdag spelen en 7 op zondag. Voor dit aantal teams is 4,6 wedstrijdvelden en 2,5 trainingsvelden nodig. Er zijn 4,5 wedstrijdvelden aanwezig en 2,5 trainingsveld (met het voormalig Rapiditasveld erbij. Daarnaast zijn er 8 kleedruimtes. Voor de gemeente ligt het benodigd aantal trainingsvelden (4.6) zo dicht bij het aanwezige aantal (4,5) dat wij dit niet gaan benoemen als knelpunt. Wel wordt het kunstgrasveld, waar de ISA een aantal gebreken heeft geconstateerd, op dit moment aangepakt. Er is inderdaad een tekort aan 2 was- en kleedruimtes. Op dit moment zijn er 8 kleedkamers op 4,5 wedstrijdveld en een pupillenveld op het voormalig Rapiditasveld, terwijl er 10 was- en kleedruimtes nodig zijn. Zoals de vereniging aangeeft, willen zij hier zelf ook aan bijdragen/meebouwen. Het knelpunt van de was- en kleedruimtes nemen wij mee in de sportaccommodatienota.
Er zijn een drietal knelpunten op het terrein van het sportcomplex: 1. plaatsen bordjes "verboden toegang honden uit te laten; 2. verplaatsen verlichting naar nieuwe fietstoegang sportveld en 3. verlichting parkeerterrein aansluiten op openbaar electriciteitsnetwerk. Hierover is gesproken met het Sportcentrum.
Deze punten zijn inderdaad bekend bij de gemeente en bv SPORT. Vanuit sportbeleid zijn deze zaken opnieuw onder de aandacht gebracht. Omdat niet altijd duidelijk is onder wiens verantwoordelijkheid de verschillende zaken vallen, volgt er nog een gesprek met wijkzaken en bv SPORT om hier duidelijkheid over te krijgen. Als deze duidelijkheid er is, informeren we u.
De volleybalvereniging VC058 huurt haar trainingszalen via bv sport. Begin vorig jaar zijn meerdere gesprekken over trainingsmogelijkheden in dezelfde hal, helaas heeft dit geen oplossing geboden. Leden zien elkaar niet of nauwelijks op trainingstijden/trainingsdagen wat slecht is voor de onderlinge saamhorigheid en de bereidwilligheid om vrijwilligerstaken uit te voeren. Dit laatste doordat men niet het gevoel heeft bij een vereniging te horen.
Dit knelpunt kan opgelost worden door op twee avonden op één locatie te gaan trainen. U vindt dat BV Sport niet uit moet gaan van hoe het in het verleden is toegekend, maar naar de huidige aanvragen moet kijken. De indruk ontstaat dat historische gegevens hergebruikt worden. Daarnaast ontstaat het gevoel dat er enkele verenigingen voorrang (topsport) krijgen bij het inhuren van de zalen. Gesprekken om samen te werken met Blauw Wit zijn opgestart om daarin samenwerking te zoeken, echter dit lost nog niet de problemen op. Verder hebben we meerdere gesprekken gevoerd hierover met BV Sport, maar komen we hier niet verder (inhuur van voorgaande jaren wordt gehandhaafd / niet flexibel). Dit blokkeert de grote vereniging om hier als geheel te trainen.
Daarnaast heeft u als andere zaak die u kwijt wilt de zaalhuur aangegeven:Zaalhuur in Leeuwarden lijkt duur te zijn, zeker in vergelijking met Sneek en Drachten. Deze zijn per uur € 10 goedkoper. Zeker in tijden van economische crisis en het moeilijk kunnen vinden van sponsoren is dit voor een zaalvereniging een zeer grote kostenpost (40% van de begroting).
Naar aanleiding van de vraag over het trainen op één locatie, hebben wij contact met bv SPORT gehad. Zij gaven aan dat zij op dit moment in gesprek zijn met VC058 over het kunnen trainen in de Wiardahal. Dit zou een oplossing voor uw knelpunt betekenen. Wij hopen dat er voor alle partijen een oplossing komt. Daarnaast gaat u in op de zaalhuur. Het klopt dat onze zaalhuur in vergelijking met een aantal omliggende gemeenten duurder is. Echter ook in de situatie van de gemeente Leeuwarden wordt het overgrote deel van de kosten van de sportaccommodatie betaald door de gemeente. De huur van de accommodatie draagt een klein deel bij. In de nieuwe sportaccommodatienota komen we terug op de tarieven. Gezien de bezuiniging van 6 ton op sportaccommodaties, ligt het niet in de verwachting dat de tarieven verlaagd kunnen worden.
Knelpunt Stichting Beheer Sportaccommodatie Jirnsum
De knelpunten die uw vereniging heeft ingebracht zijn: het schilder- en onderhoud kleedkamers en kantine binnen. Buiten wordt geverfd door fa. Elzinga d.m.v. schilderscontract; er is geen hekwerk om B-veld en oefenhoek, oude was op, is lastig, ballen te vaak in sloot; Tegelpad west-en noordzijde A-veld is in zeer slechte staat. Is helaas niet meegenomen bij renovatie; Ballenvanger westkant B-veld wordt slechter. We hebben hierover overlegd met de andere sportverenigingen op het complex. Het complex wordt gebruikt door voetbal – kaats -tennis – jeu de boules en kaatsmuurvereniging.
Op het sportcomplex Irnsum zijn de velden in eigendom van de gemeente. De kantine en de was- en kleed zijn in eigendom van de Stichting Beheer Sportaccommodatie Jirnsum. In de gemeente Leeuwarden zijn niet alleen de velden, maar ook de meeste was- en kleedruimtes in eigendom van de gemeente. De komende tijd moet er één lijn komen voor de gehele gemeente. Dit gaan we doen in de nieuwe sportaccommodatiebeleid dat we in het voorjaar van 2015 klaar willen hebben. Op dit moment geldt het volgende voor de verenigingen in voormalig gemeente Leeuwarden:
Was- en kleedruimte: Als we uitgaan van de uitgangspunten zoals die nu gelden voor de gemeente Leeuwarden waarbij de was- en kleedruimtes eigendom zijn van de gemeente en de gebruikersovereenkomst tussen bv SPORT en vereniging van toepassing is, dan geldt het volgende: Onderhoud van gemeente (eigenaar); betreft schilderwerk/ vervanging buitenom en buitenzijde kozijnen en buitendeuren. Dit gebeurt vanuit het meerjaren onderhouds programma (MJOP).
De rest van het onderhoud aan de was en kleedruimtes gebeurt door de verenigingen zelf. Het gaat hier om schoonmaak, schilderen binnenwerk, kleine reparaties, reparatie n.a.v. vandalisme etc.
Het spoelen i.v.m. legionella gebeurt vanuit bv SPORT voor de locaties waar ook schoolgebruik is. Dit gebeurt in overleg met de vereniging/gebruikers.
Kantine: Eigendom verenigingen. Dus niet voor gemeente dan wel voor bv SPORT.
Velden: Dagelijks en regulier sporttechnisch onderhoud, maaien, bemesten, bewerken etc. plus “uitzetten” belijning door bv SPORT. Doelen/ ballenvangers is sporttechnisch, wordt op de netten na onderhouden door bv SPORT. De netten zijn dus voor de vereniging. Hekwerken en paden maken deel uit van de grote renovaties bij de hoofdvelden, niet bij de bijvelden (hier veelal geen hekwerken en verharding omheen). Renovaties en aanleg nieuwe velden worden gedaan door gemeente al dan niet in combinatie met bv SPORT als uitvoerder regisseur. Tussentijdse aanpassingen veelal niet mogelijk i.v.m. de MJOP (budgetten)
NB. De gemeente (vastgoed) houd zich altijd het recht voor om renovaties uit te stellen, te versoberen of juist op te plussen, mede op basis van ervaringen en adviezen vanuit bv SPORT.
Bij bv SPORT zijn de door u aangegeven zaken bekend. Zij proberen de grootste knelpunten die onder gemeente/bv SPORT vallen gezamenlijk met vastgoed op te lossen, maar financieel is er op dit moment nog onvoldoende overzicht. U kunt over deze punten met bv SPORT in contact treden.
Knelpunt Stichting Reza Leeuwarden
Het knelpunt dat uw vereniging heeft ingebracht is de vloer van Sporthal Nylân. Deze speelvloer is van hout en gelakt, waardoor deze zwaar en te hard om op te spelen is. Kachels branden altijd in de kleedkamers. De accommodatie is oud. Veel spelers klagen over de vloer en accommodatie. Door middel van een tevredenheidsonderzoek heeft 77% van uw spelers aangegeven naar een andere hal te willen. Het knelpunt kan opgelost worden door te gaan spelen in een andere hal of de bestaande hal te verbouwen.
Op dit moment wordt er binnen de gemeente nagedacht over de toekomst van de Sporthal Nylân. Het is een oude hal. Mogelijk komt er een nieuwe hal op de plaats van de oude hal. Mocht dit zo zijn dan zal de houten vloer ook verdwijnen. Wanneer hier meer duidelijkheid over is, informeren we u.
LKV Pallas 08 heeft als eerste knelpunt de aanblik van het sportpark aangegeven. Het gaat hier om de paden in het sportpark en het niet functioneren van een deel van de (nieuw aangelegde) openbare verlichting. De oplossing zou zijn om een deel van de paden opnieuw te asfalteren en de verlichting te laten maken. Daarnaast vindt u dat de nieuwe kleedboxen redelijk opgeknapt zijn, maar dat het tijdelijke units blijven. Het blijft een kwetsbare accommodatie. Als laatste noemt u dat vanaf seizoen 14-15 het veldkorfbal bij de senioren en junioren nieuwe veldafmetingen kent. Huidige belijning sluit hierop gedeeltelijk aan. Grondpoten voor korven ontbreken. Dit zou moeten worden aangepast. Pallas wil zelf als eigen bijdrage helpen bij werkzaamheden op het terrein. Andere zaken die u hebt ingebracht, zijn: - Gelijkere verdeling sportveldgebruik door scholen i.v.m. vergoeding 'privatisering'. - Met de andere korfbalverenigingen gaan wij met de gemeente graag in gesprek inzake de tarieven.
De door u aangegeven zaken over een deel van de paden in het sportpark en de verlichting is bekend bij de gemeente. Wat betreft de verlichting is hier actie op ondernomen door de gemeente en zijn er via Ziud nieuwe verlichtingsmasten bij geplaatst. Als deze niet functioneren, kunt u dit bij bv SPORT aangeven. Zij geven het door aan wijkzaken van de gemeente en zij zullen dan aan Ziud vragen om deze te repareren.
Wat betreft het voor een deel vervangen van de asfaltering heeft vastgoed de mogelijkheid hiervan uitgezocht. Vooral het afvoeren van het asfalt op een milieuvriendelijke manier is een grote kostenpost. We hebben hier geen financiële middelen voor. Wel is er de mogelijkheid om bij gaten in het asfalt deze met ‘koud asfalt’ op te vullen. Het lukt dus niet om een groter deel van het asfalt te vervangen.
De plaatsing van tijdelijke units heeft alles te maken met dat het destijds waarschijnlijk was dat de korfbal een plek zou krijgen in de nieuwe sportzone de Zuidlanden. Vanwege de minder snelle ontwikkeling van de wijk de Zuidlanden en de bezuinigingen komt deze sportzone er niet. De tijdelijke units hebben een levensduur van 10 jaar. Daarna wordt gekeken naar definitievere vervanging. We zullen dit punt meenemen in de sportaccommodatienota.
De KNKV heeft, zoals u aangeeft, besloten om met ingang van 1 juli 2014 nieuwe veldafmetingen door te voeren. De KNKV geeft de verenigingen daarbij tot 1 juli 2026 de tijd om de veldmaten van (dan wel de belijning op) kunstgrasvelden aan te passen. Dit besluit geeft ons de tijd om bij eerstvolgende renovaties van de kunstgrasvelden de nieuwe veldafmetingen aan te brengen. Voor tussentijdse aanpassingen zijn geen financiële middelen begroot.
Voor het sportveldgebruik door scholen kunt u contact opnemen met de bv SPORT om hier op door te praten.
Als laatste noemt u dat u graag in gesprek wilt gaan over de tarieven. In het sportaccommodatiebeleid is dit een belangrijk thema. Er zal ook een kleine denkgroep rondom dit thema komen. Hiervoor zullen we u zeker uitnodigen.
LBC heeft het volgende knelpunt aangegeven: de vloer in de Nijlanhal is te glad voor onze sport, met name voor de wedstrijdspelers. Badminton is een snelle sport, met snelle en korte, explosieve bewegingen. Door de gladde vloer wordt de kans op blessures groter. Hierdoor kunnen er ook geen wedstrijden en toernooien georganiseerd worden in de hal. Daarnaast ligt er regelmatig een hele laag stof op de vloer. Ook liggen de badmintonvelden te dicht bij elkaar. Tot slot vinden wij dat de schoonmaak van de Nijlanhal, maar ook van de andere 2 accommodaties wel te wensen overlaat. Het gaat specifiek over de doucheruimtes in de kleedkamers, waar de kalkaanslag dik op de vloeren staat en putjes geregeld verstopt zijn. Dit melden we dan ook, maar er gebeurd niet altijd wat mee.
Op dit moment wordt er binnen de gemeente nagedacht over de toekomst van de Sporthal Nylân. Het is een oude hal. Mogelijk komt er een nieuwe hal op de plaats van de oude hal. Mocht dit zo zijn dan zal de houten vloer ook verdwijnen. Wanneer hier meer duidelijkheid over is, informeren we u.
Leevoc beschrijft als mogelijk toekomstig knelpunt dat de parkeerplaats gelegen naast sporthal Rengers weer betaald parkeren wordt. In het verleden is dit zo geweest. Echter toen maakte niemand gebruik van het parkeerterrein. Als pilot is voor de periode van 2 jaar het betaald parkeren eraf gehaald. Op dit moment wordt het parkeerterrein volop benut. Uw vereniging vindt het moeilijk te verkopen aan haar leden, het publiek en de bezoekende partij dat er betaald moet worden voor het parkeren. Geen enkele sportaccommodatie heeft namelijk een betaald parkeerterrein. Mocht dit wel in de
planning liggen, dan zouden zij graag een oplossing vinden voor de volleyballers in de vorm van bijvoorbeeld parkeermuntjes die ter beschikking worden gesteld.
Daarnaast benoemt u de hoge horecakosten. Zowel van de eigen leden als van bezoekers horen zij hier vaak commentaar op. Het weerhoudt soms mensen om na te blijven zitten. Wanneer producten goedkoper worden, blijven mensen sneller nazitten en bestellen meer. Dit levert ten minste hetzelfde minimale resultaat op.
Begin deze week (juni 2014) heeft de gemeente met de Hogescholen en het wijkpanel Bilgaard de situatie rond het gratis parkeren geëvalueerd. Vanuit Sportbeleid ondersteunen wij het belang van gratis parkeren. Het is inderdaad zo dat het parkeren bij sportaccommodaties gemiddeld gratis is. Ook vinden wij het belangrijk dat het parkeerterrein benut wordt en niet leegstaat. Wij kunnen u vertellen dat uit de evaluatie is gekomen dat het parkeren bij sporthal Rengers ook het komende school/sportseizoen gratis blijft. Elk jaar wordt dit opnieuw bekeken.
Wat betreft uw vraag over de horecakosten hebben wij met bv SPORT overlegd. Bv SPORT denkt na over de wijziging van haar horecaconcept. Het assortiment en de prijsstelling worden heroverwogen.
Het is de bedoeling om al met ingang van het nieuwe sportseizoen een aantal aanpassingen door te voeren.
Knelpunt van uw gymnastiek- en judovereniging is de grootte van de toestelruimte in verband met meerdere (wedstrijd)sporten/toestellen met bijbehorend verplicht materiaal. Daarnaast is er geen mogelijkheid voor het koelen van ledematen bij letsel (geen kraan met ruimte bereikbaar), mogelijk beschadiging gymvloer en materiaal door schoeisel. Daarnaast wil de judo graag nog een kar met matten in de ruimte kwijt (1×1 meter) en de gymnastiekvereniging kan geen nieuw of extra materiaal meer aanschaffen. U geeft aan dat het knelpunt op te lossen is door het rechtop zetten van materiaal (palen) i.p.v. horizontaal. Ruimte kan anders benut. Meer kasten op hoogte en haken voor hoepels (van school); deze liggen nu los op de ballenkar.
Bv Sport is in overleg met de gebruikers van de gymzaal, waaronder de judo- en uw gymnastiekvereniging om de knelpunten op te lossen. Afgesproken is dat de buurtsportcoach van de bv SPORT een voorstel voor de indeling van de toestelberging doet. Daarnaast wordt onderzocht of er in de doucheruimtes een wasbak kan komen voor koelen van ledematen bij letsel. Aan de oplossing van deze knelpunten wordt dus gewerkt.
U heeft ingebracht dat uw kleedkamers sterk zijn verouderd en te klein zijn. Er zijn thuis maar 2 kleedkamers (1 heren en 1 dames kleedkamer). Het vereiste volgens de KNKB is 4 kleedkamers, 2 heren en 2 dames kleedkamers. Tevens zijn de kleedkamers momenteel te klein. Op sommige data, zitten er 6 verschillende teams, ongeveer 60 man verdeeld over 2 kleedkamers, met elk maar 4 douches. U geeft aan dat u zelf wel willen ondersteunen in de bouw van de uitbreiding.’
Vorig jaar zijn raadsleden inderdaad bij de korfbalvereniging geweest en heeft u met hen over de kleedkamerproblematiek gesproken. Vanuit het college van Burgemeester en Wethouders is op 23 mei 2013 met een brief gereageerd op uw knelpunt en aangegeven dat wij de door u geschetste problemen erkennen, maar dat er binnen het college geen financiële middelen beschikbaar zijn voor de extra was- en kleedruimtes. De vraag om de renovatie naar voren te halen, is besproken met onze afdeling vastgoed. In 2013 waren er geen mogelijkheden om de renovatie, die gepland staat in 2015, naar voren te halen. Per jaar is dit vastgesteld; als er een bepaalde renovatie naar voren gehaald wordt, betekent dit dat een andere renovatie niet door kan gaan. De huidige situatie is dat de gemeente -ook nu- uw knelpunt erkend. De renovatie van de 2 bestaande was- en kleedruimtes zal in 2015 plaatsvinden. Daarnaast vraagt u om twee extra was- en kleedruimtes. Vanuit de gemeente vinden wij dit een terechte vraag. Wij zullen deze als knelpunt meenemen in het sportaccommodatiebeleid.
Blauw Wit en FVC spelend op sportcomplex Wiarda hebben de volgende knelpunten beschreven:
-Tekort aan twee voetbalvelden en vier kleedkamers; kunstgrasvelden afgekeurd; onderhoud kleedkamers onduidelijk; beplanting onvoldoende; parkeerruimte niet toereikend; toegangswegen gevaarlijk
Blauw Wit'34 heeft 1200 leden en FVC 500, totaal 1700 leden en er zijn zes velden beschikbaar. Het probleem kan opgelost worden door de ontwikkeling van een sportconcentratiegebied met twee extra velden op een deel van de toekomstige woonwijk Wiarda, achter de huidige velden.
Tekort velden en was- en kleedruimtes. Het sportcomplex Wiarda is in 2006 in gebruik genomen. Het complex bestaat uit zes voetbalvelden een tribune, een sporthal, 14 was- en kleedruimtes (15m2) en clubaccommodatie. Vanaf de start van het sportcomplex was duidelijk dat er sprake was van ruimtegebrek of op korte termijn ruimtegebrek zou komen.
Op basis van de richtlijn die door VNG en KNVB is opgesteld zijn er met het huidig aantal teams (93 teams, mrt 2014) 8 wedstrijdvelden en 4 trainingsvelden nodig. Dit betekent 8 velden, waarvan 4 uitgevoerd in kunstgras. Daarnaast zijn er 18 was- en kleedruimtes nodig. De raad heeft vorig jaar een motie aangenomen om te komen tot verlichting van de problematiek op het Wiardacomplex. Dit jaar wordt deze motie uitgevoerd. Er wordt één natuurgrasveld vervangen door een kunstgrasveld en er komen twee grote was- en kleedruimtes met teamlockers bij. Dit betekent dat er nu nog een tekort is aan twee velden: één kunstgras en één natuurgras. Kijken we naar het aantal was- en kleedruimtes, dan is er nog een tekort aan 2 was- en kleedruimtes. In het sportaccommodatiebeleid werken we een oplossing uit met twee extra was-en kleedruimtes en twee extra velden in de te ontwikkelen woonwijk Wiarda, grenzend aan het sportcomplex. Dit betekent dat een deel van de woonwijk niet door kan gaan. Vanuit het project de Zuidlanden wordt een doorberekening van de gevolgen gemaakt. De oplossing, met daarbij de inbreng vanuit het project de Zuidlanden, wordt aan de raad voorgelegd. Het is goed om te weten dat bij een eventuele uitbreiding van sportvelden in de woonwijk Wiarda er een planologische procedure (bestemmingsplanwijziging) gevolgd moet worden.
Er zijn inderdaad gebreken geconstateerd met betrekking tot de kunstgrasvelden. Deze worden op dit moment aangepakt. De velden zijn “afgekeurd” volgens de nieuwe KNVB bespelingsnormen, omdat op een aantal plaatsen op het veld (met name de strafschopgebieden) niet wordt voldaan aan de dempingswaarde. Deze normen gelden voor velden die vanaf 2010 zijn aangelegd en zijn dus formeel niet van toepassing op de bestaande velden op Wiarda.
De afwijking van de norm is overigens beperkt: er is volgens de keuringsinstantie geen sprake van een gevaarlijke situatie. De vervanging van de kunstgrasvelden staat op zijn vroegst voor 2016 op de meerjaren onderhoudsplanning.
Onderhoud kleedkamers onduidelijk
Wat betreft het onderhoud van de kleedkamers kent het Wiardacomplex een VVE constructie tussen de gemeente en de verenigingen waarin zaken geregeld worden. Bv SPORT maakt als ‘huurder en beheerder’ geen deel uit van de VVE. Op dit moment zijn er dubbelingen en lange lijnen. Een mogelijke verbetering zou zijn als bv SPORT de VVE gaat voeren. De gemeente gaat deze mogelijkheid de komende tijd onderzoeken.
De beplanting die na de bouw van het sportcomplex is aangelegd, is niet goed aangeslagen. Dit voorjaar is er nieuwe beplanting aangebracht. Het heeft een aantal jaren nodig voordat het een goede hoogte heeft en het beschutting kan bieden.
De parkeerruimte is inderdaad onvoldoende. Er zijn in het verleden meerdere mogelijkheden uitgezocht. Echter omdat er geen financiën waren, is het niet gelukt om tot een oplossing te komen. Eén van de mogelijkheden van toen is nu serieus in beeld. Het gaat om de ruimte tussen de Ublingaplantage en de Drachtsterweg die de laatste 2 jaar door aannemer MNO is gebruikt. Het plan is om hier een semi-verhard P terrein aan te leggen. Op korte termijn wordt duidelijk of dit kan. Ook hiervoor geldt dat het een planologische procedure (een bestemmingsplanwijziging) vergt. Wanneer er meer duidelijkheid over is, zullen we u we u zo snel mogelijk informeren.
Wat betreft de toegangswegen wordt deze zomer een apart fietspad aangelegd naast de huidige weg. Dit betekent een verbetering van de veiligheid op de toegangswegen. Ook kunt u als verenigingen hier actief in meehelpen door uit te dragen dat er in verband met de veiligheid niet geparkeerd mag worden op de toegangsweg.
U omschrijft het volgende probleem: Als zwemvereniging ervaren wij problemen bij het organiseren van zwemwedstrijden bij het zwembad het Kalverdijkje. De ruimte (perron) langs het bad is zeer beperkt. Dit punt is inmiddels besproken met Bv Sport die met diploma zwemmen tegen dezelfde problemen aanloopt. Door de beperkte ruimte kan de veiligheid van publiek bij calamiteiten niet worden gewaarborgd. Het knelpunt kan opgelost worden door het aanbouwen van een publieke tribune. De gemeente zou hierbij projectsponsor kunnen zijn. Op dit moment is Orca aan het onderzoeken met BV sport of uitbouw te realiseren is. De eigen bijdrage van Orca hierin kan zijn dat Orca grotere zwemwedstrijden naar Leeuwarden kan halen en een deel van de Entree/startgelden kan afdragen.
Uw plan betekent een upgrading van het zwembad. Wat dat betreft een mooie ontwikkeling en we zijn dan ook benieuwd naar de verdere uitwerking en financiële gevolgen. U dient er wel rekening mee te houden dat de gemeente nu midden in een bezuiniging zit van in totaal 10 miljoen, met 6 ton bezuinigingen op de sportaccommodaties. Hierdoor is er naar verwachting geen/zeer weinig mogelijkheid voor extra investeringen.
Vanuit de gemeente zullen we een aantal knelpunten voorleggen aan de raad. Hierbij leggen we prioriteit bij zaken waar een tekort is vast te stellen (bijvoorbeeld te weinig speelvelden voor de teams die daar spelen).
Daarnaast zullen we ook een aantal wensen aangeven; uw voorstel willen we daaronder laten vallen. Daarbij is het aan de raad om een afweging te maken of de wens financieel gehonoreerd kan worden.
Het knelpunt dat u heeft ingebracht is de kantine van SV Sparta, deze is aan renovatie toe; er is sprake van achterstallig onderhoud. Er zijn op dit moment bij de vereniging te weinig financiële middelen om de kantine op te knappen. Wel kunt u met vrijwilligers met het eerst noodzakelijke beginnen. Kan de gemeente ook een financiële bijdrage geven?
Ook heeft u nog een aantal andere zaken aangegeven. Het gaat hier om het volgende:
‘Wij zijn te laat geweest met het aanvragen van de subsidie 2014, omdat de brief naar een oud adres is gestuurd. Graag komen we hier wel weer voor in aanmerking voor 2015. Ook zou ik graag zien dat de gemeentelijke heffingen naar beneden gaan met een fors bedrag. Wij zijn een kleine vereniging en we draaien op alleen vrijwilligers. Het is voor ons niet op te brengen om voor ruim € 700,= aan gemeentelijke heffingen op te hoesten.’
Wij kunnen ons voorstellen dat het moeilijk is om financiële middelen bij elkaar te krijgen voor het opknappen van uw kantine. Echter de kantine is eigendom van de vereniging; u bent hier zelf verantwoordelijk voor. Als gemeente geven wij hiervoor geen financiële bedrage. Wel zijn er mogelijkheden om fondsen aan te schrijven om op deze wijze extra financiële middelen te krijgen. Ik stuur een overzicht van fondsen voor u mee. Een andere mogelijkheid is een beroep doen op de Stichting Waarborgfonds Sport. Voor meer informatie kunt u terecht op hun websitewww.sws.nl.
Daarnaast omschreef u nog een aantal andere zaken. U zou graag voor 2015 een subsidie aanvragen. De gemeente Leeuwarden heeft één sportsubsidie; dit is de subsidie voor sportevenementen. Verder hebben wij geen subsidies. Het is dus niet mogelijk om voor 2015 een andere subsidie (dan voor een sportevenement) voor uw vereniging aan te vragen. Ten slotte geeft u aan dat de gemeentelijke heffingen veel hoger zijn. Dit valt niet onder sportbeleid, maar wij hebben wel het één en ander voor u uitgezocht. Om tegemoet te komen aan, in sommige gevallen, een grote stijging van gemeentelijke heffingen is er voor 2014 een compensatieregeling van kracht. Ik stuur de brief hierover mee. Ik hoop dat dit ook voor uw vereniging van toepassing is.
Vanuit MKV is het volgende ingebracht: Het hoofdveld van MKV verkeert in zeer slechte staat. Gezien de groei van de verenging en daardoor het spelen van meer wedstrijden op het hoofdveld doet dit veld geen goed. Het veld moet vervangen worden. Het grote trainingsveld achter op het complex mag worden afgestoten mits er een alternatief wordt geboden. De afstand vanaf de verengingen is te ver voor de jongste jeugd, het veld ligt er slecht bij, wat de kans op blessures vergroot, dit waar we dan ook regelmatig tegen aanlopen. Het kleine trainingsveld is niet te gebruiken. We moeten wel anders kunnen we de teams niet kwijt. Het is een grote zandvlakte waar de jeugd op moet trainen, dit komt de ontwikkeling niet ten goede. Ook de beide andere voetbalverenigingen hebben hiermee te maken.
Een alternatief voor dit probleem is zoals we eerder lieten weten het grote trainingsveld achter afstoten, de 3 kleine trainingsvelden voorzien van kunstgras. Het kan zelfs zo zijn dat de afmetingen dan wat groter gemaakt kunnen worden zodat hier optimaal en door meerdere teams op getraind kan worden.
Als we bij andere verenigingen kijken dan ligt erom het hoofdveld een tegelpad. Bij MKV is het een schelpenpad. Graag zien wij het schelpenpad vervangen door een tegelpad zodat we ook bij slecht weer om het veld heen kunnen lopen. Bij sommige verenigingen is er sprake van LED verlichting. (duurzaam en goedkoper) Ten opzichte van die verenigingen MKV betaalt een vermogen aan energielasten. Graag zouden we zien dat de Gemeente het initiatief nam om met die verenigingen om tafel te gaan om te kijken welke mogelijkheden er zijn zodat we ook kunnen besparen op de energielasten.
De bereikbaarheid van de vereniging is erg slecht. Ouders, bezoekers, leden enz moeten de auto parkeren op het grote parkeerterrein. Mensen met een handicap kunnen de vereniging niet bereiken omdat het complex is afgezet met een paal. Bij slecht weer en donkere dagen moet kinderen voor aan de weg worden afgezet waarna ze zelf moeten lopen naar de verenging. Vele ouders vinden dit onverantwoord, en terecht.
Als bestuur hebben wij dit punt alle vele jaren naar voren gebracht maar helaas is er voor gekozen om van middenterrein geen parkeerplaats te maken maar een volleybalveld aan te leggen.
Op de zaterdagen ontstaan er soms vervelende en gevaarlijke situaties.
Als je het totale aantal leden, bezoekers, teams van bezoekende verenigingen e.d. van alle verenigingen die op het Nylan zijn gevestigd bij elkaar gaat optellen dan is er te weinig parkeergelegenheid.
De renovatie van het hoofdveld zal plaatsvinden op het moment, dat het in de planning staat van het meerjarenprogramma (MJOP). In de huidige MJOP staat die renovatie gepland voor 2017. Het is echter de bedoeling, dat in 2015/2016 een inspectieronde van alle velden gaat plaatsvinden. Op basis van die inspectie zal een nieuwe MJOP worden opgesteld. Wat dat betekent voor de huidige planning is nu nog niet aan te geven.
Er is geen financiële ruimte voor het aanleggen van een alternatief na afstoten van het grote trainingsveld; evenmin voor het vervangen van natuurgras door kunstgras. Het is ook om bezettings-redenen niet noodzakelijk om kunstgrasvelden aan te leggen.
Het vervangen van het schelpenpad door een tegelpad zal niet door de gemeente uitgevoerd worden, omadt een schelpenpad in principe afdoende is. Indien u de aanleg zelf ter hand zou willen nemen, is dat wel mogelijk.
Zoals in de sportaccommodatienota (paragraaf 3.4.1)staat houden we de ontwikkelingen van LED verlichting in de gaten; mogelijk dat er vanuit de KNVB ook financieringsmogelijkheden komen.
De parkeerdruk op piekmomenten is inderdaad hoog. Toch zien wij op dit moment geen redenen, noch mogelijkheden om hier actie op te ondernemen.
Het door u aangegeven knelpunt is dat niet in alle zalen de toestellen voorhanden zijn die u als gymvereniging zou willen gebruiken: ‘Het knelpunt is op te lossen door een beter overleg over wat er door welke gebruiker nodig is in de zaal. Er zijn misschien in andere zalen wel gym/turn materialen die daar niet noodzakelijk zijn. De gemeente zou hier extra financiële middelen voor ter beschikking kunnen stellen. De eigen bijdrage van OBQ is samen met andere verenigingen om tafel gaan om samen materialen te gebruiken.’
Bv SPORT zorgt er op dit moment voor dat in elke gymzaal een basisassortiment staat aan toestellen. Dit is de basisinrichting zoals die voor onderwijs aangeschaft is. Dit is het assortiment wat ook door de andere gebruikers benut moet worden. Er is jammer genoeg geen budget voor andere wensen. Mocht er in de toestelberging ruimte zijn en u wilt zelf een toestel aanschaffen, dan kunt u daarover in overleg met bv SPORT.
Vv Warga geeft aan dat zij ’s winters niet alle trainingsvormen uit kunnen voeren i.v.m. met te klein trainingsveld Warga (3 hoekig). Geen volwaardig trainingsveld. Zomers benutten zij het speelveld. Het knelpunt kan opgelost worden door de faciliteiten van WWS of Blauw Wit te benutten. Daarnaast speelt de huurpenningen van de gymzalen. Gym vereniging UDI in Wergea heeft hierover in bijeenkomsten met de Sportstichting aandacht voor gevraagd: "Sterke verhoging van de tarieven werken door in de contributie welke tot gevolg heeft dat leden opzeggen”.
U kunt in overleg met bv SPORT gaan over het kunnen benutten van trainingsvelden bij WWS of Blauw Wit. Deze mogelijkheid zal er vast zijn. Daarnaast noemt u de huurpenningen van de gymzalen. Het is inderdaad waarschijnlijk dat de tarieven omhoog zullen gaan, omdat de Leeuwarder situatie uitgangspunt is bij de herindeling. In de nieuwe sportaccommodatienota komen we terug op de tarieven. Gezien de bezuiniging van 6 ton op sportaccommodaties, ligt het niet in de verwachting dat de tarieven verlaagd kunnen worden.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/gmb-2017-44454.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.